Ik krijg nog wel eens het verwijt niet zo erg van kinderen te houden. In de goede zin van het woord dan. Niets is minder waar. Maar ik geef toe dat naar mate de jaren vorderen mijn geduld voor en acceptatie van dreinende, jengelende en schreeuwende kinderen is afgenomen. Mij ontgaat het ook vaak waarom ouders niet gewoon ingrijpen als weer een van hun kleine prinsjes of prinsesjes zich op aarde heeft gestort voor een hoop misbaar dat er slechts op is gericht een of andere zin door te drijven. Je kunt geen speelgoedwinkel inlopen of het gezeur begint al. Dat kinderen in zo’n winkel worden aangestoken door een virus snap ik nog wel. Dat ze dan ‘alles’ wat ze zien willen hebben vind ik ook nog wel te verteren. Maar als dit dan niet wordt omgezet in daden ontstaat pas het probleem. Afhankelijk van hun gevoel voor theater storten die kleintjes zich dan op de grond, beginnen hartstochtelijk te huilen, met hun beentjes te trappen en zijn niet meer voor reden vatbaar. Tot vader of moeder de juiste of verkeerde beslissingen neemt. Juist is beetpakken, meesleuren, in het wagentje smijten of over de knie leggen.
Hoezo theater?! Verkeerd is het kleine acteur- of actricetje de zin te geven en alsnog iets te kopen wat vooral meneer Blokker gelukkig maakt en voor even een glimlach op het verwende smoeltje van de kleine oproerkraaier brengt. Toegeven is een bijdrage leveren aan het hoge verwengehalte. Dat doet zeker ook het met zo’n urk praten op de toon van een volwassene. Discussies aangaan heeft geen zin, beste ouders die dit doen. Corrigeren wel. Omdat het geen pas geeft de hele winkel op stelten te zeten voor zoiets onbenulligs als je zin doordrammen. Ga thuis maar lekker me je nageslacht babbelen volgens het poldermodel, maar stuur dat kleine krengetje intussen wel vroeg naar bed. Zonder eten of cadeautjes. Leert het snel om dat drammen achterwege te laten en gewoon een ‘wenslijstje’ in te vullen voor de bekende feestdagen voor zolang die nog bestaan.
Weet je hoeveel keer wij vroeger iets kregen van de ouders (of Sint)? Twee tot drie keer per jaar. En niet per week! En daar keek je naar uit. Ik koester nog de zaken die ik toen heb gehad. Omdat ze veel waard waren en zijn. Als ik nu zie wat er vrijwel ongebruikt richting kringloopwinkels en vrijmarkten of kofferbakverkopen gaat denk ik dat al dat gejengel niet leidt tot veel speelgenot en de bevrediging van het hebmoment maar zeer gering is. Kortom, opvoeden die kleine lieden, en bedenken dat de uitstraling van een jengelaar altijd terug gaat richting de opvoeders. Zou het nu echt rustiger worden in al die winkels? Ik vrees het niet. Verwend als we allemaal zijn geworden. Och, eens zien of ik met jengelen een nieuwe camera o.i.d. voor elkaar kan krijgen. Ik heb nog een paar maanden….