Excuses…

Excuses…

Wie iets heeft gedaan, gezegd, vermeden of wat ook waar anderen zich aan hebben gestoord, geergerd, of zelfs verdrietig van werden, maakt tegenwoordig gewoon excuus en komt er soms mee weg. In normale situaties tenminste. Je geeft mekaar een hand, kus of knuffel en leeft weer verder. Ik heb in het verleden zelf nog wel eens excuses aangeboden voor iets wat ik beter niet had kunnen zeggen of zo, zelden leidde dat tot al te grote problemen. Omgekeerd accepteerde ik ook wel eens excuses van iemand die me iets had geflikt wat mij echt zeer deed. Maar ik ken voldoende mensen die in wat ze me aandeden nooit reden genoeg vonden om daarvoor later excuses te maken. Zo verliep een zakenrelatie van jaren tot een ijskoude afstand toen de andere partner in ons verband meende om mij om mijn afkeer van extreemlinkse politici met bepaalde uitdrukkingen te duiden die echt recht op de persoon waren gericht. Ik sloot direct de luiken en heb de man buiten mijn netwerk gehouden tot op de dag van vandaag.

De handel die we samen deden en waarvan juist hij het meest profiteerde was geen reden voor hem excuses aan te bieden. Het zij zo. En mijn ingebakken trots maakt het met de jaren steeds lastiger omgekeerd een weg te bewandelen die tot een gesprek kan leiden. Zo was er ook een chef die me iets flikte waarbij hij zeer ten onrechte een conclusie verbond die mijn carriere indertijd beschadigde. Hij was volkomen verkeerd geinformeerd en deed wat hij nodig vond zonder de feiten te kennen. Het gevecht daarna werd stevig gevoerd en kostte hem veel geld. Na een paar jaar kwam ik hem weer eens tegen en sprak hem daarop aan. Beiden zaten we in een andere fase van ons leven en het ging ons verder goed. Hij hoorde me aan, vond het prima dat ik hem er op aansprak maar een excuus bleef uit. Dat verbaast me nog tot op de dag van vandaag. Maar die verbazing geldt ook voor excuses die onze regering links en rechts uitdeelt aan groepen en landen waar in het verleden wellicht iets mee of bij fout is gegaan.

Zo waren er excuses voor die mensen in voormalig Joego-Slavie. Of die aan mensen in Atjeh waar het Nederlandse leger indertijd extremistische moslim-rebellen bestreed. Altijd gevolgd door de claims op schadevergoeding vanuit die kant waarop de excuses waren gericht. Maar dat geheel kreeg een overtreffende trap toen onze premier, ongetwijfeld onder druk van het abjecte D66 in de regering, excuses ging maken aan de gebieden waar ooit in het verleden slavernij had geheerst. Nu was Nederland op dat punt een klein landje en/of dader, maar toch. De veelal Surinamers die het betrof wilden die excuses niet. Die wilden boetedoening en vooral schadevergoedingen. Te betalen door mensen die nooit iets verkeerds deden aan hen die nooit echt leden. Voor een enkel eilandbestuur in de Caraiben waren excuses ook prima, maar of we dan wel even de miljardenschulden die men bij ons had wegens wanbestuur of wat ook, wilden kwijt schelden. Excuses dus, goed bedoeld maar verder uiterst naief. En ook volstrekt afbreuk doende aan de ellende van de arbeiders in ons eigen land een eeuw terug. Of de overheersingen en onderdrukking door vreemde machten die in ons land huishielden en heel wat slachtoffers maakten. Maar daar praat men in Den Haag liever niet over. Te lastig. Net zoals we ook de Molukkers en Papoea’s geen excuses gunden. Nee, als ons blazoen richting de slavernij maar zuiver is. Ook al kost dat tientallen miljarden…. Mocht je het niet met me eens zijn, sorry….ik moest het even kwijt. En nee, ik betaal geen schadevergoedingen…. Ben net die halstarrige ex-zakenpartner en chef. Wie zwijgt stemt niet toe….(Beelden: Prive-collectie)

Sterren…

Hun huwelijk verliep eigenlijk al wat jaren op een keurig net niveau, een tempo passend bij hun doelstellingen. Een eigen huis, kinderen, liefst twee, een hond, auto voor de deur en een goede baan voor hem. Dus werkte hij hard om dat allemaal te bereiken. Waar het ging of kon praatten ze met elkaar over ditjes en datjes en ze zaten vaak samen hand in hand voor de tv. Allemaal volgens de normen die ze zelf hadden gesteld toen ze samen aan deze verbintenis begonnen. Zij werkte in huis, hij was veel onderweg. Had een drukke en leuke baan, goed betaald, en prima collega’s. Op een dag had ze toen hij thuiskwam lekker gekookt. Ze had een fleurig en kort jurkje aan. Hij had net op zijn werk een geweldige deal gesloten maar had daarvoor wel vele uren besteed om zover te komen. Voelde zich best vaak moe. En dan die lange rit terug naar huis… Hoe dan ook, eenmaal aan tafel, de kinderen mochten van haar voor de tv hun bordje leeg eten zei ze ineens: ‘Ik zou best wel eens sterren willen zien’. Hij keek haar aan, toen naar buiten waar de ondergaande zon nog steeds zorgde voor behoorlijk wat daglicht. Hij dacht even na en vroeg toen ‘Hoe bedoel je dat?’ ‘Nou, ik wil ook wel eens sterren zien, net zoals Antoinette, mijn vriendin…’ ‘O ja, nooit geweten dat die daar interesse voor had…’. Ze keek hem met een verbaasd gezicht aan. ‘Je snapt me niet he? Ik wil gewoon echt eens sterren zien’. ‘Nou dan gaan we dat toch regelen’ was zijn wat zakelijke antwoord en hij keek even om naar het tv-programma waar de kinderen zich mee leken te vermaken. Zij ruimde de tafel af. Het leek wel of ze met haar lijf schudde, maar dat was helemaal niks voor haar vond hij. Dus pakte hij de krant en las de laatste nieuwtjes. Ze spraken er niet meer over en hij dacht er niet meer over na. Tot hij op een dag een advertentie zag waarin een aantal artikelen werden aangeprezen voor een uitverkoopprijs. Uiteraard bestelde hij er daar een van. Stevig formaat, fraai van materiaal, met garantie. Nou dat zou haar verrassen. Ze wilde sterren zien, dat ging lukken. Toen ze een paar weken later weer aan tafel zaten en zij weer begon met haar vraag over dat ze sterren wilde zien, stond hij op, liep naar boven en haalde het pakket dat hij via zijn werk had laten komen en mee naar binnen had gesmokkeld. ‘Nou met dit zal dat wel lukken denk ik’ en zette het voor haar neer. Blij en met rode wangen van de opwinding pakte ze het pakket uit. En keek verbijsterd naar de sterrenkijker die hij voor haar had gekocht. Een pracht exemplaar, gemaakt in Duitsland met een fikse lens en stabiele driepoot. Ze hield het ding vast, keek hem aan met een blik die niet veel goeds voorspelde en praatte drie weken niet meer met hem…..

Tempel…

Tempel…

‘Ons lichaam is een tempel en blijft het best intact als we ons houden aan de wetten van Reinheid, Rust, Regelmaat en Regels van den Kerk met de grote K’. Die fysieke tempel was ons volgens die leer door God gegeven om goed voor te zorgen en er zeker geen misbruik van te maken. De Reinheid was daarbij wel een dingetje. Want in onze kinderlijke oren en ogen bestond die vooral uit het dagelijks reinigen van dat wat door het gebruik vervuilde. Zeker als je de dagen van toen deels op straat doorbracht en daar allerlei spelletjes speelde die maakte dat je soms onder de bagger thuiskwam. Maar het betekende natuurlijk ook iets anders. Je diende de lichamelijke lust te bedwingen tot je op een leeftijd was gekomen dat je die in de juiste kanalen mocht leiden. Kanalen die bij de andere sekse weer rein werden gehouden tot dat grote moment. Want het betreden van de tempel bij de ander was een kunst op zich temeer omdat daarbij Gods water over Gods akker diende te vloeien en je dat water vooraf niet mocht verspillen.

Nou dat was indertijd best een dingetje. Daarvoor bestond er die Rust. Met de handen boven de dekens en lakens en natuurlijk weg van die symbolische kraan of gootsteen waar dat water maar uit of in kon vloeien. Rust was ook nodig omdat je de volgende dag soms weer vroeg geacht werd tijd te besteden aan de versteende tempel van de Heer die in ons geval vlakbij om de hoek gezeteld was. En waar al die geboden en verboden om je oren vlogen. Daarbij was Regelmaat natuurlijk een handige aanbeveling. Hoe meer je in dat jargon geloofde hoe sterker je verbonden was met de Regelgeving van de enige ware kerk van Rome. Nou ik kan je verzekeren dat dit allemaal redelijk goed ging tot de persoonlijke kraan soms tot een brandslang werd waarop constant druk stond en het met de Rust al snel gedaan was. Reinheid diende nog slechts een doel, zo snel mogelijk voorbij die op het oog dikke deuren van die tempel elders te komen zodat je wist waarover het allemaal ging in die omfloerste teksten van al die ge- en verboden.

Opvallend was ook dat bij het echte leren van waarover het allemaal ging, ouders in onze tijd geen rol van betekenis speelden en de zwartrokken van de kerk toch vooral meenden dat die reinheid zich beperkte tot bijen die bloemen bevruchtten. Terwijl wij thuis eerder last hadden van wespen dan van bijen. Nee, het betere hand en spantwerk moest je zelf maar uitzoeken allemaal. En dat ging niet in alle gevallen goed. Ik heb heel wat voorbeelden gezien van vrienden uit de straat of zelfs familie waarbij dat Gods water zorgde voor een iets minder gezellig gevolg. Dan moest er getrouwd worden en was het maar de vraag of die verbintenis onder dwang ook tot het gewenste resultaat zou leiden. Tegenwoordig zie ik jongens en meiden die zich eerst eens goed uitleven en met dat water smijten alsof het niks kost. Die na pakweg negen of toen relaties menen toe te zijn aan een echte werk met de ware en waarbij dat water goed kan dienen om een nieuwe generatie op de wereld te zetten. In de hoop dat die zich op andere wijze tot de tempel verhouden als wij dat moesten. Intussen is mijn tempel door de jaren heen altijd keurig onderhouden. Veelal goed voor gezorgd. Tuurlijk moest er wel eens iets gerenoveerd worden, maar de kern is gezond. En ik hoop voor mijn gewaardeerde, lezers, dat dit ook voor jullie geldt. (Beelden: Eigen collectie)

De klaagcultuur…

De klaagcultuur…

Weet je wel dat wij als volk echt over alles klagen?? De regering doet alles fout, de buren zijn lawaaiig, we verdienen te weinig, het is hier te warm of te koud, kortom we zijn zelden tevreden. Althans zo lijkt het als je de al dan niet sociale media of gesprekken om je heen wat volgt. Uit onderzoek binnen de Europese Gemeenschap of zelfs de wereldbevolking blijkt dat in de praktijk toch heel anders te zijn. Dan geven wij ons land en onze samenleving een vrij hoog cijfer en vinden best dat we hier als volk aardig gelukkig zijn en wonen. Tuurlijk er is veel gedram, de criminaliteitscijfers dalen niet maar stijgen, de inflatie en kosten rijzen de pan uit, maar toch wonen of werken we hier naar eigen idee plezierig. Maar er blijken ook beroepsklagers te bestaan. Mensen die om een of andere reden altijd het gevoel houden dat zij er niet voldoende toe doen of dat aan hun persoonlijke (ego)belangen te weinig aandacht wordt besteed.

Sommigen daarvan zijn bijna religieus in het uitdragen van hun boodschap. Denk aan de halve zolen die zich vastplakken aan kunstewerken in musea of gevels van gebouwen waarvan zij vermoeden dat alle kwaad daar achter huist. Vaak klagen ze dan achteraf over de matige kwaliteit van de lijm of over het gedrag van het wettelijk gezag dat via haar overheidsdienaren deze klagers losweekt van hun zelf verkozen protestpositie. Je hebt mensen die naast een vliegveld gaan wonen en dan klagen over de lawaaiige vliegtuigen, of zoals nog wat vaker, zij die menen dat de moderne tijd alleen maar nadelen in zich draagt en je dus over alles wat je niet bevalt mateloos moet gaan zitten miauwen. Vaak mensen met de te veel vrije tijd en te weinig echte hobby’s. Baseer je al dat geklaag op feiten of historie kunnen alle klachten meteen de prullenbak in, maar in ons land nemen we ze nog serieus ook. En als die lui hun zin niet krijgen wenden ze zich tot de rechter die door al dit soort klaagzaken niet toekomt aan het berechten van echte misdadigers. En dan klagen andere mensen weer over de lage straffen of zelfs het heenzenden zonder straf van verdachten.

Een voorbeeld van dit soort mafkezen las ik laatst bij het Amsterdamse AT5 (stadszender) op hun nieuwsite. Ergens in Amsterdam-West woont een man op twee hoog die zich gek ergert aan trams die over een aanpalende brug heen rijden. Die bewuste tramlijn bestaat al van ver voor de oorlog, hij zelf was daar onlangs komen wonen. Die trams doen via hun rails op die bruggen dus gedoeng gedoeng en dat een paar keer per uur. Hij vond het maar niks en maakte het vervoerbedrijf GVB bijna gek met zijn klachten. De trams moesten maar wijken vond hij, want hij wilde rust in de tent. Het GVB bleef netjes en onderbouwde haar afwijzing van die klachten op basis van de feiten. De moderne trams zijn vele stiller dan de vroegere, de brug moet nu eenmaal worden genomen en elke dag maakten duizenden mensen gebruik van dit vervoermiddel op juist deze lijn. De wet van de gemenedeler dus. Nou daar was de klager het niet mee eens. Hij wilde zijn recht en deed aangifte van overlast tegen het trambedrijf. En die aanklacht ging leiden tot een rechtszaak. Ik viel zowat van mijn stoel toen ik het las. Ik ben al wat gewend rond Schiphol van dit soort extremistische types, maar deze was er een uit de Eredivisie. Ik ga volgen hoe dit afloopt uiteraard. Want als je moet toegeven aan minderheden die steeds weer iets nieuws bedenken om over te klagen staat op enig moment dit land gewoon stil. Mooie cijfers over tevredenheid of niet. En daarover wilde ik in dit blogje even klagen….(Beelden: archief)

Totaal vergeten; Standard.

Totaal vergeten; Standard.

De Britse auto-industrie is een inmiddels vrijwel volledig vervaagde pagina in de encyclopedie van de autobranche. Ik liet al wat merken uit die hoek van Europa de revue passeren hier. Een merk dat zeker die aandacht verdient is het best chique Standard dat al vanaf 1903 auto’s bouwde in Coventry. Toen en ook later het middelpunt van de Britse auto-industrie. Standard bouwde voor en na de oorlog gewoon goede auto’s en sommige daarvan vormden zelfs de basis voor de sportwagens die later als Jaguar’s zouden worden gebouwd. Na de oorlog bouwde Standard voort op haar modellen uit de vooroorlogse periode. Net als veel andere fabrikanten dat deden om hun productielijnen weer op niveau te krijgen.

Nadat men een paar jaar echte klassiekers had geproduceerd kwam Standard in 1948 met de opvallende en ruime Vanguard 1. Een auto met een bij de tijd passende ronde rug, een kopklepmotor maar ook verwarming aan boord. En dat was elders zeker niet standaard bij auto’s uit die periode. Door de jaren heen werden de Vanguard’s doorontwikkeld. Er verscheen een echte sedan van, maar ook een stationcar. 2.1 liter benzinemotoren kregen gezelschap van iets grotere diesels en dat was in die tijd ook heel bijzonder. Daarmee liep Standard voor op veel andere Britse merken. De ronde rug verdween vanaf 1953 en deze zgn. Standard II zou men blijven bouwen tot en met 1956. Toen verscheen de derde versie met deze modelnaam. Een totaal andere auto, die weliswaar dezelfde 2.1 liter motor benutte maar veel langer werd, en ook zwaarder. Een vierversnellingsbak was nu ook standaard.

Deze auto werd ooit door Corgi Toys in modelvorm uitgebracht en dat model was ook de eerste Standard (en Corgi) die ik als kind onder ogen kreeg. Elegante wagen met ronde achterlichten. Ik vond hem prachtig. Een afgeleide versie werd door Vignale onder handen genomen en uitgerust met een zescilinder-motor. Met twee carburateurs bleek dit best een sportieve variant. Er tegenover stond de Standard 8 die weliswaar modern was van techniek maar ook relatief onopvallend tussen vergelijkbare wagens van andere Britse merken. Wie koffers wilde meenemen moest dat via de deuren doen want een kofferdeksel werd niet meegeleverd. Ook de van de Vanguard bekende verwarming zat niet in de 8. Pas bij latere bouwjaren werd dat leverbaar gemaakt. Na nog wat doormodderen met varianten op het al jaren gebouwde gamma kwam Standard in handen van British Leyland dat het merk nog even liet voortbestaan maar in 1964 haar dochter een stille dood liet sterven. Er kwamen geen Standards meer uit Coventry. Opvallend is dat de Standards nooit echt geliefde klassiekers zijn geworden. En dat is jammer, want het was best een bijzonder merk. Zoals zoveel uit die periode en het Verenigd Koninkrijk…(Beelden: Yellowbird archief)

Einde van een tijdperk…

Einde van een tijdperk…

Onlangs liep in Amerika de laatste Boeing 747 ‘Jumbojet’ van de productielijn bij die befaamde en grote vliegtuigbouwer. Een vliegtuigtype dat zo belangrijk is geweest voor de ontwikkeling van ons huidige luchtvervoer dat je domweg niet zo maar voorbij kunt gaan aan dit toch wat trieste nieuwsfeit. Ook al ben je niet eens zo’n echte luchtvaart-enthousiast zoals ik zelf al jaren. Die enorme Boeing 747 dankte zijn ontwikkeling in de jaren zestig van de vorige eeuw aan de behoefte van de Amerikaanse luchtmacht voor een strategisch vrachtvliegtuig dat tenminste drie keer zo veel lading kon vervoeren als de op dat moment grootste transportkist in dienst, de Lockheed C141 Starlifter.

Uiteindelijk won Lockheed ook die nieuwe competitie en bouwde haar ontwerp uit tot de gigantische C5A Galaxy. Maar Boeing liet het als verliezende fabrikant niet bij concept-tekeningen alleen. Men bouwde haar eigen ontwerp om tot een passagiersvliegtuig dat eind jaren zestig de afmetingen had van een uit een Science-Fictionfilm afkomstige mastodont. 450 passagiers moesten er in kunnen worden vervoerd naast ook nog eens 25 ton vracht en bagage en de machine moest ook nog in staat zijn over de Atlantische Oceaan te kunnen opereren. Hoewel de luchtvaartmaatschappijen van toen enthousiast waren over het idee moesten ze ook wel even wennen aan een vliegtuig met zoveel stoelen om te vullen.

De eerste uitvoering, de series 100 kwam in 1970 bij Pan American in dienst, KLM volgde kort daarna met de wat zwaardere -200. En vanaf dat moment ging het los. De ene order voor 747’s volgde de andere op. Er kwamen vrachtversies van de machine op de markt die o.a. Bij Seaboard World en Flying Tigers dienst gingen doen, en waarin je 100 ton lading kon vervoeren over de grote oceanen heen. Vliegvelden moeten worden aangepast om de grote machine af te kunnen handelen.

Hoewel men in eerste instantie geen geld verdiende aan die grote vliegtuigen werd dat later anders. Japanse maatschappijen lieten versies bouwen waarin ze 550 passagiers kon vervoeren over kortere afstanden en dat werd regionaal een aardig succes. Door de tarieven te verlagen werd vliegen sterker dan ooit gedemocratiseerd en voor gewone mensen ook eens bereikbaar. Er kwamen in de loop der jaren tevens uitvoeringen voor minder passagiers maar voor nog langere routes zoals de wonderlijke 747SP. Door de jaren heen moderniseerde Boeing het ontwerp uberhaupt constant. De serie 300 had zo een verlengd bovendek, en KLM liet een deel van haar vloot -200’s ombouwen naar juist die grotere uitvoering. Je kon dan op het bovendek extra passagiers vervoeren. De 747-400 verscheen eind jaren tachtig. De cockpit nu deels elektronisch en geschikt gemaakt voor slechts twee vliegers. Dat scheelde weer aardig in de kosten…

Nieuwe motoren, meer lading, andere vleugels. Het succes van de 747 werd hierdoor weer voor decennia verlengd. Ook bij KLM dat met de -400 ruim 25 jaar passagiers vervoerde. Toen concurrent Airbus met de A380 op de markt kwam, een machine die in potentie 1000 passagiers kan vervoeren, reageerde Boeing vrij laat alsnog met de series 800. Een ultiem verlengde uitvoering van het basisconcept met splinternieuwe motoren en prestaties die niet onderdeden voor die van de Airbus. De verkopen vielen echter tegen. Slechts enkele exemplaren werden verkocht aan o.a. Lufthansa en andere bedrijven, de meeste kisten uit deze reeks waren ingericht voor vrachtvervoer. Ook is de nieuwe Air Force One voor de Amerikaanse president straks van deze ultieme serie afgeleid. Maar ellendig genoeg eindigden intussen al splinternieuwe -800’s op de sloop bij gebrek aan afnemers. Boeing staakte daarop de verkoop en in december kwam dus die laatste uit de fabriekshallen. Vele honderden 747’s vliegen nog rond. De meesten als vrachtkist en dat zullen ze nog lang blijven doen. Passagiers zitten nu vaker in tweemotorige vliegtuigen met ongeveer dezelfde capaciteit. Maar het iconische van de 747 missen die toch wat. Vijftig jaar lang een waar icoon binnen de luchtvaart. En bewijs voor het feit dat op dit gebied de Amerikaanse industrie een leidende rol blijft spelen. Voorlopig nog geen afscheid van de 747 dus, maar wel een eerbetoon aan een misschien niet meteen mooi, wel toonaangevend vliegtuigtype… (Beelden: Yellowbird)

Klonen…

Klonen…

Een opvallend nieuwtje in de afgelopen dagen was het feit dat in bepaalde landen een zekere handel is ontstaan rond het klonen van huisdieren. Moppie is naar het hiernamaals maar je kunt hem/haar niet missen en laat hem via wetenschappelijke procedures gewoon voortleven. Het kan, dus doen we het. In China lijkt het al gewoon te zijn onder de rijken der Aarde in dat land. Duizendje of 6 en kat of hond lopen weer zo goed als nieuw rond. Je hoeft zelfs de van naamplaatjes voorziene etensbakjes niet aan te passen. Wij kijken daar in onze westerse en door Woke en Cancel gedomineerde maatschappij wellicht wat vreemd naar, maar wie weet hoe snel dit allemaal op ons af komt, ook hier. Omdat het mogelijk is en sommigen een heel dierbare band hebben met hun huisdieren. Het eindige van het leven niet willen accepteren een van de drijfveren natuurlijk.

De techniek al eerder toegepast in de agrarische sector. Schapen, stieren en wie weet wat nog meer werden door deze kloontechnieken al gemaakt tot exacte kopie-dieren van hun oermoeder of vader. Nou als het daarbij kan waarom niet bij die andere dieren? En o ja, en-passant was er ook nog het nieuws dat we in staat blijken met het dna van dinosauriers en wat verwant materiaal van nu nog bestaande oersoorten nieuw leven te verwekken. Ook al zijn die oerdieren van toen al duizenden eeuwen uitgestorven. Het kan, dus we doen het. Blijft natuurlijk de kans over dat we mensen kunnen of willen klonen. Nou reken maar dat bij dictatoriaal bestuurde landen en systemen echt al gewerkt wordt met die techniek. Wat zou het mooi zijn als je hele legers kon opbouwen van volstrekt gelijke soldaten die wellicht ook nog het zelfde gedrag vertonen. Star Wars in de praktijk op Aarde. En denk niet dat het niet gaat gebeuren.

Zelfs in de Nazi-tijden van 80 jaar geleden werd er al mee ge-experimenteerd al deed men dat toen met volstrekt andere uitgangspunten. Naar verluid zouden er in Zuid-Amerika nog nazaten leven van wat en met wie Doktor Mengele van alles en nog wat had uitgespookt in zijn duistere laboratoria. Vraag blijft of we dit moeten willen natuurlijk. Willen we mensen die ons na aan het hart lagen of liggen klonen? En hoe komen die dan weer terug? Als baby? Of in de vorm van een volwassene die alles weer moet worden bijgebracht wat hem maakte tot wat hij/zij voor geliefden of familie was. Als we in een duistere toekomst zover gaan komen dat we nieuwe mensen op deze wijze gaan reproduceren nemen we wellicht ook afscheid van dat toch uiterst plezierige proces van het maken van nieuw leven op de meer natuurlijke manier. Het kan verkeren. Het is aan de lezer om zelf conclusies te trekken en te bedenken wie of wat het klonen waard zouden zijn. Wellicht dat je dan ontdekt dat je eigen morele grenzen eigenlijk helemaal niet zo hoog zijn opgebouwd om dit niet te willen of te wensen. Want er blijft altijd iets wringen als het gaat om behouden of houden van…Zeg het maar hoe jij er naar kijkt.. Ik ben benieuwd….(beelden: Archief)

Ooit…

Was ze jong en wild geweest. Haar lijf was al vroeg door anderen gekoppeld aan verleiding en seks. Thuis hoorde ze al dat ze een lichaam had ‘waar alles op de juiste plek zat’. Later ontdekte ze zelf de geneugten van dat bezit. En wist ze dat verleiding ook kon zorgen voor een inkomen. Want ze schreef zich in bij diverse agenturen die jonge meiden als zij begeleidden naar een carriere in de fotografie of wereld van de films. In haar geval was het in eerste instantie modellenwerk voor fotografen en bladen met een grote mate van aandacht voor rondingen en knappe koppies. En zij was geliefd. Ze deed wat werd gevraagd, zeurde niet en trok uit wat voor een reportage noodzakelijk was. Dat er af en toe een fotograaf tussen zat die al dat fraais ook eens in handen wilden hebben nam ze op de koop toe. Bladen vroegen haar voor allerlei werk. Ze deed badkleding, lingerie, prees zonnencremes aan of zaken die een ingeslapen huwelijk leuker moesten maken. En ze verdiende prima. Leefde als een godin, kocht zich een leuk flatje, later een eigen huis, had een auto en de nodige relaties. Toch kwam ook voor haar het moment dat de opdrachten wat uitbleven. Haar lijf werd ouder, haar gezicht kreeg kleine rimpeltjes, de altijd zo pronte borsten zakten iets weg. Op dat moment ontdekte ze de wereld van het vloggen en ging zelf filmpjes maken over onderwerpen die zij persoonlijk en als vrouw belangrijk vond, maar wel in het verlengde stonden tot wat ze in het verleden ook al had helpen verkopen. Ze danste voor de camera, schudde wat met haar billen en boezem. Ze liet een en ander liften, liet zich botox verkopen en raakte daaraan verslingerd. Ze had de nodige volgers en toch kwam het moment dat zelfs haar naaktheid niet meer echt verkocht. Ze moest constateren dat alles relatief is, ook haar vrouwzijn. Ze werd ouder, ze had genoeg van dat geschud en zocht een serieuze partner. Maar ontdekte dat velen haar kenden en haar een etiket als losbandig type opplakten. En dus bleef ze alleen. En mijmerde voor zich uit. Wat had ze toch gemist onderweg….wat had ze niet goed gedaan. Ze belde maar weer eens naar de Picnic en bestelde zich de nodige boodschappen plus een paar flessen wijn. Ze ging het gezellig maken. Met zichzelf… Kon ze zich aardig op verheugen….

Cijfers en analyses…

Cijfers en analyses…

Kijk, de trouwe lezer weet wel dat ik van de nuance ben (..) bij sommige aangesneden onderwerpen…, maar zeker ook van de feiten. Aannames leuk voor de buhne of wanneer je een politiek punt wilt maken. Maar in principe is en blijft 1 en 1 gewoon 2 en niet drie omdat jou dat o e.o.a. reden het beste uitkomt. Na de jaarwisseling worden we weer platgeslagen met allerlei statistieken die ook om een of andere reden voor de bekende media bij gebrek aan beter of relevanter nieuws breed uitgemeten worden gepresenteerd. Zo is daar het nieuws dat het aantal verkeersdoden en gewonden vorig jaar dramatisch is gestegen. Op zich droevig nieuws, maar als je daar dan beelden bij publiceert van allerlei auto’s in de kreukels doe je aan de waarheid geweld. Immers, even doorlezend zie je toch dat de meeste slachtoffers vallen onder fietsers en voetgangers. Het blijkt dat de snelwegen nog steeds uiterst veilig zijn ondanks het weer sterk toegenomen autoverkeer na de coronadroom dat we allemaal thuis zouden gaan werken.

Zoek je dan verder in die cijfers dan zie je dat bij die fietsers vooral ouderen getroffen worden door een ongeval omdat ze tegenwoordig zo vaak kiezen voor (peperdure) e-bikes met groot trapvermogen en relatief hoge snelheden. Jongeren maken vooral brokken op scooters en in de auto, maar dan wel weer onder invloed van het een of ander aan geestverruimende middelen. Komen verkeersstromen bij elkaar lopen ook die statistieken door elkaar heen. Daar vliegen de vonken er vaak vanaf. Opmerkelijk is ook wel dat bepaalde doelgroepen meteen haantje de voorste zijn waar het ‘oplossingsgericht’ denken betreft. Zo zien vertegenwoordigers uit de fietsershoek vooral een taak voor de overheid om een soort snelfietspaden aan te leggen waardoor zij voorrang krijgen op andere weggebruikers. Voetgangers willen juist weer af van over trottoirs racende tweewielers en zij die een hekel hebben aan alles wat gemotoriseerd is pleiten voor snelwegen waarop we nog maar 30km/u mogen rijden, want ‘ook beter voor het klimaat’.

Oneigenlijk misbruik van cijfers die deze stellingen veelal helemaal niet onderbouwen. Kijk, Nederland kent een geweldige reeks al dan niet beperkende of juist heel duidelijke wetten op verkeersgebied. Zo moet je vanaf 1-1 jl op een zgn. snorfiets (eigenlijk een brommer/scooter met een snelheidsbeperking tot 25km/u) een valhelm dragen. Nou dat beviel de typische gebruiker niet zo. Die kiest dus nu voor tweewielers die wel 45km/u kunnen. Als je al een helm moet dragen dan ook maar volwaardig in snelheid. En tja, opvoeren is een fluitje van een cent. Qua vierwielers zien we nog steeds dat 100km/u op de snelweg weliswaar door 80% van de Nederlanders een acceptabele snelheid is, maar die 20% lapt elke regel aan zijn laars. Geldt ook voor gebruik van smartphones tijdens het rijden. Let onderweg gewoon eens op en je ziet dat die regels echt niet worden nageleefd. Combineer je dan gebruik van het een met het maling hebben aan het ander, zie je lieden die over de weg dwalen, hun richtingaanwijzers niet benutten. Net zo min als ze lijken te weten waar de buitenspiegels voor dienen en zich king-of-the-road wanen met een hypotheek op o.a. de linkerbanen van de ons toebedeelde en zeker door alle Nederlanders betaalde snelwegen. Opgeteld en verrekend zien we dus dat die cijfers niet zo maar ontstaan. Wij zijn zelf het probleem, en dus allemaal potentieel slachtoffer. Blijf veilig dit jaar lieve (lezer/essen) en zorg dat je niet zelf in de statistieken voor 2023 terecht zult komen…. En de plaatjes deed ik alleen even er bij om in de trend van de MSM mee te doen….(beelden: Archief)

Duitse stappers..

Duitse stappers..

Het zal ergens rond 2006 of zo zijn geweest dat ik voor het eerst te maken kreeg met schoenen van het Duitse merk Rieker. Ik had er voor die tijd zelfs nog nooit van gehoord. We vonden een geweldig paar bij een speciale Riekerwinkel in Aken. Ik trok ze daar aan en had meteen het gevoel dat dit het merk voor mij was. Voordien liep ik op Ecco’s of andere merkschoenen die verder prima dienst deden, maar op die Rieker schoenen werd wandelen ineens extra leuk. Het zit hem in hun ingebouwde anti-stress-systeem waardoor die schoenen nergens knellen, vaak dikke verende zolen bezitten en uiterst flexibel zijn tijdens het lopen. Ik ben een wandelaar die niet over schoenen wil nadenken. Moet ik dat wel is er dus iets mis. Hoe dan ook die eerste Rieker’s gingen overal mee naartoe. Ik liep er mee in vele Duitse steden, maar ook in Barcelona. Ze sleten wel, maar nooit zodanig dat ik het gevoel had dat ik ergens doorheen ging. De zolen dunner, maar nog geen gaten. Nou dat heb ik wel eens anders meegemaakt. Hoe dan ook, ik bleef dus dat merk Rieker trouw. Koos ze voor alle gelegenheden. Van stevige winterschoenen met sneeuwprofielzolen tot zomerse slippers. Voor speciale gelegenheden of gewoon zomerse ontspanning. Ik ben dus een Rieker-fan en draag dat graag uit. Overigens zonder enig persoonlijk belang. Ieder moet dat dragen wat hij of zij lekker vindt natuurlijk…

Vrouwlief loopt nu ook al jaren op de vrouwenversies van die lekkere schoenen en in de vriendenkring is het merk door mijn positieve verhalen breed bekend geraakt. Wat voor merk is dat dan eigenlijk? Wel het moederbedrijf stamt al uit 1874 en komt oorspronkelijk uit Zuid-Duitsland, maar verhuisde al snel naar Zwitserland. Kwaliteit staat volgens de geschiedschrijving vanaf het begin hoog in het vaandel en daarnaast kiest men voor modieus, comfort en trendy. Ze zijn zowel in winkels (Duitsland kent echte Riekershops) maar ook via internet te koop. Ik ben zelf een impulskoper. Als ik een paar zie dat me wel iets lijkt en de prijs komt overeen met de behoefte (en het budget), koop ik ze graag. En kan ik elke dag iets anders aan. Dedain is ook mij niet vreemd natuurlijk. Bij ons recente bezoek aan Duitsland vond ik weer een wandel/winterstel. Van die sneeuwprofielzolen weet je nog? Regenwaterbestendig, koude wordt buiten gehouden, laat je voeten ademen en heeft een binnenzool die onthoudt hoe jouw voet in die schoen zit. RiekerTEX is hun benaming voor dit soort schoenen. Ik ben er blij mee. En die allereerste Rieker’s? Ik heb ze nog, poets ze af en toe op, en kan het niet laten om er soms een dagje op rond te lopen. Die glimlach krijg je dan niet van mijn gezicht. Een glimlach die ik moet delen met de verkoopsters die me veelal deze schoenen aanmeten en enthousiast zien worden. En soms vertel ik even over dat eerste paar dat me Rieker-fan maakte en zo meer….. Zij knikken dan vriendelijk en slaan de kassa aan……En thuis vertel ik dan dat alles in Duitsland vaak beter is….Nou ja, qua waren dan… (Beelden: 2 paar uit de recente collectie)