Dorpsgek…

Dorpsgek…

Onlangs sneeuwde het weer eens stevig. Ook al was door de #linksliegt brigades (zie blog De Pessimist van 26-1 jl) voorspeld dat we nooit meer sneeuw zouden zien als we niet ophielden met ons moderne leven en ons bekeerden tot het geloof van de terugkeer naar de middeleeuwen, er lag ineens een dik pak wit spul op onze straten, huizen, spoorrails en voertuigen. Nederland raakte meteen ontwricht. Treinen reden nauwelijks, het autoverkeer kende recordfiles. Fietsen was niet meer mogelijk en lopen slechts op eigen risico.

Voor mij is dat dan een uitdaging. Ik pak meteen de sneeuwschuiver, trek winterschoenen aan, en ga aan de slag. Maak de stoepen voor de deur vrij, veeg alles van de auto af zodat die in geval van nood meteen kan worden benut, strooi zout op stoep en looppad naar ons huis en maak zo een veilige passage voor onze deur mogelijk. Bij de buren doe ik dat ook. Die zijn vaak druk met kinderen naar de creche of kleuterschool brengen of hebben ander drukke werkzaamheden en ik ben tegenwoordig natuurlijk een genietende pensionado die niets meer ‘hoeft of moet’. Als het even kan schuif ik ook een deel van de rijbaan schoon, waardoor het bijster langzaam rijdende verkeer in onze straat even wat beter vooruit kan komen.

Op dat uur van de dag, veelal in het vroege ochtendschemer, blijk ik dan zo’n beetje de enige te zijn. Terwijl dit in feite een burgermans/vrouws plicht is. De doorgaande routes doet de gemeente voor je, of Rijkswaterstaat, maar die eigen stoep of die van je buren is niet alleen een kleine moeite maar geeft toch dat gevoel van ‘samen sterk’. Burgermansfatsoen is dan van toepassing en op dat punt pas ik prima in het beeld. Maar je bent al snel een soort dorpsgek in de ogen van de Tesla- of KIA-rijders in deze omgeving. Die gaan er vanuit dat alles vanzelf gaat en dat ‘de staat’ alles maar moet oplossen. Precies die mentaliteit die ik ook zo verafschuwde in het vroegere Oostblok. Maar ja, wellicht verlangen die types wel naar zo’n wereld. Ik niet…. Dus als het nodig is schuif en bezem ik die sneeuw weg…. Jullie ook?? (beelden: archief)

Nederland is een veilig  verkeersland…

Nederland is een veilig verkeersland…

Al zou je het soms niet willen aannemen, cijfers liegen niet. En in dit geval gaat het dan over de verkeersveiligheid in Nederland en het daaraan gekoppelde aantal verkeersdoden. Niet vergeten dat wij hier meer dan 10 miljoen auto’s kennen en een veelvoud aan andere verkeersvormen. Denk maar eens aan tweewielers, driewielers, brommobielen, etcetc. Met bijna 18 miljoen inwoners op een kleine oppervlakte zou je denken dat ons land er qua verkeer uit zou zien als een derdewereldland wat op andere terreinen wel terug te zien is. Maar gek genoeg behoren we hier verkeerstechnisch gezien tot de top 3 van veiligste landen binnen de EU.

Ons verkeer is goed gestructureerd, veel verkeersvormen verlopen gescheiden (behalve in de grote steden..) en de snelheden zijn beperkt. Daar waar doden te betreuren vallen zien we dat vooral fietsers en voetgangers slachtoffer zijn of worden. De oorzaken zijn divers, maar vaak zijn andere verkeersdeelnemers niet de directe oorzaak. Ons eigen gedrag is meer de reden van al die ellende.

Wie zijn eigen kunnen overschat maakt grotere kans op een ongeluk dan wanneer je het inzicht bezit dat in die drukte 35km/u fietsen niet zo handig is. Ook denken dat je op je fiets (of scooter) altijd voorrang krijgt van trucks of tractoren met aanhanger rekent buiten de wrede waarheid. Zwakkere verkeersdeelnemers worden nog wel eens over het hoofd gezien en beseffen vaak niet dat verkeersregels ook voor hen gelden. Niet op iedere rotonde heb je namelijk voorrang. En een rood verkeerslicht geldt ook voor jou op je fiets…

Als er drietanden op het of bij de rand van het fiets/looppad staan moet jij stoppen en niet de auto’s die op je afkomen. Het is er maar een voorbeeld van. Ook eenrichtingsverkeer is niet alleen ingesteld voor autobestuurders, ook voor tweewielergebruikers. Maar ach, het lijstje kan nog veel langer, hoeft niet, een ieder zal zich er in herkennen. Wat de cijfers betreft, per miljoen inwoners vallen de meeste slachtoffers in het land Roemenie. 3,5 keer zoveel als in Nederland. Polen komt er ook slecht af, net als Griekenland. Daar neemt men over het algemeen de regels toch een stukje minder serieus. Ook Portugal en Tsjechie zijn nog ver af van onze cijfers in Nederland. En hoe staan wij er dan voor? Na Zweden (20 doden per miljoen inwoners) komen wij in ons drukke landje met 27 per miljoen op een goede tweede plek, gevolgd door Ierland met 29 per miljoen. En met die cijfers laten we weer eens zien dat, hoewel elke dode (of gewonde) er een teveel is, we toch de zaken een stuk beter voor mekaar hebben dan de landen om ons heen. Mogen we best een beetje trots op zijn. (beelden: archief)

De pessimist….

De pessimist….

Soms denk je wel eens dat je door bepaalde elektronische handelingen af bent van mensen die maar een enkel doel in hun leven lijken te hebben, in discussie met jou trachten om jouw denkwijze af te schilderen als ‘rechtsextreem’ ‘klimaatontkenner’ of ’islamofoob’. Vanuit een ander perspectief bekeken is het vaak zo dat deze lieden afkomstig zijn uit de extreemlinkse kringen van Extinction Rebellion of erger. Omdat ik bij een daarvan het gezeur zat was, nog ben en inhoudelijke discussies met dez types zelden goed te voeren zijn, besluit ik dan meestal om een blokkade op te werpen en deze lieden nergens meer toegang te geven tot mijn blog of andere sociale media.

Overigens niks mis met een leuke discussie hoor, maar dan wel met wederzijds respect en ook toegeven dat die ander misschien best wel een punt kan hebben. Maar dat is deze veelal zeer linkse types niet gegeven. In hun bubbel bestaat slechts die ene waarheid, afkomstig van Marx en Lenin of recentelijk zelfs die van de Islam. Want extreemlinks heeft zich grootschalig gemeld als minnaar van alles wat uit die best agressieve cultuur over ons heen wordt gestort. En als je dan toch niks anders te doen hebt dan je vastplakken aan een snelweg, bedrijf of een vliegveld bestormen, moet een heel (joods)volk stigmatiseren een fluitje van een cent zijn.

En inderdaad, daarbij gedraagt deze groep zich als de Nazi’s voor WO2. Het schandalige wordt niet gezien bij dit gedrag. Het doel heiligt kennelijk de middelen…. Die echte pessimistische stalker weet zich trouwens uit frustratie via andere contacten in mijn blog alsnog naar voren te tijgeren om bij mensen die daar niet om vragen pessimistische verhalen neer te zetten die mij o.a. in een negatief daglicht moeten zetten en meteen een wereldbeeld te schetsen dat kommer en kwel uitstraalt en wederom doet vrezen voor diens eigen geestelijk welzijn. Een overstroming is nooit het gevolg van smeltende sneeuw in de bergen maar uiteraard direct toe te wijzen aan de klimaatverandering die ons allen zal overvallen en van de Aarde verdrijven.

De conflicten tussen Arabieren en Israel niet het gevolg van wantrouwen tussen culturen, religies of terrorisme van een enkele kant, maar wordt volgens de Marxisten als de man die ik als voorbeeld nam, direct veroorzaakt door de koloniale wapenindustrie die haar spullen wil blijven leveren om met name de islam van de aarde te vegen. Ik lees het met walging en ga uit respect voor degene bij wie deze drek wordt geuit niet in op de figuren die dit neerzetten. Pessimisme dat bij elke wolk die overdrijft meent dat het bewijs voor het einde der tijden is geleverd. Terwijl ik er naar kijk en denk, over een uurtje is het droog en zonnig en als we de terreur van deze aarde verdrijven het leven weer vredig en goed wordt. Moet je wel aan werken. Net als aan die bescherming tegen 1.5 mm verhoging van het zeeniveau in 10 toekomstige jaren of meer. Hogere dijken werken dan, net als niet bouwen in gebieden die ver onder waterniveau steken. Dat is onhandig. Maar dat is massale import van immigranten ook. Gezien de druk op de huisvesting, subsidieregelingen, zorg etc. Maar rara wie daar nu net wel voor is? Precies….die pessimist en zijn Marxistisch/Maoistische vrienden. Alleen daarom verdient dit volk al een ban voor het leven. Maar dat zal wel niet lukken. Of ben ik dan zelf te pessimistisch?? (Beelden:Archief)

Devotie….

Devotie….

Geloof is een persoonlijk iets. Of je nu gelooft in God, Allah, Jaweh, of het ondergaan van de wereld door een klimaatverandering dan wel een of andere oorlog. Altijd zit dat geloof in de geest. En dat kenmerkt ons mensen al eeuwen lang. We leven er naar, voeren er oorlog voor of vinden het niet gek om er anderen mee te onderdrukken. De recente geschiedenis laat dit in alle heftigheid zien. Maar er zijn ook fraaie kanten in dat geloof. Zo kent de oer-kerk van de Katholieken naast de strenge drie-eenheid van God de Vader, zoon en heilige geest nog een figuur die door velen in die kerk wordt aanbeden. De Heilige Maria, moeder van Jezus. Neem een kijkje in een van de overgebleven katholieke godshuizen en je ziet wat ik bedoel.

Maria wordt gezien als een oervorm van onbaatzuchtige liefde, maar ook als bron van genezing. Dat wordt haar al heel lang toegedicht en zo ontstonden diverse bedevaartsoorden waar men deze hemelse dame vol devotie aanbidt en vraagt om vergiffenis of genezing. Een van die oorden is Lourdes, gelegen aan de Franse kant van de Pyreneen. Vanuit heel de wereld reizen mensen af om daar te drinken van het vermeend genezende (en gezegende water) en door een bezoek aan de grot waar zij ooit in 1858 zou zijn verschenen aan de inmiddels heilig verklaarde boerendochter Bernadette.

Dat kind was toen 14 jaar en de verschijningen en opdrachten die zij kreeg werden later zowel door de Kerk als wetenschappers onderzocht op hun waarheidsgehalte. Iets verder in de tijd zou men geen enkele twijfel meer hebben aan het fenomeen en werd Lourdes de plek die het nu nog is. Een stad vol hoop voor hen die juist die hoop naast hun geloof nodig hebben. Er zouden ook wonderbaarlijke genezingen hebben plaatsgevonden en ook die zorgen weer voor extra bezoekers. Onlangs zag ik een documentaire-reeks die werd gemaakt door zangeres Francis van Broekhuizen.

Deze dame die ik in het recente verleden normaal vooral als vervelend vond overkomen maakte in dit geval een zeer integere reeks persoonlijke beelden van hen die naar Lourdes komen in de hoop dat hun leven nog een beetje dragelijk zou worden en hun pijnen weggenomen. Sommige daarvan waren ook geestelijk ontwricht door plotseling verlies van naasten of grote liefdes. Van Broekhuizen bleek overtuigd katholiek en helpster van het eerste uur. Zij droeg bij aan de sfeer, zong (niet te fraai) een liedje voor de aanwezigen bij een grote Mis. Maar was vooral gids voor tv-kijkers die Lourdes wellicht niet zo goed kennen. Duidelijk werd dat deze plek ook een toeristische trekpleister is, getuige de vele hotels, horeca en souvenirshops. Bussen en vliegtuigen vol bezoekers komen hier jaarlijks langs en de stad zal er zeker haar statuur aan ontlenen. Maar wat mij vooral opviel was de devotie. Ware gelovigen kennen dat. Die geloven in een wereld vol warmte, nemen geen afstand van anders denkenden (wie niet gelooft in de Heilige Maagd moet dat zelf weten..) en proberen dat gevoel mee terug te nemen naar huis. Net als jerrycans vol geneeskrachtig water. Want de bronnen in dat stadje worden uiteraard afgetapt omdat ook daar weer een genezende werking aan wordt toegekend. Ik vond het een prachtig verslag van een vrouw die heel andere talenten liet zien dan die zij normaal op tv showt. Een kant die haar naar mijn mening ook veel beter past. En dat is iets waar ik in dan weer in geloof. Hoe dan ook, het ware geloof bestaat nog steeds. Kunnen al die namaak-religieuzen met hun haatzaaierij nog iets van leren. Maar dat is een ander verhaal… (beelden: Internet)

Britse trots; Austin!

Britse trots; Austin!

Wie hier goed heeft opgelet (..) herinnert zich vast nog wel dat ik op 271019 aandacht gaf aan het Britse automerk Austin. Daarbij passeerden vooral de van dat merk bekende Taxi’s en bijvoorbeeld de Mini Cooper als focuspunten. Dit keer neem ik jullie mee naar de meer commerciele voertuigen van het merk die zowel in de civiele als militaire wereld gretig aftrek vonden en ook ins onze streken zeer bekend raakten.

Austin startte haar activiteiten al in 1910 en bouwde al snel allerlei trucks die o.a. tijdens WO1 bij de Britse strijdmacht goede diensten verrichtte, Duizenden van die wagens werden door Austin gebouwd en in tijden van oorlog moest men vaak ook nieuwe exemplaren naleveren om oudere te vervangen. Austin had in die periode wel de nodige problemen met de kwaliteit van haar trucks en kon ze na de Grote Oorlog maar moeilijk aan de man brengen.

Men schakelde over op trekkers voor de boeren uit die tijd en leverde daarvan weer een variant die ook op normale wegen kon worden gebruikt. Daarnaast ging men over tot de productie van lichtere bestelwagens in allerlei varianten die het binnen het Britse rijk aardig deden. Daarnaast ontwikkelde Austin ook kleine bustypen die voor provinciaal gebruik prima geschikt bleken.

De technische basis vormde vaak een van de grotere personenwagens van Austin die het aardig deden in de toenmalige markt. Bestelwagens kregen net voor WO2 een zescilinder benzinemotor met 3.5 liter inhoud. Die oorlog bleek voor Austin een meer dan grote opsteker. Men kreeg orders voor maar liefst 115.000 trucks met resp. 4 of 6 wielen naast een reeks trekkers voor kanonnen. Na de oorlog pakte Austin de productie van vracht- en bestelwagens voor de civiele markt weer op.

Tweedehands legertrucks maakten die verkoop overigens best lastig, want ook in ons land werden achtergebleven militaire voertuigen omgebouwd en ingezet om het binnenlands vervoer snel op gang te krijgen. In 1952 fuseerde Austin met Morris en kregen de trucks van het merk ook het logo BMC (British Motor Corp.) meegeleverd. Austin leverde daarna ook dieselmotoren, wat voor trucks van groot belang was omdat die techniek nu eenmaal efficienter is en vooral ook zuiniger. Toch droogden de orders voor Austin trucks op en moest het merk als onafhankelijk merk in 1968 in zijn geheel de poorten sluiten. BMC nam de boel onder haar naam over en rationaliseerde de productie grondig. En moeten wij het nu doen met plaatjes, museale voertuigen met het Britse merk op de neus en mijn verhalen. Blijft jammer natuurlijk. (beelden: Yellowbird/internet)

Edinburgh – prachtige herinneringen…

Edinburgh – prachtige herinneringen…

We zaten een jaar of 30 geleden in een meer dan actieve fase van ons leven. Werken, werken, werken en af en toe tussendoor even een paar dagen vrij. En we waren toen al gek op stedentrips. (nog wel eigenlijk..)Dus boekten we in oktober 1992 een reisje naar de Schotse Hoofdstad Edinburgh. We kenden Engeland wel van diverse trips naar Londen en de Britse zuidwestkust, maar het hoge noorden was ons onbekend.

We vlogen er heen met de toen nog bestaande luchtvaartmaatschappij Air UK in een BAe 146 die nog tussenlandde op het vliegveld van Aberdeen tijdens de heenvlucht. Aangekomen overgestapt in de sneldienst van het busbedrijf uit Edinburgh en dan via de buitenwijken naar Princess Street, het hart van deze prachtige stad. Je komt daar binnen met aan de rechterkant het prachtige uitzicht op het kasteel dat hoog boven de stad uittorent en voor je het landschap dat wordt ingekleurd met grijs en groen van omringende heuvels en rotsen.

Gezellige drukte komt je tegemoet als je uit de bus stapt en naar je hotel op zoek gaat dat we indertijd hadden geboekt aan diezelfde Princess Street. De dagen die volgden verkenden we de stad en haar omgeving. Wat mooi, wat indrukwekkend en wat leuk om daar de sfeer van dat Schotse karakter mee te krijgen. Je eet er heerlijk, shoppen is er een genoegen, cultuur en geschiedenis liggen er voor het oprapen en de huivering van de kilte die af en toe vanuit de omliggende highlands en het water van de Forth of Firth in de vorm van mist over je heen komt is echt indrukwekkend.

Vanaf dat moment wisten we, die stad heeft ons in zijn zak. Hier komen we nog eens terug. En dat deden we. In 1999 bijvoorbeeld toen we hartje zomer die kant op gingen en verhuisden van dik 30 graden in Nederland naar net 14 graden in de mist daar. Want ook dat hoort bij Schotland. We maakten daar toen gebruik van het spoornet voor onze trips vanuit de Schotse hoofdstad en ook dat was een prima ervaring. In Juni 2007 waren we er weer.

Met de KLM, prima rechtstreekse verbinding, vroeg onderweg en dus meteen die eerste dag aan de slag met de Schotse ontdekkingstochten. En telkens weer die emoties. Een brok in de keel en meteen ondergedompeld in dat wat Schotland zo leuk maakt. Ironie is de Schot niet vreemd, maar aardig zijn voor bezoekers ook in de genen verpakt. Helaas zijn we daarna niet meer terug geweest. Soms verandert een mensenleven zodanig dat het er even niet van komt.

Terwijl juist die laatste trip me nog goed bijstaat omdat we los van onze ervaringen daar op de terugweg werden vervoerd in een vrijwel lege Boeing 737 van KLM die zelfs wat eerder vertrok, ons aan boord door de geweldige crew extra deed verwennen en ons veilig en wel maar ook een half uur eerder dan gepland aan kwam op Schiphol. Dat tel je toch bij mekaar op. En maakt dit soort trips extra aantrekkelijk. Edinburgh zit in het hart. En zal daar niet snel uit worden verwijderd. Ben benieuwd of jullie als lezers ook dat soort plekken kennen of bijvoorbeeld bepaalde trips kunnen koppelen aan fasen in je persoonlijke leven waardoor zo’n trip extra waardevol werd. Ik lees met plezier alle verhalen wel…. (beelden: Prive archief/Yellowbird)

We moeten vrezen voor goed lezen…

We moeten vrezen voor goed lezen…

En die kop slaat niet op mijn voorkeur om vrijwel nooit een of andere handleiding tot me te nemen als het echt niet noodzakelijk blijkt. Nee, het gaat meer in zijn algemeenheid over de voorkeur van veel (jonge) mensen om toch vooral niet te lezen. Men kijkt liever Tiktok-filmpjes of zoiets. Zelfs een stripboek is al vaak te veel gevraagd. En ik krijg ook niet de indruk dat men zich op veel scholen echt inspant om lezen tot een vermakelijk soort tijdverdrijf te maken. Als er een of andere religie achter die scholing steekt wil men nog wel eens wijzen naar de inhoud van een of ander boek waaraan men zich spiegelt, maar verder is het opnemen van geschreven tekst te veel moeite.

Dat heeft zo haar gevolgen. Het verarmt de algemene kennis, historische duiding en ook de eigen fantasie. Want een boek laat vaak ruimte voor invulling door de eigen geest van plekken of mensen waarover wordt geschreven. Ik vrees dat de generaties van pakweg voor 1975 nog wel tot lezen komen, immers mee opgevoed en gegroeid, daarna werd het nauwelijks meer gestimuleerd. De resultaten zien we bij de diverse kringloopwinkels. Daar staan in de schappen vol laag geprijsde boeken veel grote schrijvers van ooit. Zonder enig respect. Waren het toen mensen die door hun literaire prestaties ontzag of respect af wisten te dwingen, tegenwoordig zijn ze eigenlijk vergeten. Slechts de werkjes van zogenaamde ‘bekende mensen’ worden aardig verkocht.

Maar die lieden zijn na pakweg 3-5 jaar ook weer onderdeel van de grijze massa oud drukwerk. En echt, bij die tweedehands zaken zie je pas hoe snel en vergankelijk roem is. Ik zelf ben wel een lezer, ik heb er al eens eerder wat over geschreven. Maar heb wel zo mijn voorkeuren. Het moet wel ‘ergens over gaan’ en flauwekul is niet aan me besteed. En ik doe dat lezen met hetzelfde gemak in het Duits of Engels. Dat verbreedt de horizon. Dus die voorkeur gold en geldt ook voor schrijvers die zichzelf op een voetstuk plaatsen maar wiens proza voor mij nauwelijks door te komen blijkt. Ik heb er ook in blogland wel eens een paar van ontmoet. Ze deden zich voor als auteur van de nodige geweldige verhalen, maar als ik die tot me nam was het taaltechnisch vaak slecht in elkaar gestoken, zaten er spel- of stijlfouten in en was de kern van de story op pagina 1 al bekend en hoefde je eigenlijk niet meer verder te lezen. Ooit was er een stel van die lui die tijdens de week van het boekenbal een blogbal organiseerde voor al die zelf benoemde digitale auteurs. Ik deed nooit mee. Over het paard getild ben ik namelijk nooit, en ik geniet wel op mijn eigen manier van mijn toch onvergelijkbare talent….(…). Zouden meer echte broodschrijvers dit doen zou ook het boekenbal niets meer voorstellen. Maar werd er wellicht wel meer gelezen door de jeugd. Wie het weet mag het zeggen. Vooralsnog heb ik nog een voorraadje leeswerk liggen. Als ik 125 mag worden kom ik de tussenliggende jaren nog wel door. Jij ook? Ik ben benieuwd…. Lees ze intussen….En dank voor het lezen hier…(beelden: archief)

Sjoemelen….

Sjoemelen….

Wie mij al een tijdje volgt weet dat ik wel het een en ander heb ervaren in de wereld van de vliegende vrienden of de automobiele omgeving. Vele jaren werken in of met dat spul maakt dat je met een bepaalde blik kijkt naar wat er af en toe speelt. Dat doe ik anders dan de gemiddelde ‘journalist’ die leeft van zgn. schandalen of ‘sjoemelaffaires’. En komen die voor? Zeker. Maar soms is de waarheid een beetje anders dan men in dit Madurolandje graag wat opblaast.

Zo was er die VW-affaire. Opgeblazen tot buitengewone proporties door een linkse pers en milieubeweging die meende dat men dit grote concern op de knietjes moest krijgen door iets wat in feite voor kopers of gebruikers van diens auto’s nauwelijks of niet van belang was. Men had in de VS bij milieutests gesleuteld aan de software van met name dieselauto’s waardoor die schoner (b)leken dan ze in de praktijk waren. Toen VW meteen in de excuusstand schoot was het hek van de dam.

De fanatieke haters van alles wat wielen heeft zochten en vonden diverse andere misstanden. Het bleek geen typische VW-probleem, nee branchebreed bleek die software bij veel merken aangepast. Maar VW moest bloeden. Gelukkig had het Duitse concern voldoende veerkracht om over te schakelen naar elektrische wagens. De linksextremisten tevreden, de aandeelhouders ook, maar voor gebruikers betekende dit dat men in feite moest afzien van een auto uit de stallen van VW omdat de prijzen van die accu-aandrijvers dik waren verdubbeld. Andere merken moesten gedwongen fuseren of verdwenen zelfs helemaal van de markt.

Onlangs was er weer een affaire. Daihatsu, dat fijne Japanse merk uit de Toyota-stal had de kluit belazerd. Bij veiligheidsproeven hadden ze hun (vaak compacte) modellen uitgerust met geweldig werkende airbags en zo meer. De scores hoog, de wagens als veilig op de weg gezet. In de praktijk bleek dat men veel goedkopere onderdelen (als die airbags) in productiemodellen monteerde. En dat deed men ook bij wagens die voor andere Japanse merken werden geproduceerd. Zo wist men de kosten te drukken en de winst te verhogen. Als onderdeel van Toyota was dat ook een oekaze; winst maken. Het schandaal raakte bekend en de directie van Daihatsu moet diep buigen voor haar klanten maar zeker ook voor die topheren van Toyota.

Die meteen de bezem door de Daihatsu-stal haalde. Want een dochtermerk van het grote Toyota, dat als onderdeel van het concern goed is voor 1.7 miljoen auto’s per jaar, mag zulke schandalen niet veroorzaken. De verkopen kwamen stil te liggen e n beroepsclaimers doken er op met het idee dat er heel wat te halen viel. Ook in Nederland. Maar die hebben weinig kans. Daihatsu is sinds 2009 niet meer in Nederland te koop en de laatste wagens die het merk hier verkocht zijn ten eerste niet getroffen door dat schandaal maar kwamen ook nog van Toyota. Kortom….veel geblaat, weinig wol. Ik zelf vind het erg jammer dat juist dit merk door deze schandalen in diskrediet wordt gebracht. Uit mijn ervaring peurend moet ik constateren dat het prima wagens waren met verfijnde techniek en prima prijzen voor de consument. Waren andere tijden, ik weet het, en veiligheid toen een wat minder issue. Was het ons toen overkomen als dealers denk ik dat de stemming niet vrolijk was geweest. Maar dat gold dan ook voor onze toenmalige klanten. En die zijn toch het belangrijkste. Veiligheid voor alles. Heel wat anders dan een beetje uitstoot meer of minder. Maar dat zullen de linksextremisten wel weer anders zien. Maar dat interesseert mij dan weer niet. (beelden: Yellowbird archief)

Applaus…

Applaus…

Iedereen wil wel eens een klopje op de schouder krijgen voor dit of dat. Een applaus is daarvan de overtreffende trap. In de luchtvaart is het vaak een teken van ellende bij passagiers die voor hun leven vrezen maar blij zijn dat ze weer op de grond zijn. Ik maakte het nog wel eens mee aan boord van vakantievluchten dat men als jaarlijkse passagier kennelijk blij was dat die vlucht van 1,5-2 uur goed was afgelopen. Maar bij normale vluchten kom je dit echt niet tegen.

Dat geldt niet voor de Russen. Los van alles zijn dat mensen die in feite elke dag leefden of leven met de dood. Je hoeft maar te kijken naar wat filmpjes over het dagelijkse wegverkeer daar en je snapt dat je een verachting voor de dood moet hebben om daar de weg op te gaan. Zo was dat ook voor hen die in de Sovjet-tijden aan boord stapten van een van de vele (12.000) vliegtuigen van staatsluchtvaartbedrijf Aeroflot.

Veelal toestellen van eigen fabrikaat, gevlogen door piloten die niet altijd de wodka lieten staan voor een vlucht, waardoor de uitkomst van zo’n reis niet meteen vast stond. Toch viel het aantal ongelukken en incidenten relatief nog mee ook. Maar de gemiddelde Russische passagier klapte zich na de landing toch de handen warm als men weer aan de grond stond.

Dat fenomeen verdween wat toen na de val van de USSR Aeroflot uiteenviel in tientallen luchtvaartbedrijven die in de nieuwe staten van het CIS werden opgericht om tenminste de hoogst noodzakelijke vliegverbindingen te blijven verzorgen. Onderhoud veelal matig, de vliegtuigen afgevlogen, maar de tarieven laag. Er werd ook toen veel afgeklapt aan boord. Bij het nieuwe Aeroflot kwamen westerse vliegtuigen in dienst. Airbussen, Boeings, Bombardiers, Embraers. Toestellen met een bewezen staat van dienst en dat trok niet alleen Russische passagiers aan, maar ook westerse of Aziatische. En die klapten niet meer.

Het ging die maatschappij goed en men sloot zich aan bij allerlei westerse allianties wat de veiligheid en economische voorspoed deed groeien. Tot Rusland Oekraine binnenviel en de westerse landen zich meteen afwendden van wat Moskou in een jaar of 30 aan goodwill had opgebouwd. Gevolg, hele vloten westerse toestellen (veelal gehuurd van westerse bedrijven) bleven in Rusland en werden genationaliseerd en bleven in dienst zolang de onderdelen voorradig waren. Ook het nieuwste materieel bleef vliegen. Passagiers aan boord beseffen dat inventiviteit en onderhoud van levensbelang zijn voor een veilige vlucht. En als zelfs zo’n moderne Europese of Amerikaanse kist veilig is geland een applaus voor de crew weer van toepassing is. Ik snap dat wel. Want het blijft een wonder dat men ondanks alle boycots en barrieres met gestolen vliegtuigen veilig weet te vliegen. En o ja, veel oude Sovjedt-types zijn onder het stof vandaan gehaald en worden ook weer ingezet. Op binnenlandse lijnen, van/naar vliegvelden die op zich al relatief veel gevaar in zich hebben door de omstandigheden daar. Als je na een vlucht aan boord van zo’n toestel klapt snap ik dat wel weer. En denk ik terug aan die jaren dat we ook hier nog klapten voor die piloten. Nooit begrepen waarom, maar vanuit Russisch perspectief wel…. (Beelden: Archief/internet)

Duur genoegen; Aviodrome…

Duur genoegen; Aviodrome…

Het was eind november vorig jaar dat zoonlief me aangaf dat hij wel met me naar het Aviodrome op Lelystad wilde voor een bezoek aan dat luchtvaart themapark. Nou dat deden we uiteraard. Ik was er zelf al minstens een jaar of 5 niet meer geweest en had wel enige nieuwsgierigheid rond wat men er nu doet aan luchtvaarteducatie op die plek. Want dat lijkt in Nederland tegenwoordig vrijwel niet meer aanwezig te zijn door alle linkse retoriek die vooral op deze sector is gericht.

Hoe dan ook, goed bereikbaar als altijd, ruime parkeergelegenheid, verbouwde entree, aardige mensen die je de weg willen wijzen. Maar die ken ik daar wel. Dus als oude gids voor zoonlief dat museum door. Er is veel te zien. Men heeft alles nu in historische opstelling staan, waardoor je naast allerlei audio-visuele zaken ook de oude vliegtuigen stuk voor stuk te zien krijgt.

En die collectie is omvangrijk en zeker ook smaakvol opgesteld. Juist door de afwisseling blijft het boeien. Herindeling van de collectie zorgt ook voor even zoeken naar vaste waarden als die leuke en ooit van de sloop geredde cockpitsectie van een Transavia-Caravelle. Maar die is niet meer toegankelijk en slijt nu een kwijnend bestaan als muurbloem.

Over lage en hoge gangwegen zie je de grote hal en alles wat daarin staat. Fokkers, Douglassen, Lockheeds etc en je kunt doorlopen naar de enorme Boeing 747 naast die hal. Maar daarbij valt meteen op dat onderhoud aan de buitenkant van dit toch unieke toestel niet wordt gepleegd. Men heeft er de mensen en het geld niet voor. Zonde hoor. Buitengekomen zien we een prachtig opgeknapte C54 Skymaster in kleuren van de KLM maar ook een aardig verloederde Lockheed Neptune van de MLD. Zelfde verhaal, geen echt onderhoud.

Iets wat ook de aloude Antonov 2 tweedekker parten speelt die op moment dat wij er waren min of meer als vuilnisbak voor spelende kinderen diende. Moet anders kunnen. In de technische hallen aan de overkant van de grote expositieruimte staan veel restauratiepropjecten. De unieke DC-2 in de kleuren van de oude Uiver van KLM. Vloog ooit, maar gaat vermoedelijk een onzekere toekomst tegemoet. Ook de Noorduyn Norseman waaraan men werkt lijkt pas over een jaar of 15 af te komen. Het tempo van het werk zeer laag.

Nieuw is een expositieruimte in een nieuw kleiner gebouw waarin de straalmotor en haar ontwikkeling aandacht krijgt. Via audiovisuele presentaties (met automatisch openende deuren, je kunt er niet eerder uit..) wordt je via via geleid naar een ruimte waar een Gloster Meteor is ondergebracht, de eerste straaljager van onze luchtmacht. En daarnaast weer een compacte hangaar waar ook de nodige straalmachines staan tentoongesteld. Al met al een interessante aanvulling op het al langer bestaande. Het oude (nagebouwde)stationsgebouw van Schiphol uit de jaren dertig van de vorig eeuw, was tijdens ons bezoek ingericht als ontvangstruimte voor Sinterklaas, en dus niet echt te bezoeken. Jammer. Alles bij elkaar opgeteld, het is er wel lekker druk, er is veel te zien en te beleven en je kunt hier vooral kinderen laten zien waarom wat ze op school of elders horen over vliegtuigen niet deugt. Maar dit terzijde. Het uitje kost ook geld. Entree is bijna 2 tientjes p.p. voor volwassenen. Met mijn museum-jaarkaart was/is het gratis. Maar de blijheid gaat wel wat over als je ziet dat je hier altijd een dagkaart moet betalen voor 2 uurtjes parkeren. Tegen E.7.50 per auto. Best stevig. En dan hebben we de catering nog niet bezocht. Nee, helemaal positief kan ik er niet over zijn. Daarvoor dienden nog te veel puntjes op de i te worden gezet. Maar wie weet is dat binnenkort wel gedaan. We gaan het over een tijdje weer eens zien…. (beelden: Prive (c)Yellowbird photo)