Smaak en voorkeur…

Smaak en voorkeur…

Een reeks decennia geleden kwamen vrouwlief en ik elkaar tegen. Op het toenmalige werk. Jonge mensen, de hormonen liepen in marstempo uit de oren. Hongerig trokken we elkaar aan, maar stootten net zo vrolijk weer af. Tot het moment dat we ontdekten dat we eigenlijk naadloos in elkaar op gingen zonder dat we dit elk moment van de dag daadwerkelijk tentoonspreidden. En nu, vele jaren later, is die fusie nog steeds bestaand. De hormonen marcheren wellicht wat minder maar daarvoor kwam respect in de plaats, erkenning van elkaars pluspunten en wellicht ook de dingen die ons mensen nu eenmaal maken tot wat we zijn, wezens met plussen en minnen.

Dit gesteld hebbend is het mij nog steeds een raadsel wat je als mens kan doen aantrekken tot de ander. Wat zorgt voor die vonk die overslaat, wat is het dat op het moment dat de vlinders opstijgen in de onderste regionen van ons lijf, onze geest zegt dat die ander eigenlijk perfect is voor de gezamenlijke toekomst. Of in sommige gevallen dat je dit overkomt met meerdere mensen.

Tuurlijk maakte je dit al door met je ouders (of grootouders) waarmee je natuurlijk een geweldige band opbouwt in normale situaties. Sommige mensen kunnen die vader of moeder dan ook niet missen, ook al zijn ze getrouwd of anderszins verbonden. Anderen wandelen vrij simpel weg uit het huisadres en zien dat later als een ‘gegeven’ en niet meer. We hebben kunstenaars gekend die gek waren op een harem van dames (of heren) die hen liefdevol bejegenden en ook onderling goed met elkaar door de deur of in bed konden. De menselijke beleving kan wonderlijke zaken bewerkstelligen. Zelfde geldt voor smaak. Waarom vallen we op groot, klein, blond, zwart, rood, of wat ook? Wat is dat? Die hormonen? Is het de stilte bij de ander als je zelf kakelend door het leven gaat, is het de spiegel waarin we kijken en die maakt dat we onszelf zien in die ander?

Het zal hetzelfde zijn als waarom de een melk drinkt en de ander water, kiest voor de kleur blauw terwijl de ander gaat voor rood. Iedere mensengeest ingesteld op een eigen programmering. Met de meest wonderlijke gevolgen. In een wereld waar in normale landen 1 op de 3 huwelijken al vrij snel strandt, mensen daarna weer op zoek gaan naar nieuw geluk en dat soms diverse malen weten te vinden, worden die lange relaties nog steeds gewaardeerd. Immers 2/3e deel slaagt wel. Die mensen verzetten bakens, binden soms in, geven toe, doen water bij de wijn, maar redden zo wel hun samenzijn tot er een natuurlijk einde op volgt. Dat zijn geen bijzonderheden, maar is min of meer de norm. Of het je smaak nu is of niet….(Beelden: Internet/archief)

Duitse Diva uit Zweden…

Duitse Diva uit Zweden…

In onze CD-collectie zitten wat exemplaren met muziek uit de periode van WO2. Vaak zijn dat geweldige jazznummers of big bands van toen die muziek brachten die men ook nog wel eens ten gehore brengt in op het onderwerp ingestelde musea. Sfeer is alles als het over die periode ging, met name als we denken aan de bevrijding die door de geallieerden met veel bloed en verlies aan menslevens is bewerkstelligd. Maar aan de andere kant van het spectrum van spelers in dat wereldconflict stonden de Duitsers die ondanks hun verderfelijke doctrine en zoveel angst en verdriet zaaiende optreden ook hielden van de nostalgie van het land voor die vreselijke oorlog. Toen met name in de grote Duitse steden heel wat grote artiesten optraden en een zeker gevoel voor smaak en vermaak veelvuldig voor kwam. Een van de artiesten die in Duitsland mateloos populair werden was de Zweedse Zarah Leander. Haar bijzonder stem (een contra-alt) en de liedjes die zij zong zijn vrijwel onverbrekelijk verbonden aan het Duitsland zoals de inwoners daar het indertijd graag koesterden. Heel wat van haar werk is op de plaat gezet en klinkt nog steeds gewoon ‘lekker’. Leander was geboren in 1907, studeerde als kind zang, piano en viool.

Ze stond voor het eerst op het toneel toen ze zes jaar oud was. Later werkte ze als secretaresse en trouwde met Nils Leander en kreeg twee kinderen. Haar zang- en acteercarriere bouwde steeds verder uit in haar thuisland Zweden. Ook zong ze coverversies van o.a. het bekende nummer van Marlene Dietrich ‘Ich bin von Kopf bis Fuss auf Liebe eingestellt’. In 1931 was ze gescheiden van haar man maar behield diens familienaam. Ze reisde door Europa en de VS waar ze o.a. wat films maakte met Zweedse regisseurs. Toen ze met de Duitse filmindustrie ging samenwerken besloot ze daar ook te gaan wonen. Tot 1942 bleef ze het land van Adolf Hitler trouw en die zag haar als een prima promotie voor het Duitse regime. In boeken over ‘de vrouwen van Hitler’ wordt haar naam ook vaak genoemd. Hij was gek op haar. Dat plakte wel een vervelend label op haar roem. Na de oorlog kostte het dan ook veel moeite om in dat opzicht eerherstel te verkrijgen. Gek genoeg lukte dat goed in haar eigen thuisland Zweden. In 1974 was het echter over en uit en overleed ze na een beroerte. Ze werd 74 jaar oud. Maar ze laat wel dat oeuvre achter dat als je er naar luistert nog steeds dat bijzonder gevoel opwekt dat het in het Duitsland van voor Hitler eigenlijk prima toeven was. Wat jammer dat die doctrines die uit zijn op de totale onderwerping van andere mensen altijd zo destructief zijn. Zelfs voor de kunst- en cultuursectoren. Hoe dan ook, een bijzondere zangeres….(beelden: Wiki/Internet)

Sterren…

Hun huwelijk verliep eigenlijk al wat jaren op een keurig net niveau, een tempo passend bij hun doelstellingen. Een eigen huis, kinderen, liefst twee, een hond, auto voor de deur en een goede baan voor hem. Dus werkte hij hard om dat allemaal te bereiken. Waar het ging of kon praatten ze met elkaar over ditjes en datjes en ze zaten vaak samen hand in hand voor de tv. Allemaal volgens de normen die ze zelf hadden gesteld toen ze samen aan deze verbintenis begonnen. Zij werkte in huis, hij was veel onderweg. Had een drukke en leuke baan, goed betaald, en prima collega’s. Op een dag had ze toen hij thuiskwam lekker gekookt. Ze had een fleurig en kort jurkje aan. Hij had net op zijn werk een geweldige deal gesloten maar had daarvoor wel vele uren besteed om zover te komen. Voelde zich best vaak moe. En dan die lange rit terug naar huis… Hoe dan ook, eenmaal aan tafel, de kinderen mochten van haar voor de tv hun bordje leeg eten zei ze ineens: ‘Ik zou best wel eens sterren willen zien’. Hij keek haar aan, toen naar buiten waar de ondergaande zon nog steeds zorgde voor behoorlijk wat daglicht. Hij dacht even na en vroeg toen ‘Hoe bedoel je dat?’ ‘Nou, ik wil ook wel eens sterren zien, net zoals Antoinette, mijn vriendin…’ ‘O ja, nooit geweten dat die daar interesse voor had…’. Ze keek hem met een verbaasd gezicht aan. ‘Je snapt me niet he? Ik wil gewoon echt eens sterren zien’. ‘Nou dan gaan we dat toch regelen’ was zijn wat zakelijke antwoord en hij keek even om naar het tv-programma waar de kinderen zich mee leken te vermaken. Zij ruimde de tafel af. Het leek wel of ze met haar lijf schudde, maar dat was helemaal niks voor haar vond hij. Dus pakte hij de krant en las de laatste nieuwtjes. Ze spraken er niet meer over en hij dacht er niet meer over na. Tot hij op een dag een advertentie zag waarin een aantal artikelen werden aangeprezen voor een uitverkoopprijs. Uiteraard bestelde hij er daar een van. Stevig formaat, fraai van materiaal, met garantie. Nou dat zou haar verrassen. Ze wilde sterren zien, dat ging lukken. Toen ze een paar weken later weer aan tafel zaten en zij weer begon met haar vraag over dat ze sterren wilde zien, stond hij op, liep naar boven en haalde het pakket dat hij via zijn werk had laten komen en mee naar binnen had gesmokkeld. ‘Nou met dit zal dat wel lukken denk ik’ en zette het voor haar neer. Blij en met rode wangen van de opwinding pakte ze het pakket uit. En keek verbijsterd naar de sterrenkijker die hij voor haar had gekocht. Een pracht exemplaar, gemaakt in Duitsland met een fikse lens en stabiele driepoot. Ze hield het ding vast, keek hem aan met een blik die niet veel goeds voorspelde en praatte drie weken niet meer met hem…..

De dikke man…

Als kind was hij al aardig aan de maat geweest en op school werd hij vaak het Michelin-mannetje genoemd. Alles aan hem was rond, groot, overmaats. Dat gold ook voor zijn hoofd, alleen had men daar boven bij de Schepper niet nagedacht over de herseninhoud die zijn grote hoofd had moeten vullen. Hij was zeker na zijn schooltijd flink gaan eten. Drie Hamburgers, balen patat friet, tien boterhammen bij het ontbijt. Om maar iets te noemen. En zijn omvang nam toe. De 100kilo was snel gepasseerd, de 150 ook en ook de 200. Als hij liep schommelde zijn lijf op zijn enorme ontwikkelde blubberbenen. Over een liefdesleven had hij nooit nagedacht. Ondanks zijn uiteindelijke handicap, er zat echt geen rem op zijn eetlust, was hij wel humorvol en zag het leven best zitten. Maar ja, een vrouw aan zijn zijde zou ook wel leuk zijn. Want zijn verlangens waren er wel, alleen was het allemaal lastig te vinden, letterlijk en figuurlijk. Toen hij op een dag boodschappen insloeg, zijn ouders onderhielden hem financieel zodat hij niet hoefde te werken voor zijn eten of drinken, liep hij zijn toekomstige bruid tegen het lijf. Nou ja lijf, zij was het tegenovergestelde van zijn persoon. Ze was vanuit zijn perspectief rank, knap, en had een stem als een klinkend klokje. Ze had pretoogjes en maakte grapjes met hem. Ook over hun verschillende figuren. En omdat hij zich meteen op zijn gemak voelde bij haar vroeg hij haar mee uit eten. En van het een kwam het ander. Al snel kregen ze iets samen, verloofden zich na enkele maanden en trouwden. Tot seksueel contact was het nooit gekomen, maar uiteindelijk moest dat natuurlijk toch gebeuren. Zij loste alle fysieke problemen op door hem atletisch te bestijgen en zo te bewegen dat hij op zijn rug kon blijven liggen genieten. En voor haar was het net of ze een olifant bereed. Pijnlijk en toch bevredigend. Halverwege de nacht vielen ze op zijn bed in slaap. Naakt, zoals ze waren geboren. In die nacht draaide hij zich om, zijn 250 kilo zware lijf kwam terecht op het hare. Ze probeerde hem van zich af te duwen, voelde dat zij werd gesmoord door al die vetlagen en kwabben. Haar adem ging steeds langzamer. De zijne ook. Hij droomde dat hij een olifant was die op een muis trapte. De volgende dag werd hij wakker en voelde haar naakte lijf onder zich. Verpletterd, blauw, stijf. En hij dacht maar aan een ding…..hoe moet dat nu met dat ontbijt dat hij voor haar had besteld? Nou ja, een dubbele portie, dat ging er wel in….Moeizaam stond hij op….en keek naar haar starende ogen. Arm kind, maar ze was wel leuk….De keuken lonkte….

55 jaar

55 jaar

Van harte proficiat! Ja dank jullie wel….. Vandaag op deze Dierendag vieren we op gepaste en onze zelf gekozen wat afgeschermde wijze het feit dat we officieel 55 jaar in de echt zijn verbonden. Best een dingetje in een wereld waarin mensen vaak al binnen de 5-7 jaar iets anders zoeken en vinden en dat gezamenlijke geen kans meer geven. Wij stammen nog uit een tijd dat je nog ging voor ‘samen’ waarbij de basis voor ons toch vooral het communicatieve was. We deelden dromen, gedachten, we keken op een bepaalde manier naar ouders of werkgevers. Mijn ambities waren indertijd onbegrensd, vrouwlief snapte dat en stemde haar frequentie daarop af. Daarbij had zij het talent mijn brede interessewereld op de voet te volgen. Natuurlijk waren er ook nog wat andere aspecten, maar op enig moment besloten we in samenspraak met de schoonouders dat hetgeen we tot dan in los verband opbouwden maar eens moesten bestendigen in een vaste vorm. Een piepklein huisje op de zolderetage van het door de schoonouders bewoonde grote grachtenpand aan de Amstel werd dan ons onderkomen. Er moest nog even onderhandeld worden over mijn mee te nemen (toen al omvangrijke) collectie hobbyspullen, maar ook dat bleek oplosbaar. Op 4 oktober 1967 trouwden we. Piepjong, hadden in de maanden daarvoor vele formele en emotionele drempels moeten nemen die later nog wel een rol zouden spelen, maar toen alles voorbij was en we samen op onze eerste eigen stoelen van ons zolderhuisje zaten voelden we ons pas echt gelukkig. Geluk dat zich vele jaren lang aan ons verbond. We kregen een geweldige zoon, maar ook te maken met heftige tegenslagen. Soms van binnenuit, dan weer van buitenaf. Maar samen ben je sterk. Critici die ons vanaf de zijlijn gadesloegen noemden ons indertijd soms de ‘heilige twee-eenheid’. Hoe akelig bedoeld die observatie ook was, het klopt deels wel. Door de jaren heen samen door het leven. Ups en downs verwerkend, tegenslagen oplossen, meevallers vieren. We reisden veel en vaak, verhuisden diverse malen, maar nooit ver van de stad die ons toch vormde. Net als ons verleden. En wellicht dat het daarom allemaal slaagde. Relativerend, observerend, meebuigend, maar altijd respectvol. Dus dan ben je ineens zo lang getrouwd…. Dank voor het feliciteren, we koesteren het e.e.a juist vandaag….. Nogmaals dank!

Vrouwenrechten…

Vrouwenrechten…

Het zal aan mijn tamelijk realistische kijk op het wereldje waarin wij leven liggen, maar ik snap sommige politieke en maatschappelijke stromingen af en toe niet zo. Druk ik me nog netjes uit. Zo zie en hoor ik vaak hoe linkse types met een wens voor aandacht miauwen over de positie van de vrouw in onze samenleving. Zij willen dat die gelijk behandeld worden, betaald, niet nagefloten en al helemaal niet beperkt in hun carriere of leven. Veelal gaat het dan om dames uit kringen van die stromingen die als het er op aankomt wegkijken van vrouwelijk leed elders.

Men wijst soms wel graag naar streken in ons land als Urk of daar waar de SGP de politieke teugels in handen heeft, maar wil absoluut niet praten over de bijna getto’s in de grote steden waar juist weer stromingen dominant zijn waar binnen de vrouw een echt onderdanige rol speelt. Zodanig dat meiden niet hoeven door te leren na hun 12e, hoofddoekjes verplicht en huwelijkspartners toch vooral uit het oude thuisland gehaald moeten worden. Ik zie dan geen enkele betrokkenheid bij diezelfde klagende linkse types, maar vooral politiek correcte (..)berusting. Als zij er maar geen last van hebben.

Geldt ook voor het nog steeds voorkomende genitaal besnijden van meisjes. Opdat ze later geen lust zullen voelen in hun leven en daardoor niet zo snel weg zullen lopen uit een vaak vreselijk gedwongen huwelijk. ‘We moeten dat niet willen’ is het krachtigste statement uit de linkse kerk. Maar intussen gaan de reizen naar die landen waar veel immigranten vandaan kwamen en deze barbaarse methoden nog steeds gangbaar, gewoon door. En on top of it all, Afhanistan! Waar die vreselijke baardmannen het weer voor het zeggen hebben, nu met (al dan niet ongewenste) hulp van vele westerse wapens die achter werden gelaten tijdens een troosteloze aftocht van de geallieerden uit die zandbak.

En waar deze lieden direct daarna alle rechten voor vrouwen afschaften. Geen onderwijs meer, uithuwelijking van jonge meisjes weer normaal en volkomen gesluierd over straat. Met als toppunt het onlangs weer afgekondigde en streng gehandhaafde boerka-gebod. Vrouwen opsluiten in een vuilniszak van textiel, opdat ze weer ‘dingen’ zijn in plaats van schepselen die hun God ze heeft gegeven om van te genieten. Ik zal er de termen niet op los laten die ik wel uitsprak toen ik dat weer las. En ook toen ik merkte dat men hier in ons land zweeg. Kaag, Klaver, bedenk ze maar, allemaal stil. Want als het de islam betreft is men veelal zeer regelmatig zwijgzaam en soms zelfs behulpzaam. Lijkt me verstandig dat je dan verder ook je mond houdt over die vrouwenrechten hier. Immers, er is nog veel werk aan de winkel in die culturen waar dit normaal schijnt te zijn en vrouwen nog steeds eerder gebruiksvoorwerpen dan medemensen met de zelfde rechten. Waarbij ik voor onze samenleving nog maar even vaststel dat wie gelovig wil zijn dit vooral moet doen. Persoonlijke keuze! Maar weg er mee uit het openbare leven. Hier willen we allemaal gelijke rechten…toch? Nou dan! (beelden: archief)

60 jaar terug in de tijd..

60 jaar terug in de tijd..

Wie vooruit wil moet af en toe ook een terug durven kijken en met die kennis van toen zijn/haar kijk op het leven en wat ons bezighoudt eventueel bijstellen. Dus pakte ik even de historische cijfers van 60 jaar terug, 6 mei 1962, er eens bij om wat zaken te duiden. Zo was onze totale bevolking toen nog geen 12 miljoen mensen groot. Min of meer gelijk verdeeld tussen mannen en vrouwen. Over onzijdigen werd toen nog niet gerept. De totale immigratie van die periode bedroeg 66.000 mensen, de meesten daarvan afkomstig uit Europa en hier slechts naartoe gekomen om te werken.

We trouwden met zijn allen doorgaans relatief laat, mannen waren gemiddeld 27, hun bruiden 24. Qua levensverwachting hadden die dan beiden een jaar 50 te gaan tot ze het aardse voor het hemelse paradijs zouden verruilen. Mannen heetten Johannes, Jan, Cornelis, Petrus, Hendrik, Peter, Ronald, Willem, Robert of Franciscus. Dat zegt al veel over hoe men qua geloof in het leven stond. Bij vrouwen waren Maria, Johanna, Anna, Elisabeth, Cornelia, Wilhelmina, Catharina, Yvonne, Petronella, Adriana het meest populair. Je ziet bijna welke oer-Nederlandse keuzes toen nog werden gemaakt. Het was op die dag dat de gemiddelde temperatuur 13,1 graden celsius was en er gemiddeld 2,9mm regen viel bij een stevig windje.

Ik kan me dat niet precies herinneren trouwens, want was toen nog schoolgaand en dan richtte je je toch het meest op wat er zoal in de klas gebeurde. Qua prijzen was het ook wel een interessante tijd. Voor een kilo aardappelen betaalde je (omgerekend naar nu) 0,15 cent per kilo, 1 liter bier kostte je 0,47, een brood ging mee naar huis voor 0,21 en een kilo kaas was voor 1,53 in de boodschappentas te stoppen. Eieren kostten nog maar 0,07 per stuk en een pak koffie was 1,33. Moest je thuis dan wel zelf even malen. Een liter echte melk kostte maar 0,19 en dat spul zat dan nog in glazen flessen met een aluminium dop. Wie echt geld verdiende kocht zich een pakje roomboter voor 0,45, margarine kostte 13 cent per pakje minder. Het zijn best confronterende cijfers.

Er is veel veranderd in al die jaren. Niet allemaal ten goede om het netjes te zeggen. Maar ja, indertijd waren de verdiensten ook mager. Toen ik ging werken in die periode (en ja, in de avonduren stevig studeren ‘om verder te komen’) was mijn eerste maandsalaris 40 Euri (ook even omgerekend). Best weinig voor in eerste instantie nog 5,5 dagen werken. Doordat die zaterdagochtend op enig moment verdween als verplichting kon ik er een jaar later bij een ons bekende relatie in de tweewielerbranche nog wat bijverdienen. Tientje voor een dagje poetsen en rangeren. Was je de koning te rijk mee…. Maar ja, we waren toen met weinig tevreden natuurlijk. Want laten we wel zijn, pas toen werden er douches gebouwd in de huizen waar onze ouders zo lang hadden geleefd zonder. Op aardgasverwarming moesten we nog dik 5 jaar wachten, kolen was toen het verhaal en de winters waren nog heel erg koud. Afzien dus. Zelf nog herinneringen aan die tijd?? Laat maar weten. Nostalgie mag zelfs in dit jaargetijde best even hoor…..(beelden: Internet)

Polenese…

‘Aan mijn lijf geen polenese meer’ stelde de vrouw zeer stellig tegen de interviewer die haar vragen stelde over haar relatie met de wat corpulente man naast haar. Die keek maar wat weg van de camera die op het stel gericht was. Hij wist het wel wat zij bedoelde maar de interviewer rook bloed en vroeg door. ‘Hoe bedoelt u dat? Is uw huwelijk afgelopen dan?’. ‘Nei’ zei de magere maar zwaar opgemaakte vrouw van diep in de 50 zeer duidelijk, ‘maar d a t hebben we gehad en ik voel ook geen behoefte meer’. ‘We hebben het verder goed hoor, maar der zijn nu kinderen en ik heb zelfs al een kleinkind, dan hoeft het voor mij niet meer”. Fel keek ze van de interviewer naar de man die haar echtgenoot was met een blik van ‘kijk nu eens wat er van hem geworden is’. Het bleek dat de man ziek was geworden van (door) zijn werk, langdurig thuis was komen te zitten en dat die situatie de relatie niet had verbeterd. Haar hele schema raakte in de war, ze moest hem verzorgen, zag hem niet meer als man of echtgenoot, maar meer als patient. En dat had alle andere gevoelens gedood bij haar. ‘Tja, en kijk, ik ben weliswaar nog niet oud, maar oud genoeg om aan te geven dat het voor mij niet meer hoeft. We kijken samen tv, gaan naar de kinderen of de buren op visite, eten er goed van, maar ja het is ook geen vetpot. En als ik mijn sjekkie heb en de hond kom ik de dag wel door’. De man zuchtte….Hij verlangde wel naar intimiteit, maar dat werd hem door de vrouw met wie hij al heel wat jaartjes samen was eenzijdig ontzegd. Dus was hij gaan drinken. Niet goed voor zijn kwalen, maar ach je moest wat en het hielp hem de ergste zielepijn te verdoven. Hij keek nog eens in de camera. Als ze dat ding nou zouden uitzetten en die lui vertrokken kon hij een biertje uit de koelkast halen en er eentje nemen op het huwelijksgeluk dat nu zo vlak was geworden. Aan polonaise dacht hij niet meer. Wel aan die fraaie jonge deerne die hij laatst in de kroeg had gezien. Met alles er op en aan. En hij bedacht dat zijn vrouw ook ooit zo aantrekkelijk was geweest. Wanneer ook al weer, nou dat was toch wel…..uh….dertig jaren en kilo’s geleden.

Verlangen…

Vanaf het prilste begin van zijn actieve herinneringen geloofde hij in zijn eigen succes later. Hij zou rijk worden, een prachtige vrouw vinden en trouwen, briljante kinderen voortbrengen, een bedrijf opbouwen waarmee die kinderen later weer een goed bestaan was gegarandeerd en zo meer. Maar ja, hij woonde in dat dorp, ver van de grote stad. Zijn kansen beperkt, ouders niet rijk of zelfs bemiddeld, al vroeg moeten werken. Het meisje waarmee hij voor het eerst verkering had raakte na die eerste keer in het schuurtje van buurman Bart meteen zwanger en er moest dus getrouwd worden en hij daardoor gedwongen heel hard te werken om zijn kleine gezinnetje aan het eten te houden. Zijn vrouw na de bevalling van hun dochter meteen uitgeteld en jarenlang niet geschikt om te werken. De liefde verdween door de schoorsteen. Een collega op het werk nam voor haar de honneurs waar. Hij genoot kortstondig, tot ook die zwanger raakte en hij best in de problemen kwam. Scheiding, verhuizen, twee kinderen, hard werken, geen kansen op een goede opleiding meer. Vanaf zijn jeugd werd alles voorbestemd door omstandigheden waaraan hij zelf had bijgedragen natuurlijk. Gelukkiger werd hij er niet van, meer berustend. Zijn collega werd wel een goede moeder, lieve echtgenote, werkte ook hard mee en hielp zo om enige welstand te bereiken. Maar hij bleef toch over het algemeen ‘gewoon tevreden’. Van zijn dromen kwam niets uit, hij berustte er maar in. Thuis werd hij vertroeteld, de kinderen (hij kreeg er nog drie met zijn tweede vrouw) waren lief en zaten niet in de weg. Hij kon naar de kroeg, het voetballen, ze bezochten met Kerstmis de kerk, de familie keek tevreden toe. Ergens rond zijn 50e kwam het besef dat het wellicht te laat was om nog van het leven te genieten. Hij kocht zich een motor en ging toeren. Zijn vrouw bleef thuis. Zag niks in dat stomme ding. Maar vond het leuk voor hem. In die bocht van de weg langs het water ging het mis. Hij reed rechtdoor. Bewust of per ongeluk? Hoe dan ook, hij verdween. Met motor en al. Een olievlek was alles wat over bleef van de man en zijn dromen. Zijn weduwe rouwde even, zijn kinderen vertelden nog verhalen over hem. Maar na 1 jaar hertrouwde zijn weduwe met de lokale dominee. Hij was vergeten. Net als al zijn dromen….

Vroeger..beter??

Vroeger..beter??

O, o, wat is het toch een lastige tijd tegenwoordig…..vroeger was het toch echt een stuk beter!

Je hoort het sommige mensen met een verlangen naar die vroegere jaren vaak zeggen. Het leven was simpeler, althans dat is de redenatie, je had minder last van criminaliteit en andere ellende en je wist tenminste wie je vrienden of vijanden waren. Ik heb de leeftijd bereikt dat ik een beetje overzicht heb van hoe fijn dat leven vroeger wel niet was. Niet alles was zo fraai als het nu wel eens wordt voorgesteld, al maakt het wel iets uit hoe oud je bent. Mensen die geboren zijn in de jaren 70 of daarna hebben toch een andere geschiedschrijving voor ogen dan ouderen. Ik stam uit de periode van na de oorlog en weet nog goed dat voor ongeveer iedereen in onze woonbuurt of op de scholen die ik bezocht, keihard werken nodig was om de eindjes aan elkaar te knopen. De oorlog had er hard ingeslagen. Er was maar weinig keuze aan leuke of lekkere dingen in de toenmalige kruidenierswinkels, de eerste supermarkten beschreef ik al eens eerder.

Je had een slager in de straat, bakker, melkman, kolenboer, en waar wij woonden ook een sigarenwinkel, annex -minimarkt (ja, ook toen al) en een radio/tv-winkel waar welgestelden hun eerste zwartwit-tv konden kopen. Een auto was voor de meeste gezinnen een brug te ver, een brommer kwam eerst, maar veelal moest je met het toenmalige openbaar vervoer of op de fiets om ergens te komen. Geloof bepaalde tot welke clan je behoorde. En je behoorde niet om te gaan met anders denkenden. Zelfs niet in de Amsterdamse buurt waar ik opgroeide aan de zuidkant van de Amstel.

De opleiding dus ook in de eigen kring. Daarbij verplicht naar de kerk, streng begeleid door de daartoe aangestelde ‘broeders’. Ouders hielden van tucht en orde, dus deed je iets fout kreeg je er van langs. De mattenklopper was geduldig. En heus, dat was heel normaal. Net zoals die katholieke opleiders er fysiek op los sloegen als je afweek van de norm. En dat in klassen waar 35-40 leerlingen meer normaal dan uitzonderlijk waren. Hoezo individuele aandacht? Feit is ook dat die wereld van toen op kindniveau geen echte diversiteit op etniciteit kende. Een enkel Chinees gezin, soms een kind uit een Italiaans gastarbeidersgezin, maar verder? Allemaal Hollandse koppies. De echte immigratie vaak gekomen uit Drenthe of Friesland. Van veel verder kwam men niet. De huizen van toen waren veelal keurig netjes met de beschikbare middelen overeind gehouden huurwoningen. Vaak stammend uit de 19e eeuw waar men in etages boven elkaar woonde. Ons huis bestond uit drie officiele kamers, maar we hadden ook een tussenkamer die als slaapkamer voor de ouders diende, een aparte keuken met het toilet daarachter en op zolder een separate opbergruimte. Het was voor die tijd niet eens zo gek allemaal.

Men was al blij een halve woning te kunnen krijgen in de toen ook al krappe Amsterdamse woningmarkt. Is er veel veranderd? Nee, niks! Internationaal ook niet. Oost en West bestreden elkaar in Korea, later in Vietnam, Cuba, het Midden-Oosten. Men smeet atoombommen op atollen, dreigde met raketten. Over milieu werd niet moeilijk gedaan. Immers je was al blij als de kolenkachels brandden. En met wat geluk en vakmanschap deden ze dat. Uitstoot was een non-issue. Gold ook voor auto’s en brommers. Een deel reed op tweetakt, daarvan slaan nu alle alarmbellen groen uit van ellende, maar toen was dat een efficiente en veel voorkomende aandrijfbron.

Mensen die uiteindelijk een auto bezaten maar het onderhoud lastig konden betalen deden dat dan vaak zelf wel even en lieten de oude olie uit het vehikel dat ze wilden vertroetelen zo in het riool lopen. Wassen deden ze de auto langs openbare stromen, het vuile water werd daar prima afgevoerd. Gold ook voor het toenmalige atoomafval. In vaten, verpakt in oude schepen en die dan laten zinken in Noordzee of oceaan. Was voor later zorg. Pas ergens in de jaren tachtig veranderde er het een en ander. Omdat we 15 jaar eerder pas het juk van de jaren vijftig van ons af konden schudden. Een mentaliteit die naar spruitjes rook of naar wierook. Ik maakte het allemaal mee. Leerde er van. Nooit meer terug naar die tijd. Genieten van het moderne leven. Nooit meer geknecht, armoede, godsdienstbeknotting, of de middeleeuwen. Ik snap dus niet dat er mensen zijn die dat wel zien als ultiem. Zij die het wel doen moeten het maar zeggen. Ben benieuwd wie hier ook dat verleden zo koestert dat het roze ziet. Want ik doe dat niet……En ik gaf maar een paar voorbeelden uit die oude tijd! (Beelden: Archief)