Hit and run…….

Wellicht heeft een van de lezer(essen)s  het zelf ook wel eens meegemaakt, voor mij was het even nieuw. Schade aan de auto, of andere vervoermiddel, dat door derden werd veroorzaakt. Net na de verjaardag toen we even bij een tuincentrum in Aalsmeer te gast waren. Waar we omwille van tijdstip op die dag even een tosti aten. Terwijl ik met een dienblad vol lekkers terugliep naar onze tafel vlak bij een raam dat uitkeek op…zag ik buiten onder het dak van het overdekte parkeerdeel van de aanpalende opstelplaatsen voor gastenauto’s dat iemand tegen mijn auto aanreed. Een jonge dame in een Mini Cooper. Ik stond dus met een mengeling van verbazing en nieuwsgierigheid toe te kijken hoe zij dit ging oplossen. Werd niet eens boos. Maar dat veranderde toen ze uitstapte, even naar achteren liep, vooral naar haar eigen evt. schade keek, weer achter het stuur van haar Mini dook en snel wegreed.

Ik nam haar kenteken voor alle zekerheid maar even op. Goed zicht en autokennis waren hierbij handig. Het bleek later dat ze mijn compacte Tsjech precies had geraakt op de rand van het rechter voorscherm en de kunststof gespoten voorbumper. Een rot plek. Nou mooi was dat. Toch maar even digitaal gemeld bij de politie. (Volgens de dames en heren van Hermandad een strafbaar feit, dus aangifte doen). Dat kon na een paar dagen op afspraak in Diemen. Men heeft daartoe een systeem van verdeling van die aangiften over de diverse politiebureau’s. Intussen bij de dealer even laten opnemen wat de evt. schade ging worden. Tussen de 600-1000 Euro. Toen werd ik pas echt boos. Want wegrijden met zoveel maling aan de gevolgen voor een ander…asociaal. Dat namen we ook even op in het PV. Al snel deed de politie haar werk en was de tegenpartij opgespoord.

Ik had intussen mijn rechtsbijstandsverzekering ingeschakeld die de zaak ook in beweging zou zetten. Zo kwam er een schade-expert naar de dealer om de officiële schadevergoeding vast te stellen. Intussen bleek de politie met de betreffende ‘dame’ gesproken te hebben. Die was ‘stomverbaasd’ dat ik het had aangegeven want volgens haar ‘viel de schade nogal mee toch, zij had immers zelf geen schade’. Tja, jammer dan. Nu zitten we in de molen en gaan we tot het gaatje. Na wat heen en weer praten en later appen besloot ze toch maar om zelf bij haar verzekering de aanrijding aan te melden. Dan kon die zorgen voor afwikkeling. Intussen waren wij er veertien dagen lang elke dag even mee bezig geweest. Onlangs moest ik de auto een dag lang stallen bij de dealer voor die expert. Wij maakten daar gebruik van door een enorm lange wandeling te maken. Dat verhaal volgt nog. Hoe dan ook, de schade kwam in de buurt van het laagste bedrag zoals de dealer het had vastgesteld en toen begon het wachten op wat er vanuit de verzekeringswereld zou gaan plaatsvinden. Met brieven om nog een keer alles op te sturen wat ik al had gedaan, Nooit fucken met de Meninggevers…. Principe!

Ultralang vliegen…

Voor ik met u, zoals in een vorig blog aangekondigd,  terugga in de tijd, naar een periode waarin vliegen nog was voorbehouden aan een zekere elite in ons land of daarbuiten, nu even een blik in de nabije toekomst. Die morgen beginnende toekomst welke ultrazuinige vliegtuigen zal gaan brengen die ons over enorme afstanden gaan vervoeren zonder enige tussenstop. En de technologie daartoe hebben we al. Eigenlijk al heel lang, maar nooit op een schaal zoals we die nu op ons af zien komen. De vraag is wel of je daar als passagiers in die fraai ontworpen dingen gelukkiger van wordt. Persoonlijk vond ik de vluchten naar/van de VS echt wel een hele ruk. 8u 3 kwartier op je plek blijven of een kort wandelingetje maken aan boord van zo’n kist vond ik persoonlijk best afzien. Maar tegenwoordig draaien sommige maatschappijen zich niet meer om voor ruim het dubbele aantal vlieguren. Men wil zo efficiënt mogelijk met een relatief grote betalende lading van punt A naar B kunnen vliegen en zo geld besparen en gelijk verdienen. Kampioenen op dit vlak zijn Qantas uit Australië en Singapore Airlines.

In een ruk van Londen naar Sydney vraagt het uiterste van reizigers en bemanningsleden. Maar toch kiest men ervoor. De redenen zullen duidelijk zijn. De druk op de luchtvaart vanwege de vermeende uitstoot en ook die van aandeelhouders op zoek naar rendement zorgen voor dit streven. Tuurlijk is een vlucht met allerlei tussenstops ook niet alles. Datzelfde Qantas vloog vroeger vanuit Londen via Amsterdam en nog een hele reeks tussenstations naar haar eigen thuisland. Maar uitgerekend per stoel waren dat dure tickets. Is dat nu anders? Tuurlijk niet. Onlangs oefende men wat met de splinternieuwe en hypermoderne Boeing 787. Normaal goed voor 256 passagiers, nu zaten er slechts 40 in. Die werden aan alle kanten door doctoren onderzocht vanwege het fysieke welzijn. Ook de bemanning werd zo gemonitord.

Moet wel, want je wordt natuurlijk niet alleen moe van het zitten, ook van de droge en toch wat ijle lucht, het geluid (ook al zijn die nieuwe kisten stil) maar ook het passeren van datum/tijdgrenzen. Want bedenk maar eens dat het verschil tussen New York en Sydney 16 uur bedraagt, wat een extra aanslag op je lijf en leden is. Daarnaast is het allemaal nog wel te doen wellicht in de eerste klasse, maar economy?? Met een stoelruimte van 35cm?? Ik denk niet dat ik er snel aan boord zal stappen. Vliegen is geweldig leuk, het brengt je in een paar uur naar verre bestemmingen. Maar om nu een hele dag in zo’n kist rond te hangen…Ik moet er niet aan denken. Wie van mijn lezers wel??? Ben benieuwd. (Beelden: Yellowbird collectie)

Amerika’s exclusieve luxemerk…Cadillac…

Omdat General Motors nog geen merk in huis had met een exclusieve uitstraling en dito luxe, kocht het in 1909 Cadillac. En dat merk werd spreekwoordelijk synoniem met Amerikaanse extravagantie soms. Wagens met zelfs in de oertijd al enorme motoren (men schuwde zelfs 16-cilinders niet), dito carrosserien en daardoor een aparte klantenkring die niet alleen de rijken der aarde omvatte, ook mensen die met wonderlijke zaken hun geld verdienden. Zeker ook filmsterren behoorden tot de Cadi-adepten en voor ons Nederlanders was een Cadillac vaak een auto voor heel feestelijke gebeurtenissen of juist verdrietige. Laten we wel zijn, nog steeds zijn veel lijkwagens Cadillacs.

We willen graag in stijl richting onze laatste rustplek. Dus dat Cadillac heeft dit in zich. In de na-oorlogse jaren zagen we wagens voorbij komen met de meest schitterende aanduidingen. De series 62, maar ook de Coupe Deville, Fleetwood, Eldorado of wat ook. Veelal wagens met een lengte van dik 5 meter of meer en motoren die ons Nederlanders enorm imponeerden. Een V8 van 5,6 liter in 1946 was voor de gemiddelde Europeaan of zuinige Nederlander niet weggelegd. Voor Amerikanen eigenlijk normaal. Cadillac had in eerste instantie nog wagens in huis met een wat ingetogen vormgeving. Maar vanaf 1957 ging dat een heel andere kant op.

De hoeveelheid chroom op de auto werd bijster groot, en de wagens kregen vleugels op de achterschermen. Juist bij Cadillac paste men de toen zeer modieuze ontwerpstijl van vliegtuig- en raketelementen kwistig toe. Dat mondde uit in de extravagante Coupe DeVille uit 1959 die zulke grote staarten op de achterkant had zitten dat hij vermoedelijk met vleugels aan de body nog had kunnen vliegen ook. Voorin een dorstige 6,4 liter grote motor waarmee je de 200km/u kon benaderen. Elektrische ramen waren uiteraard standaard, maar ook de stoelen verstelde je elektrisch.

Een fraaie afgeleide was de Convertible die vooral bij filmsterren zeer in trek was. Een jaar later waren de vleugels minder groot, de auto een stuk strakker en de vormgeving aangepast aan de tijd waarin we leefden. En zo ging het door. Naast de ‘normale’ productie had Cadillac ook verlengde limousines in huis, en liet men soms op basis van die verlengde wagens elders stationcars bouwen die dan weer de opmaat waren naar lijkwagens.

In 1970 leverde men een Eldorado waarin je tegen meerprijs een 8,2 liter grote V8 geleverd kreeg. 406pk’s, voorwielaandrijving en een meer dan imposante uitrusting. En zo zou dat jarenlang voortgaan. Toch nam de belangstelling voor Cadillac in onze streken af. Het extravagante van de wagens beviel minder en na de oliecrisis in 1973 was het krankzinnig hoge brandstofverbruik ook een reden om Cadillacs te mijden. Tegenwoordig is het een merk met minder uitstraling. Men bouwde een jaar of tien geleden zelfs compacte wagens op basis van Opel/Saab-body’s die in Zweden in elkaar werden gezet. Een enkele leaserijder koos er voor. Diesels kwamen ook in het gamma. En dat is vaak een gruwel voor de ware liefhebbers van een merk. Veel te praktisch en gewoon. Tegenwoordig moet je een Cadillac met aan lampje zoeken. Nieuw registreert men een stuk of tien wagens per jaar in ons land en dat is wel erg exclusief. En toch zijn er nog voldoende klassiekers die het merk hoog houden. Want bijzonder blijft het. En o ja, een SUV heeft men ook in huis. De Escalade. Mastodont van het zuiverste water. Maar meer voor de VS bedoeld dan voor ons piepkleine landje. Jammer eigenlijk……(Foto’s: Yellowbird archief)

Schrijven over werk en carriere…

Voor veel lezers hier of elders en de mensen uit mijn algemene of directe leefomgeving ben ik een ‘automan’. Wat op zich best een compliment is natuurlijk. Zeker het vorig jaar gepubliceerde vervolgverhaal over leven en werken voor en met dat fraaie automerk met die vliegende pijl in het logo deed dat duiden nog eens extra wortelschieten. Toch is het niet geheel volgens de waarheid. Want er was ooit ook nog een zeer bewust gekozen leven buiten die autowereld. Wie mijn vervolgverhaal goed gelezen heeft weet dat er nog een periode voor heeft gezeten waarin met name de luchtvaart een flink aantal jaren mijn werkende aandacht had. En daar, in die dynamische wereld, leerde ik ook waanzinnig veel. Zoveel, dat ik meen er goed aan te doen ook daarover een paar hoofdstukken te besteden die ik als vervolgverhaal af en toe op zondag zal aanbieden ter lering en vermaak. Omdat het een wereld was die ik in eerste instantie niet kende en die later net zo in de genen kwam te zitten als die auto’s uit een later tijdvak.

De optelsom der branches maakte dat ik ben geworden wie ik nu ben. Gepokt en gemazeld door jobs in vakgebieden die voor veel mensen vooral vanaf de buitenkant worden bekeken en daarbij al dan niet beoordeeld. Een derde sector die altijd mijn aandacht heeft gehad en nu leidt tot wat ik u al 13 jaar digitaal aan kan bieden maar ook tot boeken heeft geleid die gewoon te koop waren of zijn, is de schrijverij. Ik had daar heel vroeger al een aardig gevoel voor. Als klein kind kon ik (al zeg ik het zelf) aardige verhalen maken die ik dan op school mocht voordragen omdat zelfs de toch vrij behoudende katholieke onderwijzers ze wel erg levendig geschreven vonden.

Als tamelijk jonge puber maakte ik al mijn eigen kranten. Later gevolgd door echte magazines, bijdragen aan vakbladen en zo meer. Ik deed daarover ook in mijn vervolgverhaal over de Vliegende Pijl al eens verslag. Nadat ik uit de wereld van de auto’s stapte was de transfer naar die van grotere publicaties waar ik de hoofdredactie mocht vormen, niet zo gek. Schrijven lag en ligt me kennelijk, managen zit in het bloed en de combi zorgde voor veel plezier. En zo rolde ik al schrijvend voor printmedia vanzelf in die van de digitale media. Die later dan weer sociaal werden genoemd. Goed te combineren met andere dingen die op het pad kwamen zoals advies geven aan bedrijven rond betere communicatie en meer. En nu, de rust is wat teruggekeerd in het Meninggeefleven, houd ik me regelmatig bezig met…… Schrijf van alles en nog wat, over vliegtuigen, auto’s, Amsterdam of de horeca. Met plezier, u zult dat begrijpen en hopelijk uit de regelmatige blogs oppikken. En dus straks ook vanuit de herinnering over wat ik op dat Schiphol (en wat andere vliegvelden) zoal meemaakte als keihard werkend mannetje met een carrière wens. Vanaf volgende maand in dit theater. Koop nu alvast kaartjes. Nestel je in het pluche van de eerste rij en onderga….(Beelden: Yellowbird archief/internet)

Gebedsgenezing, over afkeer en verlangen…plus een taboe!

Binnen de religies en occulte clubs is het genezen van zieken en hulpbehoevenden een bijna dagelijks terugkerend fenomeen. Men gelooft er in of juist niet. Zij die bidden naar Maria bezoeken bij honderdduizenden per jaar de heilige plekken waar deze moeder van Jezus zich aan aardlingen vertoonde. Althans volgens de overlevering. Water uit de buurt van die plekken op zich moet al van zodanig kwaliteit zijn dat mensen die het drinken van ziek naar gezond gaan. Net zoals je vaak zag bij de al dan niet bekende Kuroorden in Midden-Europa. Drink van dat ijzerhoudende en soms naar zwavel stinkende water uit de hete bronnen en hup….. In Hongarije kennen ze zelfs warme zwembaden voor hen die last hebben van de gewrichten. En met resultaat.

Maar terug naar de genezers. Het blijft bijzonder dat er mensen zijn die niet alleen menen dat ze genezen kunnen worden door handoplegging of gebed, het feit dat er lieden zijn die deze vorm van genezing loslaten op de massa is nog aparter. Los van alles wat er aan occulte groepen rondhobbelt in ons land, ook de traditionele kerken zijn er niet geheel vies van. Veel van deze acties maken een normaal mens heilig. De katholieken mengen deze vorm van bijgeloof dwars door het bijbelse heen en roepen de helden van de genezing graag uit tot heilige. Moeder Theresa was er zo een en in de katholieke historie zijn er meer die als zodanig zijn verheven boven de middelmaat.

Het komt vermoedelijk toch voort uit de donkere middeleeuwen toen slechts de katholieke kerk met haar kloosters en monniken/zusterordes een vorm van ziekenhuizen aanbood aan de droeven of behoeftigen. Die normaal terecht kwamen bij kwakzalvers op de markt, maar in zo’n katholiek hospitaal nog wel eens genazen van hun etterende wonden of zo. Natuurgenezers denken dat als ze iets met kruiden of planten mengen en laten nuttigen de patient er vast niet slechter van wordt. En als het helpt, waarom niet. Kennen we Jomanda nog?? Dat dametje wist velen te verrassen door haar handopleggingen met gevolgen.

Beetje doorgestoken kaart natuurlijk, maar toch. Het wordt pas ernstig als mensen de reguliere artsen ontlopen omdat ze geloven in de handkracht van deze lieden. Opvallend is wel dat we ondanks ons cynisme behorend bij de moderne tijd, toch in grote aantallen de kant van die gebedsgenezers op gaan. Er zijn er heel wat die met die flauwekul (in de meeste gevallen) aardig hun centjes verdienen. Het gaat me hierbij niet om homeopaten of dergelijke alternatieve doktoren. Het gaat me puur om mensen die door middel van handoplegging of een dansje rond een vuur gemaakt van paardendrollen een ander wijs maken dat het gaat helpen. Als het gaat helpen is het prima natuurlijk, en als gebed zorgt voor genezing dan doe ik graag mee. Maar ik vrees dat de kerken vol zitten met oprechte gelovigen die zich suf bidden zonder enig resultaat. God heeft het daar vast te druk voor. En omdat dit zo is ontstaan die wonderlijke figuren. Waartegen trouwens de mensen die op D66 stemden over het algemeen het meest kritisch reageren. Kennelijk is men bij de volgers van die stroming, hoe populistisch ook, in staat om een enkele keer vol realisme naar de mensheid te kijken. Dat delen ze dan weer met de knoeperharde afkeer bij de aanhangers van CU en SGP. Die moeten er niks van hebben. En in mijn optiek terecht.

Praktijkervaringen uit de verkoop – 4 – verkeerde inschatting…

In mijn dealerjaren na 1985 speelde ook het Japanse automerk Daihatsu een grote rol. In de jaren dat we dat merk voerden en ik erover binnen ons dealerbedrijf deels de scepter zwaaide kwamen we in aanraking met een totaal andere klantengroep dan we in de voorgaande jaren gewend waren geraakt met de Oost-Europese of Koreaanse merken. Daihatsu had een modellenlijn die stadsrijders bediende, maar ook mensen die een gezinsauto, iets sportiefs of zelfs een terreinwagen zochten. Het waren in de onderhandeling ook totaal andere lieden vaak dan we bij die andere merken hadden leren kennen. Ongeduldiger veelal, flink wat jonger en vaak sneller van beslissen. Zo herinner ik me een man die er uitzag als een havenarbeider (zonder negatieve kwalificaties) die met een fysiek aardig geprofileerde dame aan de hand de showroom binnen stapte en direct afliep op een toen net nieuwe Daihatsu Feroza. Dat waren kleine terreinwagens met een lekkere motor die goed mee konden in het verkeer.

Naar wens in twee kleuren lak op de auto te bestellen. Wij begroetten het paar en trokken de deuren van de auto open. Uiteraard zodanig dat de dame geen gebrek aan aandacht kreeg. Ze was heel charmant maar zei weinig. De man des te meer. Al babbelend liep hij om de auto heen, ging even zitten achter het stuur en stelde toen vast dat een ‘bakkie koffie’ er wel in zou gaan. Dat werd meteen geregeld. En terwijl we de brochures even doornamen was zijn opmerking tekenend….’doe voor mijn meissie maar zo’n Jeepie, en hang er meteen even alles aan wat ze leuk vindt’. We waren enigermate verrast maar trokken het orderblok maar te voorschijn. Ordertje van toen dik 30 mille (in guldens) waarbij het halve accessoirespakket voor de Feroza in een keer werd uitgeleverd. De man betaalde zelfs aan en wilde de auto wel snel geleverd zien. ‘Want ja….ze mot vaak heen en weer naar de supermarkt…dusssss….’.

De week kon niet meer stuk en het werd later een goede relatie met die twee. In een andere situatie schatte ik een situatie volkomen verkeerd in. Een erg fraai uitziende jongedame kwam op een dag informeren naar een Charade met wat extra’s. Ik legde haar de zaken voor, maakte een offerte en deed een globale inruiltaxatie voor haar oude Toyota. Ze vertrok weer. Twee dagen later was ze terug. Met een oudere heer. Overduidelijk (..) haar vader. En als zodanig ging ik het gesprek in. Vond het verstandig dat ze haar vader had meegenomen en zo meer. Tja…u raadt het al, niks vader, die twee waren partners. Gelukkig accepteerden ze mijn excuses en konden ze er wel om lachen. Was immers een meer voorkomend euvel. Mijn collega had ook zo’n blunder. Met een even fraaie als jonge dame die ging voor een wat sportievere variant van de Charade. Mijn collega, zelf in de jonge jaren en niet gespeend van een fraai uiterlijk, zat tijdens het eerste gesprek echt de dame te versieren. Hij ‘had er wel iets mee’. Het afscheid was lastig voor hem, hij kwam met rode wangen terug in ons kantoor na dat lange gesprek. Overtuigd dat hij niet alleen een auto had verkocht, ook de dame zou hebben versierd. Groot was zijn teleurstelling toen ze een dag later terug was en samen met haar vriendin de auto bestelde. Die vriendin was er een van de tuinbroekensoort (sorry voor hen die zo’n dracht leuk vinden) en mijn collega vond echt dat de dame waar hij op viel de verkeerde keuze had gemaakt. Niet qua auto, want die ging uiteraard snel op papier, maar door hem niet te zien staan…..Het kon verkeren in die periode…(Foto;Archief Yellowbird)

Geen zin…

‘He toe nou…’ zeurde ze naar hem. Hij negeerde haar…. O zeker, ze was mooi, lief, kon goed koken en was aardig met de kinderen. Maar ze kon ook zo zeuren….. ‘Toe nou, je zou mij echt helpen om ook eens een soort plezier te beleven…ik wil zo graag ook even genieten…’. Ze keek hem bijna smekend aan, hij zag haar prettige ogen, bekeek haar uitdagende bloes, die strakke rok, haar mooie benen en fraai geknipte haar. Ze was de zonde zeker waard. Maar ja, sinds hun huwelijk moest hij soms wel 12 uur per dag werken, kwam hij doodmoe thuis en wilde dan gewoon weinig meer dan even lekker eten, de kinderen een aai geven of naar bed brengen, en daarna nog even aandacht voor haar opbrengen of van haar kant ontvangen. Het was best zwaar allemaal en zo had hij het voor dat huwelijk nooit bedacht. Toen droomden zij beiden nog van wereldreizen en daarna een boerderij ergens op het verre platteland van Drenthe of Overijssel, met dieren en moestuinen. Maar in de praktijk van alle dag hadden ze met veel moeite een kleine middenwoning kunnen kopen en woekerden ze niet alleen met het woonoppervlak, ook met hun financiele ruimte. Zij leek zich eerder te schikken in dat lot dan hij. Hij droomde nog steeds van dat leven elders. Maar ja….dromen zijn bedrog. En nu leefde hij dus met zijn vrouw die constant zeurde dat hij ‘dit’ of ‘dat’ wel wat meer aandacht kon of moest geven. Hij werd er zo moe van. Wilde gewoon rust. Ook al was hij niet zo oud om daar al van te kunnen genieten….. Ze wilde dat hij promotie maakte, meer ging verdienen, aandacht had voor de kinderen, maar ook specifiek voor haar. En zeker, hij hield zielsveel van haar, maar was er wel achter dat dit zeurkant voor het huwelijk nooit naar voren was gekomen. Hoe dan ook, hij keek naar buiten, hoorde haar eigenlijk niet tegen hem praten. Overwoog, bedacht, wist dat als hij haar toegaf ze wellicht vanavond weer wat liever voor hem zou zijn. Dus nam hij een besluit…..’OK….ik haal de auto even. Kunnen we naar de IKEA en heb jij je zin’….. Voor hij stampend van opwinding naar de gang liep om zijn jack aan te trekken hing zij om zijn nek en kuste hem. Ze was oprecht blij. Haar opwinding moest ze maar zien vast te houden dacht hij….en stapte de deur uit….

Terugkijken naar 1969….

Veel mensen neigen naar vooruitkijken. Zeker in deze onrustige periode waarin groene revolutionairen menen dat wat 100 jaar geleden de Roden deden ook hen is gegund, namelijk de democratie buiten spel zetten en de neo-communistische dictatuur uitrollen over de mensheid omdat dit beter zou zijn voor onze kinderen. Daarbij blijkt kennis van de geschiedenis veelal compleet te mankeren. En dat terwijl je met een paar muisklikken hele archieven kunt raadplegen over hoe het er 100, 50, of pakweg 10 jaar geleden aan toeging in ons aller leven. Zo is het aardig om te zien dat we in het willekeurig gekozen jaar 1969 net geen 13 miljoen mensen in ons land telden. Nu zijn dat er dik 18 miljoen en neigen we naar een planning richting 20 miljoen. Het batig saldo toch vooral te danken aan ongebreidelde immigratie.

Waarbij je meteen ook het grote probleem van de uitstoot te pakken hebt. Immers, mensen stoten in welke vorm, kleur, godsdienst of maat ook, altijd schadelijke stoffen uit. Of Klavertje dat nu wil of niet. Maar feiten tellen niet in die kring. Symbolen wel. Grappig is ook dat we intussen met Willem-Alexander twee vorsten verder zijn na vijftig jaar. Immers, in 1969 was Juliana nog onze koningin en Bernhard haar echtgenoot nog niet ontmaskerd als wat verdacht tussenpersoon voor vliegtuigbouwers Lockheed en Northrop. Alles op dat punt pais en vree dus. Ons kabinet werd geleid door de heer De Jong. CDA-er en oud-duikbootcommandant. Linkse terreurgroepen vielen de Europese samenleving met geweld aan. In Italie maar ook in Duitsland. Is op dat punt veel veranderd?

Eigenlijk niet. Wat ook bleef is de vijandige houding tussen katholieken en protestanten in Noord-Ierland. Hoewel men daar tegenwoordig officieel in vrede samenleeft is de praktijk van alle dag weerbarstig. Op 15 januari 1969 was de gemiddelde dagtemperatuur overigens tussen 4-6 graden en viel er zeven uur lang ruim 7 mm regen. De wind kwam uit het zuidwesten en had een windkracht van 3Bft. Kortom, daar is ook niet zoveel veranderd, al willen die groene revolutionairen van nu ons doen geloven dat dit weertype anno 2020 totaal nieuw is en een bewijs voor de klimaatverandering. En om daar nog eens op terug te komen, 40 jaar geleden was de wetenschap er heilig van overtuigd dat ons doemscenario zou bestaan uit een nieuwe ijstijd. ‘Alle tekenen wezen in die richting’. Men haalde er gespecialiseerde wetenschappers bij, men vergeleek, bewees, oreerde, maar moest een paar jaar later vaststellen dat al die zekerheden op het gebied van klimaat de prullenbak in konden. Dat klimaat laat zich niet zo meten en al helemaal niet dat een en ander wordt veroorzaakt door de mens. Maar dat is voor de groene revolutie niet van belang. Immers, symbolen als moderne auto’s en vliegtuigen, onze kachels, gasverbruik en vleesconsumptie zijn allemaal belastbaar. We hebben het al gemerkt toen het vuurwerk begin deze maand de lucht in ging en een nieuw belastingjaar startte. Heffingen op van alles. De burger moet betalen. Helpt niets natuurlijk, maar voor de eigen fanatieke achterban is dat het doel waarnaar zij streven. Knevelen, uitkleden, arm maken. Op dat punt is er niets veranderd. Alleen die bevolkingsexplosie. Die is nieuw. Maar daarover is met niemand op links een goed gesprek te voeren. Dat is hun taboe. Horen-zien-zwijgen. Behalve als het onze moderne samenleving betreft…..dan gaan we weer schreeuwend de straat op. Niets geleerd. Geen cijfer bekeken……onbewezen dus! Negeren het beste advies….En wegstemmen….(Beelden: Yellowbird archief)

Net geen Cadillac – maar Buick!

Alhoewel het Amerikaanse merk Buick de indruk wekte zelfstandig door het leven te gaan, was het al vanaf 1908 onderdeel van General Motors. Vijf jaar eerder was het opgericht door naamgever David Buick! Als merk werd het que luxe en uitmonstering door G.M. gepositioneerd na Cadillac, maar boven Oldsmobile, Pontiac en Chevrolet. Buick’s waren stevig gebouwde, soms wat saaie wagens die je aardig wat luxe boden maar wel tegen een aanvaardbare prijs. Je moet het merk overigens uitspreken als Bjoe-IK en niet BIE Joek zoals je hier nog wel eens hoort. Na de Tweede W.O. kwam Buick met een reeks zeer aansprekende modellen. Zoals de Super en Special. Met ingang van het jaartal 1949 kregen Buicks ook de drie opvallende portholes aan de zijkant van de motorkap die de modellen direct onderscheidden van de wagens uit de andere GM-merken. 8 cilinders waren ook standaard bij Buick, waar je bij aankoop van een Chevrolet nog gewoon een staande zes-in-lijn kreeg en later pas een V8 kon bestellen tegen meerprijs.

Voorramen uit een stuk glas waren ook bij Buick al snel standaard. Dat gold bepaald niet voor andere wagens uit het tijdperk. Heel fraai ook waren de Skylarks uit 1953 en later. Het ontwerp kwam van de befaamde ontwerper Harley Earl. Tegenwoordig aardig prijzig als klassieker. Zoals vaak bij de Amerikanen uit die periode werden de Buicks groter en groter, maar ook steeds luxer en zag je de motoren met de trends meegroeien. In 1958 zat er al een bijna 6 liter grote V8 in het vooronder van de Special en was een automaat standaard. Door de jaren heen deed Buick wat het moest doen. Klanten voor GM trekken en vasthouden. Niet op prijs maar op uitstraling. Met een zeven liter grote V8 voor de Electra uit 1967 had men een stevige troef in handen om de concurrentie van Ford en Chrysler aan te kunnen. Maar het kon nog extravaganter.

In 1971 verscheen de Riviera die niet alleen was voorzien van een nu 7,5 liter grote motor, maar ook een boattail aan de achterzijde van de carrosserie. Daar viel je echt mee op. Kostte je wel meer dan drie keer zoveel als een Skylark die ook niet meteen behoorde tot de compacte bugetmodellen. In de 80-jaren ging Buick mee in de trend van compactere en wat zuinger modellen. Men had ook een X-Body car in huis, die in onze ogen nog steeds groot leek maar voor de Amerikanen toch werd gezien als een compact.

Tegenwoordig is het merk in ons land niet meer te koop. Het is steeds meer een Badge geworden binnen het stevig afgeslankte GM-programma. Met wagens die nauwelijks meer opvallen, maar wel aan de eisen van tegenwoordige kopers voldoen. Maar ook een merk vol prachtige stukjes ontwerpgeschiedenis. En daarom ook hier even genoemd…(Beelden: Archief/internet)

Don’t f…k the Meninggever!

De geweldige Netflix-serie ‘Peaky Blinders’ heb ik eind vorig jaar achter mekaar bekeken en was er zeer van onder de indruk. De familie Shelby uit Birmingham, zigeunerbloed en dito tradities. ‘We’re the Fucking Peaky Blinders’ een gevleugelde kreet. Nooit bleef een wrede of criminele daad tegen de familie onbestraft. Laten we wel zijn, je komt aan mij, aan ons…dan moet je daarvoor dus de rekening betalen. Desnoods met je bloed of leven. Zo doen wij dat in ‘onze kringen’. In de familie Meninggever gelden deze regels ook, al kan ik me niet herinneren dat er ooit bloed vloeide bij een of andere ‘terugbetalingsactie’. Subtiliteit zit meer in de genen. Maar zeker ook wraakzucht. Wie ons iets aandoet moet rekening houden met represailles ook al worden daar dan meestal geen wapens bij gebruikt. En elk lid van de familie heeft het in meer of mindere mate in zich heb ik ontdekt.

Altijd ook wel verhalen uit de geschiedschrijving waarbij mensen die ons iets vervelends aandeden de rekening gepresenteerd kregen. Kan 25 jaar duren, maar het komt! Nu ben ik zelf een verhalenverteller, dus ik kan of kon het vaak in woorden en/of media kwijt. Het kan zijn dat me zakelijk iets is gelapt wat me persoonlijk slechts indirect raakte, maar waarvan ik wel vind dat het niet door de beugel kon. Ook dan komt er een reactie. Kan ook dat er dan negatieve publiciteit volgt en mensen daarmee de pin op de neus krijgen voor hun onbetamelijke gedrag. Maakt het veel indruk? Soms wel. Ik heb er wel eens hele discussies over gehad met iemand die ik in een artikel een aantal jaren later echt verweet dat hij zeer slecht leiding gaf aan een onderneming waar ik ooit mee moest samenwerkte. Het schandblok stond klaar voor hem. De man las het en ontplofte. Nog steeds overtuigd van zijn eigen gelijk. Maar de lezers en zij die de situatie kenden waren het niet met hem eens.

Ik heb wel eens uitgezocht dat het toch iets is wat wij van onze familiemoeder hebben overgenomen. Die had dit ook sterk. Kwam niet aan haar leefwereld of omgeving, je kreeg ervan langs. Al duurde het twintig jaar. En hoewel wij die eigenschap als kinderen of pubers wellicht verafschuwden, het bleek ons toch meegegeven in die al eerdergenoemde genen. ‘We’re the fucking Meninggevers’ en zo meer. Tegenwoordig gaat het er anders aan toe. Mensen die persoonlijke hetzes voeren gaan achter de blokkade van wat ook. Bij sociale media een fluitje van een cent. Heel wat lieden met al te persoonlijke verwijten of te linkse meningen (ieder heeft recht op zijn/haar opinie, maar er bestaat niet een 100% waarheid natuurlijk omdat dit politiek correct lijkt…zelfs de mijne niet) gaan achter de barrière van niet meer kunnen reageren of meelezen. En zo wordt wraak alsnog zoet. Zij het…heel digitaal en keurig binnen de lijntjes van onze normen en waarden. Zouden velen een voorbeeld aan kunnen nemen…Maar ja….die bezitten die genen niet…..Want zij behoren niet tot de Fucking Meninggevers….