Milko – in memoriam

Het leven is soms bijzonder onvoorspelbaar en zeker unfair. Zo voelt het als iemand overlijdt die veel en veel te jong is. En ook nog eens na een lijdensweg van dik een jaar. Zo iemand was Milko. 46 werd hij slechts. Een knokker, hield het vol tot het bittere eind, maar de strijd was zwaar, de tegenstander veel te sterk. Alle medische hulp werd hem verstrekt, maar uiteindelijk won die vreselijke ziekte het van zijn krachtige verzet. Een taaie struik, geknakt in de bloei van zijn leven. Net een nieuwe liefde gevonden, lekker levend op zijn eigen typerende wijze. Maling aan de gevestigde orde, doen wat je hart je ingeeft en desnoods met minder toe dan toegeven aan de vermaledijde burgerlijkheid. Breed georiënteerd, revolutionair, muzikaal, humorvol, alles relativerend. En dat was hij als kind al. Toen wij hem leerden kennen was hij net 6 jaar oud. Een leuk knulletje met een handleiding. Altijd goed voor kleine kinderrampjes waaruit later door ouders en vrienden heel wat verhalen zijn terug te halen. Samen met o.a. onze zoonlief boezemvrienden en de straten en pleinen (zeker meer…) van de nieuwe polderstad onveilig makend. Op een manier die we nu als uiterst beschaafd zouden omschrijven. De revolutionair in hem zat er later aan te komen. Zeker in zijn latere muziek-optredens. Zijn verhalen, teksten, rappen op eigen frasen, niet bang voor het publiek, gewoon leuk en netjes dwars liggen. Passend bij de leeftijd. Vanuit New York verslag doen naar zijn familie toen 9/11 daar plaatsvond. Maar niet in paniek rakend. Relativeren….zo knap. Zoals hij dat ook tot het allerlaatst deed. Nog even op het allerlaatst een tekstje doornemen met vrienden, niets verlangen, niets vragen, zoveel mogelijk zelf blijven doen. Een kanjer. Maar geknakt…uitgewoond, de strijd verloren. Het wordt zeker voor zijn familie, liefde, nabestaanden zoeken naar een nieuwe plek om ook dit verdriet een plek te geven. Zonder te vergeten. Daarvoor was hij veel te bijzonder. Milko….we gaan hem missen. Maar ook bewonderen om wie en wat hij was bij leven. Zoals het hoort. Deze week nemen we afscheid. De verwerking zal lang duren….

Merk met de leeuw; Peugeot!

Merk met de leeuw; Peugeot!

Een merk dat bij veel mensen, ook als ze niet zo thuis zijn in de automotive-wereld, een bekende klank heeft is het Franse Peugeot. Tegenwoordig centraal onderdeel van Stellantis, waarbinnen ook Citroen, Fiat, en Chrysler en Opel opereren, is het een van de oudst bekende autobedrijven van de wereld. Al in 1889 bouwde Peugeot haar eerste voertuigen.

Men bood heel wat verschillende modellen aan in zowel de personenwagensector als bestelautomarkt, maar werd ook zeer bekend als fabrikant van tweewielers. Peugeot heeft een goede klank, bouwde altijd aparte auto’s, al vermeed men wel de experimenten die bij Panhard of Citroen zo gebruikelijk waren. In 1945 startte Peugeot haar auto-productie alweer op toen de geallieerden de Duitsers hadden verslagen en men kwam op de markt met een vooroorlogs model, de 202, die voor de oorlog ook al succesvol was verkocht.

Opvallende aan die auto was de plaatsing van koplampen achter de centrale grille. Wat het voordeel was van die constructie is mij niet duidelijk, wel zal hij er aardig door zijn opgevallen. Een heel bekende verschijning werd de 203. Uitgebracht in 1949 had die auto voor die tijd moderne lijnen met een aflopende rug.

De auto had een vrolijk knorrende 1.3liter grote vierpitten onder de relatief lange neus en reed prima. Apart waren de Familiale stationcar waarin je een halve schoolklas kon vervoeren en de zeer exclusieve Decouvrable met neerklapbare kap. De 203 deed zijn ding tot en met 1955, waarna de bij Pininfarina uitgedachte 403 zijn opwachting maakte. Motorisch gelijk aan zijn voorganger, ruimer, maar verder niet al te modern.

Maar juist dat maakte dat hij 12 jaar in productie bleef. Ook hier waren een stationcar en cabriolet leverbaar. De 403 werd weer opgevolgd door de statige maar zeer elegante en bijster fijn rijdende 404. Echte reiswagens, en wie er het geld voor had kocht hem met lederen bekleding. Zelfs benzine-inspuiting was leverbaar en bij de meeste 404’s waren schuifdaken standaard. Toen daarvan een dieselmotor verscheen werd de auto de ideale taxi.

En zo ging die lijn maar door. De 504 kwam in 1968, mooi vormgegeven en als stationcar ongeveer de ruimste in zijn klasse. Kleinere modellen werden de mateloos populaire 204 en 304. Daarvan werden er miljoenen gebouwd en ze waren ook bij ons in Nederland zeer gevraagd. Een grote auto was de 604 die in 1975 uitkwam en een zescilinder in huis had die maakte dat je lange trips zeer comfortabel aflegde.

Echt succesvol werd deze limousine overigens niet. Als ik dan de sprong maak naar tegenwoordig zie ik Peugeot met een gamma vol SUV’s en elektrische voertuigen. Het wat bijzondere van het leeuwenmerk is eigenlijk verdwenen. Maar men is wel bezig met de toekomst. Hoe onzeker die ook mag zijn. Men bedient andere markten met diverse verschillende modellijnen en kent in veel landen een behoorlijk marktaandeel. Voor klassiekerliefhebbers zijn er ook voldoende aanbiedingen te vinden.

Denk maar eens aan die giftige 205 Turbo waarmee je 210km/u kon halen en heel wat Golf GTi of Astra GSe-rijders kon en kunt frustreren. Peugeot is een merk waar we nog lang van zullen blijven horen. En vaste waarde in het Frankrijk van nu als automobiele grootmacht. Waarbij de samenwerking in de groep waartoe men behoort zal zorgen voor uitwisseling van techniek en methodes van marktaanpak. En wie liever een Opel koopt of zo, bedenk maar dat ook dat merk baseert op alles wat bij Peugeot vandaan komt. Zegt genoeg…Helaas is de ruimte in dit blog niet voldoende groot om alle modellen van Peugeot door de jaren heen hier te laten zien of te bespreken. Maar dat zegt ook veel over de omvang van dit Franse merk met die trotse leeuw in het logo. U wilt me wel vergeven denk ik… (Beelden: archief)

Chaos..

Chaos..

De veelal links getinte media in dit land konden, zo leek het, niet genoeg aandacht geven aan de lange rijen mensen die op Schiphol stonden te wachten tot ze mochten inchecken voor hun geboekte vluchten naar een of andere vakantiebestemming. Immers, volgens sommige commentaren werd bewezen dat de luchtvaart te druk was geworden en dat medewerkers op de afdeling bagage, schoonmaak of veiligheidscontrole werkten voor minimum-uurtarieven. Nee, dan was het beter dat al die klanten in de trein stapten…. Jaja. Juist 14 dagen eerder stond het hele treinennet in ons land stil door een computerstoring.

Niemand maakte zich er druk om, passagiers kwamen niet meer thuis, maar ach, volgens de linkse lobby rijden treinen op aardwarmte en dat is zoooooo goed voor het milieu. Wat is er nou echt mis op dat eens zo geweldige vliegveld in de Haarlemmermeerpolder? Nou, voor een deel is het bedrijf (niet het veld zelf) enorm gegroeid. Men heeft belangen in allerlei andere vliegvelden en bedrijven. Maar de directie is naar mijn mening niet ingesteld op die taken. De CEO is een PvdA politicus en hij praat met meel in de mond.

Daarnaast is het vliegveld zelf op enig moment budgetmaatschappijen als EasyJet, Ryanair en zo meer gaan binnenhalen en die willen de laagst mogelijke kosten betalen om zo de ticketprijzen te kunnen drukken. Daarnaast zijn de carriers uit het Midden-Oosten zeer actief, zulks ten laste van KLM en heeft die laatste maatschappij de loden last van partner Air France op haar nek. Iedereen wil minder betalen, de verliezen beperken. Verliezen die na 2010/1 en natuurlijk de Corona-crisis enorm zijn opgelopen. Tel daarbij op dat onder druk van de linkse lobby vliegtuigen stiller en zuiniger moesten worden, dus enorme investeringen moesten worden gedaan om de vloot als zodanig uit te monsteren, en je ziet dat het fiasco al wat eerder op de loer lag. Corona (twee jaar lang vrijwel niet gevlogen met passagiers, wel met vracht..) zorgde voor ontslag duizenden medewerkers.

Die gingen elders aan de slag. Trekt de boel dan weer aan heb je ze niet zo snel meer terug. Anders dan iemand die een perron bewaakt of veegt is werken op Schiphol iets waarvoor je aardig moet worden geschoold. Men huurt dus nogal wat bedrijven in, die werken met de laagst betaalden uit de maatschappij, drukken de kosten, en betalen een laag uurloon. De kwaliteit onder druk en aanbod personeel bescheiden. Overal in de samenleving zie je veel vraag naar mensen die met een lager loon genoegen nemen. Het aanbod blijkt best een dingetje. En dit doet zich ook in onze buurlanden voor, ook op de vliegvelden daar. Gelukkig kent Nederland nog wat regionale vliegvelden waarheen we kunnen uitwijken. Rotterdam, Eindhoven, Groningen en Maastricht. Het voor de hand liggende en helemaal opgeleverde Lelystad mag niet van start omdat linkse lieden weer moord en brand gillen over zoveel (vermeende) overlast. Juist gebouwd voor opvang van die extra vakantievluchten. Was dat veld open geweest had niemand gemekkerd over de files op Schiphol. Het kan raar lopen. Zeker als je gewoon tracht om met de beschikbare middelen een enorm bedrijf gaande te houden. Waarvan in de breedte 400.000 banen afhankelijk zijn. Tijd voor een beetje meer daadkracht en bananen in de oren voor al die linksies die Nederland graag de verpaupering in zien verdwijnen…… (Beelden: Archief)

Cijfers, feiten en propaganda…

Cijfers, feiten en propaganda…

Kijk als je alleen zou letten op wat de overwegend linkse lobby in dit land allemaal oreert op het gebied van verkeer en transport zou je denken dat je met een auto die nog op normale brandstoffen draait ineens heel erg ouderwets bent en ook nog een uitzondering. Maar zo is het niet. Zij die mij al een tijdje volgen weten dat ik meer ben van de cijfers en feiten en niet zo van de propaganda. Neem even in het achterhoofd dat in ons land ongeveer 9.2 miljoen voertuigen rondhobbelen. De meesten daarvan draaien op benzine, diesel of gas (in welke vorm ook). Jubelende propaganda vertelt dat elk jaar het aantal elektrische en hybride-voertuigen stijgt met tientallen procenten, maar ik legde al eens eerder uit dat percentages weinig zeggen. 1 plus 1 is 2, maar ook een stijging van 100%.

In dat kader moet je ook de jubelcijfers zien vanuit de politiek en de branche. Maar liefst 40% meer stekkerauto’s in 2021. Maar ja, de totalen zijn relatief klein. In totaal kende ons land 243.000 auto’s op Witte-kat-batterijen wat op die enorme vloot meer normale auto’s een klein percentage uitmaakt. Daarbij telt men dan graag op de wagens die naast een normale motor ook nog een piepklein stukje op accu’s kunnen rijden, de zgn. Hybrides. Ook die groeiden met maar liefst (..) 37% naar 138.000 stuks. Samen is dat dus 381.000 exemplaren en dat op die vloot van 9.5 miljoen. Ga je de door links zo gewenste transitieoorlog met de normale samenleving niet mee winnen.

Temeer daar de meeste van die aparte categorie wagens zich bevinden in het hogere prijssegment wat voor normale mensen onbereikbaar is. Nu is dat op zich al een oplossing voor het vermeende probleem. Zo lang rijden weer voor een elitaire minderheid bestemd raakt neemt de uitstoot van al die kwalijke gassen natuurlijk af. Het plebs mag in het OV. Waarvan de elektriciteit natuurlijk alleen maar met windmolens werd opgewekt. E de gee geleuf da? Nou ik niet. Klimaatakkoord of niet, je kunt niet alle ellende afwentelen op normale mensen zonder dat heilige geloof van de fanatieke sektes die een milieu nastreven waarin steeds meer mensen in een klein land samen zorgen voor een verbetering van de leefomgeving met 0,06%. Ook cijfers mensen….niets anders. Opvallend blijft dat men ons hier in Tesla’s en pakweg Nissans wil persen maar niets wil doen aan de telkens groeiende bevolking. Elke tien jaar een stad als Utrecht er bij. Blijft niet zonder gevolgen. Of je nu overstapt op elektrisch of niet. Kortom, die redenaties van de linkse sektes zijn verkeerd. Net als die van soortgelijke fanatici die wachten op het einde der tijden boven op een berg. En als ze niet worden gered dan maar de hand aan zichzelf slaan. Zou men dat ook doen als de doelen niet worden bereikt en het klimaat elders zwaarder wordt vervuild dan wij het hier kunnen redden?? Je zou het bijna verwachten. Hoe dan ook, het aantal elektrische (zwaar gesubsidieerde) auto’s in ons land ligt ergens rond de 3%. Dat zijn cijfers die op zich aardig klinken, maar bepaald niet overtuigen. Het zal mijn tijd wel duren. En later zullen zij die veel jonger zijn dan ik wellicht in een of ander oud elektronisch archief nog wel eens teruglezen wat ik anno nu heb opgeschreven. En gniffelen in hun met pek besmeerde handen…..’Had die oude meninggever toch gelijk….was allemaal flauwekul.’ (beelden: Archief)

De prins…

Kroonprins was hij van een groot rijk ergens in onze wereld. Rijk, goed opgevoed, maar al jaren op zoek naar de ideale partner. Ze moest aan al zijn eisen voldoen. Hield in dat ze mooi moest zijn, volgzaam, aantrekkelijk, sexy, niet dik, vele talen moest spreken, hem moest steunen in al zijn toekomstige taken. Nadat allerlei commissies en parlementen zich in het rijk van zijn vader hadden bemoeid met de zoektocht naar die ideale partner, werd ze gevonden. Ze was prachtig. Een figuurtje om Lucifer uit de Hel te laten verhuizen, ze was welbespraakt, had humor, kleedde zich zoals een vrouw zich diende te kleden, liep vederlicht door zijn landhuis (hij woonde niet meer bij zijn ouders in dat gouden paleis..) en wist hem aan tafel en in bed meer dan te boeien. Dit werd zijn toekomstige gemalin. Hij wist het zeker. Na een paar logeerdagen werd de procedure in werking gesteld om het eventuele toekomstige huwelijk met deze vrouw van zijn dromen werkelijkheid te doen worden. Via het Hof van de Koning werd de nieuwe partner opgeleid en geleerd wat ze moest doen om het haar gemaal naar de zin te maken. Ze leerde ook wuiven naar het volk, werd bijgepraat over staatszaken door ministers en de premier. Haar haar en make-up werden aangepast aan het protocol van het hof. Ze was er klaar voor. Tot die ene dag dat ze nog een keer langs ging bij haar toekomstige echtgenoot. Ze genoten van een wandeling, kregen een maaltijd voorgeschoteld van lokale lekkernijen. Op enig moment was de aandrang vanuit haar buik zodanig dat ze zich moest verexcuseren. Het toilet had haar nodig en zij het toilet. Toen zij terugkwam en plaatsnam op haar toegewezen zetel stak de prins zijn neus in de lucht. Snoof, rook, trok een vies gezicht en kreeg een boze grimas. Stank? Van zijn droomprinses? Het moest niet gekker worden. Zo onkoninklijk. Hij ontbood zijn stafchef en gaf opdracht de dame naar huis te brengen. Het huwelijk werd afgeblazen. Een kroonprinses moest naar viooltjes ruiken en niet naar een beerput. En zo eindigde een sprookje in een onwelriekende nachtmerrie…..en moest de prins weer op zoek naar een dame die wel naar Chanel Nr.5 zou ruiken. Onder alle omstandigheden. Naar verluid is hij nu 101 jaar oud en zoekt nog steeds….

Lekker eten in Zuidoost…

Lekker eten in Zuidoost…

Aan de zuidkant van Amsterdam’s woonwijk Zuid-Oost, de vroegere Bijlmermeer, verrijzen steeds weer nieuwe wijken en woon/werkgebouwen waardoor de veelal kale omgeving van het daar bekende zorgcomplex AMC behoorlijk wordt opgefleurd. In een van de grotere gebouwen daar, waar moderne appartementen op elkaar zijn gestapeld als in een competitie van Lego-fans, vindt je aan het Markelenbergpad 1917 het etablissement met de aansprekende naam Miss Scarlett. 7 dagen per week open van 10-24u, full service restaurant met een erg aardige, moderne, wat industriele inrichting, maar ook een aardig terras.

Men levert er comfort food van over de hele wereld en schenkt er geweldige Italiaanse koffiesoorten naast een heel scala aan lekkere drankjes en cocktails. Tijdens ons bezoek was het er gezellig druk (zondag) en werd ook het terras met de toen fel schijnende zon goed bezocht. Met name lokale buurtgenoten uit Holendrecht en uit die nieuwe wooncomplexen zijn er te gast. De aparte lunchkaart is ruim voorzien van allerlei aantrekkelijkheden. Wij aten er dus een heerlijke lunch, in mijn geval een meer dan smakelijke Club Sandwich die bij deze gelegenheid zodanig gevuld is dat je er de rest van de dag wel genoeg aan hebt. Het gezelschap koos voor een salade met gebakken geitenkaas en dat zag er niet alleen leuk opgemaakt uit, maar bleek ook erg lekker. Smakelijk is hier ook de bediening. Aardige jonge en knappe meiden van overal en nergens die al dan niet met een buitenlands accent er alles aan doen om je het naar de zin te maken. Nooit opdringerig, gewoon vriendelijk en service-gericht. Als altijd controleerde ik even de toiletten, en die waren spic- en span, maar eerlijk gezegd is deze gelegenheid nog te nieuw voor echte verloedering.

Maar het is desondanks allemaal gewoon top voor mekaar. En dus hadden we een leuke middag in goed gezelschap met dank aan het hier plezierige vertoeven. Het restaurant ligt op steenworp afstand van Metrostation Holendrecht, parkeren is wel een dingetje, want als altijd is dat in Amsterdam een dure hobby en moet je eigenlijk in de nabijgelegen (andere kant van de spoorlijnen) woonwijken je heil zoeken. Dan is het een wandeling van een minuut of tien om bij Miss Scarlett te komen. Maar dan krijg je wel een ervaring die wat mij betreft een 10 verdient. En die geef ik niet zo snel weg. U kent me intussen. Prijs/kwaliteit is hier echter zo voor elkaar dat ze het als team hier volstrekt verdienen. (beelden: Yellowbird)

Trams van vroeger en nu…

Trams van vroeger en nu…

Als jong mens had ik zoveel interesse voor alles wat van doen had met het vervoer vanuit die jaren dat ik o.a. ook het tramverkeer van toen aardig bestudeerde.

Zo waren er de blauwe trams van de hoofdstedelijke GVB waarmee je voor relatief kleine prijsjes dwars door de stad kon reizen. Overstappen was een fluitje van een cent en je kon er mee tot elke uithoek van de stad komen. Slechts het noordelijke deel van de stad bereikte je uitsluitend per boot, pont en bus. Het railverkeer kwam daar niet. Daarnaast was Amsterdam voorzien van een uitgebreid regionaal tramlijnennet waarvan de blauwe NZH-trams de meest bekende exponent was. Daarmee reisde je bijvoorbeeld vanaf het Spui naar Zandvoort, al dan niet met overstap in Haarlem. Veel van die regionale tramlijnen werden in de jaren waarin ik opgroeide overigens opgevolgd door busverbindingen met een hogere graad van op tijd rijden en dito comfort.

De stedelijke verbindingen bleven gewoon door trams ingevuld. Amsterdam een van de weinige steden in ons land waar men consequent voor dat type railvervoer koos. Elders in het land vond men de bus ‘toch handiger’. In onze buurt reden veelal blauwe spitsneuzen die o.a. op Lijn 3 en 4 opereerden. Voor de wat luxere Stadionbuurt en het chique Zuid koos men voor de relatief nieuwe drieassers met hun gesloten passagiersruimten en comfortabeler inrichting. Lijn 24 en 25 de exponenten daarvan. Na 1956 startte men met de vervanging van ouder materieel via de gelede trams. In Nederland gemaakte wagens met veel meer comfort en wat zwaardere motoren.

De bestuurders nu in een soort cockpit voorin, waarbij het aloude draaiwiel voor bediening van de elektrische aandrijving in eerste instantie was vervangen door een soort sidestick die je naar voren of achteren bewoog naar gelang de behoefte van accelereren en remmen. Een verbeterde versie van die nieuwe tram was de dubbelgelede die een extra tussenstuk kreeg en twee scharnierende onderdelen die met een soort rubber blaasbalg waren afgesloten. Al snel werd dat de standaard tram van het GVB en verdwenen de ‘blauwen’ steeds vaker uit het straatbeeld. Door de jaren heen kwamen er steeds meer tramtypen in gebruik. Er werd een verbinding aangelegd met Amstelveen. Ook daarvoor zette men bij het GVB nieuwe trams in.

Een mengelmoes van typen was het gevolg. De ene tram wat succesvoller dan de andere. Begin deze eeuw kregen we de Combino’s. Prachtige in Duitsland gebouwde trams met een bijna metro-achtige inrichting en uitstraling. Oudere trams verdwenen daarop vaak naar het buitenland. O.a. naar Polen waar ze nog jaren dienst zouden doen. Van de oude blauwen bleef een klein aantal over om door liefhebbers vol liefde rijdend gehouden te worden. Intussen zijn er weer nieuwe trams bijgekomen.

Met prachtig gestroomlijnde neuzen, terwijl men op de Amstelveenlijn wederom aparte trams inzet die tegenwoordig geen last meer hebben van gelijkvloerse kruisingen. Het comfort op hoog niveau, maar helaas geldt dat ook voor de gevraagde tarieven. Het mag kennelijk wat kosten, dat O.V. Opmerkelijk is dat men nu ook de Amstelveenlijn gaat doortrekken naar Uithoorn. Terug naar de tijden van de vroegere stoomtrams die Amsterdam verbonden met omliggende gemeenten.

Efficient, duurzaam en snel. Waarmee ook de typische regionale forens kan kiezen voor een ander vervoermiddel dan de voor de hand liggende auto of fiets. Ook de nieuwe verbinding naar IJburg kreeg een tramverbinding waarbij men twee Combino’s aan elkaar koppelt, waardoor een soort stadstrein ontstaat. Het succes van de tram meteen bewezen. In de stad een groot succes. En zo hoort het ook. Net als toen. En voorbeeld voor vele steden waar men maar blijft vasthouden aan die bussen die toch net even minder efficient zijn. En o ja, Amsterdam kent intussen ook een metronet met maar liefst vier lijnen. Zowel boven- als ondergronds actief. En zo weten we uit eigen ervaring, heel erg praktisch om snel vanuit de buitenwijken of periferie naar het centrum te komen of omgekeerd……. En dat dan gezien vanuit het perspectief van een echte autoliefhebber zoals ik dat ben. Maar daarover schreef ik al vaker…. (beelden: eigen archief/collectie)

Frans fenomeen..Panhard…

Frans fenomeen..Panhard…

Het Franse automerk Panhard was altijd een beetje een buitenbeentje in autoland. Men was heel innovatief, bouwde grote en kleine wagens, trucks en onderdelen voor andere merken. Bemoeide zich met de bouw van militaire uitrustingen en was als onafhankelijk bedrijf een van de oudste merken ter wereld. Had men voor de oorlog allerlei grote personenwagens in het aanbod, na WO2 zette men in op vooral bijzondere wagens. Klein, maar fijn. Zoals de Dyna. Een compact maar elegant model dat werd ontworpen door Gregoire, uitgerust met een 2-cilindermotor van eerst 610cc, later met een wat grotere inhoud.

De wat rauw lopende motoren bleken in combinatie met het lage eigen gewicht van de auto te zorgen voor beste prestaties. Daarbij was die motor luchtgekoeld en had de Dyna anno 1946 al onafhankelijke wielophanging voor. Nog opvallender, de Dyna werd op enig moment geleverd met een vier versnellingsbak met een overdrive, waardoor je nog zuiniger reed. Zijn tijd ver vooruit dus. En dat zou het merk op veel terreinen blijven. Zo was de Dyna Z uit 1954 een zeer futuristisch vormgegeven auto met een aerodynamisch zo goed vorm gegeven body dat je uit een tweecilinder blokje van 850cc dik 160km/u peurde.

Daarbij was de auto zo ingericht dat je op de twee banken zes mensen kon meenemen. Neem van mij maar aan dat geen enkele concurrent binnen dit segment dat kon bieden. De opvolger van deze wagen werd de PL-17 die er met optische retouches net zo goed uitzag. Alleen gingen de voordeuren nu meer normaal open i.p.v. dat ze naar achteren scharnierden. Met net zo’n futuristische vormgeving was ook de B en C serie uitgerust. Coupe-achtige wagens waarbij de B wat langer was dan de C en waarvan een deel in Belgie werd geassembleerd.

Deze wagens waren wel het summum van wat Panhard kon halen uit haar bekende tweecilinders. De auto’s barstten van de nieuwe snufjes en waren anno 1963 daardoor alleen al hun tijd ver vooruit. Wie van auto’s hield zag ook dat o.a. de ruitenwissers bij die Panhards heel anders functioneerden dan bij andere wagens. Ook zat het elektrisch systeem heel anders in elkaar dan bij andere wagens. Was dat allemaal beter? Nee, niet bepaald. Veel Panhards leden onder een reeks van technische problemen, deels veroorzaakt doordat men zo pionierde. In 1967 kwam het merk onder Citroen terecht en verdween het vrijwel in stilte van de markt. De klassieke markt zorgt er voor dat de prijzen relatief hoog zijn. Ook al omdat er zo weinig Panhards in goede rijwaardige toestand overbleven. En het best een dingetje is om aan onderdelen te komen. Maar hoe we het wenden of keren, dat Panhard was bijzonder. En dat alleen zorgde voor mijn enthousiaste verhalen over het merk…(Beelden: Archief)

Vleeskoeien…

Vleeskoeien…

Voor de goede orde, ik ben geen vegetarier of lid van de linkse Gektesekte die alles wat een beetje behoort bij het moderne leven af wil zweren om zo terug te keren naar de duistere Middeleeuwen waarin alles wat mooi en fijn is moet worden opgeofferd aan het grotere welzijn van de nieuwe elite. Nee, ik ben een realistisch mens. Houdt van een stukje vlees, maar doe geen overdreven dingen op dat punt. Komt ook omdat vlees ooit pure luxe was.

Ging het ons in vroeger jaren goed kwam er vlees op tafel, maar veelal werd er ook niet veel verdiend in die wat schrale jaren en was de keukenmeester in de weer met groenten en aardappelen. Vandaar dat ik vlees zie als een lekker luxe goedje. Typisch stadsmens ook. Vlees haalde je bij de slager en die leverde gehakt of andere stukken vlees keurig verpakt aan je af in een papiertje of later een bakje met wat folie er omheen gewikkeld. De supermarkten deden er nog eens een schepje bovenop en wie er van houdt kan de meest bijzondere vleessoorten vinden.

Van Argentijnse biefstukken tot Italiaanse ham, afgewisseld met Franse tournedo’s of Hongaarse goulash. Noem het maar en we kunnen er van genieten en smullen. Een industrie is ons deel geworden. Een industrie die de schaduwkantjes van dat consumeren van vlees vooral uit zicht weet te houden. Want hoeveel dieren moet je slachten om onze behoefte aan vlees (of vis) overeind te houden? Het is een groot aantal. Wie wel eens over onze wegen toert in de ochtend ziet vrachtwagens vol richting een van de vele slachthuizen rijden. Dieren die soms een geweldig leven hebben gehad, maar vaak ook in grote stallen opgesloten vooral vet werden gemest om onze karbonades te verzorgen.

Zelfde geldt voor pluimvee. Kip is een van de goedkoopste vleessoorten, zowel in de supermarkt als op de wereldwijde fysieke markten. En we zijn als Nederlanders bepaald niet als enige dol op dat vlees. Veel in/uitheemse gerechten baseren nu net op die geslachte vogels. Voor wie het lekker vindt zijn er kalfsvleesgerechten, of lamsvlees. Vertaal het eens letterlijk en zie welke diertjes er voor het leven moesten laten. De trek neemt meteen af. Nu is schuldgevoel ook zoiets natuurlijk. Immers, vlees zit vrijwel overal in, al was het maar in dierenvoedsel.

De Chinezen (en andere Aziatische volken) eten alles met poten op, behalve de tafels en stoelen waarop ze dat verorberen. ‘s-lands wijs ‘s-lands eer en we moeten nu niet net doen of alleen die Nederlanders zo veel vlees verorberen. Ik ben zelf een matige eter, geldt dus ook voor vlees. Maar ik ga het ook niet uit de weg. Dat kan beter, vast, maar het is net als met dat milieu, als wij totaal zouden stoppen met vlees scheelt dat 0,05% van het totaal in de wereld. Misschien is het goed om kinderen eens mee te nemen naar een slachthuis en ze te laten zien hoe het daar toegaat met die dieren……Wellicht dat we dan dwars door culturen heen komen tot het besluit om minder vlees te consumeren. Iets voor een schoolreisje?? Ben benieuwd wie het voortouw daartoe neemt…..en intussen…smakelijk eten. (Beelden: eigen archief..)

Invasie..

Invasie..

Vandaag precies 82 jaar geleden vielen de Duitsers ons land binnen. Dat deden ze niet zo maar, ze hadden strategische doelen voor ogen. Zoals de havens van Rotterdam en Amsterdam. Maar ook die van Antwerpen stond op de agenda. Onze strijdmacht stond min of meer klaar om een Duitse inval op te vangen. Maar met zeer beperkte middelen en manschappen die voor een deel maar matig getraind waren. Waar dat wel het geval was deden de Nederlanders wat ze konden om het de Duitsers moeilijk te maken.

Prachtig weer, een behoorlijk overzicht en nieuwe wapens aan de kant van de Duitse invasiemacht zorgden er voor dat de vijand al snel ver kon doorstoten in Nederland en al op de eerste dag de nodige paratroepen voor de poorten van Den Haag kon neerlaten. De luchtmacht weerde zich kranig met de niet door de vijand vernietigde kisten die men links en rechts in het land verdekt had opgesteld. Maar de sterkste wapens op dat gebied, zoals de geweldige vliegende slagkruiser als de Fokker G1, werd voor een groot deel op de grond vernield door Duitse bombardementen.

De Nederlandse bevolking was verbijsterd. Duitsland werd tot kort voor de invasie gezien als vriendschappelijk broedervolk. Maar de Nazi’s die Europa wilden onderwerpen hadden niets met dat broederlijke gevoel. Opvallend genoeg bleek dat men zich toch had vergist in de Nederlandse weerstand. Er werd fel teruggevochten door delen van onze krijgsmacht. De Mariniers, piloten, soldaten op de Grebbelinie, maar ook in de Friese kazematten bij de Afsluitdijk. De Duitse Luftwaffe alleen al verloor de nodige vliegtuigen door dat verzet van die dappere Nederlanders. En dat ging zo een dag of wat door.

Tot men in Berlijn besloot het verzet definitief te verbreken. Rotterdam werd gebombardeerd. Gewoon burgerdoelen, burgers, niks militaire doelen. Duizenden verloren het leven, huis en haard. En het Duitse opperbevel maakte duidelijk dat men niet zou schromen ook andere Nederlandse steden de zelfde behandeling te geven als er niet werd gecapituleerd. Op 15 mei was dat zover. De Nederlandse regering allang overgestoken naar Engeland, samen met het Koninklijke Huis. Vijf zware jaren zouden volgen. Wie goed op let ziet parallellen met wat nu in Oekraine gebeurt. Invasie, verzet, terreur, onderdrukking. Mensen leren maar weinig van het verleden. En dat is een heel trieste constatering. (Beelden: Archief)