Krijtberg …

Krijtberg …

Hoewel tegenwoordig Lenin en Mao in het stadsbestuur van onze stad om het hardst knokken wie de dienst mag uitmaken waren het juist de katholieken die deze stad ooit tot grote bloei brachten. Maar dan wel heel wat eeuwen geleden. Die geloofsgeschiedenis is goed terug te vinden in de vele kleine en grote kerken die stad rijk is of was. Een daarvan staat aan de Singelgracht niet ver van het Koningsplein en de befaamde bloemenmarkt.

Ooit gebouwd in tijden van ommekeer, de Lutheranen en Calvinisten vochten met de Roomse kerk om de macht, kreeg de schuilkerk die vooraf ging aan het huidige imposante gebouw de naam Crytbergh vanwege een link met de krijtrotsen van Zuid-Engeland waarmee de oer-oprichters een zakelijke band hadden. De huidige kerk is van later datum en kent een neogotische stijl. Eerlijk gesteld was ik er tot voor kort nog nooit in geweest, maar omdat de poort op een fraaie dag in mei open stond voor bezoek stapten we naar binnen.

En wat een beleving werd dat…. Een katholieke kerk zoals die er uit hoort te zien. Prachtig versierd, een indrukwekkend altaar, vele beelden, deels voorzien van plekken om het bekende kaarsje te branden, en houten banken voor de gelovigen. Rust is ook hier opvallend. Kerken zijn vaak ook plekken om even te ontsnappen aan de hectiek buiten en dat is door de eeuwen heen zo gebleven. Er staan in die Krijtberg nog echte biechtstoelen, en als je de website van de Parochie bezoekt zie je dat men het Roomse geloof hier nog belijdt zoals het ooit is bedacht. Inclusief speciale missen, maar ook met Gregoriaanse muziek. Het zal velen bekoren die ooit door het ware geloof zijn aangeraakt. De activiteiten die ik zo voorbij zag komen doen vermoeden dat men omwille van het voortbestaan in deze onzekere tijden ook echt bezig is met actief verkopen van geloof en de bijbehorende normen en waarden. Wat je er ook van vinden mag. Hoe dan ook, de kerk is prachtig en qua beleving wederom een toevoeging aan het gamma kerken dat onze Hoofdstad rijk is en wij intussen zelf ook bekeken. En die zouden moeten worden gekoesterd want ze vertellen veel over het verleden van deze stad die door de jaren heen zoveel doctrines kende en stromingen die altijd uit waren of zijn op de macht. Dat raakte ook deze kerk en haar parochie. De afbraak van de geloofsgemeenschappen in de jaren 60/70 was ook voor de Krijtberg bijna te veel van het goede. Maar men laveerde daar uiteindelijk doorheen en daardoor bestaat deze parel in de katholieke kroon, hartje centrum van de stad, nog steeds. En wie er eens langsloopt moet toch eens naar binnen gluren. Je kijkt zomaar een paar eeuwen terug in de tijd. En wie wil dat nu niet? (beelden: Prive)

Bevrijding…

Bevrijding…

Ik weet nog goed dat mijn ouders altijd lyrisch werden over de feesten na de officiele Bevrijding van de Duitsers op 5 mei 1945. Het was een groot feest in ons land voor de gemiddelde inwoner die had geleden onder de knoet van de Duitse bezetter. Dit jaar alweer 78 jaar geleden. Voor de meesten van ons een geschiedenis die we niet zelf bewust hebben meegemaakt. Gelukkig maar. Want die Duitse bezetting liet het land achter in chaos en puin, tienduizenden mensen waren weggesleept naar vernietigingskampen, gedwongen werkverschaffing of waren alles van waarde kwijt geraakt. Er waren stadswijken weggevaagd door bombardementen en andere oorlogshandelingen en de economie lag in stukken. Voor het westen van Nederland kwam die bevrijding ook niet echt op tijd, want de honger had tijdens de voorafgaande winter danig huis gehouden onder de daar levende bevolking.

De Duitsers hadden alle toegangswegen voor voedsel afgegrendeld toen zij zijn min of meer geisoleerd raakten door de bevrijders die het zuiden in handen hadden gekregen en na zware gevechten vanuit het oosten van Nederland rechtsaf sloegen richting Nazi-thuisland. En voor de goede gang der dingen, het waren de Canadezen en Britten die ons bevrijdden en geen andere landsaarden, ook al wil men dat tegenwoordig op de moderne multiculturele scholen doen geloven. Veel van die jonge jongens die aan de bevrijding deel namen verloren daarbij het leven of raakte gewond. Zij die het overleefden vonden vaak bij naar liefde snakkende jonge dames enige warmte. De gevolgen daarvan waren iets minder bevrijdend dan men in 1945 geloofde, maar dat is een ander verhaal.

Net als dat van de meiden die via aanwijzing of verraad werden gezien als ‘moffenhoeren’ en door ‘helden’ van de BS werden behandeld zoals dat tegenwoordig tot huiveren zou leiden. De trauma’s door al die zaken opgelopen waren diep en zwart. Hoe dan ook, Nederland maakte vijf jaar lang een oorlog mee. En dan niet eens een vernietigingsoorlog zoals we dat nu zien in Oekraine. Waar burgers slachtoffer zijn van terreur. Niets ontziende bombardementen, wreedheden, verkrachtingen (wordt vaak gezien als een wapen om moreel tegenstanders te breken) en moordpartijen. Elke dag 600-1000 mensen die gaan hemelen. Tegen elke Oekrainer staan 6 Russen die het leven laten. Maar ja, moeten ze maar niet beginnen.. is de ook bij ons levende gedachtegang. Oorlog is iets vreselijks. Bedenk je maar eens in wat het voor ons allen individueel zou betekenen als we ineens alles moesten achterlaten en vluchten. Wat of wie neem je wel mee en wie niet? En waar moet je dan heen? Bij Tante Annie in Brabant is het wellicht ook heftig en in Groningen is de vijand ook actief…. Best een lastige. En de schepen die ons land ontvluchten zijn vast vaak al bezet door de elites en hun familieleden. Nee, zo simpeltjes is dat allemaal niet. Kortom, vrede en overleg is het beste middel om dit te voorkomen. Ook al moet je dan praten met abjecte regimes of doctrines. Maar de totale vernietiging als alternatief lijkt mij ook niks. Hoe dan ook, ik hoop dat een ieder het besef heeft dat we dankzij jonge knullen die voor ons vochten die vrijheden mogen koesteren die we nu nog bezitten. En dat we die niet moeten laten afnemen door hen die menen namens ons te moeten denken of handelen. En pas op, dat zijn er genoeg. Wordt elke dag weer bewezen…. (Beelden: Archief)

Uitbuiting en excuses…

Uitbuiting en excuses…

We leven in een tijdperk waarin het onder bepaalde politieke druk kennelijk normaal is geworden om voor van alles en nog wat excuses aan te bieden. De bekendste voorbeelden zijn die aan afstammelingen van Surinaamse immigranten die menen dat zij nog steeds lijden onder wat hun oervaderen lang geleden is aangedaan. De toeslagenouders en Groningers kregen ook zo’n boodschap, net als de Limburgers die ook leden onder aardbevingen en wateroverlast. Het is allemaal wat voor de buhne en men slaat daarbij nog wel eens selectief wat volksstammen over. Ik heb het al eens gehad over de Molukkers in ons land die onder valse voorwendselen na de oorlog hierheen werden gehaald en daarna aan hun lot overgelaten. De frustraties onder hen groot. En terecht. En wat te denken van de Papoea’s uit het ver weg gelegen Nieuw-Guinea.

Ook in dat grote (ei)land, niet ver van Australie en de Indonesische Eilanden, was Nederland een van de koloniale machten die daar meenden democratie, geloof en economie te moeten brengen. Dat ging op zich wel aardig ook nog, maar met dank aan de expansiepolitiek van toenmalige Indonesische president Soekarno en totale gebrek aan steun vanuit het Amerika van de jaren zestig, moesten wij de arme Papoea’s op enig moment achter laten zodat ze voortaan te maken kregen met de islamitische dictatuur van Soekarno en diens opvolgers. In de jaren daarvoor vochten zo’n 10.000 Nederlandse militairen tegen Indonesische infiltraties en sabotagemissies. Kostte tenminste 100 Nederlanders het leven.

Gek genoeg bleef het oostelijk deel van het grote eiland achter in handen van Australie en heeft dat ook een soort Status Aparte en liet Indonesie dat stuk voorlopig met rust. Men wilde kennelijk alleen de Nederlanders een hak zetten. De oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Guinea zijn overigens helemaal niet verwant aan de Indonesiers, ze blijken eerder verbonden met de oer-bewoners van Australie en zo bestaat de bevolking van het eiland ook uit meer dan duizend verschillende stammen. De talen die zij spreken zijn veel meer aansluitend op andere volken in de Stille Zuidzee. Intussen liet Nederland in de jaren zestig dus dit volk aan de Indonesiers. En die worden alom gehaat. Ze ontbossen de boel daar, drukken de Papoea’s weg uit ongeveer alle beschikbare banen, vervuilen de rivieren, en treden hard op tegen de taaie weerstand onder de inheemse bevolking. In linkse kringen (altijd de mond vol over slavernij, ontbossing, wreedheden, etc) zwijgt men. En dat is bijzonder. Nederland was ooit een goed bestuurder voor de Papoea’s en vele duizenden van die mensen zijn ooit mee naar ons land gekomen om hier een nieuw bestaan op te bouwen dan wel vanuit hier de onafhankelijkheidsstrijd mede te helpen uit te bouwen. Zonder resultaten vooralsnog. En dat arme volk verdient ook een dik excuus. Desnoods met wat herstelbetalingen. Gek genoeg hoor je uit die kring niet de daarbij behorende geluiden zoals bij o a het Surinaamse volk hier. Toch al te veel geintegreerd geraakt? Opgegaan in de maatschappij, zoals de Molukkers? Dat is een compliment waardig. Naast die excuses…(Beelden: Internet)

Stoom…

Stoom…

Dik een eeuw geleden was er een keuze tussen aandrijfbronnen voor onze toen zo nieuwe en moderne vervoermiddelen. Een van die bronnen was stoom. Niet voor niets afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk waar men zoveel kolenmijnen bezat dat de hele 19e eeuwse economie daar zo’n beetje was heringericht met stoommachines die overal geschikt voor leken. Van treinen tot schepen, van landbouwmachines tot stoomgemalen…alles pufte en sjokte dat het een lieve lust was. En toen men oude koetsen ging ombouwen tot bruikbare vervoermiddelen kozen heel wat Britse fabrikanten en constructeurs voor dat relatief goedkope stoom om de boel op gang te brengen en te houden.

Omdat je voor die stoom zowel steenkolen als water nodig had was het logisch om vooral trucks en afgeleiden als zodanig uit te rusten. En kwam je een eeuw geleden heel wat van die weglocomotieven tegen. De een nog grotere en sterker dan de ander. Voor de bemanning van die wagens was het overigens vuil en zwaar werken aan boord. Want stoom wek je op in een ketel en die ketel moet gestookt worden. Dus de chauffeur had vaak een maatje bij zich die het vuurtje brandend hield door consequent kolen op het vuur te gooien. Zwaar werk, ook al omdat die trucks niet meteen licht van gewicht waren en sturen vaak nog ging via een systeem van kettingen, om het over remmen maar niet eens te hebben. Ook personenwagens werden soms uitgedacht die op stoom konden rijden.

Bedrijven als Leyland waren grote namen in dit geheel, net als Foden. In Centraal Europa kwam je ook wel wat van die stoomwagens tegen. Soms gebaseerd op licenties vanuit Engeland. Skoda was een fabrikant die haar trucks (de Sentinel) als zodanig een tijdlang construeerde. Hoe vreemd dat ook lijkt wellicht, maar de stoomtrucks reden nog heel lang door. Ook toen benzine en diesel elders allang volop in gebruik waren gekomen reden er nog steeds op kolen gestookte voertuigen rond. Want de brandstof was goedkoop en als je voldoende kolen in de bak had kon je ook best ver weg komen. Bedenk daarbij maar dat ook stoomtreinen tot redelijk recent nog diensten draaiden op de spoorbanen van omringende landen. Ik ging er in mijn jongere jaren nog wel eens voor naar Duitsland om die dingen te filmen. Trucks op stoom zag ik vooral bij klassieke stoomdagen. Of tegenwoordig op YouTube waar je ziet hoe liefhebbers die puffende oldtimers met liefde op de weg houden. Een teken van vooruitgang anno 1923. Toen we kolen nog zagen als een prima brandstof en waterdamp energie bracht waarmee je aardig vooruit kon. Maar vooral iets waarover je je nu wat kunt verbazen. Vol nostalgische gevoelens. Over die oude locs, walsen, veerponten, sleepboten, etc die in mijn jeugd nog allemaal van stoom gebruik maakten. Gaat snel zo’n technische evolutie. Maar zelden van de ene op de andere dag….Goede les zou ik denken…. (Beelden: Prive verzameling)

1876

1876

De gemiddelde mens heeft er tegenwoordig in huis of binnenzak een stuk of wat. Sommigen zelfs twee of meer, afhankelijk van hoe belangrijk je bent (of hij/zij zich voelt) en of je altijd bereikbaar moet of wilt zijn. Ik heb het over telefoons. Tegenwoordig noemen we die dingen iPhones of smartphones en in sommige huishoudens zijn er ook nog van die bekabelde exemplaren te vinden die al dan niet verbindingen in huis leggen met andere bewoners op andere etages of pakweg het thuiskantoor in de tuin. Maar precies op deze datum, 10 maart in het jaar 1876 was het Alexander Graham Bell die voor het eerst een werkende verbinding op afstand tot leven wekt met de woorden: ‘Mister Watson, hier komen, ik heb u nodig’.

Die Watson was zijn assistent en verkeerde in een andere ruimte. De van oorsprong Schotse Bell werkte jarenlang aan het idee dat het mogelijk moest zijn met gebruik van het toen nog heel moderne kabelnet van de telegraaf spraaksignalen door te sturen. Dat was deels ook hoe hij het graag naar de buitenwereld ventileerde want er waren meer uitvinders bezig met iets soortgelijks. Maar Bell was het verst in zijn onderzoek en was dus op de genoemde datum zo ver gevorderd dat hij al dan niet met wat gekopieerde onderzoeken van anderen in staat bleek zijn uitvinding in de praktijk te testen. Hij vroeg er ook meteen patent op aan, wat ook niet zonder slag of stoot verliep omdat ook anderen die hiermee bezig waren soortgelijke claims lieten vastleggen. Uiteindelijk was het Bell die aan het langste eind trok. Sindsdien is de wereld langzaam maar zeker verbonden via spraak- en beeldtelefoons. Eerst nog wat schoorvoetend en met name aansluiting op dat wondernet voor de rijken der aarde.

Veelal via centrales elders in het land verbinding vragen en maken met mensen die dan werden opgeroepen om antwoord te geven aan de beller. Voor het gewone volk kwamen er op enig moment openbare telefooncellen waar je voor een paar centen ook kon bellen. Bedrijven namen vaak als eersten telefoons in gebruik, zodat het contact met leveranciers en afnemers vlotter kon verlopen. De meeste telefoons nog via bekabeling die vaak armdik door straten heen liepen in de ontwikkelde gebieden en via allerlei wonderlijke buitenpandse kabelspanners in de wat rommeliger landen dezer aarde. Na de komst van de satellieten gingen die telefoons er ook anders uitzien. We spraken met mensen in andere werelddelen via die stukjes ruimtetechniek. En die leidden weer tot de huidige generaties mobiele telefoons en smartphones waarmee de meeste mensen nauwelijks tot niet meer bellen maar appen en mailen. Bell kon daar slechts van dromen. Net als veel uitvinders na hem. Feit is dat de telefoon ons allemaal dichter bij elkaar heeft gebracht. En dat er zelfs lijnen zijn gelegd tussen leiders van landen die normaal niet met elkaar zouden spreken maar waartussen de spanning nogal eens heel hoog kon oplopen. Bellen als het dreigt fout te gaan. En dat alles met dank aan de Schot Bell. Vandaag, precies 147 jaar geleden…. Blijft de vraag wie van jullie nu nog steeds aan de vaste lijn hangt of alleen nog maar mobiel actief is…. (Beelden: Archief/Wiki)

Duitse Diva uit Zweden…

Duitse Diva uit Zweden…

In onze CD-collectie zitten wat exemplaren met muziek uit de periode van WO2. Vaak zijn dat geweldige jazznummers of big bands van toen die muziek brachten die men ook nog wel eens ten gehore brengt in op het onderwerp ingestelde musea. Sfeer is alles als het over die periode ging, met name als we denken aan de bevrijding die door de geallieerden met veel bloed en verlies aan menslevens is bewerkstelligd. Maar aan de andere kant van het spectrum van spelers in dat wereldconflict stonden de Duitsers die ondanks hun verderfelijke doctrine en zoveel angst en verdriet zaaiende optreden ook hielden van de nostalgie van het land voor die vreselijke oorlog. Toen met name in de grote Duitse steden heel wat grote artiesten optraden en een zeker gevoel voor smaak en vermaak veelvuldig voor kwam. Een van de artiesten die in Duitsland mateloos populair werden was de Zweedse Zarah Leander. Haar bijzonder stem (een contra-alt) en de liedjes die zij zong zijn vrijwel onverbrekelijk verbonden aan het Duitsland zoals de inwoners daar het indertijd graag koesterden. Heel wat van haar werk is op de plaat gezet en klinkt nog steeds gewoon ‘lekker’. Leander was geboren in 1907, studeerde als kind zang, piano en viool.

Ze stond voor het eerst op het toneel toen ze zes jaar oud was. Later werkte ze als secretaresse en trouwde met Nils Leander en kreeg twee kinderen. Haar zang- en acteercarriere bouwde steeds verder uit in haar thuisland Zweden. Ook zong ze coverversies van o.a. het bekende nummer van Marlene Dietrich ‘Ich bin von Kopf bis Fuss auf Liebe eingestellt’. In 1931 was ze gescheiden van haar man maar behield diens familienaam. Ze reisde door Europa en de VS waar ze o.a. wat films maakte met Zweedse regisseurs. Toen ze met de Duitse filmindustrie ging samenwerken besloot ze daar ook te gaan wonen. Tot 1942 bleef ze het land van Adolf Hitler trouw en die zag haar als een prima promotie voor het Duitse regime. In boeken over ‘de vrouwen van Hitler’ wordt haar naam ook vaak genoemd. Hij was gek op haar. Dat plakte wel een vervelend label op haar roem. Na de oorlog kostte het dan ook veel moeite om in dat opzicht eerherstel te verkrijgen. Gek genoeg lukte dat goed in haar eigen thuisland Zweden. In 1974 was het echter over en uit en overleed ze na een beroerte. Ze werd 74 jaar oud. Maar ze laat wel dat oeuvre achter dat als je er naar luistert nog steeds dat bijzonder gevoel opwekt dat het in het Duitsland van voor Hitler eigenlijk prima toeven was. Wat jammer dat die doctrines die uit zijn op de totale onderwerping van andere mensen altijd zo destructief zijn. Zelfs voor de kunst- en cultuursectoren. Hoe dan ook, een bijzondere zangeres….(beelden: Wiki/Internet)

Watersnood en klimaat..

Watersnood en klimaat..

Deze maand is het precies 70 jaar geleden dat een belangrijk deel van het zuidwesten van ons land onder water liep, wat in onze Vaderlandse Geschiedenis te boek blijft staan als de Watersnoodramp. Gevolg van een aantal op een of andere wijze elkaar versterkende factoren leidde dit tot een catastrofe die tot op de dag van vandaag in die getroffen gebieden ver strekkende gevolgen heeft gehad. Onlangs deden wij op uitnodiging in het toen verdronken land rond Strijen (ZH) waar het water in dat rampjaar tientallen mensen voorgoed van de aardbodem deed verdwijnen, een rondrit om te zien hoe dat er toen in 1953 aan toeging. En dat Strijen lag helemaal niet aan zee maar kreeg het water eigenlijk binnen door de stuwing van hoogwater in de omringende waterpartijen die de dijken deed bezwijken. Maar die dijken hadden ook bewezen zwakke plekken waar men in het verleden slechts met los zand gaten had gedicht om zo geld te besparen.

Menselijk falen en zeker feilen als oorzaak nummer e e n. Daarbij hadden we in ons land net de oorlog meegemaakt en was het geld voor grootschalige aanpak van de slechte dijken volgens de toenmalige regering in die gebieden niet beschikbaar. Ondanks waarschuwingen van experts dat het wel eens gruwelijk mis kon gaan bij zware stormen. De berekeningen van de betreffende experts spraken boekdelen. Zeker als je nu ziet hoe dat toen in die rampnacht fout ging. Springtij en een ongekend heftige storm boven de Noordzee die nu net uit de verkeerde richting de wind deed blazen en zo met ongekende kracht onze kusten beukte. Van Texel tot Walcheren, overal was de schade groot en moest men menselijke verliezen nemen. Over dat bij dieren praten we liever niet, maar hele kuddes vee, paarden maar ook honden en katten spoelden weg en verdronken.

Net als zo vele mensen. Die werden totaal verrast, vluchtten soms op daken van hun huizen om dan te ontdekken dat het onderliggende pand gewoon wegspoelde. Wie dat kon redde het vege lijf, ging naar hoger gelegen gebieden, klom in kerktorens en hoopte dat het goed zou komen. Communicatie was anno 1953 buitengewoon slecht geregeld. Dus wisten de bestuurders in ons land van toen nauwelijks wat er loos was en deed het journaille in eerste instantie niet te veel met de eerste berichten rond deze enorme ramp. Zoals wij indertijd zagen in het fraaie en indrukwekkende Watersnoodmuseum van Ouwerkerk, werden we nu ook in Strijen met de neus op de keiharde feiten van toen gedrukt. Hele straten weggevaagd, boerderijen, maar zeker ook andere gebouwen. Soms zie je in herbouwde of gerepareerde huizen de waterstand van toen aangeduid met tegeltjes of een opdruk in de gevel. Je kunt het je nauwelijks voorstellen.

Want bedenk maar dat we toen van geluk mochten spreken dat West-Nederland niet nog meer overlast heeft gekend van die watersnood, het had heel wat erger kunnen zijn door onze manier van wonen en bouwen. Noodgedwongen altijd onder de waterspiegel. Bij de komst van de zee staat dan al snel ook jouw huis tot op de tweede etage in het opkomende water. Een voorspelling die ons ook nu weer wordt gedaan door de linkse lobby die ook bij de op zich erg aardige documentaires over die ramp van toen niet kon laten om bij de politieke voorkeur behorende voorspellers weer het doemdenken over de ‘klimaatveranderingen’ de revue te laten passeren. Klimaat is politiek geworden. De feiten verdraaid, de cijfers gemanipuleerd. Men mijdt het niet om over de rug van de toenmalige doden de eigen indoctrinatie te verkopen. Schadelijk gedrag. Zeker als je in plaatsjes als Strijen ziet wat die ramp van toen nu nog doet met de inwoners die dat deels meemaakten. In het lokale museum leer je veel. Over de invloed van grote stormen door de eeuwen heen op ons land. Net zoals ik dat zag in Volendam, op Urk en in Spakenburg. De verhalen zijn daar heftig, de cijfers indrukwekkend. Maar we leerden er veel van en bouwden hoge en brede dijken en gingen totaal anders om met de waterhuishouding. Waarbij de linkse kerk echt niets toevoegde. Integendeel. Bedenk dat maar als je straks nog eens nadenkt over wat die politieke stromingen ons eigenlijk te bieden hebben, behalve hun retoriek en gebrek aan historische kennis. Maar daarover later meer….(Beelden: Prive)

Tele-visie…

Tele-visie…

Als ik terugkijk in de tijd zie ik ons als gezin met beperkt budget kijken naar de eerste televisie-uitzendingen van die tijd. Stiefpa had bij een van zijn handeltjes een Philips TV-toestel als betaling ingenomen. Meer een enorme glanzend opgewreven meubel met daarin een klein TV-toestel voorzien van een vrijwel rond scherm dat een groenachtig beeld uitstraalde. De bijbehorende antenne werd op het dak van ons huurhuis geplaatst waardoor stiefpa meer op het dak dan in de huiskamer vertoefde, want iedere meeuw of duif die voorbij vloog veranderde het beeld beneden in een ruisende brij. Hoe dan ook, we waren in onze woonstraat een van de eerste gezinnen met zo’n radio waarin ook beelden werden vertoond. En dat dan ook nog met zeer beperkte uitzendtijden. Voor ons kinderen waren er de woensdagmiddagen waarin de kinderprogramma’s voorbij kwamen.

Dappere Dodo, Kantjil en zo meer. In de avond waren er stichtelijke woorden per zendgemachtigde want die moesten allemaal hun eigen zuil bedienen. Geen onvertogen woord in die tijden, en natuurlijk altijd een opgeheven vingertje en de nodige handige tips. Later kwam daar het NTS-Journaal bij, en het weerbericht dat steevast door een vrijwel onzichtbare man met een lipstick op een glimmende landkaart werd ingetekend. Door de jaren heen werden de TV’s qua meubel kleiner, qua beeld stukken beter. En werd de programmering ook veel aantrekkelijker. Toch bedenk ik me bij het terugkijken naar een geschiedenisfeit uit de jaren twintig dat wij in ons land pas relatief laat de voordelen en plezier van de televisie ontdekten. Immers, de techniek van dat fenomeen was uitgevonden door de Schot John Logie Baird in 1926. Hij deed dat op het Royal Institute of London in beperkte kring, maar toch. Het zou nog dertig jaar duren voor wij in Nederland een goed werkend TV-programma zouden uitzenden voor de massa. De Amerikanen waren ons wat dat betreft al dik tien jaar voor, maar dat is in veel situaties zo.

Na de periode van de zwart/wit-tv’s kregen we kleur, stereo, kabel en nu dan digitale tv en kunnen we kiezen uit 20 aanbieders waar je simpel en tegen betaling qua vermaak voor kunt gaan. Denk maar aan Netflix in dat kader. Omroepen verloren hun kleur, de zuilen zijn gesloopt en de boodschap weer zeer eenduidig. De norm is wat de politiek sterkste stroming uitgezonden wil zien zo lijkt het wel eens. En afwijkende meningen wil men het liefst de mond snoeren. Wat nooit veranderde is het feit dat we voor dat hele bestel van ons via de belastingen moeten betalen. En je slechts indirect invloed hebt op de inhoud. Wie zich daar aan stoort kan naar de commercielen of de al eerder genoemde streamingsdiensten. Want het vingertje bleef op het publieke net. Alleen komt het nu van een andere sekte. In kleur, stereo en ook nog gedurende vele uren uitzenden. Maar het blijft een technisch mooi fenomeen. (beelden: Archief)

Oorlogsdreiging..

Oorlogsdreiging..

Tuurlijk, als kind geboren na de Tweede Wereldoorlog werd je wel bijgebracht dat die oorlog op de ouders en grootouders maar ook iedereen die je leerde kennen van iets oudere leeftijd, wel een paar snaren had geraakt van emotie, ellende en honger. Op die manier werden we ook opgevoed. Omdat mijn leasepa in de oorlog persoonlijk het e.e.a. had meegemaakt, het juiste werd nooit duidelijk, wilde hij bijvoorbeeld niets meer met Duitsers van doen hebben.

Ook in de handel was hij daarin halsstarrig al kwam er toch wel eens een Opel, Hansa of DKW voorbij. Maar eerlijk is eerlijk, die had hij vaak al in een dag verkocht. Hoe dan ook, oorlog was een traumatische gebeurtenis. En helaas leefden we ook toen niet in een echt veilige wereld. Oost en West vochten elkaar de tent uit. De Sovjets bouwden aan de grens tussen Oost- en West-Duitsland hoge muren met prikkeldraad en bewapende grenswachten. Beide grootmachten testten op grote schaal kernwapens en ook in ons land was de dienstplicht en daarop volgende opleiding niet gericht op vredestaken.

Ieder moment kon de vijand immers komen… We zijn dat nu vrijwel vergeten of hebben er zelfs nog nooit over gehoord, maar in 1962 verkeerde de wereld opnieuw op het randje van een nieuwe Wereldoorlog. Dat kwam door een schaakspel tussen die beide grootmachten. De Amerikanen zetten raketten neer in Turkije en wilden zo de Navo versterkten aan de zuidoostflank van ons werelddeel. Dat was iets te veel van het goede voor de Sovjets en die maakten misbruik van de frustraties op Cuba waar de communisten de boel hadden overgenomen maar President Kennedy trachtte via een invasie uitgevoerd door huurlingen in de Varkensbaai de boel ten goede te corrigeren. De Sovjet-Unie gaf daarna opdracht atoomraketten te stationeren op dat eiland en zo dictator Castro te helpen aan een stukje afweer richting de vermaledijde Yanks. Nou die laatsten ontdekten die opstellingen via hun spionagevliegtuigen en reageerden direct. Ze sloten de vaarwegen rond Cuba af toen bleek dat Rusland opnieuw raketten per schip naar dat eiland transporteerden. Het Kremlin werd woest en zette de boel op scherp. Controle van haar schepen zou leiden tot ellende. Kennedy, toen de president in het Witte Huis bracht daarop de Amerikaanse strijdkrachten wereldwijd in Alarmtoestand wat inhield dat de grote B52’s bommenwerpers atoomwapens aan boord kregen en constant in de lucht bleven (bijgetankt onderweg), onderzeeboten hun raketten richtten op de Russische steden en de overige NAVO-leden ook in staat van opwinding verkeerden. De spanning was dagen lang om te snijden. Uiteindelijk bond Moskou in, maar niet nadat men als eis rond het terugtrekken van de Cubaanse raketten ook voor mekaar kreeg dat Kennedy zijn raketschild uit Turkije terughaalde. Pas daarna schaalde men in de VS ook de alarmtoestand af. Ik kan me die spanning nog goed herinneren. En de angst die ineens bij de ouders van ook mijn toenmalige straatvrienden merkbaar was die alles op TV en in de krant uitgebreid volgden. Het schaakspel en wapengekletter was best eng. Want het had ook ernstige effecten voor ons in Nederland gehad. Net als dat gedoe wat ons nu zo bezig houdt in en rond Oekraine. Wie echter denkt dat oorlog en spanning iets is van deze tijd of de geschiedenis heeft het dus mis. We hadden er al eerder mee te maken. En niet zo maar een beetje. De geschiedenis herhaalt zich gewoon. Of we dat leuk vinden of niet… (Beelden: Internet/Archief)

Vluchtelingen…

Vluchtelingen…

Te pas en te onpas wordt met name door linkse stromingen en de daarbij aangesloten of aangestuurde media de term ‘vluchteling’ benut voor propagandistisch eigen gewin. Men wil en zal immigratie hier door de strot duwen van de geboren en getogen Nederlanders, ook al zit die industrietak zo vals en gemeen in elkaar dat elk bestaand verdrag er voor met voeten wordt getreden.

Immigranten zijn veelal geen echte vluchtelingen, die laatste groep is echt met alles wat men bezit of kan vervoeren (denk aan geliefde huisdieren) onderweg naar een plek waar het veilig is. In het verleden was het begrip ‘vlucht’ veel duidelijker aan te geven, nog niet besmet met wat lieden als Kaag, Klaver of Kuiken en hun vaak extremistisch denkende aanhang er graag van maken. Met name mensen uit landen in Europa die sterk leden onder onderdrukking, oorlog of daden van terreur namen op enig moment de benen en trokken vaak door ons continent naar die plek waar men zich veilig waande. In 1956 waren dat bijvoorbeeld de arme Hongaren.

Na een jaar van strubbelingen rond het zeer onderdrukkende en verstikkende communistische juk was het dappere Hongaarse volk het zat en kwam in verzet tegen de zittende regering. Via demonstraties en uitingen van onvrede die zich vooral richtten op communistische symbolen als beknotting, vaandels en beelden, eiste men meer democratische rechten en vrijheden. Toen de liberale regering Nagy (spreek uit Notsch) zelfs plannen maakte uit het Warschau-Pact te stappen en niet-communisten op te nemen in de gelederen sloeg de vlam in de pan.

De Sovjet-Unie viel met tanks Hongarije binnen (de parallel met Oekraine is schrijnend) en trachtte de geest weer in de wodkafles te krijgen. 2500 tanks en 200.000 soldaten moesten de klus klaren. Maar de Hongaren pakten zelf direct de wapens op en vochten fel terug. In de straten van Boedapest was die oorlog het hevigst en kostte het maar liefst 12.000 Hongaren het leven. Het geweld, de felheid van het verzet, de vreselijke terreur die het gevolg was van deze opstand die door het Hongaarse volk zo pijnlijk werd verloren bracht ook een vluchtelingenstroom op gang.

Zij die dat konden pakten hun biezen en trokken naar het westen. Veelal niet communistische burgers die de druk van de Sovjet-Unie kwijt wilden. Hier in ons land werden ze zeer warm onthaald. Vluchtelingen moet je helpen. En wij verkeerden als burgerij toch al in een anti-communistische stemming dus het kwam allemaal goed uit. Veel Hongaren bleven hier en integreerden snel. Nu, in 2022, moet je echt goed zoeken om nog mensen te vinden die zich als Hongaar afscheiden van de rest van Nederland. En het zelfde gold voor de Tsjechen die in 1968 een zelfde koekje van communistisch deeg gepresenteerd kregen. Ook toen vluchtten mensen massaal naar hier en werden gastvrij opgenomen in ons land. Weinigen gingen daarna weer terug. Het communisme toch echt een brug te ver voor de vaak hoog opgeleide Tsjechen. En zo zijn er nog wel meer voorbeelden te noemen van vluchtelingen die door de eeuwen heen hier een warm onthaal kenden. Gelukszoekers ging het vaak anders, en wie niet wil horen bij onze samenleving maar wel de voordelen daarvan wenst op te strijken krijgt er van langs. Wat dan bij de leden van de linkse kerk weer de verwijzing doet oproepen als zijn wij allemaal facistisch van aard of erger. Het kan verkeren zei Brederode al. Maar die had nog nooit van #linksliegt #woke of #cancel gehoord. Gelukkig maar… Want het is een ramp als nieuws zo eenzijdig en zonder hoor of wederhoor wordt gebracht. Of zonder enig historisch besef. Zie hoe de veelal linksige media vaak hijgerig berichten over landen als Polen of Hongarije. Men kwaakt maar wat. Maar ik ken het verhaal der Hongaren wel en neem er nog steeds de pet voor af en buig diep… (beelden: Archief/internet)