2023 – jaar van mixed emotions…

2023 – jaar van mixed emotions…

Als we terugkijken op dit bijna aflopende jaar 2023 krijgen we toch wel de nodige mixed emotions in de bol. Want het waren bepaald niet alleen maar rozengeur en maneschijn die ons leven verrijkten met nieuwe ervaringen. Zowel in onze eigen microwereld als daarbuiten speelden zich zaken af die aan de ene kant blijheid gaven en aan de andere onrust of het gevoel alsof de wereld zoals we die kenden min of meer op instorten staat. De wereld in stormachtige omstandigheden…. Van alle tijden natuurlijk. Laten we eens naar het grote kijken voor we het kleine laten passeren.

Die oorlog in Oekraine ging maar door. En hoewel de Nederlandse media zich vooral richten op andere gebieden is dat conflict nog steeds even bloederig en wreed als bij het begin er van en laten er dagelijks vele honderden mensen het leven. Aan beide kanten wordt zo heftig gevochten dat hele generaties jonge mensen worden weggevaagd en de schade zo groot dat heropbouw een kwestie van decennia gaat worden. In onze streken ging de massa-immigratie intussen gewoon door.

Veelal niet zo zeer echte vluchtelingen als wel economische migranten zoeken hun weg naar Noord-Europa. De weigering een dam op te werpen had meteen een stevige invloed op de uitslagen van verkiezingen in diverse landen. Een ruk naar rechts zorgt voor hoop dat men nu eindelijk eens wat doet aan deze materie die haar effecten heeft op alles in onze samenleving, van huisvesting tot zorg of criminaliteit. En dan was er nog die afgrijselijke terreuraanslag van Hamas in Israel op 7 oktober. 2200 doden, honderden gijzelaars, en een wreedheid die nauwelijks te bevatten is.

De daarmee uitgelokte reactie van Israel was en is voorspelbaar vernietigend. Dat juist links en islam in ons land daar tegen protesteren is ook bijna voorspelbaar. De gruweldaden van 7 oktober veegt men onder het tapijt met twee woorden ‘ja maar’. Maar zo simpel is het allemaal niet. Wie ooit oplette bij geschiedenislessen weet dat de historie van het beloofde Joodse land doordrenkt is van bloed en agressie door buurlanden en terreur. Komt er ooit een oplossing? Ik vrees van niet.

Op microniveau beleefden we een jaar met pieken en dalen. Een andere auto, een nieuwe CV-ketel (zuiniger, milieuvriendelijker…), trips, reizen, vrienden met wie het goed toeven is. Maar ook met heftig verlies, ik schreef er al eens over. Daarbij sloten we het jaar niet af in fijne omstandigheden. Los van een soort Japanse griep die heftiger was dan ooit meegemaakt overkwam mij een euvel dat tot in 2024 zijn gevolgen zal hebben. De medische molen leerde ik in december weer eens goed kennen. Nu maar hopen dat men in het nieuwe jaar oplossingen heeft voor dat wat me overkwam.

Al die onderzoeken maakten wel duidelijk dat ik (gek genoeg) wel in goede conditie verkeer. Dat is al weer positief. Kortom, ook 2023 was weer een bijzonder jaar. Net als de vorige jaren en ongetwijfeld voorspelbaar richting de nieuwe periode die begint met 2024. Dan wensen we elkaar alle goeds, geluk, gezondheid, liefde en vooral vrede. Maar willen we dat echt bereiken moeten we daar zelf aan werken. De haat en nijd de wereld uit helpen, naar elkaar leren luisteren, haatdragende doctrines of religies ontmantelen en medemenselijkheid niet verwarren met naiviteit. Maar of dat allemaal haalbaar is? Ik wens het jullie allemaal zeker toe. Al doende leert men tenslotte. Laten we daarmee vandaag beginnen….(beelden: prive/internet)

30 jaar alweer…

30 jaar alweer…

Het was niet met al te veel enthousiasme dat wij indertijd het nieuwe land en die polderstad waar we veel mensen om ons heen wisten waarmee we het plezierig hadden, verlieten en terug verhuisden naar het oude land. In de periferie van de hoofdstad vonden we onze nieuwe woonstek. Dat had best nog wat voeten in de aarde. Want een oekaze vanuit het toenmalige bedrijf waar ik mijn managementtaken verrichtte vond de afstand tussen Almere en Voorschoten, mijn toenmalige werkplek, echt te groot en door de vele files ook veel te stressvol.

Nu was het zo dat net in die periode dat ik daar woonde en elders werkte allerlei werkzaamheden aan de verbindende wegen zorgden voor dagelijkse enorme files wat inderdaad leidde tot grote rijstress. Daarnaast was de forenzen-kilometrage voor de toenmalige directeur van het bedrijf reden om te bedingen dat ik echt binnen een jaar moest zien dichter bij kantoor te komen wonen. In de arbeidsovereenkomst stond dat ook letterlijk zwart op wit. Onze zoektochten van toen om echt te verhuizen deden we echter op een laag pitje.

We hadden indertijd een groot huis beschikbaar, een redelijk leuke omgeving, met buren, vrienden en familie om ons heen. Maar toen dat jaar zijn einde vond en de druk werd opgevoerd om nu toch echt eens werk te maken van die verhuizing namen we een besluit om er dan serieus naar te kijken. Een goede vriendin van ons gaf de doorslag. Een collega van haar moest ook gedwongen verhuizen toen het bedrijf waar zij werkten besloten had naar Oost-Nederland te verkassen. En ook die man moest mee. Zijn huis kwam aldus te koop, en zij, onze lieve vriendin, bedong dat wij prioriteit kregen bij het bekijken van en eventueel overgaan tot aankoop. Dat moest dus in rap tempo. Wij kwamen, zagen, en overwonnen.

De prijs werd afgemaakt, de hypotheek geregeld (toen met 8.2% effectieve rente) en in de laatste week van december de overdracht geregeld. Wij waren ineens huiseigenaar. December 1993. Precies 30 jaar geleden. Toen wij een dikke maand later echt verhuisden merkten we dat het huis toch ietsjes kleiner was dan we eerder hadden ingeschat, we moesten passen en meten om alles kwijt te kunnen, maar uiteindelijk kwam dat alles toch op zijn plek terecht. En dat bleef het tot op de dag van vandaag. Het huis werd een echt thuis. We trokken het b.w.v.s. ‘aan’. We deden de nodige aanpassingen door de jaren heen en voelen ons er nog steeds senang. Net buiten de drukte van het centrum, een dorp in stedelijke omgeving en met het OV zijn we in 20 minuten op de Dam, hartje centrum. We weten wat we hebben, niet wat we eventueel nog kunnen krijgen. Maar wie weet. 30 jaar is lang, persoonlijk heb ik zelf nog nooit zo lang ergens gewoond. Dat zegt veel. Wellicht alles. Ik vraag mij in dat kader wel af, hoe vergaat het jullie op dat punt? Zelf ook een regelmatige verhuizer of juist een ‘plakker’ voor wie het thuis precies dat biedt wat je als mens zoekt?? Laat maar weten. Intussen zitten wij aan de bubbels met taart, want 30 jaar is natuurlijk niet niks….(Beelden: Prive)

Grote Schotse truckbouwer; Albion!

Grote Schotse truckbouwer; Albion!

Zoals ik eerder al uit de doeken deed bij mijn verhaaltje over AEC (zie 3-12), dat Britse autolandschap kende heel wat opvallende merken, waarvan een deel ook onze streken wist te bedienen. Een daarvan is het Schotse truckmerk Albion. Dat werd dik een eeuw geleden opgericht in Glasgow en bouwde al snel simpele trucks met een laadvermogen van 1 ton. Later werden ook tweetonners gebouwd.

Albion werd een behoorlijk succesvolle truckbouwer tijdens WO1 toen het Britse leger heel wat van die trucks benutte voor bevoorrading van haar troepen aan het front. Haar A10 model (laadvermogen 3 ton) maar liefst 6000 keer gebouwd voor de Royal Army. En zo ging dat door. Ook na de ‘Grote Oorlog’ toen Albion mocht profiteren van haar populariteit tijdens dat conflict.

Albion bouwde toen ook bussen, die o.a. reden tussen Glasgow en Londen. Anno 1925 werd zo regelmatig een dienst onderhouden die heen en weer niet meer dan 24 uur reistijd vroeg. Namen als de Viking of Viking Plus waren bedoeld voor dit soort wagens. Albion bracht ook al snel een systeem waardoor de motoren simpeler bereikbaar werden. Paar bouten losdraaien in de cabine en je kon zo bij de motor en aandrijving.

Was indertijd bepaald niet normaal. De ontwikkeling van zwaardere trucks ging intussen ook gewoon door en Albion pakte daarmee steeds meer marktaandeel. In 1935 was dat goed voor trucks die 13 ton konden meenemen, en de overname van Halley Industrial Motors waardoor het gamma van Albion in een klap aardig verbreedde. Ook kreeg het merk zo meer productie-capaciteit beschikbaar. Iets waar men tijdens WO2 dankbaar voor was, want toen was Albion opnieuw zeer gevraagd voor haar trucks.

Daarnaast leverde het Schotse bedrijf nu ook dieselmotoren wat de bruikbaarheid en efficiency sterk verbeterde. Vele duizenden Albions werden opnieuw geleverd aan de Britse strijdmacht en het is langs deze weg dat wagens van dit merk ook in onze streken verzeild raakten. Vaak na WO2 achtergelaten in bevrijde landen en door lokale ondernemers en technici heringericht voor civiel gebruik. Na de oorlog ging Albion verder met haar Chieftain-serie, maar ook de Clydesdale was er zo een. Toch moest men op enig moment besluiten om samen te gaan met Leyland, wat er toe leidde dat men nu klonen van dat merk onder eigen naam ging bouwen. Met daarbij behorende technieken. Niks nieuws onder de zon anno 2023 dus. Jarenlang kwamen er Leylands uit die als Albions werden verkocht en die nauwelijks van elkaar waren te onderscheiden. In 1972 was het over een uit, en integreerde Albion in haar geheel met Leyland en verdween als zelfstandig truckmerk. Om nooit meer terug te keren. (beelden: Internet)

Afhalers….

Afhalers….

Neem van mij maar aan dat ik mijn weg op onze nationale Luchthaven Schiphol normaal gesproken wel aardig kan vinden. Maar ik geef toe, in het gebied rond de aankomst/vertrekhallen kom ik meestal liever niet. Zeker niet met de auto. Wij zijn hier waar wij wonen voorzien van een prima busverbinding met Schiphol en als het echt moet kan het ook met de trein nog wel, dus dan laat ik de auto voor reizen naar/van Schiphol liever thuis. Die gebruik ik uiteraard wel weer als ik in de periferie van het vliegveld langs een van de startbanen mijn geliefde spotters/fotowerk wil doen. Hoe dan ook, vrouwlief was op reis tijdens die vorige maand en die trip was ver weg en duurde vele dagen. Samen met een van onze kinderen. Ze genoten, maar werden daar beide ook flink verkouden in dat verre land. De berichten per app (wat is dat toch een geweldige uitvinding) waren zodanig dat ik besloot om hen alsnog per auto op te pikken zodat ze met de bagage niet hoefden te sjouwen.

Daarbij, Code Geel was in onze streken weer eens afgekondigd, hevige regen en wind teisterden huis en haard. De grote blauwe Boeing waarmee zij reisden kwam desondanks keurig op tijd aan. Een uur later stonden ze met de koffers in de aankomsthal. Ik kon komen. Dat deed ik. En reed dus mijn automatische ritje naar de Aankomsthal. De borden verwezen me op enig moment ‘linksaf’. Waar ik voor gesloten spoorbomen zonder spoor stond. Ingang van een parkeergarage waar ik tegen een giga tarief per uur de auto kon neerzetten. ‘Dacht het niet’ zei ik nog tegen mijzelf.

Dus terug naar af, weer een ronde over die luchthaven en dan maar via een andere (mij bekende) weg naar die aankomsthal waar de dames intussen ongeduldig en snotterend wachtten. Maar wat ik ook deed, ik kwam niet bij die hal van bestemming. Uiteindelijk een allochtone bewaker van dienst maar even gevraagd. ‘Neeee mag niet, andere auto volgen…..naar Vertrekhal…daar parkeren’ was wat ik begreep uit zijn woorden. Dus, gas op de plank, weer helemaal rond en dan de borden Vertrekhal volgen. Eenmaal daar in een kluwen van vertrekkende en aankomende passagiers de auto zien te parkeren en de dames waarschuwen. ‘Je moet naar boven want die klojo’s van Schiphol willen niet dat ik jullie beneden op pik’. En aldus geschiedde. Na een kwartier sjouwen met hun tassen en koffers vonden zij mijn fraaie Tsjech met mij er naast in regen en wind en kon ik de geliefde passagiers met lading inladen. Dwars door de drukte weer terug naar de snelweg….. Een erg slechte beurt van de luchthaven. Echt, ik snap niet dat je dit zo regelt. Klantonvriendelijk is nog een te fraaie term hiervoor. En volgende keer neem ik wel weer de bus, moeten we onderweg maar overstappen in de auto waar het wel gaat. Gelukkig bleek die reis de moeite waard, net als de voor mij meegebrachte souvenirs. Dat maakte toch wel veel goed….. Maar dat lag niet aan Schiphol. Integendeel…(beelden: Archief Yellowbird)

63…

63…

Ja ja, een verjaardag…opnieuw…maar niet de mijne…Wel een die een grote invloed had op mijn verder leven en functioneren. Op 20 december 1960 besloot ik dat ik op ‘volwassen’ manier om moest gaan met mijn liefhebberijen, die toen net als nu bestonden uit de wereld van de luchtvaart en die van de automobielen. Ik dacht dat ik met die stap ook zelf echt volwassen werd. Ach, wat wist ik eigenlijk nog, een melkmuiltje met een grote bek, maar ook zeker van zijn toekomst. Een toekomst die een carriere in zou houden die weliswaar iets anders verliep dan toen bedacht maar toch langs bepaalde lijnen deed uitkomen wat ik als zeer jong mens al voor me zag.

Terugkijkend verbaast het me nog steeds dat ik met een vloot Dinky Toys en plastic vliegtuigjes al zodanig bezig was met een ‘eigen bedrijf’ dat ik langs die lijnen ook de volwassen toekomst in kon reizen. Bij vrienden uit de straat of naaste familieleden kon ik bij die keuze slechts rekenen op een glimlach of (pak weg) enig begrip, maar men vond me vooral ook een bijzonder menstype.

Veel leuker om maar te zien hoe die toekomst op je af zou komen was het credo voor de meesten toen. Bij de een lukte dat beter dan bij de ander overigens. Ik volgde het pad dat ik zelf in de bol had geprogrammeerd en werkte me op tot ik directeur was van een bedrijf en later zelfs zelfstandig ondernemer om zo mijn eigen bureau te bestieren dat de naam droeg van dat miniatuurbedrijf wat ik lang geleden op een tafel in de eetkamer had opgezet. Die datum en verjaardag zijn symbolisch natuurlijk, maar wat volgde had toch zijn weerslag op wie ik nu bent en wat ik zoal aan ervaringen op deed. Bij die ervaringen ook teleurstellingen uiteraard.

Soms moet je accepteren dat je een geweldige manager kunt zijn maar een wat mindere ondernemer. Dat je meer creatief bent dan economisch ingesteld. Dat je bedreigingen minder moet leren zien dan uitdagingen. Door ervaring leert men. En je leert ook dat niet iedere zakenpartner of klant per definitie te vertrouwen is of dat opdrachtgevers en/of afnemers je soms laten zitten met een aardige financiele opduvel. Alles meegemaakt en dat had dat ventje van toen nog niet helemaal door. Geen ondernemers in de familie, wel veel vrijgevochten types. Ik was en werd dat nooit. Zat en zit toch niet in de genen. Dat ‘bedrijfje’ van toen werd een echte onderneming en is nu de Geuzennaam voor mijn collectie. En dan mag je het vieren toch? Nou dat doen we…taartje, drankje….maar wel morgen. Want een traditie moet instant gehouden worden….Proost…..op mij… (beelden: Prive)

Rare namen…

Rare namen…

Het was eind 1978 toen voor onze toenmalige showroom aan de Amsterdamse Amstelveenseweg een wat wonderlijk (maar niet onaantrekkelijk) autootje stopte van waaruit twee keurig geklede heren hun opwachting maakten bij ons team van toen. Dat autootje was een Koreaanse Hyundai Pony. Van zowel merk als land van herkomst (Zuid-Korea) wisten we toen nog maar heel weinig. Die Pony was een wonderlijke mix van Mitsubishi-techniek met wat Ford aankleding en dan gebouwd door de Koreanen die toen vooral naam maakten met een brede reeks voertuigen en tankschepen.

Het Hyundai-concern was enorm van omvang, met die auto’s wilden men indertijd de West-Europese markt bestormen. En met nog wat bescheiden ambities lukte dat aardig. Wij werden dealer. In 1979 startte de verkoop en echt het kon slechter zijn uitgepakt. Met een vierdeurs-sedan, een driedeurs coach, een combi en een pick-up hadden ze best een aardig gamma en dat kostte dan ook niet te veel. De Nederlander vond er wel iets van, mede omdat je naast die leuke auto ook een radio standaard aan boord kreeg.

Een trucje dat men af had gekeken van de Aziatische broeders uit Japan. Alleen die naam was een dingetje….Van Jundee tot Hundie, alles kwam voorbij. Maar kon het schelen, het spul was te verkopen. Nu, 45 jaar later is dat Hyundai, samen met haar dochtermerk KIA een gevestigde naam. Een derde merk uit die hoek werd later Daewoo, dat het niet redde, net zo min als Ssangyong. Intussen worden we overspoeld door wagens van Chinese herkomst.

En veel van die auto’s stammen vaak uit dezelfde bron. Even veel merken uit dat grote land danken hun ontstaan en techniek aan nauwe samenwerkingsverbanden met westerse merken. Slimme autobouwers hebben soms een hele fruitmand vol merken waaruit de wereldwijde klandizie kan kiezen. Waren de eerste Chinese merken nog twijfelachtig van kwaliteit, denk aan het totaal mislukken van Landwind hier, tegenwoordig kunnen ze aardig mee komen met de gevestigde orde. En zijn het vooral de jongere auto-leasers of gebruikers die er wel Bami in zien.

Let maar eens op Lynk&Co of MG. Maar je krijgt nu ook te maken met Aiways om er maar eens een te noemen, BYD (dat al eerder op de markt verscheen met haar elektrische stadsbussen..), Changan, Changfeng, Chery, FAW (Hongqi), Geely (eigenaar van Volvo en submerken als Zeekr, maar ook Proton en Lotus), Great Wall (met submerken Ora, Wey en Haval), JAC, Qoros, SAIC (o.a. met Roewe, het oude Rover), SGMM (Wuling, Baojun), Smart (50% in handen van China), en zo meer. En zeg dan maar eens dat die naam Hyundai zo lastig uit te spreken is. En dan praat ik nog niet over Vinfast uit Vietnam dat ook deze kant op komt en allerlei klonen die hier onder een ander logo worden aangeboden. Zoals Polestar dat gewoon een elektrische Volvo uit China is. Er is veel veranderd door de jaren heen. En reken maar dat die Chinezen alles uit de kast zullen halen om u en mij te overtuigen dat de automobiele toekomst van het volk bij hen ligt. We gaan het zien, net als we deden met die Koreanen. Die zijn intussen onderdeel van de gevestigde orde geworden. Net als de Japanners. De rest is een kwestie van tijd…. (Beelden: archief)

HPV en de prik…

HPV en de prik…

Kijk, ik ben persoonlijk niet van de prikken. Maar dat heeft weinig van doen met principes maar met ingebakken angst voor al die injectiespuiten. Maar soms blijkt dat preventie beter is dan een evt. genezing van iets dat kennelijk wordt meegegeven via onze genen of direct gevolg van ons gedrag. En dan heb ik het niet over de griep of Covid. Nee, in dit geval gaat het om een virus dat zich eigenlijk nestelt in je lijf op plekken die je normaal niet met iedereen deelt (hoewel er zijn die daar juist altijd mee bezig zijn…maar dit terzijde). Zo is daar het begrip SOA’s. Seksueel Overdraagbare Aandoeningen.

Die krijg je echt niet van de eventueel besmette WC-bril, ook niet van eventuele toegepaste handmatige zelfbediening, nee die krijg je van seksueel verkeer met het andere of zelfde geslacht. Hoe vreemd dat ook moge klinken. HPV is er daar een van. Dat virus was al enige tijd bekend en heeft de ongelukkige gewoonte om bij sommige vrouwen baarmoederhalskanker te veroorzaken. Nu gebeurt dat meestal niet als een vrouw pakweg 19 jaar oud is, maar juist op iets latere leeftijd. Na een seksueel actief leven.

De overdragers zijn veelal mannen. Op welke wijze dat precies gaat kan eenieder bedenken, maar omdat dit vuige virus heel anders werkt dan andere SOA’s kom je er pas achter als het te laat is dat jij bent besmet. De gevolgen veelal heftig. Heeft men nu een middel voor. In te spuiten bij jonge meiden voordat ze echt seksueel actief zijn of worden. En het schijnt bescherming te bieden zodat de dames op dit punt niet meer hoeven na te denken met wie ze wat doen. Toch is de animo voor die prikken, relatief klein. Voorlichting, gratis verstrekken, het mag niet zo baten. Dat is jammer, want je gunt niemand heftige ellende. Onlangs kwam naar voren dat dit Virus ook het orale gebied van zowel mannen als vrouwen kan aansteken en daar dan weer zorgt voor extra ellende. Alles het gevolg van onze wat bredere kijk op seksueel verkeer, en de daarop volgende bevrediging. Ook mannen nu in de gevarenzone. Gedrag dat verstrekkende gevolgen kan hebben. Ook met een prikje te verhelpen. Wellicht toch een goed idee om daar voor te gaan als je van plan bent om je in de toekomst helemaal uit te leven. Want, opvallend, bij nonnen, veelal vrijwillig in het celibaat, komen die gevolgen zoals voorspeld in de voorlichting van het Ministerie niet voor. Geen seks, geen ellende. Wel seks, kans op… Toch iets om over na te denken. Zeker als je jong bent. En verder, vooral genieten…. Voor je het weet is het te laat…ook qua plezier… (beelden: Archief)

Pijnlijke relativering..

Pijnlijke relativering..

Onlangs kreeg ik weer een klap met een stevige hamer op de kaal geschoren bol. Figuurlijk, niet minder pijnlijk. Ik kwam op die klap eerder al terug terwijl de mixed feelings nu nog maar nauwelijks zijn bedaard. Maar het bracht me meteen ook aan het denken over hoe je langzaam maar zeker afscheid blijft nemen van mensen met wie je toch een al dan niet behoorlijk stuk van je leven bent opgetrokken. In mijn verleden zitten er heel wat met wie ik de nodige avonturen beleefde, die uitzonderlijk waren op hun eigen wijze en soms met een totaal andere levenswijze dan ik die bezat of bezit, maar daardoor juist zo aardig of interessant bleken.

Decennia geleden alweer startte de opbouw van mijn sociale netwerk aan familie en vrienden waarmee ik o.a. in de sfeer van interesses of beroep heel wat van die leuke zaken beleefde. Op oude beelden komen er veel van voor. Maar net als ik werden of worden ook die nu wat ouder en verliezen soms de nodige glans. Mankementen, ziekten, zelfs de dood bleven hen niet bespaard en ook veranderde soms hun leven door verlies van een partner of het samenkomen met een nieuwe die net even anders in het leven staat of stond.

Hoe dan ook heeft en had dat gevolgen voor de kring om ons (mij) heen. Van sommigen had ik het idee dat die straks na mijn eventuele verscheiden een rol zouden spelen bij de verdeling van mijn hobby-gerelateerde boedel aan museale collecties (deels al opgeslagen). Maar het lot maakt soms dat al die plannen vermoedelijk totaal moeten worden aangepast. En dat komt binnen. Zelfs bij mij. Ik ben door de jeugd uitgerust met een aardig pantser dat zo nodig de negatieve emoties buiten de deur houdt en waar dat niet lukt kakel ik het van me af bij of met mensen die dat aankunnen. Maar onder dat pantser knagen die emoties toch ook aan mijn optimisme en zelfvertrouwen. En dat bleek onlangs weer aardig pijnlijk toen die mokerslag van een heftig verlies me trof. Mijn zekerheden onderuit, mijn plannen verstoord, mijn controle even kwijt. Daar kon mijn ingebouwde creativiteit voor een paar momenten niet tegenop. Oude foto’s bewezen opnieuw hoeveel van de toenmalige groep lieden uit de tijden van Miniatuur Luchtvaart Wereld, de Stichting ter promotie van de Luchtvaart (Fidimo), dat aardige luchtvaartblad (Stabilo) dat we toch maar liefst 25 jaar uitbrachten, en zo meer, allemaal zijn gaan hemelen. Soms helemaal niet zo oud geworden als ik dat zou wensen. Anderen op wat hogere leeftijd. Stuk voor stuk lieden waarmee het goed vertoeven was. En waarmee ik soms ook de nodige vlieguurtjes door bracht. In binnen- en buitenland. Allemaal verdwenen. Net als die familieleden die je niet kwijt wilt maar toch uit je leven vertrokken met niet eens een gevulde koffer bij zich. Het leert relativeren. De mens wikt, de natuur beschikt. Maar dat maakt het niet leuker of acceptabeler….Integendeel.(beelden: prive)