Verkopen blijft een vak…

Verkopen blijft een vak…

En reken maar dat ik mij op dat gebied iemand met ervaring noem. Toch een paar decennia dat vak uitgeoefend dan wel aangestuurd en later zelfs anderen er in getraind. Verkopen valt vrijwel niet te leren aan hen die er geen talent of interesse voor bezitten. Je moet er ook plezier in hebben en zij die het talent bezitten kunnen alles verkopen. Ook dingen die niet echt makkelijk zijn te slijten. En in mijn carriere heb ik voldoende jonge lieden gezien die meenden dat ze door God gezonden waren om dit vak uit te oefenen maar al snel door gebrek aan inzicht of aanpak door de mand vielen. Nee, niet makkelijk en dus echt een vak.

Ook al heet dat tegenwoordig dan al snel ‘manager dit of dat’, het blijft gaan om het aan de man/vrouw brengen van artikelen, services of diensten. En onlangs waren wij weer eens aan de klantzijde van dat vakgebied actief. Meubels vroegen om vervanging vonden wij, dus ‘laten we eens rondkijken wat er zoal te koop is…’. Met een redelijk idee van wat we zochten, een lijstje dat voor ons van belang is, gingen we in de omgeving van de hoofdstad onderweg.

De eerste winkel die we bezochten was een grote in zijn soort. Bekend in en buiten de regio, met een aanbod wat je al snel duizelt. Los van de dame aan de balie die ons welkom heette bij de receptie van die firma werden we tijdens onze tocht door die enorme zaak heen verder compleet genegeerd. We kwamen heel wat ‘verkopers’ tegen. Jong, fris, kakelend met elkaar over het weekend of zo, leuk in een bedrijfs-outfitje gestoken, maar nul interesse in ons. Dan maar eens kijken aan de overkant. Zit een kleiner bedrijf waar we ooit jaren terug al eens eetkamerstoelen kochten. Meteen na betreden van die zaak welkom geheten door een verkoopster. Bezig met andere gasten, maar hield ook ons in het oog. Van het totale aanbod daar (al meer in ons straatje dan in die grote winkel van de buren..) vonden we twee meubels de moeite van het nader bekijken waard.

De verkoopster kwam ons achterop en vroeg wat we zochten. Liep mee, legde uit, vertelde wat allemaal kon en dat ‘we als we zeker wisten wat we zochten nog eens terug moesten komen’. OK…dus vroeg ik om een visitekaartje. Dat kreeg ik. Ze vergat wel haar naam er op te zetten, maar keek en vond ons wel in haar klantenbestand van een aantal jaren terug. Via via werden we later door een lieve vriendin getipt over een ketenwinkel die in heel Nederland te vinden was en waar de tipgeefster vanuit haar familie goede ervaringen mee had. Opgezocht. In de Bollenstreek zat er een filiaal. Dan maar een dagje die kant op. Leuke en smaakvol ingerichte winkel waar je naast keukens ook je hele huis verder kon (doen) inrichten. Door diverse mensen welkom geheten. ‘Kijk maar lekker rond en wij zijn er als…’. Dat deden we. Al snel hadden we een meubel of 6-7 gevonden die ons wel bevielen. De dame die de verkoop deed kwam naar ons toe, vroeg wat wij voor persoonlijk wensenlijstje hadden, vulde daarna in wat qua kleur en stof bij ons zou passen, liet ons overal twee, drie keer op proefzitten en gaf duidelijke adviezen. ‘Doe dit en wij bieden dat…, wij kunnen ook dit en dat voor u organiseren’. Met koffie en thee plus een koekje. In alle rust, en dus uiteindelijk daar de order laten opschrijven. Wat wij impulsief ook deden was dat we ook meteen een lekkere qua kleur bijpassende stoel met een goede prijs kochten die we zelf hebben meegenomen. Was in de aanbieding maar moest je dan wel zelf transporteren. Nou, met een beetje Tsjechische stationcar geen probleem natuurlijk. Kortom, een verkoopster die het snapte. Haar vak, ons genoegen. Nu maar hopen dat de levering net zo gaat als dat verkooptraject. Maar gek genoeg heb ik daar wel vertrouwen in. En dat laatste geeft mij bepaald niet elke ‘adviseur’. Integendeel. Verkopen is dus een echt vak en als je goed oplet zie je vaker hoe het niet moet dan wel. Hoe zijn jullie ervaringen op dat punt? Tevredenheid of ook verhalen over hoe mensen hun vak echt niet verstonden?? Ben benieuwd…. (Beelden: Archief/internet)

Uitgebromd…

Uitgebromd…

En dit slaat zeker niet op mijn over het algemeen vrij vrolijke natuur of een neiging om op alles en iedereen te brommen of fitten. Nee hoor, heel letterlijk, ik ben uitgebromd. Was ooit wel een jonge maar heel enthousiaste brommerrijder. Immers, fietsen was op zich best aardig maar had ik in mijn jonge jaren voldoende gedaan. Daarbij was de sociale druk in onze vroegere woonstraat zodanig groot dat je wel mee moest met de rest van de leeftijdgenoten. En waar veel lieden van dezelfde leeftijd opgroeiden en de wens tot opvallen ook toen al sterk aanwezig bleek, was de doorgroei van een fiets naar een met een motor aangedreven ‘brommer’ logisch.

Opvallend, bromfiets rijden leerde je van je Pa of een vriendje die deze kunst al onder de knie had gekregen. Mijn eerste brommer, ik was net 16 jaar oud, kreeg ik nog cadeau van mijn leasepa. En die kende zijn Pappenheimers, hij had al twee total-loss fietsen bij mij meegemaakt en mijn vijf jaar oudere broer Rob had ook de nodige brommers aan gort gereden, dus een vijfdehands HMW werd mijn deel. Ik heb er al eens over geschreven in het verre verleden.

Ik leerde er mee op zo’n ding rijden, maar een succes was die vermoeide Duitse brommer niet. Een met hard werken te betalen tweedehands opvolger was een Locomotief met Sachsmotor. Een hele stap vooruit en ik kon met mijn toenmalige verkering(en) uit de voeten. Het was een werkpaard. Zijn opvolger toch meer een opvallend gestylede mini-motor van hetzelfde merk, drie versnellingen, klein stuur, grote tank. Ik heb er heel wat avonturen mee beleefd.

Veel ook in relatie tot de diverse andere hobby’s die het jongmens Meninggever er op na hield. Na nog veel langer sparen en hard werken (ja kom er maar eens om, maar zes dagen per week in het aanschijns van…) bestelde ik mij een splinternieuwe Puch. Met chroom, budyseat, verhoogd stuur en nog zo wat zaken. Toen hij werd afgeleverd regelde overbuurman en vriend Fred dat het uitlaatpotje werd doorgeslagen opdat het Oostenrijkse wonder op wielen de 65km/u aantikte. Dat reed uiterst plezierig.

En bleek ook voor mijn woon/werkverkeer van toen handig. De witte Puch deed wat hij moest doen. Tot mijn toenmalige chef de bureau op Schiphol vond dat ik wel toe was aan een ‘auto van de zaak’. Rijbewijs was intussen behaald (paste in de volgorde..) en dus mocht ik de VW Bus van het bedrijf voortaan meenemen, mits ik buiten kantooruren maar beschikbaar was voor spoedklussen… Dat kantoorwerk op Schiphol ging toen niet over lekker onderuit zitten. De klant had altijd gelijk en ging voor alles. Dus…. Intussen was de Puch alleen nog mijn vervoer in het weekend geworden. Busje bleef dan verplicht voor de deur, Puchje was voor de sociale contacten en sleet verder nog slechts door het poetsen. Op enig moment veranderde mijn sociale status. Een auto was onontbeerlijk en we gingen nu daarvoor aan de spaarslag. De Puch werd verkocht en het geld dat dit opleverde legden we bij die gedroomde nieuwe auto. Maar dat zou nog even duren. Intussen was ik uitgebromd. En zag je ook dat het fenomeen bij anderen steeds meer verdween. Intussen is de wereld veranderd. Men wil scooters, liefst elektrische. Maar die overgebleven brommers van toen, intussen een jaar of 60 oud, gaan voor (heel) veel geld van de hand. Bedenk maar eens dat je voor de prijs van een goede bromfiets van toen nu een aardige tweedehands auto kunt kopen. Het kan verkeren. Dit soort verhalen staan ook mooi beschreven in het boekje ‘Mijn broer die had er ook zo een’ door Jack Botermans en Wim van Grinsven uitgebracht door Terra Lannoo BV isbn nummer 978 90 5897 926 1. Gekocht bij een Kringloopwinkel voor een mooi prijsje. Echt een aanrader voor hen die deze periode hebben meegemaakt. Net als ik. Ik denk er nog wel eens aan terug. Maar verlangen is anders. Wie wel eens in de winters van toen op zo’n ding dwars door de wind een kilometer of 30 lang moest rijden weet dat fysiek afzien bepaald ook aanwezig was. En dat dan zelfs een VW Bus heel veel comfortabeler was, want kachel aan boord. Maar nostalgie moet je koesteren natuurlijk. En ik doe dat…bij deze…. (Beelden: archief)

Naaktheid….

Naaktheid….

De mens is het meest kwetsbaar als hij volkomen naakt door het leven gaat. Dan is er optisch niets meer te verbergen, is elke pukkel of afwijkende bult dan wel uitbundige of beperkte haar- of buikgroei zichtbaar. Het zal om die reden zijn dat ooit, lang geleden, een slang een appel gaf aan een zekere Eva waardoor zij zich moest verantwoorden bij haar hoogste chef die haar daarop beval uit het naakte paradijs te vertrekken en voortaan de kleding der schaamte te dragen. Alleen al door dit en daaropvolgende geloven werd de naaktheid verbannen en dekten hele volksstammen zich af met kleding van wol, riet of wat voor materiaal ook.

Soms waren of zijn er oplevingen terug naar het blote lijf. Zoals wij met zijn allen meemaakten vanaf pakweg de jaren zestig tot en met de jaren 2000. Het strand de vrijplaats voor hen die gewoon streeploos wilden bruinen maar meteen ook genoten van dat bevrijdende gevoel van geen kleding meer hoeven dragen. Tuurlijk zat de ingebakken schaamte nog wel eens in de weg, maar op enig moment zag je op veel stranden dat topless bij vrouwen geen echt issue meer was maar meer in de breedte normaal.

Wie mooi gevormd was liet dat graag zien, wie minder gebakken was draaide de rug naar de zon en duwde de borsten (of andere onderdelen) in een al dan niet op maat gegraven kuil(tje) in het zand. De westerse maatschappij bevrijdde zich in ieder geval van een last. Het geloof daarbij verbannen. Maar dat is nu, anno 2023, heel anders geworden. Ik beschreef al eerder de klachten vanuit vooral kringen van linkse mensen (de eersten die overigens ooit de eigen beha uitlieten of symbolisch verbrandden) dat bloot zo confronterend kon zijn voor hen die hier niet aan gewend waren of dat zelfs afstotelijk vonden. Wie dat dan waren hoeven we hier niet te benoemen, maar die groepen grepen wel de gelegenheid aan om tegenwoordig te verlangen dat er voor hun volkomen van onder tot boven verpakte vrouwen eigen stukken strand komen met afscherming aan de flanken daarvan zodat ze al dat bloot van verdorven westerse mensen niet hoeven zien. Ik denk dan als ik dat lees of hoor dat we de wereld met dank aan linkse vertrutters wel erg op de kop zetten.

Gelukkig loopt er in de zomermaanden ieder jaar een ingetogen campagne via de STER waarin wordt aangegeven dat mensen die pure naaktheid wel plezierig vinden, en regelmatig in groot gezelschap verkeren. Meer dan 2.5 miljoen mensen recreeren nl.(volgens dat spotje) regelmatig of soms bloot. Zegt veel, want als die getallen kloppen zijn dat er meer dan al die lui die nu te hoop lopen tegen datzelfde (semi)naakt. We moeten ons niet laten remmen door derden. En helemaal niet als vrouw. Want voor je het weet mag je zelf ook niet meer in bikini of badpak het zwembad in of het strand op. Glijdende schalen neigen nogal snel tot negatieve escalatie. Ik wens iedereen dus een streeploze nazomer toe. En laat je niets verbieden door die schijnheilige vertrutters. En o ja, ik zelf ben voorstander zonder zelf deel te nemen aan hoor…. Maar dat is dan weer omdat ik als Steenbok met een lichte huid snel dreig te transformeren naar het sterrenbeeld Kreeft….rood, doorgebakken…maar toch.. (Beelden: Archief/Internet)

Relativiteits-selfie…

Relativiteits-selfie…

Jullie, als regelmatige lezers hier, kennen mijn mening wel over de selfiecultuur die zich al enkele jaren om ons heen uitspreidt als een giftige wolk. Jezelf in het centrum zien van het universum en daaromheen dan een verhaal bouwen alsof zonder jou de wereld zal vergaan. Waar komt dat toch vandaan vraag ik me vaak af. In een alsmaar drukkere wereld is dat ene individu in Nederland of pakweg Belgie nauwelijks opvallend. Daarbij, na een leven van gemiddeld pakweg 85-90 jaren op Aarde is het voor de meesten einde oefening en ben je na een paar jaar totaal vergeten. Of je moet wel iets heel bijzonders hebben bijgedragen aan ons aller leven hier op deze planeet. En dat is maar weinigen gegeven.

Dictatoren wellicht, bijzondere kunstenaars, een enkele artiest of iemand wiens naam via de familiebanden heel lang is verbonden aan een of andere onderneming. Kom je dan buiten de eigen landsgrenzen moet je eens opzoeken hoe beroemd al die lui zijn daar. Confronterend. De geschiedenis van pakweg de gemiddelde Tsjechen of Zwitsers is hier totaal niet bekend, terwijl ze daar wellicht nog net hebben gehoord van Johan Cruyff maar verder ook van geen enkele hier zo bekende Nederlander. Is het daarom dat we in ons eigen territorium beroemd willen zijn? Wellicht. Maar het is ook een onderschatting van wat er om ons heen in de grote ruimte aan de gang is.

Ons Aardse leventje is een seconde in de totale tijd waarin dat Heelal al bestaat. Recente foto’s vanuit de ruimte gemaakt door de nieuwste ruimte-telescopen maken duidelijk dat we met die techniek van nu een blik kunnen werpen die 4-6 miljard lichtjaren terug gaan in de tijd. De Oerknal nog net niet zichtbaar, maar we komen steeds dichter bij. Triljoenen sterren, miljarden sterrenstelsels zoals onze Melkweg, puntjes in dat grote niets. En wij op ons aardse bolletje maar belangrijk doen. We stellen niks voor bij al dat natuurgeweld in dat grote heelal om ons heen. In de jaren zeventig stuurden we een satelliet de ruimte in die we zodanig programmeerden dat hij de grote ruimte in moest vliegen om te zien waar eventueel intelligent levende wezens te vinden zouden zijn. Voyager heette dat ding en die deed er tientallen jaren over om ons eigen Zonnestelsel te verlaten.

Intussen is hij zover weg dat we geen signalen meer binnenkrijgen en opereert dat ding dus op eigen kracht in de richting van het enorme niets. We stuurden allerlei toenmalige souvenirs mee. Want stel dat je andere wezens op je pad treft kunnen die wellicht snappen wat we met symbolen en een beeldplaat willen uitbeelden. Nou, het is te hopen dat die lui ver weg dat nu net niet snappen. Want als dat massaal hierheen komt hebben we een groter probleem dan we nu al kennen door de massa-immigratie. Zoals wij dieren behandelen op onze eigen planeet kon dat ook wel eens ons lot zijn als we bezoek krijgen van dat vreemde ruimtevolk. Een ding is zeker, dan maakt het niet meer uit of je beroemd bent in je eigen achtertuin of niet. Dan dien je als voedsel of slaaf. Best een confronterende gedachte….Zeker als jouw ster je eigen spiegelbeeld betreft…..(Beelden: archief)

Ongemak…

Ongemak…

Bij toeval viel ik onlangs bij SBS-6 in een staartje van een programma met de titel ‘Liefde op het eerste gezicht’…Daarin laat men totaal vreemde mannen en vrouwen (of er andere combinaties worden benut is mij ontgaan) met elkaar kennis maken in een prachtige villa vol geneugten als een buiten-whirlpool etc. Die mensen hebben kennelijk vooraf aangegeven dat ze open staan voor een date met iemand die ze als ideaal zien voor een toekomstige relatie. De redactie maakt dan (kennelijk) een theoretische match en zet twee kandidaten dan ‘in the blind’ bij elkaar om te zien wat er van komt. En dan staan de camera’s (verstopt in de achtergrond) vol aan en hoor en zie je hoe het allemaal ver- en afloopt.

Want het is de gedachte bij deze formule dat die mensen na een nacht bij elkaar (vaak de een op de bank en de ander in het comfortabeler bed) besluiten of ze samen verder gaan of niet. Nou wat ik er van zag (latere uitzendingen ook wat stukjes gezien) komt dat in 80% van de gevallen niet goed. En dat is ook niet zo gek want wat missen veel mensen toch het talent om aardig met iemand van de andere sekse om te gaan als het er op aankomt. In het beste geval klappen ze dicht en zwijgen minuten lang, wat voor de ander een ramp is. Maar nog erger zijn de kandidaten die op voorhand al aangeven wat ze van de ander vinden. Zoals de man die na het zien van de vrouw die binnenstapt en haar jas uittrekt aangeeft meer een ‘billenman’ te zijn en die bij haar mist. Of de vrouw die aangeeft dat ze niets ziet in iemand van haar eigen leeftijd en dan tegenover een man komt te staan de 10 jaar jonger is maar ouder lijkt.

En die mensen maar ingestudeerde lijstjes afwerken over hobby’s en zo meer. Of met voorgekookte kaartjes antwoorden van de ander trachten te ontlokken. Was er een jongen bij die aan het meisje tegenover hem vroeg of zij ‘hield van sex’ waarop zij met bijna rode konen bekende dat ze dat ‘heel lekker vond’ maar dacht dat het bij hem niet zo te halen viel. De stiltes die daarna vallen zijn oorverdovend. De volgende dag is nog leuker. Dan is er altijd een die de andere kandidaat echt leuk vindt en dat aangeeft om dan te moeten aanhoren dat die ander de betrokkene ‘echt niet zijn/haar type te vinden’ en de koffer pakt om naar huis te gaan. De tranen vloeien dan vaak bij de afgewezen kandidate, want helaas het zijn vaak de vrouwen die afgewezen worden. Niet zo gek als je die mannen eenzijdig naar de bank hebt verwezen en die echt een gebroken nacht meemaakten. Hoe dan ook, bij alles wat ik er van zag constateerde ik dat een gebrek aan basiskennis van wat aantrekkelijk is een groot probleem kan opleveren. Hoe een man zich zou moeten gedragen in de aanwezigheid van een vrouw met wie hij denkt eventuele verdere plannen te maken. Of hoe omgekeerd, charmant gedrag van een vrouw richting man, vaak totaal mankeert. En dat daarom die ‘match’ in hun leven er niet is of zal komen. Openstellen voor wat er op je afkomt en accepteren dat je wellicht niet behoort tot de eredivisie van wat schoonheid, elegantie of intelligentie normaal in zich heeft, gecompenseerd kan worden door leuk en lief gedrag. De ander als een prins of prinses behandelen. ‘Rozen, rumbonen en rode wijn, dat moet voor elke vrouw toch voldoende zijn’, zong Van Kooten ooit in een persiflage van een serieuze Don Juan. Nou zelfs tot die drie basis-elementen kennen kandidaten in dit programma niet. Maar het was en is smullen voor iemand zoals ik…..(Beelden: Archief)

Herinnering aan moderne techniek..

Herinnering aan moderne techniek..

Het blijft leuk om je te beseffen dat je als jong mens dingen meemaakt of zaken ervaart die later, pakweg een halve eeuw verder in de tijd, ineens als ouderwets of niet doorgezet mogen worden gezien. Vroeger, ik was nog een jong ventje met een grote nieuwsgierigheid naar alles wat vroeger aan uitvindingen was gedaan, hoorde ik van een grootouder verhalen over diens reizen per stoomtrein naar Duitsland of hoe die man een zeppelin had gezien boven Amsterdam.

Vliegtuigen waren in die periode nog van hout en linnen, auto’s pruttelden over zandpaden en hadden wielen die onder een koets niet misstonden. Huizen hadden geen andere verwarming dan een haard die werd gestookt met houtblokken, de tram had na lange tijd ineens elektrische aandrijving en schepen voeren met stoommachines in het rond. Films waren nog zwartwit en konden alleen bekeken in speciale zalen. In de jaren die volgden gingen veel van die ooit moderne technieken verloren. Stoom werd stookolie, hout werd steenkool en weer later aardgas. Vliegtuigen werden gemaakt van aluminium of kunststoffen en de auto een modern zoevend vervoermiddel en door het gros des moderne mensen verheven tot persoonlijk bezit.

De stoomtreinen maakten plaats voor diesels en elektrische aandrijving, trams verdwenen op de langere afstanden en maakten plaats voor bussen en vrouwen bevrijdden zich van het juk van lange rokken en baleinen. Zeppelins bleken een grote mislukking en passagiersschepen kwamen en gingen weer omdat het moderne vliegtuig vele malen succesvoller en efficienter bleek. Deed je vroeger over een trip naar pakweg Australie 6-8 weken, een beetje vliegtuig doet er 16 uur over. In die vroegere tijden waren we nog niet woke, we deden niet moeilijk over de gekleurde knecht van Sinterklaas en het christelijk geloof was nog dominant. En die films? Die komen tegenwoordig in HD-kwaliteit digitaal bij ons de huiskamer binnen.

Waren we vroeger fel gekant tegen eventuele mannen en vrouwen die op hetzelfde geslacht vielen, tegenwoordig is er een generatie die wordt opgevoed met het idee dat precies dat de juiste weg is. Zelfs piepkleine kinderen krijgen al mee dat vallen op het eigen geslacht dan wel kiezen voor het zijn van jongen of meisje aan hen zelf is gegeven. Socialisten streden ooit voor betere arbeidsvoorwaarden of gelijke behandeling van man en vrouw. Nu keren juist zij zich af van die arbeidersklasse en vinden het prima dat er culturen en landen bestaan waar de positie van de vrouw niet veel beter is dan in de oude geschiedenis beschreven.

Een ding bleef echter hetzelfde. We zijn per definitie nog steeds bezig met conflicten en oorlogen. We staan feller tegenover elkaar dan ooit en het door Lubbers en Kok zo groot gemaakte ‘polderen’ is totaal verdwenen. Net zoals de stoommachine, de fax, de houten schepen en zo meer. Het maakt veel, zo niet alles, relatief. En moeten we koesteren wat was, verbeteren wat is maar vooral niet neigen naar terugkeer naar dat wat bewezen niet werkte. Met andere woorden, de Middeleeuwen komen niet meer terug. Wie dat wel wil leeft in het verleden en heeft niets te zoeken in die nu zo vaak onzeker lijkende toekomst. (beelden: Archief)

Nadenken…

Nadenken…

Een groot verschil tussen mensen en dieren is dat de gemiddelde mens het vermogen heeft om na te denken over zijn handelen.

Ook over zijn omgeving, over de dingen die er toe doen. Zo zet die gemiddelde mens dus ook een strategie uit richting de toekomst, zijn (werk)omgeving of desnoods liefhebberij. De een gaat voor een groot gezin en doet dat weloverwogen, een ander kiest voor geen nakomelingen vanuit een andere optiek. Maar altijd doordat die mens zijn/haar denkvermogen aanspreekt en als het goed is benut. Dat maakt ons als schepselen best bijzonder. Immers, de dieren om ons heen redeneren veel primitiever. Eten en het vinden daarvan speelt bij hen een dagelijkse rol, slaapplekken, eventuele voortplanting. Meeste dieren doen dat vanuit hun instinct, denken er niet zo over na. Een krokodil eet wat hij ziet bewegen en hapt toe. Mens of ander dier, maakt dat beest niet uit. Wij mensen denken wel na, al zou je soms het idee kunnen krijgen dat sommigen uberhaupt geen hersenen bezitten.

Kijk naar gemiddeld groepsgedrag en je weet genoeg. Kuddegedrag is ons vaak niet vreemd en dat zie je meteen terug in bepaalde landen, steden of wijken. Heb jij een wapen nodig voor je ego? OK, dan ik ook een en liefst groter. Jouw auto een BMW? Kijk… ik koop mij dan een Mercedes of Audi die nog een slagje groter is. En al die meiden op straat met hun boezems vooruit en prachtige billen? Daar mag je naar fluiten, tieren, gillen, en zelfs aanzitten. Toch?? Nou niet als je hersens bezit om mee na te denken, dan mag dat niet nee! Ook mag je homo’s niet bashen of joden in elkaar slaan. Je mag niet stelen, vechten, moorden en zo meer. Je weet dat wel, en toch doe je het. Wat ben je dan voor een mensensoort?? Is er dan echt verschil tussen de ene diersoort en de andere?

Het moet bijna wel want wij zijn in het algemeen niet zo ingesteld. De ander zien als prooi past niet in onze ontwikkelde geest…toch? Nou niet helemaal. Want een beetje verkoper ziet potentiele klanten wel degelijk als zodanig. De kapitalistische maatschappij zit nu eenmaal zo in elkaar. Valt er iets aan te verdienen of niet. Ooit in de VS meegemaakt dat een verkoper ons (kijkers) vroeg ‘Are your really interested or just looking?’. Ons antwoord maakte dat de man verdween en een volgend slachtoffer (prooi) zocht. Deze moraal zie je ook bij predikers van welk geloof ook. Je bent prooi voor hen, ze willen je bekeren tot het ware geloof en eventueel een weg helpen vinden naar de Hemel. Indoctrinatie doet de rest.

Begin bij de kinderen en hun vrije denkvermogen wordt toch een stukje beperkt door alles wat in die godsdienstmoraal er in wordt gestampt. Geldt ook voor gektesektes als al die milieugroepen of zij die menen dat alleen bij massa-immigratie de toekomst voor ons land zou liggen. Volgers vaak van huis uit of via gekleurde scholen ingesteld op een leven in de (nieuwe) Middeleeuwen. Waar ook toen al de burgers dom werden gehouden, samen moesten leven met hun dieren. En vaak nauwelijks daarvan konden worden onderscheiden. Wie dat wil moet vooral gaan voor sektes als de eerder genoemde. Vrijdenkers moeten weerstand blijven bieden. Bij een beetje IQ tussen de 100-120 moet ons volk toch in staat zijn na te denken en zelf oplossingen te vinden voor persoonlijk of collectief genoegen tot genot. Anders zijn wij de prooi waarop de sekteleiders loeren als die krokodil doet als hij trek heeft. Wie kan denken kan maar beter zijn hersenen gebruiken. Voor het te laat is. (Beelden: Archief)

Ruimtelijk perspectief…

Ruimtelijk perspectief…

Als je wilt weten hoe relatief het leven is op onze Aarde moet je eens een kilometertje of 250 omhoog reizen en om je heen kijken.

Oneindig zwart en diep is het Heelal om ons heen. Zo groot dat wij er als nietige mensjes niet eens een echt goede berekening op kunnen los laten om het totale volume te delen met elkaar. Lichtjaren zijn een slap aftreksel van de afstandsmeting benodigd om in te schatten hoever sommige objecten van ons af staan. En wat we zien is soms tienduizenden lichtjaren verderop als puntje te zien. En die tienduizenden lichtjaren zeggen dus iets over in welk tijdvlak wij dat Heelal om ons heen beschouwen. We kijken naar het verleden van dat enorme Heelal. We zouden dus best voor verrassingen kunnen komen te staan als we nu in staat waren op reis te gaan, de snelheid van het licht te verslaan en eens een kijkje te nemen op die uitgezochte plaatsen.

De kans dat we bij leven ons eigen Melkwegstelsel zouden kunnen verlaten is overigens relatief klein. De mens ook te kwetsbaar van gestel voor die reizen. Onze technologie momenteel daarbij absoluut ontoereikend. Al dromen we via series en films dan van onbeperkt door die ruimte reizen en nieuwe beschavingen tegenkomen, de kans dat dit lukt is miniem en wat we daar zouden kunnen ontmoeten vermoedelijk ook niet meteen reden om op stap te gaan. Omgekeerd is het ook zo dat die natuurwetten en afstanden ook gelden voor geleerden die nu op dit moment onze kant op kijken vanuit een van die stelsels elders in het heelal. Ook dan ziet men 10.000-en lichtjaren terug in de tijd, en dat men dan leven zou constateren op het op dat moment van constateren geldende niveau is klein. De mensheid is pas een paar honderd jaar van invloed op dat wat hier op Aarde gebeurt, slechts enkele decennia in staat zelf de ruimte om ons heen te betreden. En dat betreden is buitengewoon bescheiden. We liepen ooit op de Maan, we schoten wat satellieten naar omringende planeten, en lieten een gerobotiseerde ruimtesonde ons eigen zonnestelsel verlaten, waarover dat ding overigens 45 jaar deed.

De technologie aan boord dus in onze ogen al zeer ouderwets, laat staan hoe geavanceerde UFO-bezitters er naar zouden kijken als ze dat door ons afgeschoten ding ooit gaan ontleden. Dat Heelal is zo groot dat wij het niet kunnen bevatten. Ook niet als we het door geleerden uitgelegd krijgen. Iets als een peuter die hoort dat Oma heel ver weg woont. Voor die kleine is de volgende straat al ver. Perspectief nog niet echt ingedaald. Intussen draait die Aarde van ons zijn rondjes om de trouwe zon. Die naar verwachting nog een jaar of anderhalf miljard in staat is om de boel te verwarmen en verlichten hier. De Maan zien we vooral als een leuke bijkomstigheid voor ons leven, maar zonder dat ding waren de getijden op Aarde van een wat andere orde en zou onze baan om de zon ook wel eens niet zo stabiel kunnen zijn. Met alle gevolgen van dien. Kortom, dat kleine bolletje in dat enorme zwart is ons aller thuis. Waarom we er dan altijd en eeuwig zo’n puinhoop van maken is mij een raadsel. Geloof in een of andere profeet? Het zal wel! Maar het wat netter omgaan met wat de Aarde te bieden heeft lijkt mij een beter advies. Anders moeten we op enig moment wel die ruimte in, en geloof mij, dat wordt geen pretje. Nu al weten we dat met de huidige stand der techniek een ritje Mars (nieuwe toekomst) er ook een wordt van enkele reis en aju paraplu. Wellicht om daar nog even goed over na te denken. En ook dat een beetje ruimtesteen op botsingkoers ons leven wel eens totaal op zijn kop kon zetten. De dinosauriers gingen ons voor op dat punt. En er is er geen een overgebleven om dat verhaal door te geven. U bent gewaarschuwd…(Beelden: Internet)

V.V.T.

V.V.T.

Let eens op als je dat wilt (of doe het voor mij..) in al die media die je ziet op tv, bij het volgen van de sociale media, of zelfs in geschreven uitingen. Dan zie of hoor je vaak dan dat we steeds meer de verleden-tijds-vorm uit de Nederlandse taal verliezen en men bij redacties of presentatoren gemakshalve kiest voor de moderne tijd.

Ook al speelde een nieuwsfeit zich een paar dagen of zelfs maanden tot jaren geleden af! Wat daaraan ten grondslag ligt kan slechts worden verklaard uit gemakzucht of een matige beheersing van de taal waardoor je de verleden-tijds-vormen van een werkwoord niet meer beheerst. ‘De agent ziet de verdachte en schiet hem neer. Toch loopt de verdachte door, springt achterop een brommer en verdwijnt. De agent schiet nog eens gericht maar mist de verdachte. Heeft u meer informatie over de verdachte bel dan met………’. Als ik dan lees of hoor dat dit feit zich 6 maanden geleden afspeelde ben ik al afgehaakt. Ergernis maakt plaats voor vervangende schaamte. Ik heb genoeg teksten, boeken en bladen gemaakt om te weten dat bijvoorbeeld een beetje redactie ook een taalkundig eindredacteur in huis heeft die eventuele taal/schrijffouten kan corrigeren. Opdat de presentatie van het geheel op 99.9% juiste wijze zal plaatsvinden. En dat dit nodig is blijkt wel uit het feit dat men lastige woorden die men naar de VT-vorm moet omvormen waar het dan nog wel redelijk goed gaat (vaak bij ondertiteling) ook weer naar een andere benadering weet om te buigen. Loopten i.p.v. liepen heb ik al gezien en ook spreekten als men spraken bedoelt. Is het taalonderwijs dan zo afgedreven naar een #iq80-niveau of aangepast aan het algemeen gemiddelde in dit land? Jeminee, een beetje bekend schrijver van boeken zou zich schamen over zoveel verval. En ja, ik mopper daarover, u wilt me wel vergeven. Wat in het verleden vergaf is als u dat deed en door mij in warmte geaccepteerd als u dit met verve doet…of deed…of is deet beter? Ik lees het wel….

Liefdes-B&B’s…

Liefdes-B&B’s…

RTL heeft deze zomer op haar tv-zender RTL4 als tegenwicht voor de overdaad aan (Olympisch) sportnieuws en ter verzachting van de Corona-ellende een aardig concept bedacht en uitgewerkt.

Een leuke formule waarin Bed & Breakfast-eigenaren in het buitenland op zoek gaan naar de Nederlandse liefde van hun leven. Gepresenteerd door Ad Rooyakkers. En dat moesten dan uiteraard vrijgezelle mensen zijn van het andere geslacht, om het geheel nog een beetje in evenwicht te houden. Het bleek een gouden formule. Want onder al die types vond ik toch wel wat lieden die ik graag een keertje in een training ‘omgang met andere mensen’ zou willen opnemen. Met name de B&B eigenaren blijken soms horkerig tot op het bot, luisteren niet naar de verhalen van hun gasten of potentiele liefdes of zijn alleen maar bezig met wat die ander voor hen kan betekenen. Het veroveren van het hart van die ander kennelijk totaal ondergeschikt.

Sommige van die lui zijn echt verschrikkelijk, anderen naar mijn idee nog wel te redden. Onder de potentiele liefdes zijn er ook die je meteen in je hart sluit, anderen vielen nauwelijks op of waren zo weggelopen uit de serie ‘De Luizenmoeder’. Ik ben van nature niet zweverig maar kennelijk is dat iets wat onder vrouwen tussen de pakweg 40-65 aardig leeft. Bij gebrek aan een goed liefdes/seksleven denk ik? Want laten we wel zijn, liefde gaat wellicht in eerste instantie door de maag, het bed speelt ook een aardige rol, vandaar dat we ook kijken naar romantische B&B plekken toch? Nou, die geweldig gemaakte reeks laat zien dat seks of fysieke aantrekkingskracht soms dagen of zelfs weken lang geen enkele rol speelt in de dating tussen al die kandidaten. Van sommige vrouwelijke B&B exploitanten begreep ik wel dat die nog/weer vrijgezel waren. Hun eisenpakket voor de vaak als doetjes opererende kandidaat-minnaars zodanig groot dat ze eigenlijk een klusjesman/tuinman/schilder/monteur zoeken die wellicht ooit ook het hart van die dames kan of mag veroveren. De mannen zoeken vooral een ‘maatje’, maar wel een die ook handig is in het klussen en koken.

Nou, ik had als kandidaat na een enkele dag bij een paar van die vrouwen zelf de koffers al snel weer gepakt. ‘Maar ja’ stelde Mevrouw Meninggever stellig ‘jij bent al getrouwd’. Neemt niet weg dat ik wel het onderscheid kan zien tussen pure aantrekkingskracht en frustratie. Tussen warm en koud, tussen vlees en ivoor. En van dat vlees is in vrijwel elke uitgezonden situatie geen sprake. Wel van hard werken, wringende gesprekken en met name mannen die het aantrekkelijk zijn voor vrouwen of zelfs het woord charme niet beheersen of zelfs maar kennen. Dus denk je als kijker dan na over een mogelijk script waarin men bij de eindredactie juist dat afstandelijke cultiveerde om de reeks langer te laten duren. Immers, de prijzen liggen altijd klaar aan de finish. Tenenkrommend die gesprekken met hen die al redelijk snel naar huis worden gestuurd of zelf opstapten. Wat zullen hun familie en vrienden wel niet van ze vinden of hun zakenrelaties, want een deel was nog actief op dat punt. Kortom, een geweldig kijkspel, maar wat een bijzondere lieden allemaal. Het een had vast veel met het ander van doen. Normale mensen zijn saai, bijzondere types zelden. (Beelden: Internet en niet uit de bewuste serie)