Creatieve cheffin…

Creatieve cheffin…

Afgelopen weken vermaakte we ons af en toe op tv met de geweldige politieserie Scott & Bailey. Die kenden we uiteraard al, maar deze werd nu weer eens herhaald bij zowel RTL als BBC One dus we konden door een beetje slim plannen alle reeksen en afleveringen achter elkaar opnieuw bekijken. Een waar genoegen. Al was het maar om het prachtige acteerwerk van alle deelnemende dames en heren. Mij valt altijd weer op dat deze Britse mensen bij het acteren gewoon veranderen in de types die ze spelen en je dus meent dat zij zijn wie ze uitbeelden. Dat is in Nederland veelal niet het geval al moet ik die serie #Oogappels van de NPO nageven dat het daar ook prima lukt in de huid van de karakters te kruipen.

Hoe dan ook, een van de opvallende types in de Britse serie is de verantwoordelijke inspecteur van het politiebureau waar zich zoveel afspeelt, Gill Murray. Dat is een vrouw die met een uitgestreken gezicht en de nodige cynische humor haar werk doet. Maar ook aardig boos kan worden over onrecht of stom handelen van haar ondergeschikten. Met een spits gezicht, rattenkopjeshaar en ogen die fonkelen wordt deze rol neergezet door Amelia Bullmore. Een actrice van naam en faam in het Verenigd Koninkrijk want ze speelde oa. jarenlang in Coronation Street, maar ook in diverse films en toneelstukken.

Bullmore is geboren in 1964, intussen dus bijna een zestiger. En wie dan ziet in welke creatieve rollen ze bezig is geweest verbaast zich nog meer als ik schrijf dat zij o.a. zeven afleveringen van Scott & Bailey heeft geschreven en daarnaast nog een reeks andere scripts voor diverse Britse series en toneelvoorstellingen. De dame komt uit een creatieve familie van reclamemakers en schrijvers terwijl twee van haar broers ook op hoog niveau hun vak uitoefenen. Als je diverse rollen ziet waarin zij actief was ontdek je direct dat deze dame erg veelzijdig is en het vreemde of lastige in haar vak niet schuwt. Ze is intussen al jaren getrouwd met een collega-acteur, de Schot Paul Higgins, met wie ze ooit samen acteerde in de serie ‘a View from the Bridge’. Samen hebben ze twee dochters. In de vijfde reeks van die beschreven politieserie was haar karakter met pensioen gegaan en neemt die reeks daardoor een andere wending. Ik vond en vind dat een verlies. Want die uitstraling en die specifieke manier van een vrouw als deze neerzetten vind ik echt te gek. Amelia Bullmore, vast bij de meesten van jullie onbekend, maar nu een stukje minder…. (Beelden: Internet)

Ongemak…

Ongemak…

Bij toeval viel ik onlangs bij SBS-6 in een staartje van een programma met de titel ‘Liefde op het eerste gezicht’…Daarin laat men totaal vreemde mannen en vrouwen (of er andere combinaties worden benut is mij ontgaan) met elkaar kennis maken in een prachtige villa vol geneugten als een buiten-whirlpool etc. Die mensen hebben kennelijk vooraf aangegeven dat ze open staan voor een date met iemand die ze als ideaal zien voor een toekomstige relatie. De redactie maakt dan (kennelijk) een theoretische match en zet twee kandidaten dan ‘in the blind’ bij elkaar om te zien wat er van komt. En dan staan de camera’s (verstopt in de achtergrond) vol aan en hoor en zie je hoe het allemaal ver- en afloopt.

Want het is de gedachte bij deze formule dat die mensen na een nacht bij elkaar (vaak de een op de bank en de ander in het comfortabeler bed) besluiten of ze samen verder gaan of niet. Nou wat ik er van zag (latere uitzendingen ook wat stukjes gezien) komt dat in 80% van de gevallen niet goed. En dat is ook niet zo gek want wat missen veel mensen toch het talent om aardig met iemand van de andere sekse om te gaan als het er op aankomt. In het beste geval klappen ze dicht en zwijgen minuten lang, wat voor de ander een ramp is. Maar nog erger zijn de kandidaten die op voorhand al aangeven wat ze van de ander vinden. Zoals de man die na het zien van de vrouw die binnenstapt en haar jas uittrekt aangeeft meer een ‘billenman’ te zijn en die bij haar mist. Of de vrouw die aangeeft dat ze niets ziet in iemand van haar eigen leeftijd en dan tegenover een man komt te staan de 10 jaar jonger is maar ouder lijkt.

En die mensen maar ingestudeerde lijstjes afwerken over hobby’s en zo meer. Of met voorgekookte kaartjes antwoorden van de ander trachten te ontlokken. Was er een jongen bij die aan het meisje tegenover hem vroeg of zij ‘hield van sex’ waarop zij met bijna rode konen bekende dat ze dat ‘heel lekker vond’ maar dacht dat het bij hem niet zo te halen viel. De stiltes die daarna vallen zijn oorverdovend. De volgende dag is nog leuker. Dan is er altijd een die de andere kandidaat echt leuk vindt en dat aangeeft om dan te moeten aanhoren dat die ander de betrokkene ‘echt niet zijn/haar type te vinden’ en de koffer pakt om naar huis te gaan. De tranen vloeien dan vaak bij de afgewezen kandidate, want helaas het zijn vaak de vrouwen die afgewezen worden. Niet zo gek als je die mannen eenzijdig naar de bank hebt verwezen en die echt een gebroken nacht meemaakten. Hoe dan ook, bij alles wat ik er van zag constateerde ik dat een gebrek aan basiskennis van wat aantrekkelijk is een groot probleem kan opleveren. Hoe een man zich zou moeten gedragen in de aanwezigheid van een vrouw met wie hij denkt eventuele verdere plannen te maken. Of hoe omgekeerd, charmant gedrag van een vrouw richting man, vaak totaal mankeert. En dat daarom die ‘match’ in hun leven er niet is of zal komen. Openstellen voor wat er op je afkomt en accepteren dat je wellicht niet behoort tot de eredivisie van wat schoonheid, elegantie of intelligentie normaal in zich heeft, gecompenseerd kan worden door leuk en lief gedrag. De ander als een prins of prinses behandelen. ‘Rozen, rumbonen en rode wijn, dat moet voor elke vrouw toch voldoende zijn’, zong Van Kooten ooit in een persiflage van een serieuze Don Juan. Nou zelfs tot die drie basis-elementen kennen kandidaten in dit programma niet. Maar het was en is smullen voor iemand zoals ik…..(Beelden: Archief)

Vrolijke kunstenaar…

Vrolijke kunstenaar…

Ware het niet gegaan via een tip van mijn polderzus Thamara (in blogland nog steeds bekend ook al zit ze tegenwoordig vooral op de andere sociale media) of ik had nooit van het bestaan van deze kunstenaar afgeweten. Over wie gaat het dan Meninggever? Nou om Marius van Dokkum. Een vrolijke Frans die in de stijl van oude meesters niet alleen leuke platen maakt die je zo aan de wand kunt hangen, maar ook stripboeken vult met zijn tekeningen. Maar ook kaartspelen, kalenders of legpuzzels maakte. De man werd geboren in 1957 (bron Wiki) en is nu dus een dikke zestiger. Ooit geboren in het Noord-Hollandse Andijk volgde hij een christelijke opleiding in Kampen en ging een tijdje werken in Ughelen als ontwerper bij een papierfabriek. In die periode ging hij ook schilderen. En zijn stijl ontwikkelde snel een leuke humoristische uitstraling en inhoud. Zijn werk is vaak geexposeerd in diverse musea, hij verkoopt zelden iets, maar dat komt meer door zijn eigen terughoudendheid na een zeer slechte ervaring met een galeriehouder die hem oplichtte.

Nadat hij uitgebreid aandacht kreeg tijdens een expositie die werd gehouden in Harderwijk (2015) en daarbij ook de nodige bezoekers zijn werk leerden kennen kwam het initiatief op gang om een specialistisch Marius van Dokkum-Museum in te richten in die dol fijne vissersplaats van vroeger. Dat museum ging in 2018 open. Het zal duidelijk zijn dat ook ik dat toch eens moet bezoeken als we daar in de buurt zijn. Het werk van Marius van Dokkum heeft veelal realisme in zich met een grote knipoog. Met name ouderen en trouwe kerkgangers zullen wellicht iets moeten slikken bij het zien van zijn blik op de mensen uit die kringen. Maar een beetje zelfspot moet je natuurlijk wel gewoon hebben. Is uberhaupt beter. Al dat serieuze gedoe… Van Dokkum zelf maakt naast werk in opdracht of om de kassa te spekken ook vrij werk waarin hij zich naar eigen zeggen nog wat beter kan uiten. Het is leuk werk en als stripliefhebber kan ik het zeer waarderen. Vandaar even aandacht voor deze kunstenaar. Ik hoop dat jullie het ook kunnen waarderen, en anders glimlach je maar…(Beelden: Thamara/internet)

Jennen…

Jennen…

Voor hen die niet zoals ik uit Amsterdam komen of er zijn geboren en getogen zal het begrip jennen, ik beschreef het hier al eens eerder in het verleden, niet veel bellen doen rinkelen. Maar de echte Mokummer herkent het meteen. Het is immers een hoofdstedelijke volkssport. Snelle en scherpe opmerkingen, mensen op het verkeerde been zetten, je zelf relativeren en al te serieuze types even op hun nummer zetten. Vooral zij die zichzelf zien als het centrum van de schepping of samenleving kunnen aardig van de leg raken als ze met het fenomeen in aanraking komen. En schieten dan meteen in een of andere kramp. Immers, zij voelen zich aangevallen. Terwijl het voor de ware Amsterdammer gewoon een vorm van humor is die hem/haar het gevoel geeft dat het van de andere kant wel een ‘tandje minder mag’. Wie mij echt leerde kennen weet dat ik er (on)bewust regelmatig gebruik van maak. Zelfs op momenten dat het wellicht minder gepast lijkt kan ik het niet laten.

Een zeker ironie is daarbij niet vreemd. Daarnaast is het zodanig ingeburgerd bij die echte Amsterdammers dat ze zo bij gebrek aan humor of acceptatie van de andere kant weinig begrip hoeven te verwachten. Zeker in de provincie zijn Amsterdammers door hun rechte humor en eerlijkheid vaak niet zo geliefd. Daar praat men liever recht wat krom is of om de hete brei heen. Ik merk dat ook vaak bij import-Amsterdammers die vanuit de provincie komend maar niet kunnen wennen aan dat gebruik om kritiek te leveren op…. Nee, dan was het in hun geboorteplaats toch plezieriger. Daar hield men de mond en wees achter de ramen naar hen die de regels overtraden/treden. Amsterdammers in het zakenleven zijn ook vaak aardig direct.

Doelgericht en stop dus maar met alle flauwekul. Even doorbijten en we maken een zaak goed en voor ons beiden plezierig af. De eeuwenoude handel met verre gebieden in de wereld is ons in de genen doorgegeven. En anders dan de altijd mekkerende lieden die denken dat we als steedse samenleving rijk werden van de handel in of het vervoer van slaven, is er nieuws. Eeuwen daarvoor voeren de handelsschepen vanuit Amsterdam al naar de Baltische Staten en Scandinavie. Wie zijn geschiedenis niet kent heeft in de toekomst niets te zoeken. Dat jennen is dus een verhaal van een mengelmoes van de oer-Amsterdammer en de beste joodse tradities. Opgeteld valt er veel bij en om te lachen. En zag ik dat ooit ook bij Marokkaanse kooplieden met een Amsterdams accent op een van de stadsmarkten in West. Amsterdammers geworden, handelaren en uiterst bedreven in jennen. Het kan echt…als je er voor open staat…..zeker in onze stad! En voor hen die dat niet kunnen, wellicht dat je er na deze uitleg van… mee mee kunt leren leven?? Dankjewel…Je bent te goed…(Beelden: prive)

55 jaar

55 jaar

Van harte proficiat! Ja dank jullie wel….. Vandaag op deze Dierendag vieren we op gepaste en onze zelf gekozen wat afgeschermde wijze het feit dat we officieel 55 jaar in de echt zijn verbonden. Best een dingetje in een wereld waarin mensen vaak al binnen de 5-7 jaar iets anders zoeken en vinden en dat gezamenlijke geen kans meer geven. Wij stammen nog uit een tijd dat je nog ging voor ‘samen’ waarbij de basis voor ons toch vooral het communicatieve was. We deelden dromen, gedachten, we keken op een bepaalde manier naar ouders of werkgevers. Mijn ambities waren indertijd onbegrensd, vrouwlief snapte dat en stemde haar frequentie daarop af. Daarbij had zij het talent mijn brede interessewereld op de voet te volgen. Natuurlijk waren er ook nog wat andere aspecten, maar op enig moment besloten we in samenspraak met de schoonouders dat hetgeen we tot dan in los verband opbouwden maar eens moesten bestendigen in een vaste vorm. Een piepklein huisje op de zolderetage van het door de schoonouders bewoonde grote grachtenpand aan de Amstel werd dan ons onderkomen. Er moest nog even onderhandeld worden over mijn mee te nemen (toen al omvangrijke) collectie hobbyspullen, maar ook dat bleek oplosbaar. Op 4 oktober 1967 trouwden we. Piepjong, hadden in de maanden daarvoor vele formele en emotionele drempels moeten nemen die later nog wel een rol zouden spelen, maar toen alles voorbij was en we samen op onze eerste eigen stoelen van ons zolderhuisje zaten voelden we ons pas echt gelukkig. Geluk dat zich vele jaren lang aan ons verbond. We kregen een geweldige zoon, maar ook te maken met heftige tegenslagen. Soms van binnenuit, dan weer van buitenaf. Maar samen ben je sterk. Critici die ons vanaf de zijlijn gadesloegen noemden ons indertijd soms de ‘heilige twee-eenheid’. Hoe akelig bedoeld die observatie ook was, het klopt deels wel. Door de jaren heen samen door het leven. Ups en downs verwerkend, tegenslagen oplossen, meevallers vieren. We reisden veel en vaak, verhuisden diverse malen, maar nooit ver van de stad die ons toch vormde. Net als ons verleden. En wellicht dat het daarom allemaal slaagde. Relativerend, observerend, meebuigend, maar altijd respectvol. Dus dan ben je ineens zo lang getrouwd…. Dank voor het feliciteren, we koesteren het e.e.a juist vandaag….. Nogmaals dank!

Wennen…

Wennen…

In de achter ons liggende weken heb ik op diverse momenten geschreven over hoe lastig het soms is om mensen op de juiste wijze met elkaar te laten omgaan dan wel aan elkaar te laten wennen. En juist dat is van groot belang als je wilt versmelten met een nieuwe liefde of succesvol wilt zijn in een bepaalde baan. Altijd gaat het om aanpassen, inkleuren, meewerken, opvallen door niet te veel op te vallen. Wie dat niet wil komt vanzelf op de reservebank terecht van liefde of werk.

Bedenk nog maar eens het moment dat je voor het eerst een grote klas binnenstapte aan het begin van een nieuw schooljaar. Met allemaal vreemde kinderen om je heen. In mijn geval vroeger was dat toch al snel een klas van een kind of 35 waarvan sommigen met twee in een enkele bank zaten. Wie zich niet aanpaste werd vanzelf een buitenbeentje. En leerkrachten waren zo streng dat ze de buitenbeentjes er al snel uithaalden en zodanig straften dat de rest in het gareel bleef. Later, ik ging aan de slag bij een bankinstelling, kwam ik op een afdeling met dik 60 mensen. Sta je dan ineens als 14-jarige in je beste pak.

Opvallend is dat je dan veelal met bepaalde mensen heel snel een ‘klik’ had of hebt waardoor je vanuit ‘samen sterk’ alles denkt aan te kunnen. Ook bij studeren in de avonduren (ja lieve kindjes dat deden opa en oma nog..) zat je in klassen of zalen met mensen die je niet kende en deels ook niet wilde kennen. Ging in de liefde ook zo. De een ligt je, de ander echt niet. En dat heeft zelden iets met uiterlijkheden van doen.

Een mooie meid of jongen kan in de praktijk tuttig zijn of een sukkel, juist zij die niet zo opvalt maar met van die levendige ogen heeft een temperament waarmee je moet kunnen omgaan, in de praktijk echter precies bij je past. Bij vriendschappen gaat het net zo. De een ligt je gewoon zodanig dat je er graag een vriendschap voor het leven mee sluit, de ander is een schip dat voorbij gaat in de nacht. Je zoekt mensen om je heen die je een warm gevoel weten te geven, die bij je passen als een op maat gemaakte jas. Waarmee je lief en leed kunt delen, en je niet hoeft te schamen om wat je allemaal kwekt of doet.

Schade en schande leert ook veel. En soms komt de sleet er echt in. Kan in relaties, ook in vriendschappen en zelfs binnen familieverhoudingen. Immers, de een ontwikkelt zich en de ander blijft steken in wat je als jong mens of net in een relatie verkerend nog leuk vond. Maar op termijn toch een stuk minder gezellig. Daarbij moet het op school, werk, in de liefde of vriendschappen, wel van twee kanten komen. En valt er aan een dood paard niet te trekken. Door schade en schande wijs geworden koester ik intussen dat wat nog is. Doe mijn best om overeind te houden wat er toe doet. En verbaas me achteraf soms over hoe dingen zo zijn gelopen. Omdat je die ‘ene’ zo koestert en die ander ‘redelijk snel achter de horizon’ liet of zag verdwijnen. Het leven kent geen scripts die vooraf zijn geschreven. Nee, het gaat zoals het gaat, en dat begint al op school. Of misschien al in je peutertijd. Wie het weet mag het zeggen. Ervaringen die iets toevoegen aan de vragen die ik er over heb laat ik hier graag meespelen als onderdeel van de inhoud…Bij voorbaat dank….(beelden: Yellowbird archief)

Amsterdamse humor…

Amsterdamse humor…

Voor mensen die zich vrijwel nergens anders in verdiepen dan de eigen navel of de vermeende toestand van de wereld om zich heen is de gemiddelde Amsterdammer een menstype met een grote bek en een zeer dominante mening. Klopt dat? Zeker! We wonen nu eenmaal niet voor niets in de hoofdstad van het land en hebben een historie om trots op te zijn. Juist zij die onze stad niet kennen en haar oorspronkelijke inwoners ook niet echt is er altijd reden over hen te mekkeren. Maar dat geldt tegenwoordig ook voor de import in Rotterdam, Den Haag of Utrecht. Altijd is er in de historie wel iets te vinden dat niet helemaal goed ging. Maar voor de ware stadsmens is die stad uiterst plezierig om in te wonen en weten we ook dat al die stormen van woke en links vanzelf gaan liggen zoals we ooit ook de wonderlijke wereld van de Duitse bezetting of de communisten van na de oorlog wisten te verslaan.

Vaak met een flinke dosis humor. En die humor is veelal stekelig, ironisch, soms zelfs wat hatelijk. Veel humor via een infuus vanuit Joodse hoek getankt in het bloed van de ware Amsterdammers. Je moest wel in een tijd dat het gewone volk krom moest liggen voor een grijpstuiver en slechter werd behandeld dan de mensen die nu menen schadevergoeding te moeten krijgen voor wat hun voorouders door het rijke establishment hier of in de tropen is aangedaan. Met name de joodse inwoners van de stad hadden het voor een deel bijster slecht.

Maar bouwden met een eigen taal en een hoop ironie een bestaan op dat zijn weerga niet kende. Hun taalgebruik en humor overgenomen door de arbeidersklasse en uitgedragen via mensen met een grote ontvankelijkheid voor wat die stad aan kennis en lol had voortgebracht. De zangers met hun weemoedige en soms zo trieste verhalen, maar wel saamhorig en socialer dan alles wat al Teslarijdend of bakfietsend aan de grachten woont anno 2022. John Kraaijkamp Senior, Johnny Jordaan, Max Tailleur, lol makers die als helden werden gezien door de massa van toen. De liedjes van Hazes en diens humor. Echt Amsterdams. En ook altijd een opmerking schietklaar. Omdat ze als inwoners van deze stad ook in staat waren zelfs in de lastigste tijden die glimlach op de lippen te krijgen van hen die echt leden. Wie hier geboren en getogen is zal het meteen herkennen en erkennen. Veel mensen van buiten vinden het veelal maar niks. Die Amsterdammers met hun grote bek, dat directe, altijd vechtend tegen hen die boven hen zijn gesteld, maakt niet uit vanuit welke hoek. De Amsterdammer houdt niet van geknecht worden, gaat zijn/haar eigen gang. En overleeft. En als je die humor een beetje zou bestuderen zie je veel overeenkomsten met de Britten. Lol maken, ook om jezelf, en zo lastige tijden overleven. Humor komt zelden van de gevestigde macht, vaker zo niet altijd vanuit de krochten van de samenleving. En zo hoort het. En dat is ook meteen een deel van de magneet die Amsterdam toch blijkt. Open, liberaal, zelden of nooit racistisch. Zouden anderen veel van kunnen leren…. (Beelden: Archief)

Vera…

Vera…

Ik ben o.a. van de Engelse detectives en vind die vooral leuk als ze een zekere Brits-provinciaalse traagheid kennen zonder dat die meteen leidt tot in slaap vallen bij gebrek aan actie.

Een van de favorieten is de reeks Vera. Hoofdrolspeelster is Brenda Blethyn (geboren als Brenda Anne Bottle) die een centrale functie bekleedt als chef van een erg aardig in elkaar stekend team medewerkers en die als leider van het team dan weer humorvol en charmant kan zijn, het volgende moment bot en soms zelfs echt onaardig. Maar ze komt wel altijd tot haar doel. Maakt die reeks meer dan het bekijken waard. Opvallend is dat de actrice die Vera neerzet is aangekleed als een wat boersig type met een hoedje op, een waxcoat aan, stevige kousen en platte schoenen. Ze loopt bijna kittig maar echt veel vrouwelijkheid is er niet aan te ontdekken. Dit terwijl ze in haar rol best wel af en toe een beetje aandacht vraag of verdient. Als dat niet de kwaliteiten zijn van de hoofdrolspeelster, dan niks. Die actrice is intussen 75 jaar oud, is in Engeland zelf een bekendheid, speelde in tientallen films en series en won daarmee ook de nodige prijzen voor haar acteerprestaties.

Ze debuteerde overigens best laat op het witte doek, pas op haar 44e, had ze wel al de nodige ervaring opgedaan in tv-series. Haar grote successen echter toch vooral in de jaren negentig en later. Haar prestaties vielen ook het Britse hof op, want in 2003 kreeg ze een eretitel, Officier in de Orde van het Britse Rijk. Toch niet voor iedere Marietje Johnson met een bijrol weggelegd. Nee, die Brenda Blethyn is een echte. Qua liefde was ze een vroegbloeier, want ze trouwde al in 1964, ze was toen 18 jaar oud, maar dat huwelijk duurde maar 9 jaar. Pas in 2010 trouwde ze opnieuw, en dat huwelijk houdt tot nu toe keurig stand. Wat me ook opviel bij de voorbereiding van dit verhaaltje, dit was op jeugdige leeftijd best een mooie dame.

Die glimlach behield ze, de ogen, maar het haar werd voor Vera totaal bijgesteld en het zou me niks verbazen als ze onder haar dikke jassen en vesten dikmaakmaterialen draagt om de popperige gestalte van Vera extra te benadrukken. Afgelopen maanden keken we weer naar haar. Het tiende seizoen was te zien, maar ook op een andere zender het 4e tot 7e. Genieten dus. En daarom verdient Vera even extra aandacht mijnerzijds. Wie haar niet kent moet echt even gaan kijken. Het speelt zich allemaal af in het Midden van Engeland, tegen de Schotse grens, en het terrein er omheen is wijds, leeg en bij een beetje wind extra guur. Dan snap je als kijker wel waarom ze gekleed is zoals ze is en zich gedraagt zoals ze doet….(Beelden: Internet)

Digitale humor..

Digitale humor..

Ik heb er vast wel wat eerder iets over geschreven.

Echte humor is in de media naar mijn idee vaak ver te zoeken. Zeker zij die in ons land als humorist worden opgevoerd hebben in hun veelal links ingestoken oeuvre toch vooral belediging van anderen als uitgangspunt. Echte humor is voor een ieder trouwens persoonlijk hoor, geen nood. De mijne is de jouwe niet, en omgekeerd. Voor mij is echte humor vooral te vinden bij mensen uit het verleden. Johnny Kraaikamp Senior had dat, Monty Python, Andre van Duyn, en zeker ook Laurel en Hardy. In mijn jeugd waren die twee helden eigenlijk al mensen uit een ver verleden. Immers hun hoogtijdagen vierden zij in de jaren 20 van de vorige eeuw. Zeker toen de sprekende film was geintroduceerd maakten hun grappen en grollen, de ellende die ze meemaakten, deze twee tot humoristen van ongekend niveau.

Maar ze werden gefilmd in Zwart-Wit, op oude filmrollen die in die jeugdjaren van mij op een andere snelheid werden afgedraaid dan normaal gebruikelijk, wat een versnelde werking had op die slapstickscenes. Later wist men die films te verbeteren zodat je er ook op video of zelfs DVD meer normaal naar kon kijken. Soms bleek dat bekende titels nog wel wat te verbeteren vielen, en hup het lachsucces constant in de herhaling. Onlangs kocht ik mij zelf een DVD die digitaal was bijgewerkt en opgewaardeerd. Tuurlijk, het blijft zwart/wit, maar het laat zich aanzien als een moderne film. En dan ontdek je weer waarom dit zulke professionals waren. Elke scene uitgedacht, humor van de bovenste plank en ik lig al snel in een deuk bij zoveel mallotigheid.

De dikke (Hardy) kijkt veelal met een soort blik van wanhoop in de camera en de dunne (Laurel) speelt de onnozele die nogal eens zorgt voor veel ellende. Aan de andere kant, de diverse boeken en films die over hun leven zijn verschenen maakten duidelijk dat juist Laurel de slimme gast was die constant nadacht over welke grappen er nu weer konden worden bedacht en Hardy vooral genoot van het luxe leventje dat hij toch kon leiden dankzij die films. Die DVD’s (twee in de verpakking met elk vier filmtitels) bekeek ik op wat regenachtige dagen en als ik gewoon even weg wilde van de Covid/Klimaat/voetbal-ellende in de afgelopen maanden. En het bezorgde me een oprecht blij gevoel. Kijk, en dat voor artiesten die dit een kleine 100 jaar geleden op de film zetten en vast niet hadden bedacht dat ze over een eeuw nog zouden worden gezien als voorbeelden van hoe echte humor er uit moest zien. Welke humoristen van nu bereiken dat ook denk je?? En waar ga jij zelf voor qua humor, medeblogger en lezer hier?? Ik geniet al bij voorbaat van de antwoorden… (Beelden: Eigen archief)

Elastiek…

Elastiek…

En ja, ik ben op veel plekken geweest. Voor werk en plezier, heb de nodige oorden in binnen- of buitenland bekeken en ben van sommigen daarvan gaan houden. Maar die ene plek waar mijn wiegie stond blijft me als een magneet vasthouden op de plaats waar ik nu vertoef. Amsterdam! Bijna 800 jaar oud, een relatief klein deel daarvan maakte ik deel uit van haar burgerij. Maar wat is het een heerlijke stad vaak. De historie druipt er vanaf en de elk decennium doorgevoerde vernieuwingen houden de stad levendig. Ik romantiseer de boel niet hoor, want er is ook veel af te dingen op wat er de afgelopen 50 jaar zoal veranderde. De bevolking sterk veranderd, de oorspronkelijke Mokummers vaak verhuisd naar omliggende steden of dorpen. Al was het maar omdat de stad niet in staat bleek soelaas te bieden op woninggebied.

Sommige Amsterdammers gemangeld tussen oud en nieuw, tussen arm en rijk, en geen enkele kans om te kunnen of mogen wonen waar men graag zou willen. Wachtlijsten voor een huis nog steeds ellenlang, de invloed van migratie steeds vaker voelbaar als het ging om kansen op een betaalbaar huis. Werk genoeg al verplaatste zich dat steeds meer naar de periferie. De Amsterdammers verlangen naar hun stad. Naar de sfeer, de muziek die zo eigen is, en soms zelfs de buren uit de vroegere woonstraten. Ik zelf heb minder met die oude woonomgeving van toen. Overigens voor een belangrijk deel afgebroken en vernieuwd dus geen wortels meer. Mijn tweede woonhuis midden in het centrum intussen omgetoverd tot een appartementenhotel, dus ook dat is alleen nog maar in herinneringen en foto’s terug te halen.

Het derde huis, de Bijlmermeer toen nieuw en comfortabel, ook niet meer in de vroegere vorm terug te halen. De afstand tot het centrum letterlijk en figuurlijk al erg groot toen. De Metro maakte veel goed. Toch, na 1975, op zoek naar de volgende stap. Weer verder van huis. Almere. Waar veel Amsterdammers hun wortels in de grond stopten en een soort voorstad van Mokum vormden. Maar zonder de bijbehorende sfeer. Maar daar hoorde je meer ‘accent’ uit de stad dan in Amsterdam zelf waar Arabisch en Turks naast Surinaams en nog 32 andere talen langzaam aan dominant werden en intussen zijn.

De echte Amsterdammer vol heimwee zijn tuintje wiedend in de polder. Genietend van rust en ruimte, maar o wee, wat trok dat elastiek. Bij mij hard genoeg om me terug te halen naar de periferie. Centrum weer om de hoek en als ik de klanken van de Wester wil horen is dat een kwestie van wat OV en wandelen. En dan geniet ik weer. Kijk dwars door de veranderingen heen en geniet. Want dat elastiek blijkt best stevig. Wellicht is de Amsterdammer uit Mokum weg te halen door verhuizingen of wat ook, Mokum gaat nooit uit de echte Amsterdammer! En dat onderscheidt ons dan toch van al die dorpelingen die hier zijn komen wonen en weinig snappen van de grootscheepse cultuur en die knoeperharde humor of tot het botte rechtlijnigheid. Kom nooit aan de stad…..Wie dat wel doet krijgt met ons, echte Amsterdammers, te maken…..:) (Beelden: Archief)