Krijtberg …

Krijtberg …

Hoewel tegenwoordig Lenin en Mao in het stadsbestuur van onze stad om het hardst knokken wie de dienst mag uitmaken waren het juist de katholieken die deze stad ooit tot grote bloei brachten. Maar dan wel heel wat eeuwen geleden. Die geloofsgeschiedenis is goed terug te vinden in de vele kleine en grote kerken die stad rijk is of was. Een daarvan staat aan de Singelgracht niet ver van het Koningsplein en de befaamde bloemenmarkt.

Ooit gebouwd in tijden van ommekeer, de Lutheranen en Calvinisten vochten met de Roomse kerk om de macht, kreeg de schuilkerk die vooraf ging aan het huidige imposante gebouw de naam Crytbergh vanwege een link met de krijtrotsen van Zuid-Engeland waarmee de oer-oprichters een zakelijke band hadden. De huidige kerk is van later datum en kent een neogotische stijl. Eerlijk gesteld was ik er tot voor kort nog nooit in geweest, maar omdat de poort op een fraaie dag in mei open stond voor bezoek stapten we naar binnen.

En wat een beleving werd dat…. Een katholieke kerk zoals die er uit hoort te zien. Prachtig versierd, een indrukwekkend altaar, vele beelden, deels voorzien van plekken om het bekende kaarsje te branden, en houten banken voor de gelovigen. Rust is ook hier opvallend. Kerken zijn vaak ook plekken om even te ontsnappen aan de hectiek buiten en dat is door de eeuwen heen zo gebleven. Er staan in die Krijtberg nog echte biechtstoelen, en als je de website van de Parochie bezoekt zie je dat men het Roomse geloof hier nog belijdt zoals het ooit is bedacht. Inclusief speciale missen, maar ook met Gregoriaanse muziek. Het zal velen bekoren die ooit door het ware geloof zijn aangeraakt. De activiteiten die ik zo voorbij zag komen doen vermoeden dat men omwille van het voortbestaan in deze onzekere tijden ook echt bezig is met actief verkopen van geloof en de bijbehorende normen en waarden. Wat je er ook van vinden mag. Hoe dan ook, de kerk is prachtig en qua beleving wederom een toevoeging aan het gamma kerken dat onze Hoofdstad rijk is en wij intussen zelf ook bekeken. En die zouden moeten worden gekoesterd want ze vertellen veel over het verleden van deze stad die door de jaren heen zoveel doctrines kende en stromingen die altijd uit waren of zijn op de macht. Dat raakte ook deze kerk en haar parochie. De afbraak van de geloofsgemeenschappen in de jaren 60/70 was ook voor de Krijtberg bijna te veel van het goede. Maar men laveerde daar uiteindelijk doorheen en daardoor bestaat deze parel in de katholieke kroon, hartje centrum van de stad, nog steeds. En wie er eens langsloopt moet toch eens naar binnen gluren. Je kijkt zomaar een paar eeuwen terug in de tijd. En wie wil dat nu niet? (beelden: Prive)

Pruttelende bestseller…

Pruttelende bestseller…

O, o, wat moesten sommige ‘autokenners’ in vroeger jaren toch lachen om die wagens uit het zgn. Oostblok van voor 1989. Volgens hun ‘kennis’ waren al die auto’s gemaakt van plastic en reden ze zonder uitzondering op tweetakt-benzine/oliemengsels. Nou dat was een grove misvatting. Wie hier regelmatig leest zal het zijn opgevallen dat al die ‘kennis’ niet klopte. Er was maar een auto met dit concept, de door het Oost-Duitse staatsbedrijf Sachsenring gebouwde Trabant. En die wagens werden niet zo maar van deze bouwwijze voorzien. Het was de enorme druk vanuit de communistische Sovjet-overheersing die maakte dat de meeste fabrikanten uit het vroegere Duitsland last kregen met de aanvoer van materialen als staal voor de auto-industrie.

Juist voor Sachsenring, ooit een erfopvolger voor het trotse Horch van voor de oorlog, was dit een ramp. Men wilde graag de massa-motorisering van de Volkskameraden verzorgen maar kreeg domweg niet de materialen om dat te doen. Dus greep men naar alternatieven. Slim als de Oost-Duitse ingenieurs waren ontwikkelde men toen Duraplast. In feite een mengsel van textielvezels uit de Sovjet-Unie, gedrenkt in harsen die men onttrok aan de eigen bruinkoolmijnen en perste dat goedje tot keiharde kunststof plaatwerk.

Omdat het spul niet zo hield van rondingen waren de eerste en latere Trabants veelal aardig rechthoekig van vorm. Men zette die kunststof platen op een frame van metaal en hout, en voegde er een oude DKW-tweetaktmotor aan toe die de voorwielen aandreef. De eerste wagens van dit type (P50 en later de 500) waren nog relatief simpel en grof gebouwd. Maar het concept werkte en de belangstelling voor de wagens was in eigen land oneindig groot. Zo groot zelfs dat de productie steeds verder werd opgevoerd. In 1964 verscheen de P601, de Trabant zoals we die nu nog steeds zo goed kennen. Met een tweecilinder van 594cc inhoud had je dan 23 (later 26) PK’s beschikbaar. Kon je net de 100km/u mee halen. Voor het Oosten van Europa meer dan genoeg. In onze streken waar de Trabi’s ook werden geimporteerd en verkocht was dat net te weinig.

Daarbij was de typische walm van de tweetaktmotoren voor veel mensen net even te veel van het goede. Neemt niet weg dat zijn ultiem lage prijs zorgde dat er nog steeds kopers voor waren. In de DDR was de wachttijd voor een nieuwe Trabant 10-15 jaar. Tweedehands exemplaren waren vaak net zo duur als een nieuwe. Heel gevraagd was de Universal stationcar waar je wat meer bagage in mee kon nemen. Hoewel de techneuten in het oosten van Duitsland werkten aan allerlei nieuwe modellen voor hun Trabantklanten, hielden de communisten de poot meer dan stijf. En zo duurde het tot in 1988 voor ook bij Trabant moderne viertaktmotoren van VW voorin de Trabi’s werden gelepeld. Maar daarvoor moest het karretje wel compleet worden aangepast. En toen men daarmee klaar was werd de DDR opgeheven en geintegreerd in de BRD. Daardoor was de markt voor de Trabant ineens totaal verdwenen. Veel van die karretjes werden gewoon bij het grofvuil gezet en vernietigd. Het overblijvende wagenpark werd gelukkig vaak gekoesterd. En daardoor stegen de prijzen de laatste jaren aardig. Onderdelen zijn niet echt een probleem, er zijn genoeg oude garagisten uit de oude DDR die een hele voorraad hebben liggen. Hoe dan ook, er zijn miljoenen Trabants gemaakt en verkocht. En er zijn maar weinig modellen van volgens kenners ‘bekendere merken’ die deze aantallen achter hun naam of nummer hebben staan. Alleen daarom al is dat Trabant best een model dat als merk door het leven kan. Want wie heeft nog van VEB-Sachsenring (de fabrikant) gehoord?? (Beelden: archief)

Kantjil

Kantjil

Voor wie in het centrum van onze stad Amsterdam lekker uitheems wil eten is de keur aan restaurants meer dan groot. Ik beschreef er eerder al eens een paar via mijn meningblog. Dit keer neem ik u tekstueel mee naar de Spuistraat 291/293 waar het Indonesische restaurant Kantil en de Tijger te vinden is. Wij kenden het adres van eerdere bezoeken en waren er dan altijd behoorlijk tevreden over het gebodene. Van de 96 Indonesische restaurants in de hoofdstad geeft TripAdvisor dit adres de 19e plek en dat is bepaald niet verkeerd. Wij kwamen met ons gezelschap binnen na een fikse stadswandeling (20.000 stappen) dus de trek was groot. Kom je hier aan het juist adres. De ontvangst was zeer klantvriendelijk, de tafel wat bescheiden van omvang maar voor wat wij aan lekker eten kozen was dat prima.

De keuze aan indo-gerechten is uitstekend, de drankjes betaalbaar en alles wat je bestelt staat snel op tafel. Drie van ons kozen Nasi Rames en dat serveert men op een grote schotel met een brede sortering aan lekkere gerechten daarop. Nadeel is dan wel dat je na de helft ervan te hebben verorberd toch ontdekt dat de rest snel is afgekoeld. Dat is even minder. Om ons heen zaten overigens veel landsaarden te smullen, Nederlands wordt er bijna niet gesproken onder de gasten, maar dat heeft veel van doen met de locatie. Het restaurant zelf is wat ouderwets ingericht, de helft van de beschikbare tafels was bij dit bezoek afgeschermd zodat je daar niet kon zitten. Personeel is uiterst vriendelijk en snel. Toiletbezoek leverde een voldoende op qua zichtbare hygiene en comfort. En dan de prijs. Alles bij mekaar bleven we met vier mensen onder de 100 Euro. Prijs/kwaliteitsverhouding prima in orde dus. En als je zoals wij liefhebber bent van deze gerechten zit je hier prima-de luxe. Een dikke 9 is de score voor Kantil en de Tijger…(beelden: prive)

Westergasspektakel…

Westergasspektakel…

Samen met onze Soester vriendjes op stap in onze stad is altijd een waar genoegen. Zeker omdat we dan een of andere bestemming zoeken met een zeker vermakelijk of cultureel genoegen als resultaat. Onlangs was dat dus weer zo en togen we vanaf het Centraal Station wandelend naar het fraaie Westerpark en daarin gelegen bijna museale Westergasfabriek-terrein. Hoewel de gebouwen daar (terecht) een historische industriele functie doen vermoeden is het nu vooral een cultureel centrum. En daar binnen werd een prachtige expositie/voorstelling gehouden die eigenlijk niet in woorden (of zelfs enkele beelden) is te beschrijven.

Stel je dan maar even voor dat je in een enorme hal terecht komt waar binnen het bewust donker wordt gehouden en waar overweldigende muziek je oren op voorhand al bezig houdt. Pink Floyd of Gregoriaanse koren… Het behoort toe aan een lichtshow die ik in mijn hele leven nog nooit heb gezien of meegemaakt. En echt, autofabrikanten maakten van dezelfde techniek gebruik op kleinere schaal bij de introductie van nieuwe modellen. Dus dat kende ik wel. Dit is echter in alles de overtreffende trap met een turbo er op. Muren van pakweg 15 meter hoog zijn ineens projectieschermen, zowel voor, achter als naast je.

Alles beweegt, popt op en verdwijnt weer en omdat men beelden benut die te maken hebben met de geniale (maar ook wat gekke) schilder Salvador Dali of de door velen als briljant geziene architect Gaudi is alles kleurrijk en bijna vloeibaar. De muziek versterkt het gevoel. Ga er wel bij zitten, want echt, het overweldigt iedereen en als je niet oplet val je ondersteboven van verbazing of omdat het psychedelische effect van die voorstellingen (opgesplitst in twee delen..) je kan doen wankelen.

De adem stokte soms in mijn keel en ik betrapte me er op dat ik echt intens en vol verbazing aan het genieten was, terwijl ik op andere momenten met name de muziek van Pink Floyd (luidkeels) ook nog mee stond te zingen (mag niet..). Maar dit terzijde. Je bent wel even zoet, want dit is niet een hapsnap-klaar gebeuren. Je wordt in twee onderdelen meegenomen en verdwijnt als toeschouwer in het geheel. En dat samen met soms een paar honderd medegasten die in de enorme ruimte overal staan of zitten en soms gewoon rondlopen. De ruimte is zo groot en de voorstellingen zodanig ingericht dat je nooit iets van het virtuele hoeft te missen. Briljant bedacht, geweldig uitgevoerd. Aan de zijkant van het hoofdgebouw nog een paar ruimtes met sub-exposities.

Waaronder een waar je in ligstoelen kunt ervaren hoe je computer gestuurd op een scherm van 10×4 meter een oud IBM letterbolletje uit een schrijfmachine kunt laten (des)integreren in kleine stukjes metaal en daarna weer kunt laten terugvloeien tot een geheel. Het is echt te gek. Aanrader voor hen die wel eens iets bijzonders willen ervaren. De voorstelling heet ‘Fabrique des Lumieres’ en kost je als volwassen bezoeker 16 euro. Maar dan krijg je ook wat. In de omgeving van het theater is van alles te eten en te drinken, en als je even tot rust wilt komen is er het erg fraaie Westerpark waar men ook nog wat kunst heeft uitgestald. Kortom…leuk bij een bezoekje Amsterdam en iets minder fraai weer wellicht…. (beelden: Prive)

Van onzin tot luchtweerstand..

Van onzin tot luchtweerstand..

Stel dat je het eens bent met de linksies die menen dat alles wat fout is in onze wereld de schuld is van rechts denkende wat meer volwassen automobilisten. En dat je dan ook meent dat iedereen in een elektrische auto de Aarde moet gaan redden, dan wel moet overstappen op een elektrische fiets of het door ‘groene stroom’ aangedreven OV. Dan krijgen we een wereld die zelfs in de boeken van types als Marx of Lenin nog niet kon worden bedacht. Een bovenlaag die alles kan kopen wat zijn/haar hartje begeert, een veel grotere onderlaag die als voetvolk gaat dienen voor die bovenlaag.

En die onderlaag zich dan maar geen illusies moet maken over vakanties, een huurhuis, laat staan een eigen woning, water en brood nog net behoort tot het menu en de contra-revolutie wordt onderdrukt door een Groenlinkse Revolutionaire Garde die elke tegenspraak met harde hand uit de samenleving verwijdert. In zo’n samenleving willen we als normale democratische lieden niet leven. Gelukkig krijgen die linksies het vooralsnog niet voor het zeggen in dit land maar doet de Grachtengordel er verder alles aan haar stempel op de maatschappij te drukken. Ook op het gebied van automobiliteit. Men wil wel elektrisch rijden maar doet dat niet meer in de van voorheen bekende autotypes als een sedan (vaak familiewagens met een grote letterlijk uitstekende kofferbak).

Ook de compacte driedeurs hatchback is uit geraakt net als de kleine (en zuinige) A-klasser. Tot die laatste categorie behoren wagens als de KIA Picanto, VW UP! of Toyota Aygo. Die karretjes zijn echt zuinig, bieden voldoende comfort voor ritjes in de regio of naar de familie en waren tot voor kort nog aardig betaalbaar ook. Maar nee, het moet allemaal elektrisch en dan zijn die kleintjes van de huidige generatie niet te gebruiken. En wat zie je dan? De SUV in al zijn verschijningsvormen. Groot, hoog, log, en onzuinig. Maakt niet uit of je diesel verstookt of om de 300km aan de stekker hangt. Een rijdende container is niet zuinig te maken, een kogelvormige lage auto wel.

Maar die laatste soort kiest geen kip. Hoeveel echte (of betaalbare) sportwagens voor de gewone man zijn er nog te vinden in de merkshowrooms? Nul! En ook Chinese nieuwkomers als MG en Lynk & Co brengen de SUV voor de jonge manager zodat die zich ook een hele meneer of mevrouw kan voelen. Zelfs in het goedkopere segment zijn die SUV’s goed voor een groot marktaandeel. Kennelijk tel je in leaseland niet mee als je er niet in rondrijdt. Sommige van die wagens vind ik persoonlijk nog wel geslaagd, maar de meesten toch echt niet. En echt, ze rijden domweg onzuinig, dus minder ver dan hun gestroomlijnder soortgenoten. Waarom zijn we er dan zo gek op? Allemaal een kwestie van status.

Hoe groter de auto, hoe belangrijker je vermoedelijk bent in de wereld waarin je als mens naar eigen idee acteert. Ging vroeger al op voor mensen die bijvoorbeeld een Audi of BMW mochten kiezen van hun baas. Die kwijlden dan bij het idee dat ze een Avant of Touring mochten berijden, de stationcarversie van veel door die Duitse merken geleverde modellen. Bij andere merken ging dat net zo. Veel extra ruimte en vaak voor vrijwel hetzelfde geld. Dus daarom nu hup massaal in de SUV. 45% van de markt is nu gevoelig voor dat grote en omvangrijke. Verheven boven de andere weggebruikers en als jouw SUV kleiner is dan die van de buren droom je vanzelf van een nog grotere. Nou die komt er aan. Ook het van voor de financiele crisis bekende patsermerk (GM)Hummer komt met een elektrische versie. Zo breed dat hij niet door de straten van de meeste plaatsen in ons land heen kan komen zonder halve gevels te slopen. Maar wel een stoer ding. Kan het schelen dat je dan stroom verbruikt als een heel huishouden gedurende een jaar? Maakt het uit, je rijdt elektrisch en redt de planeet. Dat spul komt vast snel in zwang op de Zuidas. Maar ik zal die types alleen maar zien als asociaal en onaangepast. Net als van die met een brullende V8 in hun sportwagen de banden lieten verbranden bij het wegrijden van een stoplicht. Maar ik zal wel worden gezien als te oud en niet meer bij de tijd. Het is niet anders….(Beelden: archief Yellowbird)

Impulsgedrag…

Impulsgedrag…

Onlangs uitte een goede vriend in mijn richting de persoonlijke observatie dat hij het idee had dat ik ‘vaak impulsief zaken aankocht’. Hij zelf was niet zo. Was soms maanden van te voren bezig met op- of uitzoeken van details of specificaties dan wel prijzen voor een artikel of grotere aankoop. Daarmee wist hij wat hij in huis haalde of voor de deur. Ik geeft toe dat ik daar even over moest nadenken. Was dat nou echt zo? Conclusie; het viel en valt wel mee. Maar als ik iets in de bol heb ga ik in een bepaalde richting en wacht tot ik het ‘juiste gevoel’ heb naast allerlei rationele afwegingen die tot een besluit moeten of kunnen leiden. Dat juiste gevoel had ik ooit met die partner die mijn leven lang geleden alweer verrijkt(e). Maar ging ook op voor dat huis waarin we nu wonen en wat de eerste koopwoning van ons als familie ooit was. De eerste keer dat ik hier binnenstapte en even rondkeek wist ik dat het ‘goed voelde’.

De veel serieuzer zaken als financiering, verhuizing etc werden bijna bijzaak. En het huis stelde niet teleur. Gold ook voor de aankopen van hobbyzaken of nieuwe auto’s in de afgelopen pakweg 25 jaar. Je weet wat je wilt (en echt na zoveel jaren in de branche weet ik dat echt wel..), zoekt er een leverancier bij die dat gevoel ook overdraagt en hup, je doet zaken. Nooit teleurgesteld. Dat geeft toch een zeker vertrouwen.

Ook bij de keuze van nieuwe huisdieren door de jaren heen ging het zo. Goed gevoel? Leuk diertje? Aanvulling op ons gezin? Doen! Anders wordt het echter wel als ik die besluiten moet nemen namens anderen. Want dat is veel ingewikkelder. Je schat zaken wel eens verkeerd in. Nou ja, dat lost zich ook door de tijd heen wel weer op. Maar toch. Daar kleun ik wel eens mis. Bij het kopen van meubels ben ik overigens qua afstemming van gevoel op ratio ook zo…. Je gaat even proef zitten, bezoekt diverse winkels (een crime) en krijgt een bepaald gevoel of niet. Jaren geleden alweer met het huidige bankstel deden we dat ook.

We hadden een bepaald budget in de bol en beschikbaar voor dat jaar en wisten wel ongeveer wat we wilden. Hadden indertijd een oudere poes en twee jonge katers in huis. Bank moest dus tegen een stootje kunnen. Op enig moment vonden we bij een grote Brabantse meubelzaak met filiaal in Amsterdam Zuidoost een bank die heerlijk zat. De verkoopster wist van wanten en maakte een fraaie deal. We gunden haar de order. Nog even terug naar huis, uitmeten en nog eens rekenen. Kon, qua ruimte en geld, maar ook ‘die extra stoel zou handig zijn in dezelfde stijl’. Dus terug en de order aangevuld en geplaatst. Die stoel werd een met dezelfde stof als de bank uitgemonsterde fauteuil die heerlijk zat. Met lederen zijstukken… Kan dat wel met die katten? Ja hoor, gaat prima… Doe maar. De dure stoel kwam er bij. Extra-budgettair. Na levering harkte de oudste van de twee jonge katers van toen binnen een dag of wat de nodige halen in het leer… En dat is niet beter geworden door de jaren. De opvolgers voor die toenmalige katten weten of van wanten en die stoel heeft iets voor ze. Helaas. Dus dat wordt binnenkort weer zoeken. En nog wat langer nadenken en niet ‘vanuit een impuls’ besluiten. Best lastig. Maar ik heb mijn lesje geleerd…. Nou ja, op het gebied van meubels dan. De rest bevalt nog steeds prima. Daarnaast…. Kopen (shoppen) is ook best leuk…als je er van houdt? Zijn jullie, beste volgers, impulsmensen of meer van het lange nadenken en dan pas besluiten? Even los van de beschikbare budgetten, want die zijn ook bepalend natuurlijk…Ben benieuwd….. (Beelden: Prive)

Ansichten…

Ansichten…

Ooit, we waren hier allemaal een hele slag jonger, was het normaal om vanaf je vakantieadres of zo een ansichtkaart te sturen naar thuisblijvers of elders levenden met een verhaal achterop over hoe het je (ver)ging. Of gewoon slechts met vriendelijke groeten. Veel van die kaarten waren foto’s van de omgeving waarin men verkeerde of zoals ik het hier in de komende zinnen zal beschrijven, onderwerpen die de ontvanger dan wel de afzender aanspraken. De indeling van die kaarten altijd gestandaardiseerd en rechtsboven op de achterkant een hokje om een postzegel te plakken. Tot zover de (zeer beknopte) geschiedenis als postkaart.

Veel van die kaarten kregen ook een verzamelaarswaarde en echt, neem van mij maar aan, er zijn grote groepen verzamelaars voor die dingen. De een spaart kaarten met berglandschappen er op, anderen vinden dorpjes leuker, en er zijn er zoals ik die gek zijn op ansichtkaarten met vliegtuigen en/of auto’s. Ooit, als bijvangst voor de andere collecties, begon ik met het opbergen van dit soort foto’s in een album. Omdat ik indertijd nogal vaak vloog kon ik aan boord vaak vliegtuigkaarten vinden van de maatschappijen waarmee ik vloog. Die zaten opgeborgen in een vakje achter de cockpit en mocht je uiteraard gratis meenemen. Dat leverde al snel een aardige serie op.

Maar als je op een of ander (iets ontwikkelder) vliegveld kwam vond je daar steevast ook toeristenshops of specialistische winkels waar ze die kaarten ook te koop aanboden. Kon je de meest bijzondere vliegtuigen in foto vertaald mee naar huis nemen. Wat ik ook deed. Op enig moment zag ik op het fraaie vliegveld van Praag dat ook daar in shops kaarten te vinden waren. Met name de Russische en Tsjechische toestellen trokken mijn aandacht. Maar ook de naam van de uitgever. Contact mee gemaakt en een fikse serie besteld. Ook met opdruk voor mailings t.b.v. mijn latere zelfstandige bedrijfje dat qua naam en expertise iets had met de luchtvaart en autobranche. En dan was er nog die geweldige luchtvaartpornowinkel in Aalsmeerderbrug waar je indertijd ook goed je slag kon slaan voor wat meer bijzondere foto’s. Alles opgeteld werd het een hele collectie die vroeg om een aparte kast. Albums vol, waar ik op een regenachtige (zon)dag nog wel eens doorheen kijk en mijmer. Over de luchtvaart van ooit en de toestellen die ik me nog zo goed herinner maar ook vaak in gevlogen heb. Iets bescheidener van aard is in dat kader de collectie kaarten met auto’s als uitgangspunt.

Ooit begonnen tijdens een reisje naar Londen waar ik in een boekwinkel een hele reeks van die kaarten vond met Engelse wagens als onderwerp. Kon het niet laten liggen en zo startte een volgende verzamelverslaving. Nou ja, gewoon een hobby op zich. Ik registreer alles, plak die kaarten keurig in, geef ze een tekstje mee en kijk ook die albums graag af en toe even door. Anderen verklaren me misschien voor gek, zal wel, maar ik heb er lol mee. En het voegt veel toe aan die andere passies die ook mijn leven kleuren. En als het daarover gaat, welke passies of liefhebberijen zou jij willen delen? Toevallig ook ansichtkaarten in de kast staan? Of ben je goed in fotograferen dan wel breien? Gewoon melden hoor. Ik vind gepassioneerde mensen leuk…jij ook? (beelden: Prive)

Grote Jongen; Toyota!

Grote Jongen; Toyota!

Hoewel het tegenwoordig een van de grootste autoconcern ter wereld betreft, is de geschiedenis van het merk in onze omgeving maar relatief jong. Immers pas in de jaren zestig van de vorige eeuw kregen we er mee van doen toen ook Toyota met relatief complete, eenvoudige en best goede auto’s voor een attractieve prijs onze markten bevolkte. Wil niet zeggen dat de historie van het trotse Japanse merk niet verder terug ging dan die genoemde periode. Immers, ooit startte men met fietsen en naaimachines voor W.O.2 en pas in 1935 kwam de eerste vierwieler op de markt.

Alles wat daarna ook nog kwam is geschiedenis. En is in het kader van mijn blogverhalen nauwelijks beknopt weer te geven. Klassiekers in het gamma waren o.a. de Land Cruiser (nog steeds gebouwd en mateloos populair in het Midden-Oosten en Afrika), Corolla (een van de meest gebouwde auto’s ter wereld), maar zeker ook de grote Crown, die liet zien dat Toyota op het gebied van wagens in de bovenste middenklasse al aardig meekon in 1965. Sindsdien een vaste waarde in het gamma.

We kenden de Celica sportwagen, de 1000, en uiteraard auto’s als de Corona, Carina, Hilux, en in onze huidige tijden de kleine Aygo, Yaris, Prius, Auris en zo meer. Ze delen allemaal die spreekwoordelijke kwaliteit. Betrouwbaarheid in plaats van wellicht een breed aansprekend ontwerp, maar zo doordacht dat klanten soms nooit meer naar iets andere kijken als ze eenmaal in een Toyota reden of rijden. Slim als de Japanse strategen waren bouwde men in Europa en de VS fabrieken voor de lokale markt.

Dus komen er Toyota’s uit Engeland, Spanje, Frankrijk of Tsjechie. Maar ook in de enorme markt China worden wagens lokaal gebouwd. Daarnaast kent men submerken als Lexus en Daihatsu, werkt men intensief samen met Mazda en Alfa Romeo, maar ook met andere merken. En wat toch van belang is, qua omzet komt Toyota altijd voor in de top 3 van grootste automerken ter wereld. In Nederland is de import al vrijwel vanaf het begin in handen van de firma Louwman uit Raamsdonkveer.

Een prachtige firma met een goede service en dito naam. En dat hielp veel bij de uitbouw van het merk in onze streken. Een breed en stevig dealernetwerk maakte vanaf het prille begin zeker dat Toyota overal in het land te koop was en service nergens een probleem werd. En echt, je kunt geen land bedenken waar het merk niet te vinden is. Overal paste men dezelfde strategie toe. Kortom, dit is een merk om rekening mee te houden. Zeker als je nu ziet dat men naast de nodige hybrides ook elektrische voertuigen in het aanbod heeft, plus auto’s die op waterstof kunnen rijden. …. (Beelden: archief)

Verwijderd….

Verwijderd….

Onlangs nam ik een drastisch besluit. Ik verbrak een al jarenlang bestaande link met een blogster die ik verder niet zal benoemen. Reden, zij reageerde al heel lang niet meer bij mij, ondanks het feit dat ik dat wel bij haar altijd trouw deed. Omdat me dat bevreemdde heb ik haar vooraf een week of 6 geleden nog eens per mail gevraagd of er een speciale reden voor haar ‘gedrag’was, maar dat beantwoordde ze slechts met de mededeling dat dit zeker niet zo was, maar dat tijdgebrek haar belette andere bloggers een reactie te gunnen en dat ze blij was dat ze haar eigen verhalen nog wel kon plaatsen. Dat op zich verwonderde mij dan weer want ik zag haar reacties juist bij andere bloggers wel voorbij komen en ze reageerde vaak ook op mensen die bij haar iets neerzetten. Dus dan lijkt het toch iets persoonlijks. Vreemd want ik had haar zelfs gelinkt omdat ik haar verhalen nogal leuk vond en ze in ieder geval onderwerpen aanroerde die mij nog wel interesseerden. Egotripperij is geen enkele blogger vreemd dus daar kon ik goed mee leven. Niet met het negeren van de onderlinge contacten. En als ik zie dat iemand een heel lage frequentie van bloggen heeft maakt me dat niks uit, zolang ik maar niet voor J.Doedel bij die ander reageer zonder dat je de indruk krijgt dat wat jij zoal oreert ook voor hem/haar van interesse is. Maar dat was het kennelijk niet (meer) voor de nu verwijderde blogster. Ik wens haar alle goeds uiteraard, niks menselijks is mij vreemd, maar lurkers zijn niet aan mij besteed. Niemand verplicht je overigens om te reageren (al wordt het meer dan op prijs gesteld..mits inhoudelijk correct en aardig..:)) maar verwacht dat omgekeerd dan ook niet. En daar liep het dus met die betreffende dame fout. Afscheid nemen doet soms pijn, maar beter korte pijn dan een lange periode van ergernis en vraagtekens. En wie het anders ziet moet het maar vermelden dan Is toch ook een reactie en dat vind ik dan wel weer extra fijn…

Bij Rembrandt thuis…

Bij Rembrandt thuis…

Anders dan in het befaamde en heel bekende Rijksmuseum in onze stad is het oude woonhuis van de Meester van een heel wat bescheidener orde. Niet minder interessant overigens. Ik heb het hier dan over het Rembrandthuis aan het Jodenbreestraat, vlak achter het Waterlooplein. Terwijl we in deze stad zelf wonen waren we daar nog nooit binnen geweest en dus vonden we het op een kille maandag in april wel een goed plan om daar nu eens op bezoek te gaan. We waren niet de enigen. En dat is hier een wat groter probleem dan in bijvoorbeeld de Hermitage of zo. Het huis waar Rembrandt tijdens zijn successen in de hoofdstad lang resideerde (later moest hij verhuizen naar een huurhuis elders in de stad) stamt uit het begin van de 17e eeuw en kent vooral veel kleine expositieruimten op diverse etages, bereikbaar via houten trappen die niet meteen geschikt zijn voor ouderen of hen die slecht ter been zijn.

Voor die categorie is er in een nieuw gebouwde dependance overigens ook een lift, dus geen nood, boven kom je, maar er zijn ook diverse stevig drempels om rekening mee te houden. Hoe dan ook, het was heel erg druk tijdens ons bezoek en er waren maar weinig Amsterdammers of zelfs Nederlanders tussen die bezoekers. Engels, Spaans, Duits en zelfs Koreaans prevaleerde. En die mensen vinden elke centimeter van Rembrandt’s leven zo interessant dat ze die uitgebreid bestuderen. Dat zorgt voor veel drukte in de kleine ruimten van dit op zich zeer leerzame museum, want dat is het. Je ziet hier de werkruimten van de grootse schilder die ons land kende, zijn voorbeelden, zijn etsen en de wijze waarop hij die maakte.

Er hangen ook de nodige werken van zijn hand, maar verwacht geen doeken als de Nachtwacht of zo. De ruimte maakt ook de omvang van de schilderijen wat bescheidener. Daarbij mis je als bezoeker ook aanduidingen bij die doeken over wat je ziet en uit welke periode ze stammen. Daartoe moet je kennelijk een van de vele gidsen volgen of een audiotoer tot je nemen die beneden bij de ingang wordt verstrekt. Maar ja, wij van de familie Meninggever doen dat niet want we vinden onze weg zelf wel…. En dat gaat veelal goed, maar niet altijd, zoals hier. Hoe dan ook, als expositie over het leven van Rembrandt van Rijn is dit wel aardig geslaagd.

Als je bedenkt hoe de man hier woonde en werkte, hoe het licht viel in zijn atelier, welk uitzicht hij in die jaren had (tegenwoordig is alles vol gebouwd om het museum heen) en dat dit ook echt een chique pand was snap je wel wat meer van zijn manier van leven en oeuvre. De museumshop biedt je een relatief bescheiden aanbod aan boeken, kaarten, souvenirs en kopie-etsen uit zijn tijd, en die kosten je ook niet eens de wereld. Er is zowel beneden als boven een toiletvoorziening, de garderobe is ook hier van de self-service en waardevolle of even overbodige spullen ben je goed kwijt in gratis lockers in de onder-etage. Het personeel is vriendelijk, houdt het hoofd koel in alle drukte en regelt ook het op en neergaande verkeer op de smalle trappen. Wij gaan hier nog eens heen, maar dan wel buiten het seizoen. Moet toch nog eens mogelijk zijn ook alle schilderijen tot ons te nemen. Maar als je in Amsterdam bent, probeer het zeker. Want zo dicht als hier kom je niet bij deze grote schilder des vaderlands. (Beelden: Prive)