Het genoegen van kussen…of gekust worden..

Als we dan al vol tederheid en liefde naar elkaar kijken overvalt ons soms de behoefte om de ander te kussen. Dat is binnen een relatie vaak een gewenste en zelfs noodzakelijke reflex en kan daarbij allerlei gevoelens opwekken. Of het nu mannen of vrouwen betreft, een kus is een uiting van een of andere emotie. Kussen kan ook gebruikt worden om iemand te begroeten of gedag te zeggen. Meestal is het daarbij niet de bedoeling dat je dan meteen je tong in iemands keel ramt. Bij die liefdevolle kussen kan dat nog net wel. In sommige culturen is het heel normaal dat mannen elkaar stevig op de wang kussen bij begroeting, ik zelf ben daar niet zo van…. Maar dat is persoonlijk. En er is de Judaskus natuurlijk, waarbij de verrader van Jezus in dat trieste verhaal van het einde van zijn leven op aarde een hoofdrol speelde. Mede door dat gekus op de wang van zijn meester werd het lijdend voorwerp overgeleverd aan de Romeinen.

Alles bij elkaar dus wisselende emoties bij het begrip en die daad. Een meer negatief kantje van al dat gekus is dat het een ideale overbrenger is van allerlei ziekten. Hoe intiemer mensen zijn hoe sneller een of andere microbe of parasiet overspringt om zijn ziekteverwekkers bij de ander naar binnen te brengen. Griep of Herpes gaan zo als een lopend vuurtje door de wereld. Een mondkapje is handiger. Toch pleit ik wel voor het benutten van kussen om al die emoties gestalte te geven hoor. We zijn het zo gewend en dat moet maar zo blijven. Mits ik niet iedereen meteen om mijn nek moet laten hangen. Drie kussen geven aan mensen die ik nauwelijks ken vind ik soms al een beste opgave. Ik ben toch teveel opgevoed met handen schudden en afstand bewaren. Dat past me toch meer.

Behalve bij aardige of mooie en sexy dames natuurlijk, maar dat mag in mijn geval voor zichzelf spreken. Maar enige terughoudendheid is mij ook op dit punt niet vreemd. Ik weet niet hoe het jullie vergaat op dit punt maar dat hoor of lees ik graag. Zijn jullie fervente kussers of juist niet? En maakt het niet uit wie of wat je zou moeten kussen, man of vrouw, vriend of kennis? Ben benieuwd of mijn vragen op dit punt ook voor jullie, beste lezers, gelden. Dank bij voorbaat…

Als een echte leeuw…

Maar liefst dertien pausen droegen ook mijn naam en dus zal er wel een link te vinden zijn naar de katholieke kerk bij het verkrijgen van die naam na mijn geboorte. Best logisch als ik naar mijn achtergrond kijk, al zie ik ook wel dat ik deze naam vooral toch te danken heb aan vernoeming naar mijn biologische vader die hem ook al droeg. Zo ging dat indertijd, vernoeming was een soort eer voor degene wiens naam werd gebruikt voor de nakomeling. En dus bepaalt die naam ook vaak de periode waarin je bent geboren. Ik denk dat mijn naam maar weinig meer voor komt in de moderne lijst van namen voor jongens anno 2017. Nee, ik ben echt een kind van mijn tijd. Maakt me niet minder trots hoor. Die naam heeft een uitleg die er zijn mag. ‘Leeuw’ de meer normale vertaling, maar er is ook een verwijzing naar ‘sterk door genade’. Of dat laatste nu echt een karaktereigenschap is die ik bezit is zeer de vraag.

Maar ik laat het me uiteraard graag aanleunen. De wijsheid die ik hiervoor oreerde komt uit een boek over voornamen dat ik onlangs in nieuwstaat vond bij een kringloopwinkel voor een prikkie. Redelijk recent uitgegeven, en met uitleg over ongeveer elke voornaam die je maar denken kunt. Mooie inspiratiebron voor hen die geen benul hebben hoe ze hun kind over een paar maanden gaan (be)noemen en er ook nog iets origineels aan toe willen voegen. Dat was in mijn tijd wel anders. Nog los van al die Latijnse namen die je eigen roepnaam iets chiques moesten geven, maar die vooral door het aangehangen geloof van de ouders werden ingegeven. En voor elke gelegenheid kwam er wel iets bij. Een katholieke vormnaam of zoiets. Door de jaren heen zijn we op het gebied van namen vrijer geworden. En zoeken het in de bijzondere thema’s. Jan, Piet, Klaas, Henk, Joop, het is allemaal voor het verleden gereserveerd. Modern en aansprekend moet het zijn en dat houdt in dat je over een jaar of veertig wellicht een naam draagt waarvan niemand snapt waarom je die ooit kreeg.

De vernoeming naar voetbal- of andere sterren is er zo een. Los van Johan Cruyff zijn er maar weinig sporters die na een halve eeuw nog door het leven gaan als halve afgoden. In mijn specifieke situatie zie je ook dat de godsdienst geen echte invloed meer heeft en dus dat die typische naam geverij die daarbij hoorde niet meer wordt toegepast. Dat doet men dan in andere stromingen toch wat anders. Bedenk maar eens dat er heel wat Mohammeds worden geboren, als verwijzing naar de profeet van dat relatief nieuwe geloof. In de Christelijke kerken is men gek op de naam Jezus maar is vernoeming toch een beetje heiligschennis. Nee, dan is Johannes (naar De Doper) beter. Maar dat leidt dan weer in de praktijk tot Jan of Joop en omdat die namen zo ouderwets aan doen zoeken we het meer in moderner equivalenten. Of je daar dan net zo trots op zult zijn als ik ben op mijn naam is de vraag. Een echte Leeuw kan dat, ook al ben je dan qua sterrenbeeld gewoon een Steenbok….

De S van Seks – nut en noodzaak…

En voor dat in het vorige blog beschreven krijgen van kinderen moet je wat zaken organiseren die maken dat je 1+1 tot drie weet om te toveren. Man en vrouw, gemaakt om kinderen te krijgen mits je de benodigde componenten daarvoor op de juiste wijze met elkaar vermengd. En daartoe zijn wij uitgerust met een fysiek ingebouwd stukje mechaniek dat lust veroorzaakt en maakt dat mannen en vrouwen zo met elkaar omgaan als ze doen. Ik heb het dan uiteraard over een vrije samenleving waarin niet de een dominant is boven de ander en slechts onderdrukking of verkrachting kan leiden tot bevruchting. En als we dat laatste eens los koppelen blijft datgene over wat ons mensen ook en vooral bindt. Seks! Overigens ook een door alle dieren bedreven kunst van het liefhebben, zonder dat die laatste groep daar nu bewust mee bezig is. Wij mensen in 98% van de gevallen wel. En wat ook zorgt dat we leven zoals we dat doen.

Zonder seks geen plezier, maar ook wellicht geen echte reden om samen met elkaar een keuze te maken om het jarenlang vol te houden. Liefde is een gevoel, seks de daad die nodig is om dat gevoel af en toe even nieuw leven in te blazen. En dan heb ik het ook weer niet over die 20 seconden hip-hap-hop zoals sleurrelaties kenmerken, maar gewoon even aandacht voor mekaar. Seks zit overigens niet alleen in die gemeenschap die mannen en vrouwen met elkaar consumeren. Nee, het zit uiteraard in elke andere relatievorm verpakt, gewoon omdat wij mensen die gevoelens en genoegens kunnen loskoppelen van de al dan niet gewenste bevruchting. Dat ligt bij dieren toch wat anders. Die doen het omdat de soort in stand moet blijven. Wij ook, maar als dat na drie keer treffend raak heeft geleid tot een paar kamers vol kloontjes, gaan we over tot het maken van plezier. Gewoon omdat dit leuk is. Zolang beide partijen dat natuurlijk nog plezierig vinden. En anders zorg je maar voor jezelf. Niks mis mee. Hele kloosters vol met smachtende lieden die dat soort handelingen moeten verrichten om niet helemaal gek te worden.

De mode- en cosmetica-industrie bestaat trouwens ook slechts bij de gratie van dit fenomeen hoor. Seks is overal, in de muziek, de media, boeken, tijdschriften, echt overal. Opdat wij niet vergeten waar het echt om gaat tussen ons mensen. Pas als er wordt geremd, afgeknepen, verboden, be- of veroordeeld, dan zie je de frustraties ontstaan. Met alle gevolgen van dien. Dus stop de vertrutting en show wat je hebt waar het kan en maak plezier als het zich voor doet. Pas dan voel je je echt een mens. Wie het anders ziet mag het zeggen hoor. En ja, ik weet dat het soms door welke omstandigheid ook even anders is. Maar dat is altijd zo. Uitzonderingen bevestigen de regel nu eenmaal….

Ethisch nageslacht..

Stel nu eens dat we als mens vooraf zouden weten dat ons eventueel nageslacht zou worden geboren met aangeboren defecten op fysiek of psychisch gebied. Zouden we dan nog zo enthousiast zijn om onze kinderen daarmee op te schepen als ik nog wel eens zie? Hopen we wellicht op een voortschrijdend wetenschappelijk inzicht om zo de ergste ellende in de toekomst weg te nemen? Best een lastige vraag niet? Toch moeten sommige stellen zich die vraag stellen als ze weten dat in hun familielijnen van vaders of moeders kant een erfelijke aandoening wordt meegegeven als ongewild cadeau. Nu is dat relatief simpel te ontdekken door wat onderzoek vooraf. Als blijkt dat in jouw familie bijvoorbeeld jongens worden geboren met een blauwe Smurfachtige huid dan valt daar wel iets mee te doen. Anders ligt het als het gaat om aandoeningen die verborgen blijven tot op een zekere leeftijd. En die daarna het leven van een mens aardig kunnen verzieken. Waarmee je ook in de medische molens terecht komt die aardig prijzig zijn met dank aan het semi-liberale beleid van de afgelopen regeringen.

Maar bij fysieke erfenissen is er nog wel een medisch touw aan vast te knopen. Hoe ligt dit echter bij geestelijke problemen?! Denk maar eens aan depressiviteit. Veelal aanwijsbaar in een familie aanwezig. Geef je dit bewust door? Of doe je dat toch maar niet. Heel lastige vragen die raken aan alles waar wij mensen voor kunnen komen te staan. Vroeger, toen ik zelf nog jong was, dacht ik hier overigens ook niet echt over na. Je vond een liefde voor het leven en bedacht je dat met elkaar drie (of meer)kinderen wilde. Allemaal voorzien van de een of andere leuke afspiegeling van wie wij zelf waren. Ik zag blonde haren voor ogen, liefst met een wat andere structuur dan mijn eigen melkboerenhondenhaardos, en ook blauwe ogen. Stevig gebouwd, lang, en min of meer Hollands glorie. Niet eens nagedacht over wat wij in de genen verpakten bij die verwekking van dat zo gewenste nageslacht. We waren immers gezond en ook geestelijk redelijk op orde. Toch??

En zo redeneren vast de meeste mensen en die doen geen onderzoek en laten het verder voor wat het is. En zo kan het voor komen dat je soms ziet dat afwijkingen door de generaties heen worden doorgegeven en het niet eenvoudiger maakt om goed en fijn te leven. Zo graag willen wij voor eeuwig leven dat we dit onze kinderen ook gunnen. Maar moet je die ook eventuele kwalen gunnen? Ellende? Narigheid? Ethische kwesties die ook de diverse godsdiensten aardig bezig weten te houden. Ik wijs niet met een vinger hoor. Of claim het ethisch gelijk. Ik pleit alleen voor het nemen van verantwoording op dit punt. Als je weet dat……weeg dan goed af wat de kwaliteit van leven is voor dat wurm dat je op de wereld zet. Zonder aanmatigend over te willen komen. Het geluk van die kleintjes voor ogen houdend. Want dat is primair toch het doel van ons mens zijn. Gelukkig worden. Vooral ook op Aarde, veel alternatieven zijn er niet.

 

Het belang van Schiphol – voor ons allen…

Als ik het dan toch heb over het economische belang van o.a. een luchthaven als Schiphol voor ons allen als ingezetenen van dit land moeten we even terugkijken naar de tijd dat dit vliegveld werd uitgebouwd door toedoen van o.a. de pioniers bij KLM. Zonder KLM geen Schiphol en zonder Schiphol was er vermoedelijk van dat nu al bijna een eeuw durende avontuur bij KLM ook niet veel terecht gekomen. De Gemeente Amsterdam zag er voor de oorlog gelukkig de noodzaak van in om een eigen luchthaven te bezitten waarmee de stad een groter belang kreeg dan het in feite op basis van haar eigen omvang verdiende. De KLM had met Albert Plesman als voorman ook grote ambities. Men vloog indertijd al een lijnennet dat zich uitstrekte tot de voormalige koloniale bestemmingen als het vroegere Nederlands-Indië of de Caraïbische eilanden. Maar men vergat ook niet dat de wereld uit meer bestond dan alleen het eigen grondgebied en zo werd al snel een fijnmazig netwerk opgezet naar alle grote hoofdsteden in Europa. Na de oorlog werd dat uitgebreid met New York, Tokio, Sydney en Johannesburg.

KLM was dus de drijvende kracht achter de expansie van de luchthaven die in 1967 zijn beslag kreeg toen het nieuwe Schiphol van toen, op een kilometer of 7 zuidwest van het oude gelegen, werd geopend. Sindsdien is dat Schiphol een enorme luchthaven geworden en is het aantal vliegbewegingen sterk uitgebreid. Sinds de jaren negentig kwamen daar de budgetvliegers bij. EasyJet, Vueling, WOW, Ryanair etc. Als je dan nu op de ranglijst van Europese luchthavens kijkt met de meeste directe verbindingen zie je dat Amsterdam helemaal boven aan prijkt, nog boven het op zich nog drukkere Heathrow bij Londen en Frankfurt an Main. Vanaf Schiphol vlieg je naar ruim 400 bestemmingen meer dan naar het door Air France benutte Charles de Gaulle. Dat is best trots makend en geeft ook het belang aan van zo’n vliegveld.

Want veel passagiers zorgen ook voor een enorme economische bijdrage aan ons aller welvaart. De prijs die je dan wellicht betaalt is de grote drukte. Die ervaar je als passagiers, maar ook als omwonenden, mijn vorige blog ging daar al over. Los van al die vervoerde passagiers heb je dan ook nog de logistieke sector. Luchtvracht was vroeger een snel ontwikkelende sector omdat veel goederen door de lucht moesten worden vervoerd opdat ze vers en snel bij wereldwijde ontvangers zouden aankomen. Denk maar eens aan de bloemensector die we vooral kennen uit Aalsmeer en Rijnsburg. De veilingen daar waren nooit zo groot geworden als ze nu zijn zonder een luchthaven als Schiphol om de hoek. Luchtvracht werd daar altijd als belangrijk gezien en de enorme gebouwen die intussen rondom de platforms en startbanen zijn gebouwd zijn daar getuigen voor. De sector is wellicht van karakter veranderd, de vliegtuigen die deze vracht vervoeren zeker ook. Waren het vroeger vaak oude afgedankte passagiersvliegtuigen die nog net konden vliegen maar goed genoeg werden geacht voor het transporteren van vracht en post, tegenwoordig bouwen zowel Boeing als Airbus speciale vrachtversies van hun laatste passagiersmodellen en leveren die bij de tientallen af aan gespecialiseerde airlines. En die zie je je ook dagelijks op Schiphol neerstrijken. Met naar vermogen 30-100 ton lading aan boord. Keurig verpakt in containers opdat de be/ontlading efficiënt verloopt. Alles bij elkaar opgeteld is die luchthaven van levensbelang voor ons allen. Of dachten we wellicht dat het met een zeilschip net zo goed te vervoeren was?! Nee toch zeker? Koester nou maar wat er is en weeg plus- en minpunten. Dan kom je er vanzelf achter dat we zonder Schiphol niet zouden kunnen leven in de welvaart die we nu zo normaal achten.

Stop met mekkeren….en verhuis desnoods…

Weet je wat ik nou echt vervelend vind? Nou?? Mensen die gaan klagen over hun leefomgeving terwijl ze er zelf bewust voor hebben gekozen om daar te gaan wonen. Of werken, net hoe het uitkomt. Bedenk maar eens mensen die in onze trotse en mooie stad komen wonen en dan beginnen met mekkeren over de grote drukte of nog erger, het verkeer! Dat snap ik echt niet. Weet je toch van tevoren? Blijf dan in dat dorp waar je vandaan komt maar verhuis niet naar een grote stad. Mijn tante H woonde ooit in Amsterdam Oost. Vlak voor haar huis lag de spoordijk die het Muiderpoort- met het Amstel Station verbond. Elke paar minuten denderde daar, ook toen al, een trein voorbij. De ramen trilden. Maar zij merkte het nauwelijks meer op. Wij woonden in een straat waar veel bedrijvigheid was. Garages, middenstanders, altijd drukte. Het ontging ons min of meer, gewend als we er aan waren. Kwesite van instelling en acceptatie. Zo zit het naar mijn idee ook met de krankzinnige discussies die momenteel lopen over het al dan niet toelaten van ‘vervuilende’ auto’s in de steden.

Of het beperken van het luchtverkeer. Of het wegwerken van de economische kracht van een havengebied naar halverwege de Noordzee. Vaak wordt dit gedaan door mensen die omdat ze geen andere argumenten meer kunnen verzinnen het milieu erbij halen of het woongenot van inwoners van straten en buurten waar zij zelf ook graag verkeren. Vaak kennen ze de geschiedenis van die ‘vervuilers’ of ‘lawaaimakers’ helemaal niet. En waren ze dat in hun oude woonomgeving ook niet gewoon. Neem nu Schiphol. Dat werd ooit, 100 jaar geleden, opgezet op een fikse afstand van de stadsgrenzen van Amsterdam. Je moest echt een aardig stukje reizen om er te komen. Dat vliegveld lag er vijftig jaar geleden nog steeds. Op precies dezelfde plek. Maar de stad was intussen met enorme snelheid richting dat vliegveld opgeschoven. En dat gold ook voor randgemeenten als Amstelveen, Badhoevedorp of Zwanenburg. Toen Schiphol onder druk van de omstandigheden doorontwikkelde en met nieuwe start- en landingsbanen trachtte bij te blijven in de vaart der volkeren kregen die nieuwe buurten last van de geluiden die startende en landende vliegtuigen nu eenmaal veroorzaken. En moest Schiphol maar weg…..

Mensen die je nu aantreft bij GroenLinks en D66 gilden het hardst. Dat zo’n vliegveld goed was voor meer dan 200.000 directe banen speelde geen rol. Men wilde rust! Net zoals men dat wil langs de drukke wegen en straten waar men het liefst elke automobilist direct een boete zou geven voor zijn of haar moed om dat ding überhaupt in beweging te zetten. En intussen bouwt men maar door. De steden groeien naar elkaar toe, de grote Randstad lijkt een economische eenheid met wat specifieke hoogtepunten ertussenin. Door het steeds meer bebouwen van alle beschikbare groen wordt de lucht steeds vuiler, mits je alle onderzoeken op dat punt zou willen geloven. Zelfs als we alle gemotoriseerde vervoer aan banden zouden leggen, we onze huizen niet meer zouden verlichten of verwarmen, en zouden leven als in de Middeleeuwen gebruikelijk, bleef die vervuiling groot. Gevolg van globalisering en een steeds maar groter wordende wereldbevolking die overal en nergens neerstrijkt met het idee dat alle natuurlijke en kunstmatige bronnen moeten worden gedeeld. Hoe leuk dat laatste ook is, daardoor krijg je ook dat we de boel niet meer schoon zullen krijgen. Dat lukt pas als we eens stoppen met expansie van ons denken. En niet blijven bouwen op plekken die bij oplevering al zorgen voor veel overlast door omgevingsfactoren. Walletje en schuurtje, gewoon realisme. En stop nou eens met dat gemekker. JIJ bent híér of DAAR gaan wonen. Had je maar onderzoek moeten doen vooraf….

De watersnood van een 15-jarige

Voor veel mensen is 1953 ver voor hun tijd, of ze zijn het jaar bijna vergeten. Maar in Zeeland wordt het verhaal van dat rampjaar doorgegeven via de anekdotes die van generatie op generatie overeind blijven of uitvergroot. Onlangs was ik voor het jaarlijkse uitje in die natte en vooral vlakke provincie voor het eerst in het plaatsje Stavenisse. Oorspronkelijk een eiland tot die enorme springvloed Tholen en St.Philipsland te pakken nam. Het geisoleerde Stavenisse liep compleet onder. Waar elders in die hoek mensen natte voeten kregen stond men in Stavenisse relatief snel tot de nek in het koude water en werd een deel van het plaatsje compleet van de aardbodem geveegd. En dat ging zo snel dat heel wat mensen het leven verloren. 8,8% van de bevolking. En heel wat koeien, schapen en ander vee. Ook erg was dat zij die dat nog konden voor zover mogelijk in pyjama of nachthemd vluchtten naar hogere punten die indertijd slechts te vinden waren in de kerktoren of het stadhuis.

Daar huisden op enig moment tijdens die ramp tientallen mensen in de kou maar wel beschermd tegen het wassende water. Hulp kwam niet of veel te laat, Stavenisse werd 8 dagen lang min of meer vergeten. Om dit verhaal levend te houden bestaat er in het oude gemeentehuis een soort mini-museum dat men aanduidt als het Watersnoodhuis Stavenisse. Voor een luttel bedrag krijg je daar een gids mee die je via allerlei simpele hulpmiddelen en een hoop enthousiasme uitlegt wat daar in Stavenisse plaats heeft gevonden. Het lieflijke plaatsje van nu was toen een en al ellende. Maar de gids maakte het verhaal mooi, zakelijk en to-the-point. Hij showde de lage en hoge plekken, maakte beeldend hoe op de kamer waar het grootste deel van de expositie te zien is wel 80 mensen op elkaar gedrukt stonden te kijken naar hoe hun huizen of boerderijen compleet werden weggevaagd door het woedende water.

Geen dijk leek bestand tegen deze oerkrachten. Als je wilt kun je in een filmzaal beelden bekijken over de ramp die dit plaatsje tekende. Zodanig dat we er nu nog over kunnen horen of lezen. Door middel van een gids die er alles aan deed om duidelijk te maken hoe zijn opa en oma, maar ook zijn vader en moeder moeten hebben geleden onder alles wat hier plaatsvond. Want bij de uitgang gevraagd naar zijn leeftijd, vertelde hij dat hij net 15 was geworden. Kijk, als dat niet het bewijs is dat men het hier aan mekaar doorgeeft, dan niks. Men moet nog even kijken naar de Nederlandse taal, want de D en T zijn nog niet helemaal goed gebruikt op sommige plekken. Maar ja, kniesoor die daar op let. Het verhaal werd heel goed verteld. Complimenten op zijn plek voor de jeugdige gids! Mocht je in de buurt zijn, ga zeker even langs daar.

De R van Revolutie…

Als iets de maatschappij dreigt te verscheuren is het toch het dedain waarmee sommige stromingen menen dat andersdenkenden vooral moeten zwijgen, niet weten waar het over gaat of wat goed voor hen is. De gemiddelde mens in onze streken heeft echter tegenwoordig een aardig stukje onderwijs gekregen en kan vrij zelfstandig denken. Niet dat dit meteen leidt tot grote intelligentie of overzicht hoor, maar dat zit ook niet aan die kant van het spectrum waar men meestal probeert wetten en normen vast te leggen die moeten gelden voor alle burgers. Opdat we niet te kritisch worden. Los van het fatsoen dat een normaal mens mee krijgt van zijn ouders of opvoeders, is het wel zo dat we steeds meer zien dat bij discussies de grenzen worden overschreden van het betamelijke. Ben je tegen de massa-immigratie ben je meteen een Wilders fan. Geloof je niet in de propaganda rond de door de mens veranderde leefomgeving behoor je tot de dommen die niet snappen dat als we nu niet extra lasten gaan betalen er nooit iets zal veranderen en het klimaat ons alle zal doden.

De inhoud van die discussie is net zo fel als die tussen voor- en tegenstanders van de toestroom van vooral economische immigranten. Men beschimpt de andere partij en neemt heel wat grofheid in de mond of geschreven uiting om argumenten kracht bij te zetten. Vaak worden feiten niet gebruikt, maar veel aannames en emoties. Men zit in het kamp van de ene of de andere politieke stroming en oreert vooral wat men in eigen kring graag hoort of leest. Zonder dat men de argumenten van de andere kant ook maar een glimp of momentje waardig acht. Opmerkelijk gedrag. Wat wel blijft is frustratie. Bij een groep Nederlanders die moe wordt van het gebadineer, het hautaine neerkijken op belastingbetalers met een mening, maar ook in de dagelijkse praktijk zien dat hun leefomgeving wordt overspoeld met de nadelen van al dat optimistische en vaak groen-socialistische denken.

Delen is leuk, maar als dat een halve eeuw moet gaan duren zonder kans op goede integratie gaat dat leiden tot extremistisch denken. En dat is de voedingsbodem voor revolutie. En dat kan van links of rechts komen en zelfs vanuit het midden. De geschiedenis heeft voldoende voorbeelden van dit soort aan elkaar geknoopte zaken. Van het een naar het ander en dan ineens de vlam in de pan. Nederlanders zijn normaal niet zo fel of oorlogszuchtig, maar kom niet in hun leefomgeving, huis of aan hun auto. En juist dat is waar die hautaine politici aan de linkerkant van het spectrum sterk in zijn. Laat de ander maar de rommel opruimen en vooral betalen. Het maakt niet uit voor wat, als de massa dat maar doet. En dan mooi weer spelen met een of andere vage agenda over groene zaken of sociaal denken. Het is een revolutie waard. Al is het maar in ons aller denken. Blijven we dit zwijgend accepteren of komen we in actie? Of blijven we gewoon commentaar geven en doen verder niets? Hoe zie jij dat?

De R – van Rooms-Katholiek

Kritische lezers en mede-bloggers zullen vaststellen dat ik een letter uit het alfabet heb overgeslagen. De Q! Daarmee kan ik niks, of het moest een opsomming zijn van woorden die nog net met een Q beginnen in ons taalgebied. Het leek me te veel van het goede, dus dan maar de R tweemaal benut. Allereerst in combinatie met een fenomeen uit mijn vroegste jeugd, het toen nog alomtegenwoordige Rooms-Katholicisme. Kijken we nu toch met zorg naar leeglopende kerken met een kruis op het dak om ze te zien vervangen door gebouwen met andere symbolen. Dat rijke Roomse leven is al een halve eeuw bezig met een ongecontroleerde terugtocht. De oorzaken lijken logisch. De gemiddelde Nederlandse burger is niet zo gelovig meer. En een kerk die ongeveer alles verbiedt wat voor een beetje mens leuk of nuttig is wordt nu niet meer serieus genomen. Na de jaren zestig van de vorige eeuw kwam de verlichting en moesten kloosterlingen en zo meer inbinden qua macht en invloed. Meneer Pastoor behoorde ineens niet meer tot de notabelen van een buurt of dorp en je moet wel in een echt katholieke omgeving leven wil je nog een processie over straat zien gaan.

Katholieken houden van symbolen. Beelden, opschriften, kaarsjes branden voor een heilige of Maria, als moeder van God. Kijk in een willekeurige katholieke kerk en je snapt wat ik bedoel. De sfeer is daar veel warmer dan in welke protestantschristelijke kerk ook. Puur de aankleding. Maar dat moet dan wel je smaak zijn uiteraard. In het buitenland zagen we bij kerkbezoekjes veel kitsch tussen alle kunst op dit gebied. Maar de aanbidding was er niet minder om. Wat ook misging was natuurlijk de onnatuurlijke wetgeving voor priesters en nonnen ten aanzien van hun eigen seksualiteit. Toetreden als professional tot de katholieke kerk hield in dat je het celibaat moest volgen. En dat hield in seksloosheid. Zelfs de zelfwerkzaamheid werd verboden. Allemaal zonde! Dat dit niet kon werken bewezen veel geestelijken die de handjes niet thuis konden houden en al hun gevoelens voor de andere sekse, maar erger nog, de eigen sekse op kinderleeftijd, niet wilden of konden verbergen. Het onder de pet houden van deze misbruikschandalen was de doodklap voor de acceptatie van autoriteit van of binnen de kerk.

Veel pauzen, kardinalen en bisschoppen, voor zover zelf zuiver op de graat, bewaarden het stilzwijgen en draaiden daarmee de godsdienst bijna de nek om. Althans in onze streken. Elders in de wereld groeit dit geloof ongekend. Het is maar net waar je woont en hoe goed opgeleid je bent. Want intensief geloven heeft volgens mij ook iets van doen met een zekere volgse naïviteit en vooral hoop op een betere toekomst ‘ooit’. Wat minder met goed nadenken en kritisch zijn t.a.v. alles wat wordt verteld. Al zijn die verhalen dan soms prachtig hoor. Ik kan me er best een paar herinneren uit die eerste periode. Maar goed, ook al werkte de indoctrinatie indertijd zo goed dat ik het katholicisme beschouw als het enige juiste geloof aan christelijke kant (..), ik ben toch ook blij dat ik er min of meer los van ben gekomen toen ik 14 was en mijn toekomst verder elders zocht. Al blijven die kerken mooi en wil ik altijd even kijken als we er weer eentje tegenkomen. Noem het maar een afwijking…En daarvoor is weinig remedie te bedenken. Al heeft dat begrip dan zelf weer een R aan het begin. Welk geloof hangen of hingen jullie aan en ben je dan ook nog echt belijdend daarin?? Ben benieuwd naar de reacties…

De komst van Prins Percy

We keken er al enige tijd met grote belangstelling en even groot ongeduld naar uit. De komst van onze derde kat(er) die op 5 mei jl. werd geboren. Een soort van raskatje. Een Ragdoll! Niet dat we daar nu per se van zijn, onze nog jonge al in huis verkerende vierpotige huisgenoten waren meer van de normale kattensoort, maar we wilden gewoon iets anders toevoegen. Naast twee zwarte nu eens iets grijs of blonds. Via een lieve vriendin die ons hier over tipte kwamen we terecht bij een dame die met haar gezin een huis bewoonde waar wij ooit drie nummers verder op in de straat onze Almeerse jaren sleten. Het nestje was juist ingericht, de kittens nog een soort blinde molletjes op zoek naar de melk die moederpoes nogal gemakkelijk verstrekte. Twee echt blonde kittens en twee iets donkerder van kleur. Om praktische redenen wilden we een katertje. Dat werd dus afwachten. Want voor je het geslacht kunt bepalen bij een kitten ben je wel een paar weken verder. En bij de vrij harige soort waar wij nu voor gingen is dat extra lastig.

Overigens is onze poes nummer 2, Punkie, als ‘vrouwtje’ bij ons binnengekomen met de daarbij behorende naam en garantie. Maar het asiel waar we deze lieverd vandaan haalden had niet goed gekeken en bij de eerste controle van de d.a. die we hiervoor in de arm namen bleek het toch echt een katertje te zijn. Nou ja zeg….. Maar eenmaal in huis verandert het geslacht niets al is de ingreep ter castratie een heel andere dan die waarbij een vrouwtje moet worden gesteriliseerd. Hoe dan ook, pas onlangs werd duidelijk dat het nestje van 4 kittens een enkel mannetje had voortgebracht, die werd voor ons. En deze kleine schavuit haalden we in de derde week van juli op. Goed op gewicht, zindelijk, lekker gezond, brutaal als de beul en schitterend van kleur en haardracht. Prins Percy. Een naam die klinkt als een klok, een paar dagen lang uitgedacht, omdat wij nu eenmaal sinds de jaren 70 de principes huldigen dat onze huisgenoten een naam moeten krijgen die met een P begint.

Ach, laat ons, het is gewoon een leuke traditie. En deze bijna koninklijke gast kreeg de toevoeging Prins omdat ik dat extra leuk vind. Hoe dan ook, ‘gewoon volk’ mag hem Percy noemen. Een prinsje van de soort die ons direct om de harige vinger wond. De hele rit naar zijn nieuwe huis niet mekkeren of miauwen maar gewoon lekker slapen. Thuis ging dat wel over. Hij blijkt een kwekkerd. Overal waar hij loopt laat hij zich horen. Als hij iets van ons wil, miauwen! De bak opzoeken of zijn huisgenoten, idem dito. Het gewenningsproces met die twee hier al enige tijd verkerende jongvolwassenen had wat voeten in de aarde. Geblaas over en weer was niet van de lucht. Maar na twee dagen begonnen de verhoudingen te ontdooien. Percy werd steeds beter geaccepteerd. Met name zijn grote ‘voorbeeld’ Pixel begon hem echt leuk te vinden en liep al snel te dollen. Dat kwam en komt dus wel goed in poezenland. Nu is hij nog klein en genieten we van het typerende kittengedrag. Gaat snel zat. Zijn pa was na een jaar al een kilo of zeven en uitgegroeid tot een heel stevige kater. Ook dat zal wennen worden voor de andere twee. Pixel is een meer dan stevige en gespierde kater, die redt het wel, maar onze Punkie is een soort van zielige kneus. En groeit niet meer. Dus die krijgt het wellicht lastig in de toekomst. Maar ja, die wil ook niet echt een liefdesrelatie met de nieuwkomer. Is wellicht een voorbode…