Als er dieren in een bos aan me voorbij lopen of ik zie iets op tv over roofdieren in de jungle krijg ik er geen enkel echt emotioneel gevoel bij. Sorry voor hen die deze dieren zien als veredelde huisdieren, ik heb er weinig mee. Maar kom niet aan de huisdieren. Net als veel anderen dicht ik mijn poezen of vroegere hond bijna menselijke karaktertrekken toe en kan ik enorm genieten van het gespleten karakter dat veel van die diertjes vertonen. Voor en tegen, lief en puberaal baldadig. Ik kan er door smelten. En dat is altijd zo geweest. Van jongs af aan met huisdieren opgevoed. Altijd een hond of kat in de buurt en soms kon je daarmee de gesprekken voeren die met de in een wat meer georganiseerd gezin aanwezige mensen zouden moeten plaatsvinden. En het leek soms of die dieren je dan begrepen. Nu was het met die hond van vroeger thuis best wel lastig om even goed met hem te praten. Zijn haren hingen altijd voor zijn ogen en als je hem de keuze gaf tussen ‘verse waar’ of een gesprek was zijn primaire keuze niet zo lastig.
Zelden zo’n sukkel meegemaakt. Groot, sterk, maar met de intelligentie van een pinda. Als het er op aan kwam, mijn stiefvader had hem ook een beetje voor de veiligheid in huis gehaald, niet gek gezien de handel waarin hij toen zat, had je niets aan het beest. Hij zag dan te weinig om in te schatten wie hij nu moest ‘pakken’ en dus werden de huisgenoten aangepakt en konden de meeste kwaadwillenden probleemloos weg lopen. We zaten wat bij de Eerste Hulp. Maar nam je hem mee op straat was het een prima metgezel. Mythische proporties nemen de verhalen over het beest aan, en dat geldt ook voor de zaken die ik meemaakte met onze Purdy, de enige hond die ik in mijn eigen huis ooit heb aangeschaft. Wat een schat van een beest was dat en wat een plezier hadden we er mee. Maar dan vergeet ik wel voor het gemak de vernielde meubels, deursponningen, de opgegeven kussens, en de narigheid van de eindfase van ‘zijn’ leven.
Huisdieren zijn geweldig, als alles goed gaat. En je hebt naast vreugde aan het begin ook veel verdriet aan het eind. Geldt voor de meeste mensen die ik ken en iets hebben met hun huisdieren. Ze zijn trots op ‘hun diertjes’, vertellen er (net als wij) graag over, en zijn compleet van de leg soms als zo’n diertje naar de dierenhemel is gegaan. Kom daar maar eens om bij dieren in het wild. Je hecht je er niet aan en als er eentje dood gaat is dat ‘de natuur’. Genuanceerd dus, die dierenliefde. En soms lopen die zaken dwars door elkaar als we het zielig vinden dat vee wordt geslacht, vissen gevangen en wilde dieren in dierentuinen of circussen opgevoerd. Lastige kwestie die soms leidt tot heftige discussies. Mag hoor, zeker hier. Dus…komt u maar!