Nostalgisch puinruimen…

Nostalgisch puinruimen…

Onlangs, het regende op een aprilmaandag pijpenstelen, bedacht ik me dat ik wel eens wat kon gaan opruimen. Ons huis kent vele ruimten waar in de loop van de tijd van alles en nog wat is opgeslagen geraakt. Uit het zicht, uit het hoofd, was de gedachte door de jaren heen. En dat was te zien. Sommige opslagruimten (met name na de verbouwingen hier van een jaar of 12/13 geleden zorgden daarvoor) zaten propvol. Zo had ik daar o.a. een jarenlang trouw gebruikte attachekoffer in staan vol allerlei paperassen.

In mijn actieve jaren voor autobranche, trainingen, redactie- en advieswerk nam ik vaak allerlei voorbeelden mee die ik kon gebruiken als ondersteuning voor vocale uitingen mijnerzijds. Het werd een ontdekkingstocht. Maar het meeste werd verscheurd en in bakken gemikt die later richting vuilstort gingen. Een krat uit een van de vroegere auto’s die van kofferbak naar kofferbak werd gesjouwd maar op enig moment ook opgeslagen, werd nu weer bevrijd en gaat naar de kringloop. Inclusief oude autokrik, onderdelen, gereedschap en flessen intussen over de houdbaarheidsdatum heen zijnde flessen olie en koelvloeistof. Een oude doos vol papieren dossiers bleek ook de eerste ontwerpen en voorstellen te bevatten die ik ooit met mijn nieuwe reclamebureautje deed in 1991 voor mijn toen eerste klanten. Jaren kwijt geweest, en nu weer teruggevonden.

Kijk die kunnen terug in het bedrijfsarchief. Een robotstofzuiger die ik ooit Robbie 2 noemde omdat we er al een hadden die als Robbie door het leven ging stond ook al een tijdje op zolder opgeslagen. In mijn mancave heeft dat ding geen enkele kans om zijn werk goed te doen, veel te vol, dus hup naar de kringloop. En zo verging het wel meer dingen op die dag. Het gaf een plezierig gevoel. Binnenkort ga ik weer verder. Nu eerst even de rug rechten want opgevouwen in een bergruimte aan het werk is niets voor oudere meninggevers. Maar het doel heiligt de middelen en het bleek ook aardig bevredigend. Daarbij las ik weer wat zaken terug waarover ik me een jaar of wat terug enorm kon opwinden. Achteraf is alles relatief natuurlijk. Zelf ook wel eens aan het opruimen geslagen?? En?? Bevredigend?? (beelden: Prive)

Stil concert…

Stil concert…

Stel je eens voor; het Concertgebouworkest geeft een voorstelling met volle zalen. De dirigent slaat af en…..stilte…. Men beweegt de armen en hoofden, het lijkt er op dat men vol vuur speelt, maar je hoort niks. Buiten zie je de tram voorbij rijden….compleet stil. Wat mis je dan? Simpel…emotie! Wij mensen hebben oren die communiceren met onze ogen en samen onze herseninhoud waardoor we weten dat bij de optiek het geluid deel uitmaakt van het genoegen.

Kijk, en dan komen we ergens. Zelfs in de fraaiste landschappen horen we de natuur, de dieren, het geklater van water of wat ook. Voor natuurfreaks de ultieme wereld. Maar ze zijn daar ook naartoe gereisd. Als ze lopen dreunen hun stappen onder de grond door naar de schuilplekken van diverse diersoorten die dat dan weer als bedreigend ervaren. Voor echte stadsmensen van geboorte hoort geluid bij de observaties van toen en nu. Muziek in de oren.

Heerlijk om een echte sportwagen te horen brullen, de trams knarsend en piepend voorbij te horen komen en mensen onderweg met elkaar te horen kakelen. Het stadsrumoer is onderdeel van de charme van het geheel. Een stille stad was even tijdens COVID-lockdowns te beleven, inwoners vonden het een paar dagen leuk, maar daarna werden ze vaak toch onrustig van die stilte. Als je naar een of andere sportwedstrijd gaat is het zelden stil. Publiek, spelers onderling (teamsport). Slechts bij schaken, dammen of biljarten is men stil vanwege de concentratie. Maar verder? Joelen geblazen. Hoort er bij. De lol van concerten buiten of evenementen als de Zwarte Cross of Lowlands baseren op de optelsom der dingen.

Elk zintuig geprikkeld. En doodmoe thuis komen. Hoort er allemaal bij. Zelf wil ik nog wel eens een half uurtje kijken naar YouTube-filmpjes van recente rallies of een mooie propellerkist die zijn motoren start en daarna grommend het luchtruim kiest. Het geluid is dan bepalend. Zet dat af en de lol van het kijken is voor mij als liefhebber meteen 50% minder groot. Nee, ik ben niet van de zwijgzaamheid. Geluid is voor mij ook muziek, geen overlast. Ik snap best dat er mensen zijn die dat anders zien. Waar elke decibel geluid wel wordt ervaren als overlast. Zit vaak ook in de genen. Je opvoeding en de omgevingsfactoren. Ik ben niet onpartijdig op dat punt. Maar blijf hier maar even genieten van al die auditieve genoegens. Wat ben jij voor een type? Meer van de stilte of neem je de omgeving voor wat hij waard is? De lezerskring een beetje inschattend liggen de meningen vast sterk uit elkaar. Ben benieuwd wie zwijgzaam door het leven gaat en nul decibels geluid projecteert. Dat zijn toch de bijzondere uitzonderingen…..Hoe geacht ook…..Maar ga dan ook morgen niet naar buiten. Het wordt vast druk overal… (Beelden: archief)

Maria…

Devoot was hij, al van jongs af aan, en dus was het niet zo gek dat hij uiteindelijk had gekozen voor een roeping als priester in het enige ware geloof, dat van Rome. Na een uitgebreide opleiding waarin hij zich de leer van de kerk en die van de Opperheer had eigen gemaakt voelde hij dat hij toe was aan verspreiding van het geloof en het besturen van een door hem aangestuurde parochie. Hij deed zijn Gelofte in het bijzijn van mede-studenten die tot het ambt waren geroepen en de bisschop van dienst en kreeg een eigen Gemeente in het zuiden van het land. Een oude pastoor had daar de schapen tot Christus gebracht maar was nu toe aan nog een paar jaar rusthuis in het nonnenklooster van Sint-Jacob-aan-de-Geul. Aan hem om de boel wat op te frissen. Dat deed hij vooral in zijn onderkomen, een groot en oud huis dat naast de kerk was gebouwd in de 17e eeuw. Gemaakt van mergelsteen en koel in de zomer, heet gestookt in de winter. De kerk zelf was sfeervol en hij maakte er een gewoonte van veel kaarsen te branden om zo gelovigen te trekken die iets zochten wat alleen het ware geloof zou kunnen bieden. Lastig had hij het met de gelofte van kuisheid. Hij was jong en af en toe overmande gevoelens die hij toch als duivels omschreef zijn fysiek. En hij moest toegeven, hij kon de verleiding soms niet weerstaan om even stoom af te blazen. Natuurlijk vroeg hij de Heer dan de volgende dag om vergiffenis. En soms dacht hij dat hij het grote beeld in zijn kerk zag knipogen. Dat deed ook de fraaie huishoudster die hij had overgenomen van Meneer Pastoor. Een blonde deerne die ook nog eens naar de naam Maria luisterde. Ze oogde vroom, werkte hard in huis en deed zijn huishouden met verve. Op een avond, hij was alleen en bereidde zijn volgende preek voor, overviel hem weer dat gevoel van….. Hij werd er onrustig van. Wilde niet toegeven, maar ja…. Langzaam ging de deur open. Tot zijn verbazing stapte Maria binnen in zijn werkkamer. Normaal sliep ze ergens op zolder in dat grote huis, nu zag ze er uit of ze op weg was naar de badkamer…. Ze keek hem aan, met een blik die hem deed denken aan die andere Maria, vol liefde en warmte. Even later lagen ze samen in zijn bed. Schoon opgemaakt, de lakens strak gestreken. Zij had haar voorwerk gedaan. Hij deed hetzelfde. En toen ze samen kwamen was het net of de Hemel open ging en een engelenkoor de kerkklokken deed klingelen. Maria glimlachte hem na afloop toe. Uiteraard was hij direct verliefd op haar. Een wonder was geschied. Alleen deelde hij dit niet met zijn boven hem gestelden of de andere gelovigen. Die zouden hem wellicht met pek en veren weg sturen. Nee, hij hield zijn liefde voor Maria maar voor hem en haar. In de kerk kwam een speciaal ingericht Maria-altaar. En elke dag brandde hij daar zelf een stevige miskaars. En deed een schietgebed. Dat Maria maar altijd bij hem zou blijven…

De tand des tijds…

De tand des tijds…

In mijn interessegebieden zitten wat Social-Media-groepen die af en toe fraaie oude plaatjes posten waarop bijvoorbeeld auto’s uit de jaren 60/70 of zo met daarbij allerlei aantrekkelijke dames. Al dan niet in de toen gebruikelijke vrouwelijke dracht. De vertrutters van deze wereld hadden toen nog geen grote invloed en over het idee dat de dames wellicht achter de schermen door fotografen of zo werden betast (ik overdrijf nu even schromelijk) dacht niemand na. We spraken nog gewoon Nederlands, Frans of Spaans en het Engelse #Metoo gedoe was onbekend. Hoe dan ook, tijdens een van die sessies merkte iemand van die groepen op dat het toch wat is, die dames waren intussen ook klassiekers (..) geworden net als die auto’s. Ik vond het wel een confronterend idee.

Net zo als wanneer ik door die oude dia’s heen ga en zie dat indertijd bezochte artiesten intussen oud zijn of al zijn hemelen, familieleden of vrienden het pad naar boven allang hebben gevonden en eventuele slanke en soepele lijven en leden wel enkele kilo’s geleden zijn. Zelfs mensen die altijd jonger waren dan ik ben of was, zijn intussen op leeftijd gekomen. Overgang, grootouderschap of zelfs pensioen wordt nu ook door hen bereikt. Het gaat zo snel allemaal. Bij een van de op zo’n beeld aantrekkelijke dames ging ik eens zitten berekenen hou oud die nu moet zijn als ze nog in ons land der levenden rondloopt op haar toen zo slanke benen. Nou, ware zij toen pakweg 20, is ze nu 72.

Mai mai toch een mooie leeftijd om tenminste moeder dan wel oma te zijn. De glans van de jeugd verdwenen, de ondeugd uit het lijf verbannen, van korte rok naar lange lappen, van blond naar grijs, van staand naar hangend. De oude Meninggever voelde zich meteen een stuk plezieriger. Het ouder worden is dus niet alleen voor hem van toepassing, we lijden er allemaal aan. Zelfs de toen zo mooie dames. Van filmster tot fotomodel. Sommigen daarvan doen er alles aan om zich via kunst/vliegwerk jonger te laten lijken. Ze doen aan sport, yoga of wat ook om het functioneren nog wat soepeltjes te laten verlopen. Net als die oldtimers. De nieuwe wagens van toen, goed onderhouden, altijd binnen gestaan en met weinig kilometertjes op de klok. En vaak kunnen die dames dat allemaal niet beweren. Geen wonder dat ze dan niet meer zo fraai ogen als toen…… Zijn net mannen….. En meteen een waarschuwing dat ons allen dit bij goede gezondheid zal overkomen. (Beelden: Eigen archief)

Namenmonument…

Namenmonument…

Nog niet zo lang geleden werd het zgn. Holocaust Namenmonument neergezet in de oude ‘Joodse buurt’ van Amsterdam. Het opvallende monument is een soort van ultiem eerbetoon aan de vroegere Joodse bewoners van deze stad die door de Duitse bezetter in die akelige oorlogsjaren werden weggesleept uit hun huizen en afgevoerd naar de vernietigingskampen in het oosten. Op industriele wijze en met fataal gevolg. Het monument zelf bestaat uit muren in nagemaakte straatjes (beeldspraak) opgebouwd uit stenen met daarop de namen van de slachtoffers. Alfabetisch.

En met vermelding van hun geboortejaar en datum van sterven. Ook de leeftijd wordt vermeld. En dat is heel confronterend soms, met name de vele kinderen van toen komen dan wel even binnen. Soms slechts enkele weken of maanden oud, het maakte de Duitsers (en hun Nederlandse handlangers) niet uit, Jood was Jood en ze moesten dood. Het blijft toch onvoorstelbaar dat je zo denkt, dat op het oog normale mensen komen tot daden als deze. En natuurlijk in oorlogen uit het verleden of die in het heden zie je ook dat totalitaire regimes weinig op hebben met burgerrechten of anders denkenden. Maar vernietiging van hele volksstammen kom je toch vooral tegen bij het Stalinisme of Nazisme, al kwam IS ook nog wel een eind op streek bij haar dodelijke aanpak van in haar ogen minder godsdienstige types. Hoe dan ook, aan de Weesperstraat in onze stad is een indrukwekkend monument verschenen dat recht doet aan het leed van alle betrokkenen.

Ook een plek waar je echt naartoe moet om te zien waartoe de ideologische waanzin soms kan leiden. En iedereen die dit durft te vergelijken met de ‘dwang’ om te te laten vaccineren tegen COVID moet zich diep schamen. Net als zij die menen dat minderheden in ons land worden behandeld als de Joden in WO2. Schande of gebrek aan inzicht dan wel overdaad aan indoctrinatie. En als het over getallen gaat, in die ellendige oorlogsjaren werden 102.000 joodse mensen afgevoerd richting vernietiging. 70% daarvan kwam uit Amsterdam. Elke porie van die oude Joodse buurten ademt hun sfeer nog en het bloed kleeft aan de fundamenten van de nieuwbouw die vaak in deze hoek van de stad is verschenen. Op 4 mei a.s. toch maar eens aan denken dan….Helpt relativeren als het weer eens gaat over al dat ‘leed’ van hen die feitelijk nooit leden….(beelden: Eigen opnamen)

Heel lang lieveling van Nederlanders; Opel!

Heel lang lieveling van Nederlanders; Opel!

Zeg je in onze streken ‘Opel’ krijg je van veel kanten te horen dat men dat merk nou net wel kent. Vaak vanuit het verleden, want Opel was hier decennia lang mateloos populair en werd vanaf de jaren zestig tot negentig achtereenvolgens telkens best verkocht. Op een of andere manier hadden wij hier wel iets met dat merk. Het was Duits, oud, leunde vanaf 1929 op het Amerikaanse General Motors en startte al kort na de oorlog weer met auto’s bouwen. Waren de vooroorlogse Opels nog relatief bescheiden van omvang, na de oorlog nam men het principe aan van ‘veel auto voor je geld’, zoals dat nu vaak door Koreaanse merken wordt gehanteerd.

De eerste naoorlogse Opel was de Olympia. Hoewel men in de bestelwagensector de Blitz al kende die nog wat langer werd gebouwd. Beide wagens baseerden op vooroorlogse modellen. Was bij veel merken het geval na WO2, scheelde ook ontwikkelingskosten. Daarnaast was er de wat chiquere Kapitan die een zespitter voorin had zitten en vooral bij de toen ook al actieve gangster geliefd was. Je reed er veel politiewagens van toen mee zoek. Net als men in Detroit gewend was waardeerde ook Opel haar modellen met elk nieuw bouwjaar op.

Zo was de versie van 1950 optisch een heel andere dan zijn voorgangers, maar motorisch hield Opel alles bij het oude. En dat principe bleef men trouw tot en met bouwjaar 1957. De koets veranderde, de techniek niet. Betrouwbaarheid troef. Met de P1 uit 1957 kreeg de Olympia een heel ander uiterlijk. Panoramische voor en achterramen, een smak chroom en soms tweekleurige lak. De typische Opelklanten smulden. Het onderstel van die Opels was voor het eerst comfortabel, wij noemden dat als mensen langs de zijlijn, vaak zweverig. In 1958 kwam een soort automaat beschikbaar.

Naast de Olympia zagen we ook de grote Kapitan meebewegen. Amerikaanse styling, een bak ruimte en lekkere motoren. Elk jaar een nieuwe uitvoering, de klanten genoten er van. Veel daarvan overigens taxi-chauffeurs die er trouw hun rondjes mee reden. Na 1959 was de naam Olympia verdwenen, kregen we de Record in beeld. En ook die wagen bleef heel lang beschikbaar. Amerikaanse styling, dat comfortabele van de vering en loeibetrouwbare motoren. Wie Record reed kon zich laten zien. In de lijn van de grote modellen kwam naast de Kapitan nu ook een Admiral, Diplomat of Commodore beschikbaar.

Bij de duurste zelfs met een V8 van 5,3 liter inhoud die zo uit een Chevrolet stamde. Maar al die bewegingen maakte wel dat klanten meer en meer kozen voor andere merken. De prijzen van Opels flink gestegen en de gemiddelde arbeider en huisvader kon het zich niet meer veroorloven. Opel loste dat handig op met de super-eenvoudige en compacte Kadett. Rechttoe rechtaan vormgeving, ruimte voor vier en nog bagage mee ook. Een simpel 993cd motortje voorin, maar je haalde er 120km.u mee en als je rustig aan deed was hij nog relatief zuinig ook.

Sommige van die Kadett’s zoals de B uit 1965 werden hier mateloos populair en deden vele jaren lang dienst. Een sportieve Rally-uitvoering bekoorde vooral jonge rijders. Met die Kadett ging Opel ook de strijd aan met VW waar men nog lang vasthield aan het Keverprincipe. Maar daar brachten ze begin jaren 70 de Golf en Polo. Voorwielaangedreven wagens waarbij die (ook al) zweverige Kadett’s toch ouderwets leken. In 1983 reageerde Opel pas met de Kadett D.

Een vierkant ogende auto met de motor en aandrijving voorin waarmee men vooral het Opelpubliek weer aan zich wist te binden. Toevoegingen als de GT, een prachtige sportcoupe, maar meer nog de Manta, latere Ascona en zo meer zorgden voor een extra grote en trouwe klantenkring die het merk en hun keuze met verve verdedigden. In de jaren negentig ging Opel over een andere boeg. Men leende modellen van andere fabrikanten als Suzuki of Daewoo om daarmee gaten te vullen in het gamma.

Na de eeuwwisseling kwamen zelfs Amerikaanse wagens deze kant op als de Ampera die hier als Opel dienst moesten doen. Ondanks alle successen en het ijzersterke imago bereikte Opel overigens een bepaalde status nooit, die van winstgevende dochter van G.M. Altijd was er verlies. Iedere poging om het bedrijf af te slanken liep spaak op onwil van vakbonden of Duitse regering. Na de bankencrisis van een jaar of tien geleden ging het definitief mis. G.M. stond op wankelen, kreeg miljarden staatsteun maar moest daarvoor ook afslanken. Een van haar grootste problemen was Opel.

Het hele merk met alles er op en aan kwam op de markt. En na jaren zoeken werd het Franse PSA (Peugeot/Citroen) eigenaar. En wisten die Fransen eindelijk winst te maken. Men haalde de geleende modellen van andere merken uit het gamma, sloot alsnog fabriekslijnen en zette die Opels over op eigen platforms en techniek. De nieuwe Opels ogen geweldig, maar zijn toch wat kwijtgeraakt van dat typische wat het merk altijd in zich had en wat zoveel kopers aan zich wist te binden. De nummer 1 positie is het al langer kwijt. VW nam die plek over, en de Koreanen zijn nu de grootste concurrenten. Opel is haar plek als leverancier van ‘veel voor weinig’ leverancier allang kwijt. Men zet anders in. Zoekt nu ook elektrische tractie, veelal verkregen vanuit Frankrijk. Komt het toch nog goed met dat oeroude bedrijf van Adam Opel. Maar dat echt merkgevoel……nou dat is wel weg nu…. (Beelden: eigen archief)

Stille communicatie…

Stille communicatie…

Juist vandaag sta ik even stil bij hen die niet meer bij ons zijn. Geliefden, vrienden, familie. Mensen waar je bij leven veel om gaf, soms minder zag dan je wellicht zou willen of hebben gewild, maar omstandigheden maakten dat soms lastig. Bij leven nemen we de dingen zoals ze komen. We gaan er vanuit dat mensen het eeuwige leven in zich hebben en nemen de dag van morgen als vanzelfsprekend. Toch is dat niet zo, en dat is best confronterend. Kijk eens door (niet eens zo) oude fotoalbums of bestanden en je schrikt soms bijna van het aantal lieden die je nu moet missen. Soms is dat missen iets als kiespijn, maar in de meeste gevallen toch echt op de rand van het verdrietige af. ‘Had ik maar..’ denk je dan soms. Waarom nemen we het leven als iets vanzelfsprekends?

Je hebt maar een pandemie nodig of een oorlog zoals die woedt in de Oekraine om te beseffen dat alleen al door handelen van anderen of virussen ons leven zo maar kan eindigen. Bezoek een ziekenhuis en zie wat daar allemaal plaatsvindt en welke invloed het heeft op de mensen die er komen met soms een laatste vleugje hoop op een redelijk verder leven. Tuurlijk moeten we daar niet elke dag bij stilstaan, anders worden we wel heel depressief wellicht. Maar misschien wel wat meer aandacht voor elkaar nu het nog kan in dit aardse bestaan. In de afgelopen jaren moesten wij afscheid nemen van heel wat van vroeger bekenden, vrienden en familieleden. Allemaal gekoesterd, maar soms ook wel wat verwaarloosd. Tuurlijk, je eigen drukke leven, prioriteiten, grote afstanden tot elkaar, letterlijk en ook figuurlijk. Maar nu kan het niet meer. Blijft de (h)erkenning van hoezeer iemand ooit van groot belang voor jou was. De negatieven daarbij het liefst uitgesloten van die herdenking. Een ding is wel zo, zolang we aan die gehemelde mensen blijven denken zijn ze nog een beetje bij ons. Pas als dat niet meer plaatsvindt zijn ze vergeten. Afgeschreven, anoniem. En dat lijkt me helemaal niks….Zelfs voor onze oude huisdieren van voorheen, voelen we hier nog een gevoelig plekje…en koesteren de beelden……Hoe gaat jullie, beste lezers, om met die herinneringen en als je wilt deel maar hier hoe…..Dank daarvoor…..

Verhuisde verhuizer…

Verhuisde verhuizer…

De al eerder beschreven geschiedenis van mijn woonbuurt in het toen als ‘Oud-Zuid’ aangeduide stukje van Amsterdam tussen Ceintuurbaan en Amstelkade omvatte ook die van de nodige bedrijven die daar hun domicilie kenden. Het barstte er van de middenstanders, voor zuivel, brood, vlees, groenten, sigaretten of een fietsenmaker hoefde je nauwelijks de deur uit. In onze straat alleen al barstte het van die lui.

Maar er zaten in die jaren ook de nodige grote bedrijven. Die uiteraard ook aan veel van de toen daar woonachtigen werk boden. Een daarvan het toen al grote verhuisbedrijf van Van Deutekom. Het stamde al uit de 19e eeuw en was op enig moment neergestreken in onze straat niet ver van de Amsteldijk. Wagens van het bedrijf reden meestal in de ochtend onze woonomgeving uit om er voor de avond weer terug te keren. Klussen geklaard. Heel andere trucks dan wij kenden van de meer bij ons in de buurt van ons huis gevestigde garage met transportbedrijf van Ouke Baas dat heel andere ritten klaarde.

Soms stond de straat vol met die wagens omdat er werd getankt en je door de (ook toen al) geparkeerde personenwagens dan niet verder kon. Vandaar dat ik die bedrijfsnaam aardig in me op kon nemen. In de jaren zestig verhuisde Deudekom naar Duivendrecht. Een nieuw bedrijventerrein, meer ruimte, en veel betere ontsluiting van de wegen richting de opdrachtgevers. Daar bouwde men de boel aardig uit. Meer in de breedte, nu ook bedrijfsverhuizingen, tentoonstellingen, beurzen, opslag van waardevolle spullen voor derden, en projectverhuizingen.

Men doet dat in binnen- en buitenland. Uiteraard behaalde men alle certificaten nodig om dit werk te kunnen doen, zoals ISO9001 en is er voor milieubewuste klanten ook een CO2 Bewust certificaat niveau 3 behaald. Voor stadsvervoer zet men nu veelal elektrische bestelwagens in. Zegt iets over het kwaliteitsgevoel bij deze oude verhuisfirma aan wie ik onlangs ineens moest denken toen ik in Duivendrecht langs hun vestiging reed. Toch een verbintenis mee, ook al zullen zij zich daar mij zeker niet herinneren. Maar ik zie nog steeds die toen met hout betimmerde vrachtwagens voor me, al dan niet met oplegger en het geroffel van die machtige dieselmotoren van wagens die nu allang zijn uitgestorven of in een museum beland. Uitgestorven zijn ook allang al die middenstanders en andere ondernemers in die vroegere woonstraat. Niks meer van over. Allemaal geschiedenis. Die met steeds minder mensen kan worden gedeeld…. Blijft jammer. (Beelden: Deudekom website)

Snelle jongen…

Altijd gehad. Die behoefte aan snelheid. Op zijn driewielertje vroeger al, altijd razen, door de kamer, of in de hal van hun best grote huis van zijn ouders. Tuurlijk wel eens een bult op zijn bol opgelopen als hij ergens tegenop reed of omviel. Maar daar werd je hard van, zo vond zijn vader. Gelukkig wreef zijn moeder dan over de pijnlijke plek of legde er een nat lapje op. Huilen deed hij zelden. Hard moest hij zijn. En dat werd hij. Op de fiets, de scooter, motor en later in de auto. Haantje de voorste in het verkeer, de bekeuringen zijn fanmail. Maar elke auto die hij weer kocht als opvolger voor dat waaraan hij eerder een tijdje verknocht was geweest, bleek opnieuw sneller te kunnen. Hij gaf veel geld uit aan verfraaiingen, aan tuning van de motor, het onderstel, en steeds weer was hij de snelste van de straat, zelfs het dorp waar hij leefde toen hij eenmaal het huis uit was gegaan. Zijn liefdes kwamen en gingen net zo snel als zijn auto’s. De meeste meiden niet zo blij met zijn rijstijl. Die wilde gewoon dat hij lief voor ze was, kluste in huis of in de tuin. Maar hij zag meer in die racemonsters van hem. De kick die het gaf als hij er iemand uit reed bij het verkeerslicht of net even sneller een rotonde over kon dan anderen. Nooit deed hij echt onvoorzichtig, rijden kon hij wel, bekeuringen zeiden op dat punt weinig tot niks vond hij. Op een avond reed hij weer naar huis vanaf zijn werk. Een afstand van 25 km, deels langs het kanaal. Het was donker, regende en het zicht was matig. Toch ging het gaspedaal weer diep omlaag, want zijn nieuwste liefde wachtte op hem thuis. Een lieverd die hem verwende en ook hield van zijn passies. Tuurlijk, je mocht hier maar 80km/u maar ach, dat was niks, dus hup, 120km/u moest ook kunnen. Had hij zich aan de snelheid gehouden had hij dit verhaal persoonlijk naverteld, nu zag hij te laat die trekker met aanhanger van rechts de weg opdraaien voor hem. De bestuurder schatte zijn snelheid veel lager in dan hij echt was, de klap die volgde was zo heftig dat zijn auto in twee brokken brak. De kracht van de aanrijding maakte dat dat deel waar hij zat totaal verfrommelde tegen de stevige landbouwaanhanger…Het licht ging voor altijd uit. Toen het weer aan ging vroeg Petrus aan hem wat hij op Aarde zoal had gedaan en hoe hij werd gezien door anderen….. Met moeite kon hij nog uitbrengen..’een snelle jongen’. En daarna werd het donker…..

Amsterdam Museum…tijdelijke lokatie..

Amsterdam Museum…tijdelijke lokatie..

Over het aardige Amsterdam Museum heb ik in het achter ons liggende blogtijdperk wel een paar maal eerder iets geschreven. Normaal te vinden tussen Nieuwezijds-Voorburgwal en Kalverstraat is het nu tijdelijk met een deel van de collectie neergestreken in een vleugel van dat fraaie gebouw van de Hermitage aan de Amstel.

Het eigen museumonderkomen wordt momenteel verbouwd en men is blij dan via deze oplossing toch nog iets te kunnen laten zien over het rijke verleden van de stad. Met de Museum-Jaarkaart mag je ‘gratis’ naar binnen en het is een aanrader. Ruim opgezet, van oud tot modern, wanden vol objecten die met de stad van doen hadden of hebben. In het midden van de zaal ruimtelijk opgezette ‘kamers’ met daarin speciale aandacht voor bepaalde aspecten uit de geschiedenis zoals de ruimhartige integratie van andere culturen, maar ook de revoluties die in de jaren zestig de stad op haar kop zetten en meteen de samenleving deden veranderen.

Amsterdam als progressieve stad, als bolwerk voor linkse lieden, krakers, drammers en meelopers. Seks als industrie en levensstijl, alles komt voorbij in deze erg goed ingerichte expositie. Een deel waarvan moet nog worden aangevuld met aan te leveren stukken. Juist op deze plek zo goed passend bij de bruisende stad er omheen. Ik genoot er van. Zeker na die wonderlijke expositie met kunst van de geest (zie 0104 jl) was dit een verademing. Ik nam er de tijd voor, zette wat dingen op de foto en genoot…. Wat een prachtige stad was en is het toch.

Ook al bloedt zij dan soms, en trachten provincialen haar te veranderen in een kopie van hun geboortedorp, over het algemeen nam of neemt de echt Amsterdamse bevolking na enige tijd het heft zelf in handen en kreeg of krijgt de stad weer een nieuw elan. Alleen daarom al zou je alle groenlinkse types die maar morrelen aan de leefbaarheid en schoonheid van onze stad, verplicht naar deze expositie moeten sturen. Valt veel te leren over die geschiedenis. Zonder welke niemand iets in de toekomst heeft te zoeken. Voor hen die gewoon nieuwsgierig zijn naar die geschiedenis, aanrader!! (Beelden: Prive)