Mateloos populair; Simca!

Mateloos populair; Simca!

Je moet wel onder een steen hebben geleefd wil je als 40+-er niet van Simca hebben gehoord. Ooit een mateloos populair Frans automerk in ons land, maar zeker ook in de rest van Europa. Zelfs in Oost-Europa kwam je ze wel tegen. Toch was het een relatief jong merk. Want pas opgericht in 1934. Een dan vooral om in Frankrijk Fiat’s te bouwen voor de eigen markt. Pas na de oorlog, in 1951 werden Simca’s uiterlijk andere wagens dan die Fiat’s waaraan men vaak nog wel een stukje techniek ontleende.

De eerste van de reeks was de Aronde. Een plezierig ogende wagen die in Frankrijk tot de best verkochte auto van de jaren vijftig uitgroeide. Met zijn 1.2 of 1,3 liter motor kreeg je een vlotte familieauto die ook nog eens goed gebouwd bleek en lang meeging. Naast de sedan was er ook een stationcar van te koop, maar ook een besteller en pickupje. Jarenlang bleef de auto in productie al werkte Simca door de jaren heen wel verbeteringen uit en mocht ook het exterieur zich verheugen in wat modernisering.

Naast een reeks beperkt gebouwde sportievelingen als de Coupe de Ville (zie ook Cadillac), Week-End en Plein Ciel kwam het merk in 1955 met de grote Vedette Berline. Dat was eigenlijk helemaal geen Simca maar een Ford, omdat dit bedrijf op enig moment besloot haar Franse fabriek met alles er op en aan bij Simca onder te brengen. En dus kreeg Simca een grote wagen in het gamma inclusief V8 motor van 2.3 liter inhoud. Men bouwde die lijn door de jaren heen uit met diverse speciale uitvoeringen. Maar in 1961 was het over en uit met de grote Simca’s. Bij de kleinere en goedkopere modellen scoorde men flink door de nieuwe 1000. In 1961 uitgebracht.

Een vierdeurs autootje in de stijl van die jaren, motor achterin, hoekige vormgeving, en tegenhanger voor de vergelijkbare Renault Dauphine. Motorisch was de 1000 te koop met bijna armoedige 740 cc blokjes, maar ook met een 1000, 1100 en zelfs 1300 motor. Met name de Rallye 1, 2 en 3 versies waren mateloos populair, al waren die niet meteen geschikt voor de gemiddelde huisvader. Een afgeleide van de 1000 was de Coupe-uitvoering die in samenwerking met Bertone werd ontwikkeld.

Een erg aardig ding dat beperkt leverbaar bleef. Dat gold niet voor de 1300 en 1500. Die wagens verschenen in 1963 op de markt en waren weliswaar elegante maar ook best saaie ontwerpen. Ruim van binnen, comfortabel, en betaalbaar. Ze bleven tot en met 1976 leverbaar. Een ander succesnummer was de 1100. Ineens een auto met de aandrijving op de voorwielen, met een grote achterklep en een wat geknikte kont was dit een auto voor ook de Nederlandse markt.

Heel wat kopers van toen vonden dit een auto om voor te gaan. Schijfremmen op de voorwielen maakten de 1100 ook nog eens extra modern. Naast de hatchback was er ook een stationcar en een bestelwagen. Die laatste zag je ook bij grote bedrijven en instanties rondrijden. En lang. Ondanks de grote roestproblemen bij dit type waren het best taaie wagens. Dat gold niet voor de grote Simca 1307, 1308 en 1309. Die moest de 1300/1500 reeks opvolgen in de jaren zeventig.

Al werd de auto nog zo geroemd in de toenmalige autopers, het waren modern uitziende maar zwaar sturende en extreem onderhoudsgevoelige wagens. Toch bestaan er wel liefhebbers voor die oude exemplaren nog graag restaureren. Intussen was Simca in handen gevallen van Chrysler uit Amerika en kregen de wagens al snel een andere naam. Zo waren er markten waar de Simca’s als Sunbeams werden aangeduid, elders koos men voor Talbot. Een auto die al die namen mocht dragen was de Horizon.

De beoogde ultieme concurrent voor de VW Golf van toen. Hoekig, modern van uiterlijk, bekende en betrouwbare techniek, maar ook weer extreem roestgevoelig. Want dat was wel een euvel bij die Simca’s. Of Talbot’s zoals men ze later moest noemen. De Horizon ging jaren mee tot het einde van het hele avontuur in de jaren tachtig. Toen waren deze wagens ook nog verkocht in de VS onder de naam Dodge Omni.

Het doek viel, Chrysler nam haar verlies en verdween van de markt in Europa, en liet een leeg autolandschap achter. De naam Simca door de een gekoesterd, door anderen verguisd vanwege die roestproblemen. Feit is dat dit een merk was dat aansprak en altijd goed is geweest voor behoorlijke verkopen. Er zijn vast wel lezers die het nog kennen of weten dat ‘die of die’ uit de omgeving een Simca bezat. Ik zelf heb nooit een Simca bezeten, maar er wel veel in gereden. Want we ruilden die wagens nog wel eens in, zeker toen de APK werd ingevoerd en heel wat van die Franse wagens de eindstreep niet haalden…..(Beelden: archief)

Ultieme Mancave…

Ultieme Mancave…

Wie net als ik een eigen ruimte beschikbaar heeft om daar te genieten van de typische zaken die passen bij een mannen of vrouwenleven vol liefhebberijen of al was het maar bekijken van de geliefde tv-programma’s of streamingdiensten, is al snel tevreden, maar droomt ergens toch van iets nog veel groters. Ik zeker, had ik een oud fabrieksgebouw beschikbaar maar wel goed verwarmd, voorzien van water en licht zou ik het snel vol zetten met echte vliegtuigen of auto’s, dan wel treinen en autobussen.

Zelfs boten mochten er dan in. Nou, zelf zal ik die droom niet meer kunnen invullen wellicht, enig realisme is me niet vreemd, in Nieuw-Vennep staat een prima alternatief. Het Nederlands Transport Museum. In een oude Bolsfabriek (ja die van de drank) daar in de Haarlemmermeer is de ultieme mannendroom werkelijkheid geworden. Hallen vol met oude vliegtuigen, de meesten in staat van restauratiebehoefte, museale auto’s en bussen, een enkele boot, bromfietsen, oude boerenkarren en ook een metrostel van de eerste soort uit Amsterdam.

Alles wat wielen heeft krijgt hier een plekje. Ook voor de deur staat het nodige. Treinstellen, wagons, een enkel vliegtuig. Genieten en pure nostalgie soms. Voor hen die houden van toekomstvisies is hier ook de Superbus te zien die ooit door inmiddels overleden astronaut Wubbo Ockels met zijn team werd uitgedacht. Eigenlijk is dat ding zo opmerkelijk modern dat het een dissonant lijkt tussen alle andere ‘exponaten’. Maar schijn bedriegt, want het NTM wil een verhaal vertellen over alle ontwikkelingen in het vervoer tussen de tijd van de Romeinen en onze huidige.

Dat je dan wellicht wat blijft steken in de 20e eeuw is niet zo gek, want doordat men onderdak geeft aan en samenwerkt met 35 andere organisaties kreeg men een grote collectie voer/vaar/vliegtuigen beschikbaar die met name laten zien waarom we dit industrieel erfgoed moeten koesteren. Een DC-2 staat centraal in de hal, dit keer niet in de bekende kleuren van de KLM-kist van dit type die vooral als ‘Uiver’ door het leven ging (replica daarvan staat bij het Aviodrome op Lelystad) maar in de kleuren van de KNILM uit ‘ons Indie’ waar deze oer-Douglassen ook werden ingezet.

Bussen van Maarse en Kroon brachten mij terug naar de jonge jaren toen ik mijn Schipholse kantoorbaan in de wintermaanden met juist dat bedrijf wist te bereiken. In een (afgesloten) ruimte staat nog veel meer fraais. Een Fokker F-VII replica die ooit dienst deed voor de recent uitgezonden tv-serie over Anthony Fokker. Of een Verheul/Kromhout bus van de GVB in rijwaardige toestand naast een Crossleybus ikv de NS die na de oorlog zorgde voor heropbouw van ons interlokale busvervoer. Gebouwd bij de Schelde in Zeeland werden er vele honderden van afgeleverd aan allerlei busbedrijven van toen. Kortom, het is te veel om op te noemen en wat je noemt een substantiele collectie. Wie zoekt naar een gestructureerd museum vindt hier niet wat hij/zij zoekt. Wel veel vermaak voor gezinnen met kinderen. Die kunnen hier best een leuk dagje doorbrengen. Kost een paar euro’s maar dan krijg je heel wat. Inclusief een klein cateringhoekje voor koffie, thee en limonade plus een bescheiden maar leuk winkeltje voor wat herinneringen die je later thuis weer doen terugverlangen naar deze ultieme mancave.

Tussen nu en een paar jaar gaat men de boel verhuizen naar een nieuw onderkomen. Het is wachten op de (trage) gemeente Haarlemmermeer om dat te faciliteren. Dit museum verdient dat….. En dat geldt ook voor een bezoek. Doen! Want een ultiemere mancave als dit museum vindt je nergens. Echt niet. (Beelden: Prive)

Luther en zijn geschriften..

Luther en zijn geschriften..

Voor mensen uit de protestante hoek is die Maarten Luther een soort van held. Hij schreef allerlei protesten tegen de toen heersende katholieke instituties en nagelde die ook nog eens aan een Duitse kerk. Stond aan de basis van de Reformatie en wilde gelovigen het zuivere geloof van Christus zoals vastgelegd in de Bijbel bijbrengen. Geen rangen en standen meer, geen alles wetende Paus, geen aflaten of vergeving der zonden. Puur geloof en weten dat God je pas later zou beoordelen op dat ware geloof. Minder bekend is dat hij in zijn uitingen ook heel wat fel antisemitische uitingen deed die bij de toenmalige bevolking van Europa gretig aftrek vonden.

Immers, zijn verwijten waren ook die je hoorde bij de katholieken waartoe hij voor zijn revolutie feitelijk behoorde. Wie hadden ook al weer die arme Jezus aan het kruis helpen nagelen? Wie geloofden niet in dat Verlosserverhaal rond de Christusfiguur en erkenden hem ook niet als zodanig? Juist. En dus vond Luther dat hij het anti-joodse gevoel nog wel een beetje mocht aanwakkeren. En hij deed dat met verve. Zaadjes werden planten en de basis voor expliciete jodenvervolgingen door de eeuwen heen groeiden als kool. Met name in Midden- en Oost-Europa was het joodse volk heel lang kind van de rekening. Opgejaagd door soms hun eigen stads/dorpsgenoten trokken ze westwaarts en kwamen vaak uit in onze streken. Waar ze dan weer een toekomst opbouwden, vaak in armoede en ellende, maar toch. Nederland was op dat punt altijd een vrijhaven voor hen die elders werden vervolgd.

En zeker zij die zich aanpasten of meewerkten aan de instandhouding van de welvaart en samenleving hier waren meer dan welkom. Uiteindelijk waren het de Nazi’s die de leer van Luther op dit punt nog eens op industriele wijze een eigen invulling gaven. Waarbij veelal ook christelijke mensen de andere kant op keken. Triest hoe de geschiedenis in die jaren zo rood kleurde van het bloed der slachtoffers. Mede veroorzaakt door iemand die dat vast niet zo in gedachten heeft gehad toen hij zijn geschriften verspreidde en eigenlijk alleen zijn liefde voor de in zijn ogen ‘enige’ God op papier zette. Luther is samen met Calvijn oorzaak van de scheuring in de christelijke kerk die tot tot nu toe nog steeds plaats vindt. Aanhangers van deze twee lieden zijn het op veel punten anno nu nog steeds niet eens. Vechten mekaar de tent uit over sommige delen van dat boek waaraan ze hun waarheden ontlenen. Het anti-semitisme is gelukkig wel wat verdwenen. Door de jaren heen leer je kennelijk. En rust er ook een last op de schouders van schuld hebben aan…. Het abjecte anti-joodse denken is nu opgepikt door de volgers van weer een ander geloof. Nieuw, feller, maar even gevaarlijk. Het is wel zeker dat zulk gedrag juist door Luther zou worden veroordeeld. En terecht. En zo zal duidelijk zijn dat gebeurtenissen uit het verleden met de ogen van nu op andere wijze mogen worden bekeken. Kritischer, logischer, maar zeker ook verstandiger. (Beelden: archief/internet)

Ik voel ik voel wat jij niet voelt…

Het was best een vrij leven wat ze leidde. Ze had er zelf voor gekozen. Kon niet omgaan met haar familie en dat geloof dat haar steeds meer onderdrukte. Haar moeder die steeds maar vertelde wat ze wel en niet mocht doen. Wat hoorde of niet. Nou zij voelde wat voor die jongen die haar had uitgelegd wat haar lichaam voor plezier kon geven als ze bepaalde dingen met hem deed. En ze voelde vooraf dat het goed zat en achteraf ook dat het minder plezierig was dan ze vooraf had verwacht. Maar dat gaf ze niet toe. Ze dronk drankjes omdat haar vriendinnen dat ook deden en ze werd een beetje dronken. Voelde de volgende dag niet echt fijn. Ze voelde dat ze geen gevoel had voor autorijden. Ze probeerde het wel, haar vader betaalde de lessen, maar het werd niks. Ze voelde zich niet thuis in het verkeer. Ze voelde dat ze creatief bezig moest zijn. Haar handen maakten wat haar hoofd bedacht, maar verder vond ze school maar niks. Dus ging ze daar vanaf, huurde een garagebox waar ze met het bij de supermarkt verdiende geld net de eigenaar van kon betalen. Zocht bij kringlopen blanco schilderlinnen en kwasten, kocht wat verf en ging aan de slag met haar eigen creatieve uitingen. In de kou vaak en bij kaarslicht want de garage had geen licht of verwarming. Zij vond wat ze maakte prachtig maar ze voelde zelf wel dat er weinig mee te verdienen viel. Ze leefde als een clochard en zakte maatschappelijk steeds dieper weg. Kreeg op enig moment een uitkering omdat ze de garage opgaf als huisadres. Ze rommelde zaken bij elkaar die haar box omtoverden tot een soort woonplek. Inclusief een oud bed uit diezelfde kringloop. Maar ze voelde zich vrij en kon doen en laten wat ze wilde. Vaak kreeg ze eten van bekenden of zelfs buren die wel zagen dat ze af en toe even voor haar moesten zorgen. Op een nacht in de zomer had ze de deur van haar garage op een kier gezet en was na het schilderen in slaap gevallen. Ze voelde op enig moment iets wat ze nog niet eerder had ervaren….Toen ze wakker werd keek ze in het snuitje van een grote rat en sprong overeind…dat was een gevoel wat ze nog niet eerder had meegemaakt. Angst…afgrijzen. Eh ze besloot om huiswaarts te keren. Het was mooi geweest. Een warm gevoel maakte zich van haar meester…Naar huis…

Museum…

Museum…

Voor veel mensen is het hebben van een hobby of liefhebberij in feite min of meer een luxe aanvulling op een werkzaam leven. Ze weten alles van opera of kantklossen, doen aan klaverjassen, bouwen een treinenbaan op zolder of zitten elke avond voor de buis i v m het voetballen. Het zal je verbazen als je zou weten hoeveel mensen er doen aan dergelijke activiteiten. Dat is een grote meerderheid. Zeker in Nederland, maar vlak ook de Belgen, Duitsers en Britten niet uit.

Natuurlijk zijn er ook mensen bij wie het huis vrij is van ‘smetten’ en mensen hun onderkomen bijhouden als ware het een showroom van een meubelwinkel. Niks hobby’s! Het geld geven zij uit aan vakanties of merkkleding, ze rijden in een stevige auto en hebben uiteraard elektrische fietsen. Ik ben in mijn leven bij heel wat mensen op bezoek geweest en voel me zelf altijd het meest thuis bij hen die behoren tot de eerste categorie. Herkenbaarheid een logisch gevolg van die daar gevoelde warmte. Ik heb er een paar heel hoog zitten, zeker waar je als je binnen stapt meteen het idee hebt in een museum, veilinghuis of rommelwinkel te verkeren. Maar de mensen die daar wonen zijn vaak ook van de warmere soort en het praten over de al dan niet gedeelde passies een waar genoegen.

Je omringen met leuke of mooie (niet altijd waardevolle) stukken is ook een soort schil. Vervelen hoef je je niet en de kennis die je door research over het onderwerp dat je aanspreekt op doet bouwt ook mee aan je eigen kennis en ervaring. Kom daar maar eens om als je in een kaal huis verkeert en geen interesses hebt die op enigermate vergelijkbaar zijn met die lui waar ik het over heb. Zelf woon ik in een huis vol liefhebberijen.

Mijn mancave (speciaal gebouwd om alles wat ik leuk vind in onder te brengen) is mijn eigen miniatuurmuseum. Ik weet hier waar het over gaat, en waar het staat, bouwde een aardige bibliotheek op waarin al die interesses zijn terug te vinden, verzamel relevante foto’s en zo meer en geniet elke dag die me een evt. opperwezen geeft van wat ik zoal verzamel(de). Zoals dat hoort gecatologiseerd, gesorteerd en geregistreerd.

Nee, geen gerommel, gewoon goed doen. En dat leidt weer tot nog steeds voortdurende zoektochten in kringloopwinkels, op rommelmarkten of braderieen in het land of daar buiten. Een buitenlands bezoek is niet compleet als ik ook daar niet iets heb gescoord. Veel van mijn boeken over… kocht ik in Duitsland of Engeland waar de winkels op mijn interessegebied toch echt een stuk breder zijn ingericht qua aanbod. En dan heb ik dagen lang plezier met het lezen en bekijken van opnieuw (vaak) nieuwe informatie. Kortom, juist als het buiten frisser wordt en we op de bank zitten met iets lekkers, tel ik daar die lectuur bij op. Hobby’s zijn geweldig. Maar als je er niks mee hebt, ben je van harte welkom om even je commentaar neer te zetten. Maar als je wel gek bent op dit of dat….laat het zeker even weten. Warme woorden zijn dan jouw deel… (beelden: Prive-collectie)

Linkse retoriek..

Linkse retoriek..

In mijn leeskring bevinden of bevonden zich ook wat mensen met een ultra-linkse denkwijze. Die, het zal duidelijk zijn, haaks staat op de mijne. Want mijn kijk op de wereld is gevormd door ervaringen, bezoeken aan landen met een ander regime, maar zeker ook het dagelijks volgen van media van links tot rechts. Opvallend bij met name die linkse media is het vaak totale gebrek aan realisme. De vaak ook linkse volgers van die lui hebben meestal die zelfde mentaliteit. Het waarom wellicht gezeten in de opvoeding en indoctrinatie daarna. Immers hoe kan je nu boeren afschilderen als extremisten als ze hun land verdedigen dat dreigt te worden afgenomen, wanneer je tegelijk meent dat Nederland zelfs met 25 miljoen mensen nog niet vol genoeg is.

Dat het boerenland niet voor behoud van de natuur maar voor woningbouw wordt onteigend is voor hen dan niet van belang. Zo stellen deze linkse lieden mijn mening die ik al een jaartje of 16 hier verkondig ook niet erg op prijs. Ze willen wel dat je bij hen reageert, mits positief, op allerlei dogma’s en vooral leugens. Maar, iemand die slechts linkse bronnen (via linkjes) benut om zijn gelijk te halen is voor mij net zo abject als iemand die hetzelfde doet met rechtse wappie-theorieen. En die krijgen er van mij als mens met een stevige mening dus ook altijd repliek op. Je bent Meninggever of niet. Onlangs bleek dat dit bij de student met de linkjes naar al die linkse media niet op prijs werd gesteld. Hij was iemand die in mijn optiek niet kon (of wilde) lezen, maar zeker ook niet kon rekenen. De zeespiegel steeg volgens hem tot de rand van al onzer lippen, maar in werkelijkheid is dat nog in geen millimeters uit te drukken. Toen hij weer eens foeterde over extremistische boeren die niet van hun land te jagen vielen, maar ook pleitte voor de opname van immigranten vroeg ik hem oprecht en op de man af of hij zelf al wat ‘vluchtelingen’ in zijn huis had opgenomen.

Geen antwoord uiteraard. De man die samen met hem die linkse koers ook hier al vele jaren uitdraagt schildert mij vaak af als haatzaaier en angstig (??) terwijl hij zelf naar mijn idee nooit buiten zijn eigen wijk, Amsterdam Zuidoost, rondkijkt en ook zelden echt leest wat ik zoal oreer. Elke vraag die hem niet bevalt wordt vermeden en zeker niet van een antwoord voorzien. Algemene Marxistische flauwekul is dan mijn deel. Maar hij schrijft wel allerlei zaken op die met name over mij persoonlijk gaan. Groot (..) is het gejuich dan uit de eigen anarchistische achterban. Wie dat laatste niet doet behoort volgens de gefrustreerde en nu ook gepensioneerde leerkracht bij extreem-rechts of erger. Ik denk dat veel van de linkse gekkies toch last hebben van persoonlijke frustraties. Ze krijgen bij verkiezingen nooit de meerderheid, trachten met vreselijke verhalen de Nederlandse samenleving omver te trekken om zo ruimte te maken voor de nieuwe Middeleeuwen waarbij Lenin en Allah leidend zijn. Maar wij, de normale burgers in dit land, zijn met meer… En ‘wij’ in dit geval als zijnde de realisten die niets zien in dat linkse droombeeld. Wie meent dat stikstof kan worden uitgebannen als we de moderne tijd maar achter ons laten en de eerder genoemde archaische doctrines omarmen hoort eigenlijk niet thuis in dit wereldje. Dat is mijn mening en daar moet je het als lezer maar mee doen. Het studentje heb ik inmiddels geblokkeerd. Voor de man die Groenlinks en PvdD propaganda uitdraagt rest een leven in eenzaamheid vrees ik. En werd de link ook door mij verbroken. Zeker nu hij de aanvallen vals persoonlijk maakte. Realisten aller landen verenigt u. Genoeg geweest…weg ermee….Niemand heeft behoefte aan anarchie of communisme…Zeker deze Meninggever niet.

Reikwijdte…

Reikwijdte…

Voor veel leken is dat wat vanuit politiek wensdenken over ons heen wordt gegooid rond ons autogebruik een waarheid als een koe. We ‘moeten over op elektrische wagens’ want die zijn beter voor het milieu en helpen het klimaat te redden. Het is maar hoe je het bekijkt. Want beste mensen, elektrische auto’s stoten weliswaar tijdens het rijden geen gassen uit via een uitlaatsysteem, ze vervuilen wel degelijk. De door linkse lieden zo verafschuwde fossiele brandstoffen of bouwstoffen zitten ook gewoon verwerkt in die accuwagens. Staal, kunststoffen, computers, banden…. Het is echt niet zo dat dat spul aan de bomen groeit al is een deel van die rubber banden dan nog net half plantaardig.

De accu’s zijn opgebouwd uit materialen die de toets der kritiek op het gebied van milieu of zelfs slavernij niet kunnen doorstaan. Maar er is nog een technisch gebrek dat bij dit soort wagens een aardige rem zet op het vermogen ons nu en in de toekomst massaal te vervoeren; actieradius! Wie in een normale benzineauto rijdt kan met een volle tank pakweg 600km ver komen. Een diesel brengt je vaak 1000 km ver.

De gemiddelde elektrische auto komt anno 2022 niet verder dan 300km, een enkeling redt het tot 400km. Maar dan moet je wel in de rechterbaan blijven en geen stroomverbruikers aanzetten. Doe je dat laatste wel kom je al snel in de problemen. Praktijktests in Duitsland en Nederland laten zien dat hij/zij die op normale wijze in het verkeer rondrijdt in dit soort wagens al snel 30% van de theoretische reikwijdte kwijt raakt. Wie 130km/u rijdt (en veel leaserijders doen dat..) is al snel 50% van zijn accucapaciteit kwijt.

En dan staan de verwarming/airco of verlichting niet eens aan. Ga je daarop laden, en dat is een frequente handeling, ben je niet zoals bij de ons bekendere aandrijftechnieken na vijf minuten weer onderweg maar heb je meteen 1,5-2 uur pauze afhankelijk van de beschikbaarheid van een laadpunt. En dat laadt dan weer 80% bij van de totale capaciteit omdat de accu’s het anders niet aankunnen. En bedenk ook maar dat die EV’s tegenwoordig niet te koop zijn onder de 35 mille. Het gemiddelde ligt qua prijs flink hoger en is bedoeld voor zakelijke rijders.

De particulier kan met wat pijn en moeite een Dacia Spring kopen met een theoretische actieradius van 200km of een Renault Zoe met ongeveer dezelfde reikwijdte maar net iets meer luxe (tegen een hogere prijs). Ook bij VW vindt je nog wel een stadsautootje voor een mille of 25. Kortom, voor de meeste particulieren is er weinig reden tot meejuichen met de groene vaandels zwaaiende gektesekte.

Elektrische auto’s zijn dus niet meteen die wonderen der techniek. Net zo min als waterstofvoertuigen. Het lijkt heel mooi, het is het niet. Wellicht als we ooit accusystemen krijgen die plat, licht, en goedkoop zijn en ook nog eens zorgen voor een normaal verbruik waardoor je niet op weg naar je vakantiebestemming of zakenadres 2-8 keer moet bijladen om er te komen. En echt, ik ben niet negatief, ik zie mezelf als realistisch. We rijden in Nederland met 9 miljoen auto’s rond, en dat neemt echt niet af. Slechts een klein percentage is nu voorzien van elektrische aandrijving. De reden daarvoor is simpel. Je betaalt de hoofdprijs, weet niet of je (op tijd) op je gekozen bestemming aankomt en krijgt er het opladen bepaald niet gratis bij. Omdat stroom in de huidige tijd net zo min gratis is als benzine of diesel. Op praatjes valt niet te rijden. En je moet ook uitkijken dat het niet leidt tot lijden. En o ja, die techniek is al meer dan een eeuw oud. En ook toen was die reikwijdte en het gebrek aan comfort het grootste probleem. Wie de geschiedenis niet kent heeft in de toekomst weinig te zoeken. (beelden: Archief)

Tweewieler Tweetakt – een nieuwe Puch…

Tweewieler Tweetakt – een nieuwe Puch…

Ik stam uit een tijdperk waarin de persoonlijke mobiele ontwikkeling werd bepaald door wat de omgeving min of meer bepaalde. Daarbij opgevoed in een wereld waarin je al snel zag dat afbetaling en lenen veelal leidden tot ellende was sparen en keihard werken voor zaken op je verlanglijstje het credo. Ik was daar overigens wel een uitzondering in binnen de familie van toen.

Hoe dan ook, na een drietal tweedehands bromfietsen waarop ik niet alleen goed leerde rijden maar soms ook flink aan sleutelen, (1xHMW en 2xLocomotief/Sachs) was het tijd voor iets anders. En dus werd mij als jong mens al snel de keuzevraag gesteld of ik zou gaan voor een sportieve Kreidler Floret of juist een meer bij de intellectuele jongelingen van toen passende Puch. Het werd dus een Puch. Zo een met een hangend tankje, hoog stuur en veel chroom.

Kostte wat maar dan kreeg je ook iets. 49.9cc tweetaktmotor met geforceerde koeling. Het was een dure (want nieuw) investering maar hij reed probleemloos en fijn. Tuurlijk was dat hoge stuur vermoeiend bij lange ritten, maar dat gaf je never-nooit toe. Via mijn vriendenkring kwam ik er al snel achter dat je met wat simpele handelingen de Puch kon opstuwen naar de voor die tijd gigantische snelheid van 60km/u. En je in de eerste versnelling zowat de hele straat doorkon zonder te schakelen naar 2. Weinig mis met het Oostenrijkse stukje techniek.

Bewust koos ik voor het origineel. Er was een Joegoslavisch alternatief, de Tomos, die als twee druppels water leek op die Puch, maar door de vriendenkring met enig dedain werd beschreven en bekeken. Nee, het was een Puch voor deze meninggever. Reed ik er lang mee? Nou in kilometers wel. Ritjes naar Nunspeet of Texel vanaf Amsterdam schuwde ik niet. Maar in jaren was die Puch niet eens zo lang mijn basisvervoer. Dat zat hem toch in dat werk op Schiphol. Daar reed ik voor heen en weer en af en toe met lading achterop die ik dan met de Puch oppikte en naar de KLM of andere maatschappij op Schiphol vervoerde.

Maar dat was natuurlijk maar beperkt van omvang en bij regen en wind, laat staat sneeuw en ijs was die Puch ook best oncomfortabel. Dus besloot het bedrijf waar ik toen mijn kantoorwerk verrichtte dat ik de net nieuwe bedrijfsbus (VW T2) mee mocht nemen naar huis, mits ik dan in weekenden of avonden ook de eventuele ‘spoedklussen’ zou opknappen. Scheelde de ‘baas’ weer overwerk voor de relatief dure chauffeurs op die bestelwagens en ik kon dan meteen de documentatie van die zendingen verzorgen. Op enig moment verhuisde ik omwille van de liefde naar het centrum van Amsterdam en kwam de Puch daar in de onderliggende garage te staan. Ongebruikt. Af en toe even gepoetst en meegenomen voor een kort ritje. Maar het gevoel was weg. De noodzaak ook. Dat rijbewijs en die auto’s maakten de Puch overbodig en op enig moment verkocht ik hem met wat pijn in het hart. De verkregen prijs verzachtte de wond. Ik schreef er bijna niets op af. Heel veel later, ik was al bijna zelf met pensioen gegaan ontdekte ik dat twee oude jeugdvrienden uit mijn vroegere woonstraat nog steeds op Puchjes rondreden en die dingen koesterden. Ze waren er nog steeds gek op. ‘Wil jij ook niet nog eens zo’n Puch hebben?…..’. Nou nee, ik was wel klaar met die tweewielers. Maar koester wel nog steeds dat gevoel van toen, een nieuwe brommer, een Puch! (Beelden: Prive-archief)

Oorlogsdreiging..

Oorlogsdreiging..

Tuurlijk, als kind geboren na de Tweede Wereldoorlog werd je wel bijgebracht dat die oorlog op de ouders en grootouders maar ook iedereen die je leerde kennen van iets oudere leeftijd, wel een paar snaren had geraakt van emotie, ellende en honger. Op die manier werden we ook opgevoed. Omdat mijn leasepa in de oorlog persoonlijk het e.e.a. had meegemaakt, het juiste werd nooit duidelijk, wilde hij bijvoorbeeld niets meer met Duitsers van doen hebben.

Ook in de handel was hij daarin halsstarrig al kwam er toch wel eens een Opel, Hansa of DKW voorbij. Maar eerlijk is eerlijk, die had hij vaak al in een dag verkocht. Hoe dan ook, oorlog was een traumatische gebeurtenis. En helaas leefden we ook toen niet in een echt veilige wereld. Oost en West vochten elkaar de tent uit. De Sovjets bouwden aan de grens tussen Oost- en West-Duitsland hoge muren met prikkeldraad en bewapende grenswachten. Beide grootmachten testten op grote schaal kernwapens en ook in ons land was de dienstplicht en daarop volgende opleiding niet gericht op vredestaken.

Ieder moment kon de vijand immers komen… We zijn dat nu vrijwel vergeten of hebben er zelfs nog nooit over gehoord, maar in 1962 verkeerde de wereld opnieuw op het randje van een nieuwe Wereldoorlog. Dat kwam door een schaakspel tussen die beide grootmachten. De Amerikanen zetten raketten neer in Turkije en wilden zo de Navo versterkten aan de zuidoostflank van ons werelddeel. Dat was iets te veel van het goede voor de Sovjets en die maakten misbruik van de frustraties op Cuba waar de communisten de boel hadden overgenomen maar President Kennedy trachtte via een invasie uitgevoerd door huurlingen in de Varkensbaai de boel ten goede te corrigeren. De Sovjet-Unie gaf daarna opdracht atoomraketten te stationeren op dat eiland en zo dictator Castro te helpen aan een stukje afweer richting de vermaledijde Yanks. Nou die laatsten ontdekten die opstellingen via hun spionagevliegtuigen en reageerden direct. Ze sloten de vaarwegen rond Cuba af toen bleek dat Rusland opnieuw raketten per schip naar dat eiland transporteerden. Het Kremlin werd woest en zette de boel op scherp. Controle van haar schepen zou leiden tot ellende. Kennedy, toen de president in het Witte Huis bracht daarop de Amerikaanse strijdkrachten wereldwijd in Alarmtoestand wat inhield dat de grote B52’s bommenwerpers atoomwapens aan boord kregen en constant in de lucht bleven (bijgetankt onderweg), onderzeeboten hun raketten richtten op de Russische steden en de overige NAVO-leden ook in staat van opwinding verkeerden. De spanning was dagen lang om te snijden. Uiteindelijk bond Moskou in, maar niet nadat men als eis rond het terugtrekken van de Cubaanse raketten ook voor mekaar kreeg dat Kennedy zijn raketschild uit Turkije terughaalde. Pas daarna schaalde men in de VS ook de alarmtoestand af. Ik kan me die spanning nog goed herinneren. En de angst die ineens bij de ouders van ook mijn toenmalige straatvrienden merkbaar was die alles op TV en in de krant uitgebreid volgden. Het schaakspel en wapengekletter was best eng. Want het had ook ernstige effecten voor ons in Nederland gehad. Net als dat gedoe wat ons nu zo bezig houdt in en rond Oekraine. Wie echter denkt dat oorlog en spanning iets is van deze tijd of de geschiedenis heeft het dus mis. We hadden er al eerder mee te maken. En niet zo maar een beetje. De geschiedenis herhaalt zich gewoon. Of we dat leuk vinden of niet… (Beelden: Internet/Archief)

Ter Peer…

De Minister vergaderde elke week meerdere malen met haar ambtenaren. Over dat enorme probleem dat zich de afgelopen maanden ontvouwde in het Opvangcentrum Ter Peer. Daar ving men normaal wat asielzoekers op die vluchtten voor een oorlog in hun land. Maar tegenwoordig kwamen er hele groepen totaal andere lieden deze kant op. Doorgestuurd door andere EU-staten die met de ideologie van deze nieuwkomers niets van doen hadden. ‘Ga maar naar Nederland, dat is het paradijs voor mensen zoals jullie’ werd er vaak in die zes of zeven veilige landen aangegeven. En zo trokken deze mensen in caravaan dwars door Europa naar Nederland. Het was in deze periode zinderend warm, ze zuchtten, steunden en zweetten dat het een lieve lust was maar ze zetten door. Nederland hun doel. Daar zouden ze vinden wat ze zochten. Een tent, een bed, wat geld en wellicht een eigen strand. Volgens de berichten die zij bij hun overtocht naar ons land hadden gehoord was dat Nederland liberaal, was er godsdienstvrijheid maar ook een verder open en vlotte moraal. Prachtig waren de verhalen over hun voorgangers die in dat kleine landje aan de zee met open armen waren ontvangen en door hobbygenoten verder waren geholpen om dat nieuwe eigen paradijs te kunnen opbouwen tussen mensen die weliswaar niets van deze traditie wilden weten maar anderen wel die vrijheid gunden. De Minister wist niet hoe er mee om te gaan. Alles in haar wilde deze grote stroom nieuwkomers indammen, immers de omwonenden van al die opvangplekken hadden best moeite met de manier van doen bij deze mensen. Maar aan de andere kant, je kon ze moeilijk terug sturen en de koude winter naakte, en de energierekening was al zo hoog volgens verwachting. Opvallend was wel dat juist deze lieden buiten wilden slapen. Een klein tentje was voor hen genoeg. Totaal anders dan zij gewend was van en bij die andere asielzoekers…. Wellicht werd het tijd om wat experts uit te nodigen. En zo belegde zij een vergadering voor komende week maandag….Het thema; hoe om te gaan met overtuigde nudisten en hun gezinnen…. Want dat dit probleem impact had op de samenleving was wel duidelijk….