Vakantie…

Vakantie…

Nee, ik doe er niet echt meer aan. We doen wel eens een dagje dit of dat, maar lange perioden weg naar een of ander ver oord, het is er niet meer bij. Al was het maar omdat ik het idee dat ik onze drie langharige kinderen alleen moet laten en ik zeker weet dat die niet zonder ons kunnen. Daarbij, ik ben op zoveel plekken geweest. Interessant, warm, mooi, stil of druk, steden, stranden, bergen, ik heb het allemaal gezien.

Tuurlijk is de interesse er nog wel hoor, maar het gedoe van reizen maakt me op voorhand al moe. Zeker nu met al die corona-ellende, dat geplan, het inpakken, de reis op zich, nee, het is niks voor mij meer. Als het op een paar uur rijden ligt van huis is het mij wel genoeg. Daar spreken ze vaak nog mijn taal en eten ook dingen die ik lekker vind. Maar ik koester natuurlijk wel al die reizen en vakanties uit het verleden.

Enige reislust was me in het verleden bepaald niet vreemd en ook tijdens de vele zakelijke trips binnen en buiten Europa wist ik van de meeste momenten ook aardig te genieten. Het begon allemaal trouwens al in de jeugd. Mijn moeder was erg reislustig. Met de beperkte middelen van toen en laten we wel zijn, wonend en werkend in de hoofdstad, genoot zij intens van tripjes naar Limburg, Belgie of (hoogst illegaal want geen paspoort) Duitsland. Wij moesten als kinderen natuurlijk mee, want je kon niet vroeg genoeg beginnen met om je heen kijken.

Ze kon er vaak weer een jaar tegen als we weg waren geweest, en dat was dan vaak toch een dag of wat, net zo lang het budget het kon dragen. Later, we hadden vrijwel altijd een auto uit de ‘voorraad’ beschikbaar, werden die trips wekelijks. De Veluwe, Betuwe, bedenk het en er werd even heen en weer gereden. En met de toenmalige wegen waren dat soms best lange ritjes. Ik nam die gewoonten naadloos over. Verkende Nederland, de omringende landen en ontdekte toen dat het elders ook mooi was. Mijn interesse in de luchtvaart en carriere deden de rest.

Vliegen naar hier en daar, en altijd die verrassing van wat je nu weer aantrof of zag. De wereld is prachtig. Maar ik hoef niet zo nodig naar landen waar het volgens mij vies is of vijandig. Enige controle en regelmaat, maar zeker ook veiligheid op gebied van voedsel en water maar zeker terrorisme of criminaliteit wil ik graag in het pakket hebben zitten. Maar neemt niet weg dat ik nu dus niet meer zo nodig hoef. Al laat ik hen die dat wel zo willen graag vrij. Ga je gang, geniet er van en doe wat je wilt of kunt zolang het nog kan of mag. Enige vliegschaamte of reisvoorbehoud is mij in dat kader totaal vreemd.

Niet voor niets dik 55 jaar keihard gewerkt, dus moet kunnen. Meer iets wat in mijzelf zit tegenwoordig. En dan heb ik nog iets meegekregen van vroeger, ik heb niks met tenten, caravans of dat soort overnachtingsmogelijkheden. Ook niet met boten…Laat maar. Kortom…ik word wat saaier….vast de leeftijd. Maar ben wel nieuwsgierig, wie herkent dit?? Zonder politieke insteek, maar gewoon omdat je al zoveel hebt gezien. En geef eens aan wat je het meest imponeerde in dat opzicht? Waar was het extra mooi, kom je nu nog graag, of was het eten zo heerlijk dat je dat zelfs thuis nog wel eens tot je neemt!? Ik ben benieuwd….wie weet kan ik er iets van opsteken…(beelden: Archief)

Ontmoetingen…

Ontmoetingen…

De boel ging op zijn gat door Corona (Covid19) en daardoor staakten we als mensen ook zoveel mogelijk het reizen naar andere oorden dan het dorp om de hoek, of de bossen in de eigen achtertuin.

Mensen verlangen naar andere oorden, soms omdat ze het Nederlandse weertype wat minder vinden of omdat ze het nu eenmaal leuk vonden andere culturen te ontmoeten. De vliegerij is dan de aangewezen weg, al gaan jaarlijks ook heel wat vakantievierders met auto en caravan op stap. Sommigen rijden dan tot diep in Frankrijk of nog verder. Zij die naar verre oorden reizen doen dat het liefst met de modernste aller vervoersvormen, het vliegtuig. Logisch. Ik weet nog dat vrouwlief een paar jaar terug naar Hong Kong reisde.

Duurde op de heenweg 12 uur. Lang? Zeker! Maar met de boot had ze er vele weken over gedaan. Nu kon ze vanaf moment uno na aankomst meteen beginnen met verkennen. Een soortgelijke reistijd bracht ons ooit samen (via New York) in Florida. De cultuurschok is dan groot, maar ook ‘lekker’. Je bent eigenlijk binnen een beperkt aantal reisuren in een wereld die zo afwijkt van de onze dat het daardoor alleen al een leerschool is. Een Turkse rondreis leerde ons vele jaren her dat dit volk in eigen land gastvrij en vriendelijk is. Maar ook dat jij je dient aan te passen bij de veelal islamitische levenswijze en ook dat de vrouw in die cultuur toch een wat andere soort mens is dan de man.

Je moet dan wel wel even wennen. Toen we een aantal malen in het Verenigd Koninkrijk waren geweest en daar intussen heel wat van de omgeving en steden hadden bekeken, dachten we dat Schotland wel een aardige aanvulling zou zijn en dat de mensen daar gewoon hetzelfde waren als elders in het VK. Mooi niet. Heel andere mensen, vol humor, aardig in de omgang en het eten….nou ja, even wennen. De Ieren bleken altijd in voor een gesprek over hun eigen geschiedenis of wat dies meer zij. Met de Tsjechen kon ik het prima vinden, maar zag ook dat hun gevoel voor humor totaal anders is dan het onze. Het leed van derden kan hen tot enorme lachaanvallen brengen, waar wij toch enige schroom vertonen bij het zien van hetzelfde.

De trots van de Italianen op hun eigen land zal ik nooit snappen, maar het is wel vermakelijk als je ziet hoe men daar de boel organiseert. En reken maar dat ik het gesprek over bepaalde zaken die ons als Europeanen verbindt of verdeelt graag aan ging of ga. Zijn er ook culturen die je minder positief bij bleven? Jawel! Ik vond de Grieken niet aardig. Hooghartig en zeker niet gastvrij. Ook de Polen konden niet meteen op mijn sympathie rekenen, maar dat kwam vermoedelijk ook door de grauwe laag van het communisme dat die lui toen nog over zich heen hadden liggen. Ook met de Fransen bouwde ik nooit een band op. Met de Duitsers gaat het daarentegen altijd lekker, net als met de Belgen, of indertijd de Portugezen.

Ook met Scandinaviers waren de banden vaak plezierig. En niet te vergeten de Israeliers die ik in mijn actieve jaren ontmoette. Altijd plezierige contacten en gesprekken. Maar ook in eigen land zijn sommige culturen anders dan die waaruit je zelf afkomstig bent. Als geboren en getogen Amsterdammer weet ik dat maar al te goed. En besef ik ook dat die eigen cultuur best uniek is zolang hij blijft bestaan. Een Fries is geen Limburger, een Drent geen Zeeuw en dus een Amsterdammer geen Groninger. Dat (h)erkennen is al heel wat gewonnen. En ook dat je voor al die ontmoetingen niet kunt zonder moderne vervoermiddelen. Met de trekschuit, het zeilschip of de loopfiets doe je niet veel meer tegenwoordig…E n o ja, ik heb nog heel wat landen en culturen niet genoemd. Wil niet zeggen dat ik ze niet leerde kennen uiteraard…U wilt me als lezer wel vergeven. Toch? (Beelden: Archief)

Berlijn – optelsom der dingen..

Berlijn – optelsom der dingen..

Branderburger Tor in 2012…Geen muur meer, geen scheiding…

Na de al eerder beschreven steden waarmee ik persoonlijk iets had of heb moet ik absoluut ook Berlijn even vermelden. Hoofdstad van het land der oosterburen, ooit zo hopeloos verdeeld tussen een Oostelijke en westelijk gebied, maar gelukkig weer in oude luister hersteld. De eerste keer dat we daarheen reisden deden we dat nog in die oude sferen. De Muur nog bewaakt en in tact, het vliegtuig Brits want KLM mocht er niet naartoe en de verschillen tussen oost en west in meerdere opzichten enorm groot.

De TV Toren aan de Alexanderplatz in voormalig Oost-Berlijn is nog steeds een herkenbaar baken…

Maar we voelden er ons ook meteen thuis. Alles groot, maar ook gezellig op zijn Duits en dus leuke winkels en restaurants gekoppeld aan die bijzondere geschiedenis. In het oosten die sfeer van onderdrukking, sterker nog dan in andere landen van het toenmalige Oostblok. Maar ook dat schitterende Pergamon-museum. En sommige wijken daar in oude stijl hersteld. Een paar jaar later waren we er meer. Berlijn weer een grote verenigde stad, alles in de herbouw. We keken ons de ogen uit. De S-Bahn toen weer een functionerend geheel. Ontspannen was de sfeer, comfortabel het hotel. Pergamon nu onderdeel van een groter geheel waaraan hard werd gewerkt. In 2012 waren we er weer. Wat een verschil. Overal winkels, musea schitterend opgewaardeerd, de belangrijke punten van de stad glanzend in het zonlicht. We maakten een rondrit, maar ook een rondvaart, we liepen ons de voeten plat, maar wat een stad!

Scheiding tussen Oost en West…anno 1988

Wie denkt dat winkelen in Amsterdam leuk is moet ook echt eens naar Berlijn. In elk stadsdeel daar is een giga winkelaanbod en waan je je als bezoeker in een totaal andere stad. Wat mooi was bleef, wat mooier kon werd dat ook gemaakt. Op de oude grens tussen oost en west nu pure moderniteit in architectuur en aan bod van kantoren of shopping-centra. Daarbij een horeca-aanbod dat je feitelijk nergens vindt. En samen met de Berlijners maakten we daar ook graag gebruik van. Het was en is een waar genoegen. Berlijn is een must. Je moet dat eens meemaken. En je dan wentelen in die sfeer daar. Berlijners toch net even anders dan andere Duitsers wellicht, net zoals een Amsterdam net even afwijkt van de rest van Nederland. Dat zal het wel zijn….(Beelden: Yellowbird)

Schotse liefde; Edinburgh!

Het was echt liefde op het eerste gezicht toen we daar ergens aan het begin van de jaren negentig voor het eerst een bezoek brachten; Edinburgh. Schotse hoofdstad, prachtige geschiedenis, dito gebouwen en wat een aardige mensen die Schotten. Wij kenden het Verenigd Koninkrijk van onze bezoeken van een jaar of twintig regelmatige bezoeken en diverse plekken aardig, maar dit was toch de overtreffende trap. Vanaf het vliegveld met een rechtstreekse buslijn aan komen rijden en dan rechts van je dat echt ontroerend mooie kasteel op een hoge heuvel zien. Princess Street, met dat wonderlijke beeld van aan de ene kant pand na pand winkels met hotels en aan de andere kant diepe dalen waar parken te vinden zijn maar ook het befaamde Waverley Station.

Je ziet de Salisbury Craig, een half groene hoge heuvel die de stad mede domineert, de standbeelden, de drukte. Bij wandelingen die we maakten in deze fraaie stad en omgeving werd wel duidelijk dat dit een heerlijke plek is om te vertoeven. We troffen het soms met het weer, maar hebben er ook midden in de zomer constant in de mist gezeten. Het kan allemaal. Want Edinburgh heeft ‘last’ van het klimaat in haar omgeving, zeewater, maar ook de heuvels van Schotland, die je niet moet onderschatten. Ruig landschap daar. Maar tijdens die mistige dagen was er genoeg te doen. We bezochten diverse malen het Royal Museum of Scotland, je gaat eens kijken in Holyrood Castle waar de Engelse familie af en toe komt kijken.

Je klimt naar en ziet het kasteel en kijkt van daaruit over de hele stad en omgeving uit. Over strategische ligging gesproken. Ook aardig, koop een sandwich (altijd te vinden in welke winkel ook en vaak heerlijk belegd..) en ga op een (gesponsorde) bank zitten in een van de parken langs Princess Street. Je ziet er de eekhoorns voorbij rennen en ook de meest wonderlijke types, want cultuur zit deze stad in de genen gebakken. Een beetje Schot vertelt je meteen waarom het land eigenlijk niks van doen heeft met die wonderlijke Britten. Men voert zelfs een eigen munteenheid, het Schotse Pond, waarmee je daar wel, maar in Engeland niet welkom bent.

In veel opzichten lijkt Edinburgh op veel Britse steden, maar wel met die Schotse saus er over heen. En om het daarover even te hebben, wij hebben er vrijwel altijd lekker gegeten, zonder ons te laten verleiden tot een wonderlijk gerecht als Haggish. Schapendarmen gevuld met vlees.

Je moet de liefde niet overdrijven natuurlijk. Stap in een van de toeristenbussen voor een rondrit door de stad en omgeving en je weet meteen waarom dit de hoofdstad is van het Schotse land. De stad is flink groot, en kent vele wijken die bij toeristen nauwelijks bekend zijn. Bezoek ook eens de botanische tuinen. Prachtig. En je ziet ook daar eekhoorns zo groot als katten. Heb je een dagje over? Stap in een trein naar Glasgow en combineer die twee plaatsen met elkaar. Ook een echte verrassing. Omdat het aan de andere kant van het land ligt (uurtje treinen) vaak ook ander weer. Leuk shoppen daar en de meest fantastische boekenwinkels. Kortom, Edinburgh is geweldig. En ik denk nog steeds met weemoed aan alle trips die we daarheen maakten. En die fantastische wandeling die we ooit deden om die knoest te beklimmen aan de Zuidwestelijke kant van de stad. Ruig, kaal en geen enkele afrastering langs de rulle paadjes omhoog. Maar wat een uitzicht is dan je deel. We daalden af langs de glooiende achterkant en dat was net een landschap van Tolkien. Alleen daarvoor al moet je de wandelschoenen (ik liep omhoog met soort van kantoorschoenen)even aantrekken. Edinburgh is een parel. Een stad die me nog altijd een brok in de keel bezorgd. Top-3 notering! (Beelden: Yellowbird archief)

Pandhouse…

Wie mij kent (of hier volgt) weet dat ik niet zo van het kamperen of logeren ben. De reden is simpel, ik slaap domweg slecht in een andere omgeving en denk als ik niet slaap te veel na over de poezen thuis die me missen of andere zaken die ik al dan niet goed heb geregeld voor ik vertrok. Uitnodigingen voor tripjes houd ik dan ook vaak wat af en beperk ze tot een minimum. Al wil een goede hotelkamer met bad en andere geneugten me nog wel eens overtuigen van nut en noodzaak. Onlangs deed dit laatste zich weer voor. Onze lieve vriendjes in de Hoeksche Waard (Thamara, blogster van het eerste uur baat daar samen met haar echtgenoot een B&B uit sinds een jaar of 1,5) drongen maar aan op een verblijf opdat we dan een ongekende ervaring zouden beleven en ook om te zien of hun formule klantvriendelijk is en deugt.

Nou over dat laatste hoeven ze zich geen zorgen te maken. Hun appartement ligt op de bovenste etage van het pand dat zij zo liefdevol en met veel inzet verbouwden van kerkgebouw/ontmoetingsruimte tot woonhuis. Dat appartement heeft een eigen opgang, is voorzien van drie kamers, een aparte badkamer, keuken en alle comfort nodig voor een aangenaam verblijf. Sinds hun start als B&B eigenaren is het ook een aardig succes. Heel wat gasten uit binnen- en buitenland vonden hun weg naar deze streken en als ik het vanuit mijn marketing-achtergrond bekijk is het een onverwacht succes.

Immers, je verwacht niet dat mensen op de kop van de Hoeksche Waard hun intrek nemen als ze bijvoorbeeld in Rotterdam moeten werken. Of tripjes maken tot in Brussel al toe. Maar dat zit toch anders in elkaar. Voor veel mensen zijn die afstanden waar wij Nederlanders tegenaan kijken peanuts en de omgeving van het Pandhouse (zoals de B & B is gedoopt) biedt rust, winkels, vrij parkeren en gezellige horeca. Handig als je hier wilt vertoeven.

Wij verbleven onlangs in het Pandhouse tijdens een vliegende zomerstorm (Francis) maar zelfs dat was een avontuurlijk genoegen. Ook voor de Meninggever. De boel is smaakvol en ruim ingericht, een goede en hete douche.., keuken met alle benodigde faciliteiten, kortom, je zou het hier best een paar weken kunnen volhouden. En dan het uitzicht….je kijkt vanuit het voorraam over de stad Oud-Beijerland heen en zeker 15 kilometer ver weg.

Het (extra reserveren..) ontbijt was overdadig en heerlijk. En voor de goede orde werd ons geserveerd vanuit de gedachte dat wij doorsnee gasten speelden die hier onze daagjes doorbrachten, anders was het niet eerlijk. Gastvrouw/heer zijn echt in hun rol gegroeid. Hebben in de praktijk van alle dag veel zaken moeten leren, doen dat nog steeds, maar snappen heel goed waar het over gaat in deze gastvrije business. Ik geef hen alleen daarom al een rapportcijfer 10, al is dat lichtelijk bevooroordeeld natuurlijk. Het appartement is ook een tien waard, domweg door de beschikbare ruimte en het thuisgevoel dat je meteen bekruipt. Is het geschikt voor mensen die wat slechter ter been zijn? Nee! Want je moet via een buitentrap best een stukje klimmen. Maar sportieven en gezonden onder ons zullen deze ‘hindernis’ met liefde nemen. Wil je in het centrum vertoeven en genieten van het leuke en bij velen onbekende historische stadje Oud-Beijerland, 2 minuten lopen en je staat er in het oude en gezellige centrum.

De haven ligt er achter, je zou b.w.v.s. zo op je boot kunnen stappen. Wij deden dat niet, maar stapten na dit geweldige verblijf in de rode bolide op weg naar huis. In de zekerheid dat het Pandhouse voor ons nog wel eens vaker een slaapplek zou kunnen zijn. En dat wil in mijn geval iets zeggen. Via Booking.com is een overnachting te reserveren. Al moet je wel even vooruit plannen, want het succes zorgt voor een redelijke bezettingsgraad. Een ontbijt bijbestellen (geringe meerprijs) is mogelijk. Zou ik doen…zeker als je iets te vieren hebt. En wat dat laatste betreft; na 12 uur ‘s-nachts wordt je wel geacht een beetje rustig aan te doen. Want er wonen mensen onder natuurlijk…… Rapportcijfer: 9,5! Meer dan verdiend…Maar is eigenlijk gewoon een 10 natuurlijk! Dat halve puntje zit hem vooral in die bereikbaarheid voor hen die slecht trappen kunnen klimmen. Detail!   (Beelden: Thamara)

Praag – de Gouden Stad die blijft ontroeren…

In de verhalen over mijn werkkringen in luchtvaart en auto’s komen nog wel eens verwijzingen voorbij naar trips die ik al dan niet mocht maken (of moest). Een daarvan was een door de toenmalige Skoda-importeur Englebert georganiseerde dealertrip naar Praag. Najaar 1978! Met de eigen auto. Een Skoda. Tuurlijk. Voor het eerst naar dat mysterieuze land dat me zo na aan het hart ging, zeker na de gebeurtenissen van 1968 toen de ‘Praagse Lente’ wreed werd veranderd in een nieuwe Russische winter. Opgevoed met het merk Skoda, op Schiphol veel zaken gedaan met CSA, de KLM van Tsjecho-Slowakije, zelf rijdend in het merk vanaf 1971, ik had en heb iets met dat land en die stad. Dus toen ik er in 1978 voor het eerst was vond ik alles bijzonder interessant.

Maar was ook verbaasd over de vele historische wijken en gebouwen die weliswaar door de communistische leiders niet meteen elke dag werden onderhouden, maar nog wel de nodige grandeur uitstraalden. Grandeur die Praag nog steeds deelt met zustersteden als Wenen. Want ook deze stad was ooit onderdeel van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk. Een niet te onderschatten periode in de geschiedenis van het land en de stad. De Moldau stroomt gestaag door de stad, al is die naam dan de Duitse variant en noemen de Tsjechen zelf deze stroom Vltva. Praag kent een oeroud centrum, straatjes waar ooit alchemisten werkten aan het maken van goud, samen met schrijvers die in alle armoede wel fraaie werken afleverden.

Je hebt er de Karelsbrug in het centrum, waarvan de geschiedenis werd aangepast om het mooier te maken, en wiens fundamenten leunen op eierschalen. Een brug waar je indertijd nog gewoon met de auto overheen kon rijden, tegenwoordig is het een flaneerbrug geworden, met schitterende ornamenten en veel (namaak)kunstenaars. Praag is ook de stad van Jan Pallach, een student die zich uit protest tegen de Sovjet-invasie en nieuwe bezetting na 1968, zelf in brand stak. Hij deed dat op het Wenceslasplein, wat eigenlijk een boulevard is, waar ook in 1989  de omwenteling plaats vond waarbij de communisten alsnog het landsbestuur moesten afgeven.

In de keren (36 in totaal) dat ik er nadien te gast was bezochten we allerlei zaken die van interesse waren. Zoals de fraaie Burcht, waar de regering zetelt, boven de stad uit stekend naast de St.Vituskathedraal waarover men bij de bouw honderden jaren deed. Maar wat een pracht en als je even de tijd neemt, welk een uitzicht over de stad en de Moldau. Nog fraaier als je dat doet vanaf een stukje stroomafwaarts en de heuvel beklimt bij het oude kerkhof Vizegrad van de stad waar veel bekende Tsjechen begraven liggen. De nabij gelegen heuvel geeft je een uitzicht dat adembenemend is. Tien bruggen in beeld, die Burght en St.Vitus op afstand, echt schitterend. Praag kent een puik metronetwerk, maar er rijden ook voldoende trams. Wandelen is er een genoegen, al was het er dan vaak flink druk. Winkelen kan er ook naar hartelust. Er zijn grote en kleine winkels, marktjes en ook de nodige straathandel en artiesten. Hotels in overvloed, van keurig netjes tot super-luxe. Met de bijbehorende prijzen. Met de auto zelf door het centrum rijden is avontuurlijk. De straten zijn soms onoverzichtelijk in het centrum, parkeren een crime, dus ik raad dat zelf af. Maar wat een stad mensen. Zeer aan te bevelen.

Net als het eigen Tsjechische bier en de andere drankjes van eigen bodem die men je graag schenkt en verkoopt. Zoals Bergerovka dat zorgt dat je na een paar glaasjes (ijskoud)een zeer rooskleurige kijk op de wereld ontwikkelt. Of het nog heftiger Slivovitsj dat menig reisgenoot indertijd aardig de das om deed na consumptie. Goed voor plaatselijke verdoving van mond, keel en maag…dat wel. Praag, heerlijke stad in het centrum van Europa. Mooie mensen, lastige taal, maar door de ontwikkeling van de bevolking kom je met Duits en Engels ook ver. Aanrader van jewelste. (beelden: Yellowbird archief)

Essen…

Voor veel mensen een naam, niet meer. Soms zoekt men het in een vertaling van het woord ‘eten’ op zijn Duits. Maar voor mij was het heel lang toch meer een bestemming. Essen in het Ruhrgebied waar ik heel lang geleden voor het eerst te gast was. Nog in een tijd dat dit zelfde Ruhrgebied bezig was zich los te worstelen van een beladen verleden. Deze stad werd tijdens de Tweede W.O. heftig gebombardeerd door de Britten en Amerikanen en dat liet haar sporen na. Sporen die je indertijd nog goed kon zien aan of in de toenmalige bebouwing. Wij logeerden voor die trips in eerste instantie bij (schoon)familie in Bottrop, later reden we gewoon op een dag even heen en weer. Essen was toen al een minder provinciale plaats dan onze logeerplek, maar dat werd door de jaren heen flink anders. Men knapte de gebouwen op, bouwde nieuw, breidde uit en moderniseerde het wegennet en OV.

Heel handig was wel dat je tot diep in het centrum kon doorrijden, daar je auto parkeren en dan binnen 3 minuten de winkelstraten in kon lopen. Die straten kennen een heuvelachtig karakter, net zoals de hele omgeving een glooiend karakter heeft. Machtig mooi winkelaanbod ook, zeker voor mij. Talloos waren de modellen die ik er vond bij specialistische winkels, maar ook de boekhandels waren een puur genoegen om rond te struinen. Baedekker was er zo een. Altijd wel iets te vinden van de gading. Duitsers zijn lezers naar traditie, en dat merk je. Maar ook de nodige warenhuizen toen. Karstadt, Kaufhoff, Woolworth. Het moest wel gek gaan wilden we niet met tassen leuke zaken vol terugrijden naar huis. Maar dat even op, en neer rijden werd wel steeds meer een dingetje.

Ik ben er vele tientallen keren heen gewest, vaak met auto’s van de zaak die ik dan meteen op de wat langere afstanden kon testen op gebied van comfort of prestaties. En dan ook kijken hoe snel we op neer konden komen. Toch werd juist dat steeds lastiger. De drukte in Nederland nam enorm toe, maar ook in Duitsland en met name rond dat Ruhrgebied liepen de snelwegen flink vol. Het op een dag op en neer rijden werd zo steeds meer een wat vermoeiende opgave. We haalden het niet meer of moesten dan zo snel rondlopen in die stad dat het de moeite niet meer loonde.

Daarbij verdwenen de meeste van mijn (..) winkels een jaar of 10/12 geleden. Een schitterend nieuw winkelcentrum werd gebouwd, naar het model zoals je dat in veel Duitse steden ziet. Etages vol exclusieve winkels en aardige horeca. Maar de sfeer toch anders dan in die vroegere straten met die toen bekende shops. En ook Hema vestigde zich er. Voor mij een voorbeeld van Hollandse verwatering…

Essen bezochten we nog een jaar of drie geleden voor het laatst. We logeerden, samen met onze Soester vriendjes, in een stad er niet ver vandaan en konden per tram op en neer naar de beschreven stad. Was leuk. Maar dan hoefden we ook niet meer dezelfde dag terug naar Nederland. De schnitzel en het biertje waren zalig en de tram geduldig. Maar voor ons heen/weertripje werd Essen voortaan geschrapt. We zoeken het nu toch wat dichter achter de grens. Eens per jaar nog wel wat dieper het Duitse land in maar dan wel om er ook te logeren. Zoals eind vorig jaar in Dortmund. Toch koester ik die herinneringen aan Essen nog elke dag. Leerde me veel, ik ken er de weg (in het centrum) en ik waardeerde ook het schitterende Essen-Werden waar je naast mooie natuur en een lieflijke omgeving ook de villa van de heer Krupp vindt, die met zijn staal- en machinefabrieken toch de welvaart bracht die Essen zo op de kaart zette indertijd. Voor hen die dichter tegen Duitsland aan wonen is het een aanrader. Voor ons is het tegenwoordig toch net een dik uur te ver weg geworden. (Beelden: Yellowbird archief)

Isolatie in de ruimte…

De gemiddelde man of vrouw is niet gemaakt voor lange perioden van eenzaamheid. Denk maar eens aan de vele verhalen die over dit thema verschenen. Onbewoonde eilanden, lijken leuk, in de praktijk kan 99,9% van de mensheid daar niet overleven zonder mentaal ziek te worden. Om het over honger en dorst niet eens te hebben. Een paar maanden niet kunnen winkelen of naar de kroeg in coronatijd maakte duidelijk dat velen al symbolisch tegen de wanden klimmen. Moet je eens indenken dat je dan jaren vast komt te zitten in de oneindige ruimte om ons heen. En oneindig is die ruimte zeker. Zodanig dat we als mensheid vermoedelijk niet veel verder kunnen reizen dan pakweg een deurtje verder in een straat die is gelegen in een stad die weer is gesitueerd in een land zo groot als Rusland en dat dan weer op een wereldbol die eerder zo groot is als Saturnus dan de aarde zoals we die kennen. Lichtjaren weg houdt in dat je met de snelheid van het licht vele jaren zult moeten reizen om ergens te komen. Nou, voorlopig zijn onze raketten voorzien van een technologie die tripjes als die van een slak in een teerton mogelijk maken.

En niet veel meer. Hoe dan ook, we plannen trips naar de Maan (opnieuw nadat we in de jaren 60/70 al eerder die kant op gingen) waarvoor je ongeveer een dikke week moet reizen, maar ook naar Mars. En dat laatste is andere koek., Want een jaar ben je zo onder weg. Enkele reis. Want heen en weer is nog best een oefening. En dus selecteert men mensen die in staat zijn die eenzaamheid in de ruimte te doorstaan, maar ook een verblijf op een zeer mensvijandige planeet vol te houden gedurende een periode van wellicht een normaal mensenleven. Tuurlijk zijn de mannen en vrouwen die dit willen doen van oordeel dat ze dit aan kunnen, maar de vraag is of ze zich wel realiseren wat ze dan bedenken. De trips die astro- en kosmonauten maakten naar en in de ruimte (denk aan het ISS) gaven als resultaat te zien dat een jaar in de ruimte het menselijke fysiek aardig verandert. Ons beenderstelsel geeft het op, de spieren verslappen, hoe zeer we ook trainen, en ook de bloedsomloop is een probleem.

Komen die lui dan weer terug op aarde zijn ze een paar centimeter gekrompen en voelen zich tijdenlang niet lekker. Erger lijkt me de optie dat er bij zowel die lange Marsvluchten of de landing op die planeet misloopt en je roemloos ten onder gaat. Of een noodlanding maakt die grote schade geeft aan jouw vervoermiddel en je dan langzaam aan sterft op die rode planeet. Ik moet er niet aan denken, maar ja, ver weg van de Westertoren begint het al te jeuken. Dus ik ben om diverse redenen niet geschikt. Als je besluit om een kolonie te stichten op Mars, en die plannen zijn er, moet je dus ook mannen en vrouwen sturen om die kolonie duurzaam de toekomst in te leiden. Samen zoveel mogelijk kinderen maken, gezinnen stichten die de missie kunnen voortzetten en de basis daar gevestigd desnoods ontginnen. Met een rood waas voor de ogen en vooral verlangend kijken naar die ene blauwe planeet die heel ver weg in de sterrenhemel te zien is. Het lijkt mij vreselijk. Maar goed, ik hoef ook niet. Nee, met beide benen op de aardse grond. Toch net even plezieriger. Maar wie het aandurft is voor mij wel heen held(in)hoor. Ik wens hen behouden vlucht….(Beelden: Internet)

Rondvaart…

In mijn herinnering lijkt het iets van honderd jaar geleden dat ik in een reguliere rondvaartboot een tochtje over de Amsterdamse grachten maakte. Niet echt waar natuurlijk want in 1998 nog maar nam ik Tsjechische en Duitse zakenrelaties juist daarvoor mee aan boord van zo’n boot, inclusief hapje en drankje. Maar hoe dan ook, het was er weer eens tijd voor en dus togen we met onze Zuid-Hollandse vriendjes naar de wateren voor het Centraal Station alwaar we aan boord stapten van een boot van Rederij Lovers voor een alleszins de moeite waard zijnde rondvaart. Prachtig om te zien hoe je vanaf het water de fraaie panden kunt bekijken, de schitterende Westertoren, de Jordaan, de woonschepen, kortom, alles waar Amsterdam zo rijk aan is.

In die boot tegenwoordig een audiosysteem met bijgeleverde oordopjes waarmee je een digitale gids aangeboden krijgt die in alle denkbare talen (denk aan Jiddisch, Chinees, Japans, Afghaans etc) maar ook in het Nederlands uitleg geeft rond wat je zoal ziet. Dat mijn lieve polderzus Thamara liever naar die digitale stem dan naar de mijne, toch geboren en getogen in deze stad, luisterde nam ik op de koop toe. Net als de regen die af en toe ons deel was. Jammer wel dat fotograferen in een dichte rondvaarboot door de logistiek van banken en tafels een beetje lastig is.

Wil je echt goede plaatjes schieten moet je naar het open achterdek, maar dat hadden veel van de internationale passagiers ook al bedacht. Kortom, dat was lastiger dan verwacht. Neemt niet weg dat het een waar genoegen was. Een uur lang over grachten en IJ varen en nog een keer onderbouwd krijgen waarom Amsterdam zo’n mooie stad is. Wat je wel ziet is dat ook op het water liberalisering van de rondvaartmarkt heeft toegeslagen. Er varen diverse grote bedrijven met de meer normale grote boten, maar verder stikt het ook van de open of half gesloten sloepen met mensen, maar ook salonbootjes en zo meer. Allemaal gericht op tochten met toeristen die grif de vaartprijs van 15-25 p.p. euro betalen. En dan genieten van wat ze zien. Je snapt wel dat deze mensen hier willen varen. Het was in ieder geval een heerlijk tochtje en de sfeer lijkt op het water zelfs nog positiever dan op straat. Kortom, ben je in Amsterdam, pak eens zo’n boot en geniet. Ga niet te laat aan boord, want juist in de middag is het extra druk. (c)Beelden Meninggever!

Kleefse geneugten…

Een van die bestemmingen waar we graag komen als we de grens over steken voor wat boodschappen en meer is het plaatsje Kleve. Dat ligt op pakweg 1,5 uur rijden vanaf Amsterdam en biedt net voldoende winkelaanbod om onze kofferbak vol te doen raken, terwijl de benzine er 15-20 cent per liter goedkoper is. Daarbij kan er links en rechts erg lekker worden gegeten. Van taartjes tot schnitzels, het aanbod is er goed genoeg voor. Kleve is voor ons een bestemming met etappes. Je hebt er de ‘onderstad’ die letterlijk begint op normaal Amsterdams peil, maar je ziet om je heen al dat er verschillende heuvels rond dat centrum liggen die het direct een andere aanblik geven t.o.v. plaatsjes in andere omgeving. Een oude kasteeltoren steekt boven die winkelboulevard in vestzakformaat uit. Een referentie aan de oude geschiedenis van dit stadje dat ooit gelegen was in de Klever Waard, een onderdeel van Gelderland.

Het oer-Graafschap waaraan het stadje en de streek de naam dankt stamt al uit de 11e eeuw en viel toen zelfs nog onder de Bisschop van Utrecht. Die chique is nog steeds wat terug te vinden. Alles oogt er overigens behoorlijk na-oorlogs modern en dat is niet zo gek als je bedenkt dat er in oktober 1944 een ware veldslag heeft gewoed tussen de Duitse verdedigers en de geallieerde ‘bevrijders’ waarbij het stadje Kleve voor 80% werd vernietigd. De heropbouw duurde daarna jaren. Kleve heeft tegenwoordig trouwens o.a. een vestiging van ketens als Woolworth, maar ook van Saturn en Galleria Kaufhoff.

Verder veel kleine en grote winkels. En dat alles in die ene straat die flink heuvelop gaat en eindigt in een overdekte winkelgallerij. Wie nog meer wil kan terecht in de ‘Oberstadt’ die op enkele honderden meters verderop begint en inderdaad boven op de heuvels van Kleve gelegen is. Daar kom je ook allerlei winkels tegen en de nodige grote supermarkten. Wie echter de andere kant op denkt, meer richting de Rijn en Emmerich komt ook nog wat bij elkaar gegroepeerde winkels tegen als Aldi/DM/Kik/Tedi en Kaufland/Deichmann.

Kortom, de moeite waard om naartoe te rijden voor de Duitse inkopen. En de sfeer. Die wordt mede bepaald door de nodige Nederlandse bezoekers. Vanuit de regio Nijmegen/Arnhem hebben ze hier veel aanloop en dat is goed te zien en te horen. Maar het zijn ook mensen van het wat rustiger type. Blerapen komen hier duidelijk minder.

Het is voor ons dus goed te doen. Vaak gecombineerd met wat andere plekken in de regio om het Duitse dagje zo efficient en uitgebreid mogelijk te laten verlopen. Dit is nog haalbaar. Voorheen reden we verder door naar het Ruhrgebied maar dat is bijna niet meer te organiseren in het huidige verkeer. Dus blijven we dit plaatsje op de agenda houden zo lang het nog kan. Altijd iets van de gading. Aan het einde van het jaar komt er dan traditioneel een of andere grote Duitse stad in diezelfde agenda. En kijken we nog wat uitgebreider naar de cultuur die Duitsland zo eigen is. Al was het maar in de boekwinkels. Daarvan kent Kleve er ook hoor, maar die zijn net even kleiner. Kniesoor….uiteraard. De geneugten zijn verder groot genoeg..voor ons dan…(Beelden: Yellowbird prive)