
Van harte proficiat! Ja dank jullie wel….. Vandaag op deze Dierendag vieren we op gepaste en onze zelf gekozen wat afgeschermde wijze het feit dat we officieel 55 jaar in de echt zijn verbonden. Best een dingetje in een wereld waarin mensen vaak al binnen de 5-7 jaar iets anders zoeken en vinden en dat gezamenlijke geen kans meer geven. Wij stammen nog uit een tijd dat je nog ging voor ‘samen’ waarbij de basis voor ons toch vooral het communicatieve was. We deelden dromen, gedachten, we keken op een bepaalde manier naar ouders of werkgevers. Mijn ambities waren indertijd onbegrensd, vrouwlief snapte dat en stemde haar frequentie daarop af. Daarbij had zij het talent mijn brede interessewereld op de voet te volgen. Natuurlijk waren er ook nog wat andere aspecten, maar op enig moment besloten we in samenspraak met de schoonouders dat hetgeen we tot dan in los verband opbouwden maar eens moesten bestendigen in een vaste vorm. Een piepklein huisje op de zolderetage van het door de schoonouders bewoonde grote grachtenpand aan de Amstel werd dan ons onderkomen. Er moest nog even onderhandeld worden over mijn mee te nemen (toen al omvangrijke) collectie hobbyspullen, maar ook dat bleek oplosbaar. Op 4 oktober 1967 trouwden we. Piepjong, hadden in de maanden daarvoor vele formele en emotionele drempels moeten nemen die later nog wel een rol zouden spelen, maar toen alles voorbij was en we samen op onze eerste eigen stoelen van ons zolderhuisje zaten voelden we ons pas echt gelukkig. Geluk dat zich vele jaren lang aan ons verbond. We kregen een geweldige zoon, maar ook te maken met heftige tegenslagen. Soms van binnenuit, dan weer van buitenaf. Maar samen ben je sterk. Critici die ons vanaf de zijlijn gadesloegen noemden ons indertijd soms de ‘heilige twee-eenheid’. Hoe akelig bedoeld die observatie ook was, het klopt deels wel. Door de jaren heen samen door het leven. Ups en downs verwerkend, tegenslagen oplossen, meevallers vieren. We reisden veel en vaak, verhuisden diverse malen, maar nooit ver van de stad die ons toch vormde. Net als ons verleden. En wellicht dat het daarom allemaal slaagde. Relativerend, observerend, meebuigend, maar altijd respectvol. Dus dan ben je ineens zo lang getrouwd…. Dank voor het feliciteren, we koesteren het e.e.a juist vandaag….. Nogmaals dank!






















Op ieder potje past een dekseltje. Een gezegde dat soms hout snijdt, maar ook vaak niet. Zeker niet in de ogen van een observator als uw meninggever. Die er heel wat jaartjes ervaring bij heeft opgedaan om dit fenomeen te kunnen bestuderen. Zittend op een terras, een bankje in een park, of gewoon tijdens zijn werk. Waar ik het over heb? Over stellen. Die (naar mijn mening)al dan niet bij mekaar horen. Soms bijna uit een en het zelfde nest komend (of zo lijkt het) in andere gevallen oogt het alsof men ergens in de uitverkoop een partner heeft gevonden en aan zich verbonden. Niemand maakt zichzelf hoor, laat ik daar meteen duidelijk over zijn, en schoonheid is altijd aanwezig vanuit het oogpunt van diegene verblind door de liefde. Maar ik zie soms echt waar het op termijn mis zal gaan of wellicht al bezig is te gaan.
In veel culturen houdt men het liefst van relaties en vooral huwelijken tussen gelijkgestemden. Neef en nicht nog een milde vorm van verbinden. Herkenning het voornaamste punt. Lastiger is het als een ander dan het eigen geloof om de hoek komt kijken. Dat mixen leidt weer tot verwatering. Volgens de sociaal/cuturele omgeving van een potentieel stel. Zelfde geldt wat mij betreft ook voor lengte- en omvangsverschillen tussen partners. Ik heb er combi’s van gezien die me verbijsterden. Een piepkleine vrouw met een meer dan twee meter lange man, een vrouw van 150 kilo met een schriel mannetje, een hunk met een prachtige vrouw, die alleen al om haar uiterlijk ongeveer alle ogen van voorbijlopende mannen weet te vangen en de blikken beantwoordt met iets dat je niet kunt vertalen in nette woorden. Toch zoeken we natuurlijk als mens de juiste frequentie op bij de partner.
Al was het maar om die sociale druk. Want een oudere man met een jonge blom wordt nogal eens bespottelijk gemaakt, omgekeerd is dat helemaal het geval. Alsof onderling geluk leeftijdsgebonden zou zijn. Sommige jeugdigen hebben een oude geest, sommige ouderen zijn meer dan jong van geest. Liefde maakt ook op dat punt blind. Waarbij opvalt dat sommige mensen zelfs na drie huwelijken hun draai niet lijken te kunnen vinden. Afwisseling is fijn, maar de sleur maakt ze onzeker en altijd hongerig om het nog eens met een ander te proberen. Dat avontuurlijke en spontane uit het begin van een relatie dan ineens een probleem als de huwelijkse voorwaarden zijn voorgelezen. Of dat rustige uit de jeugd ineens saai bij het ouder worden.
De kinderwens kan ook een dingetje zijn, vooral als de een die sterker heeft dan de ander. Maar in de meeste gevallen blijft men toch lang bij elkaar en beleeft samen allerlei hoogte- en dieptepunten. Men vecht zich door het leven, laat verliefdheid uitdoven en liefde opbloeien, pakt elkaar bij de hand en zoekt het pad dat voor beiden het beste is en niet confronterend. Hoe meer strijd hoe sneller een jurist nodig is om te helpen uit elkaar te gaan. Partners moeten vooral dat zijn, op basis van gelijkheid en niet met een dominantie door de een en onderwerping van de ander. Mits je daar erotische gevoelens bij hebt, want dan kan het wellicht prima werken… Mensen zijn wonderlijk ingesteld op het punt van de relaties. Heel anders dan veel andere zoogdieren, die vooral bezig zijn met voortplanten en daarvoor steeds wisselende partners zoeken om dat doel te bereiken. Maar als mensen lang bij elkaar zijn en eigenlijk volledig vergroeid en ze vieren hun 75-jarig huwelijk of zo is dat wel weer aardig natuurlijk. Vaak is bij navraag het antwoord van soortgelijke oudere stellen dat je veel water bij de wijn moe(s)t doen. En dat je mekaar ruimte moet gunnen. Dan maakt het niet meer uit of de een twee meter in omvang is en de ander doorschijnend bij tegenlicht. Maar toch zijn dat de ware uitzonderingen en zijn die mensen die wat op elkaar lijken toch de meest succesvollen… (Beelden: Internet)
Ergens in die jaren werd steeds duidelijker dat de zaak op Schiphol aardig draaide. Het werd nu ook erkend door de lieden die ons aanstuurden vanuit Rotterdam. Het Amsterdamse kantoor was door de nieuwe ontwikkelingen in de zeevrachtsector (stukgoed verdween) en het verlies van loodsen in het oostelijk havengebied van de stad, duidelijk secundair van belang geworden. Alles verliep nu vanuit het hoofdkantoor in Rotterdam. De naamgever van het bedrijf kwam zelf nog wel eens per Mercedes onze kant op. Want die expansie had ook meegebracht dat de kosten aardig opliepen en daar niet het sterkste punt lag voor baas Breems. Regelmatig overleg moest dat klusje klaren. Intussen had die laatste zijn zinnen gezet op een nieuwe auto voor zijn persoonlijk gebruik. De Taunus waarin hij sinds een paar jaar had gereden was aardig aan de kilometers en omdat er geen echte vracht meer mee hoefde te worden gevoerd zag hij zich wel rondrijden in de nieuwste Toyota Celica of Ford Capri.
Hij hield van snelheid, zoveel was duidelijk. Maar de grote baas van het spul zag dat niet zitten. ‘Daarmee kom je niet voorrijden bij een klant’ was zijn commentaar. Hij moest maar eens kijken naar een Peugeot of zo. Mokkend deed hij wat er werd gezegd en na enige tijd reed hij in een fraaie bordeauxrode 404 met schuifdak en stuurversnelling. Een degelijke reiswagen waarin ik zelf ook de nodige kilometers zou afleggen. Overigens naast de stevige kilometrage in de Skoda die ik intussen zelf nieuw had gekocht. Want ook die deed soms dienst als back-up voor al die zakelijke ritjes. Uiteraard wel met kilometervergoeding. Kwam je met die Skoda aardig mee weg. Voor de echte afleveringen van lading en het ophalen van zendingen moesten we steeds meer beroep doen op de lokale verhuurders met een vestiging op de luchthaven. Die hadden ingespeeld op de behoefte van die luchtvrachtsector en boden naast Mercedessen ook Ford Transits aan en Fiat 238’s.
Die laatsten waren fijne bestellers. Kon je veel in kwijt en het reed als een sportwagen i.v.m. de wat bedaagdere VW Bus. En die laatste ging steeds meer tekenen vertonen van slijtage. Hij moest soms ook zoveel sjouwen dat de motor het diverse malen begaf. De auto moest vervangen. En na intensief overleg en de nodige vergelijkingen viel onze keuze op een Mercedes. Van het type dat vroeger als Hanomag door het leven was gegaan, en daarvoor als Tempo Matador. Maar wel met een diesel. Omschakelen, maar ook een verademing. Die nieuwe auto reed fijn, maar dat gold minder voor de chauffeur van dienst, Jaap Kunst. Die vertrok bij het bedrijf en werd opgevolgd door een vent die in Amsterdam overbodig was geworden en nu op Schiphol emplooi zocht. Ander type, stoer wellicht maar minder geschikt voor het Schipholse werk. Dus al snel volgden die chauffeurs/vrijmakers elkaar af. Op kantoor kregen we steeds meer mensen in algemene functies om o.a. de administratieve processen op te volgen en ook de rekeningen voor al dat werk tijdig de deur uit te werken. En de controles bleven rusten op de oude heer Vos en wat mensen uit Rotterdam die af en toe toch eens kwamen kijken naar hoe het toch kwam dat die Schipholse rebellen zoveel klanten binnen wisten te trekken. (Beelden: Yellowbird archief)
De stappen die ik op jonge leeftijd zette op het gebied van een carrière switch hadden niks van doen met kennis van zaken, meer met een enorm verlangen naar actief willen zijn in dat wereldje van de luchtvaart. Ik had als jong mens bijna een obsessie met die luchtvaart, ongetwijfeld mede veroorzaakt door mijn moeder die me vaak meenam als kleine urk naar het toenmalige Schiphol en dan op het platform rondwandelingen of ritten met ons als kinderen maakte waardoor ze dicht bij die vliegende vogels kon komen. Ergens moet toen de tik van de propellers me hebben geraakt want ik weet niet beter dan dat ik gek was op alles wat vloog. En dat die dingen over de stad heen (en onze straat) af en aan vlogen richting Schiphol zal zeker hebben bijgedragen aan een grote nieuwsgierigheid richting alles wat er mee van doen had. Dus als jong mens al bezig met verzamelen van alles wat met die luchtvaart te maken had en als het even kon op de fiets (of per Maarse & Kroonbus) naar Schiphol om vliegtuigen te kijken. Al snel had ik door dat er in grote lijnen twee kanten van de luchtvaart waren ontwikkeld. Die van de passagiers met alle glamour en uitstraling die daarbij hoorde kennelijk, en die van de luchtvracht. Die laatste op het oude Schiphol een beetje weggeduwd in een relatief bescheiden hoek aan de oostkant van het toenmalige platform.
Vaak zag je daar interessante wat oudere vliegtuigen hun werk doen. Je zag er ook mensen met kratten in de weer of met enorme stapels dozen bloemen. Maar verder keek ik niet zozeer naar de achtergronden van deze tak van dienst. Het gek zijn op…ging door toen ik als jong mens was begonnen bij de Nederlandsche Middenstandsbank in Amsterdam (nu ING) waar ik een keurig nette kantoorbaan kreeg en min of meer werd gedwongen in de avonduren te studeren. Want carrière maken bij een bank hield in dat je moest doorleren. Zware tijd voor een jong mens als ik, immers ik startte met die carrière op mijn 14e. Wist toen wel al vrij zeker dat ik later directeur van die bank zou zijn. Het liep anders. Het karaktertrekje dat ik me niet wilde laten onderwerpen aan malloten met meer positie, stak al op die jonge leeftijd de kop op. En daarbij, was dat bankleven wel iets voor mij? Een overplaatsing naar een afdeling die me helemaal niet beviel zorgde er na een aantal jaren voor dat ik ontslag nam. Ik moest en zou iets gaan doen wat me meer paste. En al snel ontdekte ik dat men op Schiphol in die jaren bwvs gilde om mensen. Mijn achtergrond (bankwerk en studie) maakte dat een oud en gerenommeerd transportbedrijf in Amsterdam me uitnodigde op sollicitatiegesprek.
Men was daar nl. gestart met iets ‘nieuws’. Luchtvracht! En daarvoor zocht men een goede vent naast de al werkzame ‘chef’ van het kantoor, Ruud Breems. Of ik daar iets in zag!? Nou zeker. En twee weken later meldde ik me op Schiphol. In een bescheiden kantoor met daarnaast een soort opslagruimte die men ‘particulier entrepot’ noemde. Dat kantoor kende slechts een enkel bureau, twee stoelen, een schrijfmachine en wat kasten voor de benodigde papieren. De rol van het bedrijf was om aan de ene kant vrachtgoederen die per vliegtuig waren aangekomen en bestemd voor klanten van het bedrijf in te klaren en af te leveren. Tot dan de hoofdzaak van het werk. De tweede taak betrof het versturen van luchtvrachtgoederen t.b.v. vaak weer andere klanten over de hele wereld. En dat moest je dan doen met vooraf klaargemaakte stapels papieren, waaronder een luchtvrachtbrief, douanedocumenten en als je pech had allerlei eenmalige verklaringen rond het al dan niet uit de EEG afkomstig zijn van dat spul. Je had contact met de airlines van toen, moest je een weg knokken langs de barrières van de douane en dan die spullen zelf af zien te leveren in de loodsen van de afhandelende partijen voor de airlines. Vaak KLM, soms Aero Ground Services die beiden een bescheiden loods hadden aan dat uit mijn spottersjaren bekende vrachtplatform. Al snel waren de taken verdeeld. Ruud Breems bleef importgoederen doen, ik mocht alle exportzaken regelen. Een verantwoordelijke baan en door al die praktische kanten ook een verademing t.o.v. dat toch wat saaie bankwerk. En daarbij…de vliegtuigen reden met hun vleugels zowat door onze kantoorruimte heen en tussen de middag zat ik vaak even op een krukje naar al dat fraaie spul te kijken. Ik was op Schiphol begonnen. En zou er nog heel wat jaren blijven…(Beelden: Yellowbird archief/Peter Jongbloed)
Hoewel er qua voorkeuren in de politieke arena weinig van te merken valt, opgeteld zijn de partijen aan de linker kant van het spectrum bij de laatste peilingen net goed voor een zetel of 35-40 van de 150 die de Tweede Kamer ons biedt, toch lijkt het wel of we naar een meerderheid moeten luisteren als het gaat om zaken als het milieu, klimaat of wat ook. Discussies over Zwarte Piet zijn aangeroerd door pakweg 200 mensen die zich in ons van tradities wemelende land gekwetst voelen. Protesten tegen Schiphol worden op touw gezet door 50-100 (semi)omwonenenden die constant schreeuwen en bleren. Doordat zij de media mee hebben komt het allemaal groot in het nieuws. Een discussie over stikstof in ons land wordt geinitieerd door een enkele actievoerder uit Nijmegen waar veel van deze patat..uh…protestgeneratie vandaan lijkt te komen.
Links en groen is dus zeer actief om ons allen te wijzen op wat WIJ vooral fout deden of doen. En wie het er niet mee eens is krijgt een bombardement over zich heen van wonderlijke lieden die je voor van alles en nog wat uitmaken. De nieuwste term luidt ‘Alt -rechts’, wat zoiets betekent als ‘nazi’. De sociale media loopgraven zijn bemand/vrouwd door hen die over rechts of links de discussies voeren. Het midden houdt vaak de mond en doet een beetje mee met de trend om afval te scheiden of de auto een keer te laten staan. Neemt geen standpunt in en is nog steeds de belangrijkste stem in dit land, al zwijgt die dan meestal. Ergerlijk is natuurlijk dat je ook moet oppassen met wat je doet of zegt tegenwoordig. Als je als galante vent met een beetje opvoeding een vrouw de deur openhoudt en laat voorgaan ben je tegenwoordig ouderwets, doe je aan achterstelling van de vrouw en bent bijna een dader met een ‘MeToo’ profiel.
Kijk je naar spelende kinderen omdat je dat als opa of oma vertedert ‘zal je wel pedofiele gedachten’ hebben en stap je drie keer per jaar in het vliegtuig voor een korte vakantie ben je een ‘milieuvervuiler van de ergste soort’. Zwarte mensen claimen gelijkheid, lichtgetinten willen respect en graag dat je hun geloof omarmt, Friezen willen onafhankelijkheid, Vlamingen niet bij Nederland horen en Duitsers graag alle kuilen in de stranden voorzien van hun eigen landsvlag. Het is een mijnenveld van gevoeligheden. En dat is best vermoeiend. Net zoals wat ik onlangs weer moest vernemen.
Meisjes en jongens mogen niet meer seksespecifiek worden opgevoed. Speelgoed moet genderneutraal worden en de termen ‘hij’ en ‘zij’ moeten volgens sommigen verdwijnen. Mensen worden ‘het’ omdat anders de LHGTBXYZ-ers wellicht op de tenen wordt gestaan. Het gaat mij qua begrip grotendeels voorbij. Ik doe er niet aan mee. Wie respect wil moet het maar verdienen. Wie aandacht wil moet er om vragen en nee ik ben niet van de koppeling van Zwarte Piet met een oud slavernijverleden. Ik gebruik de auto zoals het mij goed dunkt en ik fiets op korte afstanden als het mooi weer is. Zou ik willen vliegen…ik zal het niet laten. En ik eet vlees als ik er trek in heb. Laat het niet staan…al helemaal niet voor mensen die zelf vaak tankwagens vol boter op het hoofd hebben. En ik ben zeer kritisch op elk milieurapport uitgebracht door actiegroepen die bestaan uit twee man en een paardenkop. O sorry….hoofd uiteraard. Ik wilde geen enkel edel dier beledigen…..Uh..dier….o jee, schepsel….uh ook niet?! Nou…bekijk het maar..
Daarbij kent mijn geest vanaf de prilste jeugd een soort vissersnetwerking. Ik gooi die netten uit en trek kennis binnen als een school haringen die verwerkt moet worden. Altijd gehad. Brede interesse. En dan ook nog een door de jaren heen gevormd talent tot praten en schrijven. Nooit ingetogen, nooit wars van woorden of meningen. Deze weblog heet niet voor niets al 13 jaar lang zoals hij heet. En een mening is geen balletje wat je opgooit om het door anderen te laten lek steken. Niks daarvan! Dus met prietpraat een onderbouwde stelling afbreken is niet mijn ding. In de loop van de jaren wel geleerd. Was ook altijd op zoek naar de hogere functies. Al wist ik ook wel dat de absolute top nooit haalbaar zou zijn. Voorbehouden aan de elite, de rijken of de adel. Maar ook niet het indertijd gestelde doel. Expertise, specialismen op bepaalde terreinen en zeker zorgen dat je uit kon dragen wat je in die netten had opgehaald. Dat was de drive en dat is het nog. Altijd leuk voor anderen?
Vast niet! Maar wel altijd respect gehad voor een andere mening dan de mijne als men zich hield aan de algemene of door mij zelf opgestelde fatsoensregels. Wie persoonlijk wordt wist en weet ik te vinden. Een aardje naar mijn moeder wist ik al snel, die kon ook 20 jaar onthouden wat iemand haar had geflikt. ‘Zou mij niet overkomen’, maar kan er niet aan voorbij dat je er altijd iets van mee krijgt. Die drive en die honger naar kennis houdt me nu nog steeds aardig op de been. Daarom kijken we rond, bezoeken oorden in binnen- of buitenland, kijken de ogen uit in musea, lezen ons de ogen moe in boeken vol aardige zaken en bespreken met goede vrienden geloofszaken of filosofische kwesties dan wel de soms zo stuitende (links-)politieke moraal. Er is altijd wel iets waar je mee bezig kunt zijn. En als je dat dan weer wilt uiten doe je dat uiteraard op de plek waar het hoort. Hier, op je eigen meningblog! En wie er anders over denkt mag het ook even zeggen……Tuurlijk! Mits………