Zussie

Zussie

Dagje eerder dan normaal in mijn blogsessies anno 2020, dit verhaaltje over mijn ‘polderzus’. Vandaag jarig en natuurlijk van harte gefeliciteerd en zo meer. We zullen haar binnen de coronaregels uiteraard nog even met een bezoekje en passend presentje vereren.

En dan weten we vast weer waarom we haar ooit opnamen in de familiaire gelederen en zien als aangenomen zus en zeer goede vriendin. Drempelloos is haar vriendschap en liefde voor anderen. Ze zit vol ondeugd en humor, en was ooit als Thamara een open boek voor veel andere bloggers. Een deel daarvan leest hier nog mee en herinnert zich haar, anderen komen via andere sociale media nog regelmatig met haar in contact. Immers ook zij maakten ooit de stap naar die toen nieuwe digitale media en verlieten het vertrouwde blognest. Thamara leerde ik ooit, lang geleden kennen in die digitale wereld. Haar verhaal was bijna adembenemend. Het grote gezin, geloof, druk van binnen EN buiten. Ze ontwortelde zich, stopte met onderwerping en vocht zich een weg naar buiten. Haar verhalen imponeerden.

Na een ontmoeting bij een blogmeeting (had je toen nog..) ergens in het land was de vonk er. Over en weer. Ik had naar mijn gevoel een jongere zus gevonden. En de partners waren ook leuk genoeg om tot een hechte vriendschap te komen met diepgang. En respect. We maakten veel mee intussen. Verdriet, vrolijkheid, vakanties, tripjes, vierden samen verjaardagen en feestjes maar waren er ook als het even tegen zat. Na al die jaren vaste waarde in ons leven. En wat voor een. Nu dus jarig. Gevierd op de haar kenmerkende wijze. Uitbundig ronder grenzen, delend wat te delen valt en weinig vragend. Nu nog even zien of ze al taartjes haalde bij de lokale banketbakker. Want ook die zijn goed in de polder. Een polder die we intussen mede door haar en ManGoud goed leerden kennen. En koesteren. Net als zussie….

Werken op Schiphol – 23 – Maastrichtse charters…

Op enig moment liep chef Ruud Breems aan tegen een Franse klant die een erg aardige handel wilde opzetten. En na enig onderhandelen namen wij die handschoen op. We zouden op Maastricht (Beek)Airport lading vergaren die van overal en nergens kwam en die dan omladen voor verzending aan boord van charterkisten richting het Nigeriaanse Lagos en Kano. In dat land waren allerlei instanties in staking gegaan en er lagen soms wel 150 schepen voor de kust vol lading die niet kon worden gelost. Om deze stakingen te omzeilen zette men een luchtbrug op, en wij kregen daarbij een centrale rol. In eerste instantie ging het erom om op dat Limburgse vliegveld een keer per week zowel lading van vrachtwagens als ingevlogen met Canadair CL-44ST transportkisten uit Hong Kong in de juiste richting te krijgen, om te laten laden op grote pallets die dan met een door de opdrachtgever gehuurde DC-8-62F van Satair naar Nigeria zou worden gevlogen. Die lading kwam soms net op tijd aan op Beek, had je soms daarbij pech dat de fysieke beladers op dat veld op zijn Limburgs zaten te eten, werd het voor ons billenknijpen.

Want die kist die naar Nigeria ging moest er ‘s-avonds voor 11uur uit uit zijn omdat dan het regionale vliegveld van Maastricht sloot. Geluidshinder en zo! De eerste charters deed ik samen met Ruud Breems qua afhandeling zelf. Zo leerden we deze tak van sport goed kennen en ook waar het fout kon gaan. En dat was niet voor niets. Want die kisten uit Hong Kong waren machines met grote turboprops, maar de piloten droegen kennelijk geen horloges. Op tijd vliegen deden ze zelden. En voor een paar honderd kilo extra lading vlogen ze onderweg nog wel eens een uurtje om. Toch lukte het veelal om alles geregeld te krijgen en de klant tevreden. Die was dat inderdaad zodanig dat we al snel twee keer per week deze oefening mochten doen. Baas Breems trok zich meer en meer terug en liet de chartering aan mij over. Ik nam er graag mijn collega en vriend Victor voor mee, dat was een mannetjesputter en omdat we met mijn toenmalige Skoda’s op en neer reden was het financieel nog verdienstelijk ook.

Victor kende al snel de bemanningsleden van de Britse charterkisten uit Hong Kong en soms namen we die lui even mee uit eten. Met de boys die in hun DC-8 op en neer vlogen naar Nigeria was het contact warmer geweest met Ruud Breems. Om hem moverende redenen ging die met die lui naar de lokale kroeg en dronk zich dan een stuk in de kraag. Nigeria stond ‘droog’ en dat was voor die mensen best reden om de kelen goed te smeren als ze hier waren. Was het wel eens spannend? Jazeker. Als die DC-8 tot zijn nek volgeladen was en richting Kano of Lagos vertrok was ik blij als ik hem op enig moment los zag komen van de baan (loopt op Maastricht een beetje af zodat je het einde niet kon zien). Dan pakten wij de spullen in en vertrokken weer richting Amsterdam. Volgende dag was weer gewoon hard werken op kantoor Schiphol. Op enig moment stonden alle vrachtpallets klaar voor de bekende DC-8, toen men om welke reden ook ineens en zonder aankondiging een Boeing 707 vrachtkist stuurde. Die zorgde voor veel stress. Want dan moest je de pallets ombouwen naar de rompvorm voor dat andere type vliegtuig. De beladers stonden met hun armen omhoog, want dat ging niet lukken in zo’n kort tijdsbestek…. Victor en ik stroopten de mouwen op, klommen op die pallets en begonnen ijverig dozen en kisten te verschuiven. Het bleek een goed voorbeeld, en dat werd gevolgd. Resultaat, de Boeing vertrok nipt op tijd en wij mochten naar huis. Het leven van een Exportmanager ging bepaald niet over rozen…Overigens hoorden we later dat veel lading op het vliegveld van die Nigeriaanse steden werd gelost in de open lucht en door de corruptie van de douane daar vaak niet eens ingeklaard. Ook werd veel van de inhoud geroofd.  O.a. horloges waren daarbij gewild. Het restant schoof men met bulldozers opzij voor nieuwe lading. Maar dat wisten wij toen we ons zo druk maakten om schema’s niet…   (Foto’s: Yellowbird archief)

Berlijn – optelsom der dingen..

Berlijn – optelsom der dingen..

Branderburger Tor in 2012…Geen muur meer, geen scheiding…

Na de al eerder beschreven steden waarmee ik persoonlijk iets had of heb moet ik absoluut ook Berlijn even vermelden. Hoofdstad van het land der oosterburen, ooit zo hopeloos verdeeld tussen een Oostelijke en westelijk gebied, maar gelukkig weer in oude luister hersteld. De eerste keer dat we daarheen reisden deden we dat nog in die oude sferen. De Muur nog bewaakt en in tact, het vliegtuig Brits want KLM mocht er niet naartoe en de verschillen tussen oost en west in meerdere opzichten enorm groot.

De TV Toren aan de Alexanderplatz in voormalig Oost-Berlijn is nog steeds een herkenbaar baken…

Maar we voelden er ons ook meteen thuis. Alles groot, maar ook gezellig op zijn Duits en dus leuke winkels en restaurants gekoppeld aan die bijzondere geschiedenis. In het oosten die sfeer van onderdrukking, sterker nog dan in andere landen van het toenmalige Oostblok. Maar ook dat schitterende Pergamon-museum. En sommige wijken daar in oude stijl hersteld. Een paar jaar later waren we er meer. Berlijn weer een grote verenigde stad, alles in de herbouw. We keken ons de ogen uit. De S-Bahn toen weer een functionerend geheel. Ontspannen was de sfeer, comfortabel het hotel. Pergamon nu onderdeel van een groter geheel waaraan hard werd gewerkt. In 2012 waren we er weer. Wat een verschil. Overal winkels, musea schitterend opgewaardeerd, de belangrijke punten van de stad glanzend in het zonlicht. We maakten een rondrit, maar ook een rondvaart, we liepen ons de voeten plat, maar wat een stad!

Scheiding tussen Oost en West…anno 1988

Wie denkt dat winkelen in Amsterdam leuk is moet ook echt eens naar Berlijn. In elk stadsdeel daar is een giga winkelaanbod en waan je je als bezoeker in een totaal andere stad. Wat mooi was bleef, wat mooier kon werd dat ook gemaakt. Op de oude grens tussen oost en west nu pure moderniteit in architectuur en aan bod van kantoren of shopping-centra. Daarbij een horeca-aanbod dat je feitelijk nergens vindt. En samen met de Berlijners maakten we daar ook graag gebruik van. Het was en is een waar genoegen. Berlijn is een must. Je moet dat eens meemaken. En je dan wentelen in die sfeer daar. Berlijners toch net even anders dan andere Duitsers wellicht, net zoals een Amsterdam net even afwijkt van de rest van Nederland. Dat zal het wel zijn….(Beelden: Yellowbird)

Experimenteren…

Gek makende software…..

Plotseling, vanaf begin oktober jl., is WordPress overgeschakeld op een nieuwe editor-layout. En dat deed men zo maar, ineens. Komt dat door mijn nieuwe laptop? Zo was mijn eerste gedachte. De oude stond ingesteld op de oude lay-out waaraan ik al zoveel jaren veel plezier beleefde en waarmee ik kon lezen en schrijven. Ineens is het een zoektocht om mijn weg te vinden. Zoeken naar de afbeeldingen, een uitleg mankeert. Tuurlijk, ik had er een studie aan kunnen wagen, maar dat vind ik als echte man zonde van de tijd. ‘Lees de handleiding’ zegt zoonlief altijd tegen me, maar doet het zelf ook nooit, dus ik ook niet. Daarbij is die uitleg zo verwarrend dat ik er niet uit kom. We zien wel waar het schip strandt.

Soms heb je een tovenaar nodig om te snappen wat je aan het doen bent

Nou, anno een maand terug was dat al snel wanhoopgevend het geval. Wat ik ook deed, ik vond mijn weg lastig in dat nieuwe umfeld. Lastig. Ik betaal voor WP en krijg ineens iets geleverd wat ik niet wil. Ook bij FB heeft men die neiging. Zonder dat je dat wilt komt er ineens een nieuwe lay-out te voorschijn. Veel ingewikkelder en met allerlei submenu’s die wat normaal zo snel ging ineens lastig maken dezelfde efficientie te bereiken. Alleen biedt Facebook je gelukkig een optie terug te keren naar het oude menu. Dat zag ik bij WP nog niet gebeuren. Daarbij schijnt die oude versie na 1-1-21 niet meer te worden ondersteund. Verandering onder dwang dus. Ik heb er een hekel aan….Kortom, aanpassen en wennen? Het lukt me wellicht nog, zo niet, gaat de lol van het bloggen er wel vanaf. Ik moet er niet over na hoeven denken, ik wil gewoon mijn verhalen kwijt en met u allen delen. Wordt het stiller en stiller, u weet dan hoe het komt….

GAZ – Russische Fordfabriek met eigen karakter..

Ook bij dit Russische automerk weet ik zeker dat veel lezers meteen melden dat ze geen idee hebben waar ik het over heb. Welnu, GAZ, oftewel de autofabriek van de stad Gorgy in de toenmalige Sovjet-Unie, werd in 1932 opgericht ter eer en meerdere glorie van het Russische volk. Maar wel met meer dan een beetje hulp van Henry Ford en zijn ingenieurs. De eerste modellen die de Sovjets dan ook bouwden waren gewoon Model A’s die in het westen zeer succesvol waren. Latere modellen van eigen bodem vertoonden nog steeds grote invloed vanuit de voormalige Amerikaanse leermeesters.

Later nam die invloed sterk af. Amerika toch de kapitalistische oervijand van het Stalinisme. GAZ moest op eigen benen staan en kreeg door de Tweede W.O. de nodige opdrachten vanuit het Rode leger. Men maakte o.a. stafauto’s die bij bossen werden gefabriceerd en bleek ook in staat vierwiel-aangedreven wagens voor dit doel te bouwen. En die ervaring zette zich door in de GAZ 69 ‘Jeep’ die na de oorlog in Oost-Europa zeer succesvol werd ‘verkocht’. Noeste wagens zonder al te veel comfort, maar wel in staat om zich overal doorheen te ploegen.

Elke auto die GAZ later uit bracht kreeg een M-nummer om aan te duiden welk model het dit keer betrof. Zo had men op enig moment de M20 in de aanbieding. Een ruime sedan met afgeronde achterkant die al snel de bijnaam Pobieda kreeg (Overwinning). De auto had een dorstige viercilindermotor in het vooronder met een drieversnellingsbak en was vooral populair bij overheidsdiensten zoals de KGB en andere geheime politie-dienaren in Oost-Europa. Ook taxi-chauffeurs waren er gek op.

Na een paar jaar volgde de sierlijke M21 Volga die ook onze streken bereikte. Technisch was er niet te veel veranderd, maar de carrosserie leek veel op toenmalige Britse en Duitse wagens uit de middenklasse. De oudere M20 kwam toen in productie bij de Poolse FSO-fabrieken. (Zie FSO-hoofstuk 25-10 jl)Met de Volga werden ook weer de nodige markten bewerkt. Zelfs de Nederlandse want ook hier reden die wagens rond. Zelfs leverbaar in toch wel erg kapitalistische tweekleurenlak.

Latere modellen van GAZ waren de M24 Volga met een strakke en ruime carrosserie en verbeterde techniek. Ook hier geleverd, o.a. met een Britse dieselmotor. GAZ bouwde ook zeer luxe limousines voor de top van de communistische partij. In totaal was GAZ zo gegroeid dat het gold als een van de grootste autofabrieken van Europa. In de huidige tijd is dat een stuk anders geworden. Na uiteenvallen van de Sovjet-Unie was de behoefte aan auto’s voor de partij weggevallen en kozen veel Russische klanten voor een westerse auto.

Net als bij andere fabrikanten in dat grote land werd GAZ in feite ontmanteld, opgeknipt en kreeg het andere taken toebedeeld. De hoogtijdagen waren voorbij. Maar men probeerde nog wel met o.a. oudere Chryslermodellen klanten te trekken. Daarnaast mocht men de Russische tegenhanger voor de Amerikaanse Hummer maken die nu breed worden ingezet door het Russische leger. Onbekend maakt onbemind wellicht, maar de geschiedenis toch aardig genoeg om hier te vermelden. (Beelden: Archief Yellowbird)

Fantasie

Terwijl hij uit het raam van zijn kamer keek bedacht hij zich al mijmerend dat hij die blonde vrouw die af en toe bij hem langs kwam, graag eens een lesje zou leren. Ze deed altijd zo badinerend tegen hem. Praatte met hem alsof hij dement was of zo. Hij had wel een plannetje om haar een keer aan zich te binden. Hij zou haar beetpakken, de armen omdraaien, zou haar de kleren van het lijf scheuren en haar daarna aan zich onderwerpen. Geen genade, geen gevoel voor haar ach en wee geklaag. Dan zou ze weten wie hij was. Nooit meer belerend toegesproken. Maar gewoon overgave aan lust en plezier. En hij zou dat een dik uur volhouden. Dan was ze daarna zeker verliefd op hem en kon hij met haar aan tafel om zich vol te vreten met halve kippen met friet, waarbij het vet van zijn kin op haar blote borsten zou druipen en ze hem alleen maar liefdevol zou aankijken. Natuurlijk kocht hij haar dan de nodige mooie zaken waar ze vast voor zou vallen. Gouden kettingen, diamanten, de mooiste kleding en een sportwagen. Die mocht ze dan samen met hem benutten. Kap open, hun haren wapperend in de wind. En ze zouden samen op vakantie gaan naar Nice of Zuid-Italiaanse badplaatsen waar ze zich in het mondaine leven zouden storten. Zo maar, zonder zorgen. Hij voelde de opwinding door zijn lijf stromen, hij voelde zich heerlijk en zag het allemaal voor zich. Intussen begon het buiten te regenen. De herfst…..het zat normaal al in zijn botten, nu even niet. Achter hem ging de deur open en kwam een blonde verzorgster zijn kamer in. ‘Zo meneer de Klugt, zal ik u even lekker naar de douche brengen, want u zit daar nu al veel te lang in de pyjama he?’ En ze pakte de handvaten van zijn rolstoel, draaide die stoel om en reed naar de ruime doucheruimte waar hij om haar hals hangend op de toiletpot werd gezet. Een blik in haar ruim vallende blouse kon hij niet stoppen, het ging vanzelf……En hij zuchtte diep. Het leven was mooi geweest…ooit!

Jarige JOB

Jarige JOB

Ik was een jong en zeer onstuimig ventje toen ik vrouwlief leerde kennen. Zij een jaar jonger en in mijn ogen zeer interessant omdat ze al snel deed wat ik leuk vond in alle opzichten. Zo ging ze mee op de brommer naar het winterse Schiphol om vliegtuigen te kijken, een van mijn passies indertijd. We konden ook altijd over van alles een hele boom opzetten. Kwekkerdekwek. Wandelden door de stad, kilometers lang. Het gaf een band. Veel zaken uit de individuele jeugd waren soms met dezelfde meetlat te meten. In die jaren niet zo gek, ouders toch een beetje geschuffeld na de oorlog in onze ogen. We werkten allebei bij een bankinstelling, ik een jaar langer dan zij. In die afdeling waar wij zaten waren de ‘dames’ toch een beetje spannend maar ook door de indeling van dat gebouw afgezonderd. De oude tijden maakten die scheiding der seksen nog noodzakelijk. Er werd ook streng op toegezien. Gelukkig vonden we altijd een plekje om ons even terug te trekken. Dat gaf een band. En die band werd vastgelegd. We trouwden jong. Niet omdat het moest maar omdat het mocht. Samen tegen de wereld, een nieuwe start. En zo knokten we ons omhoog vanuit een soms wat beladen verleden. Zij de vrouw met het overzicht, liefdevol, een eigen carriere. Ik de man die zocht naar erkenning via het harde werken. En ook die altijd weer een rol spelende carriere. Het moest en zou er van komen. Inmiddels hebben we heel wat stormen samen genomen. Niet altijd zonder averij, kan ook niet, maar gelukkig nog wel steeds pratend met elkaar. Over van alles en nog wat, en die wandelingen zijn er ook nog. Vandaag is ze jarig. Vrouwlief, na al die jaren. We zitten in de leeftijd der risicovollen bij dat verrekte virus. Gezondheid dus belangrijker dan wat ook. Al is geluk dan best een aardige bonus. Op Dierendag vierden we dat samenzijn, helaas op veel bescheidener wijze dan we wel eens gewend waren. Moest van de premier, dus dat doen we dan. De verjaardag zal vermoedelijk ook wat rustiger verlopen. Neemt niet weg dat we nog wat jaartjes verder willen in gezondheid en geluk. Ik wens het haar natuurlijk zeer toe. Waarmee ik dat ook voor mezelf veilig stel. Want zo zit dat na al die jaren…PROFICIAT SCHAT!

Werken op Schiphol – 22 – Peyton Place en Ricoh…

Het Vrachtgebouw waarin wij indertijd zetelden was negen etages hoog en alle kantoren waren gesitueerd rond een centraal lift/trappenhuis. Op die manier kon men er per etage een twintigtal kantoren aanbieden. Sommige bedrijven (zoals het onze) nam een aantal aaneengesloten kantoren af waardoor men wat ruimer in de jas zat, andere bedrijven hadden slechts een relatief bescheiden kantoortje op een van die etages. Een wat grotere huurder was begin jaren zeventig ook het Japanse bedrijf Ricoh. Dat zocht en vond een markt in Nederland (en Europa) en startte bescheiden in dat Vrachtgebouw op dezelfde etage als waar wij zaten. Binnen de kortste keren zat chef Breems bij die lui binnen en regelde dat wij hun  in/uitvoer en entrepot-opslag mochten verzorgen. Een slimme set. Al was de communicatie met die Japanners best ingewikkeld. Soms hadden ze de documentatie voor hun zendingen gewoon niet voor mekaar, maar bleek dit door de lastige communicatie niet uit te leggen.

Daarbij hadden zij ook een soort reparatie-afdeling in eigen huis waarvoor je dan weer speciale afspraken met de douane moest maken. Hoe dan ook, het was een aardige klant en ze groeiden als kool. Ik hield er zelf nog wel eens een camera aan over die ze wilden testen op bruikbaarheid. Zo kreeg ik eens een compactcamera met een opwindsysteem van die lui, waardoor je tien foto’s achter elkaar kon maken. Ongewoon in die tijden. Maar het bleek ook niet zo’n geweldige constructie, want het ding gaf het na enige maanden gebruik op, de veer gebroken en Ricoh intussen verhuisd naar Amstelveen. Voor zover mij bekend werd het systeem nooit op de Nederlandse markt gebracht. Een ander gevolg van die indeling van dat gebouw was dat het er net Peyton Place was. Er werden verhalen verteld, geroddeld, er waren kroegvrienden (beneden in het gebouw zat een horecagelegenheid) die de nodige sprookjes de wereld in hielpen. En niemand had daarbij een onbevlekt blazoen.

Het leek een verslaving. Kwam ook omdat het gebouw werd bevolkt door mannen en vrouwen, veelal van niet al te gevorderde leeftijd en het leek dat sommige wel wat oudere lui een soort geestelijke tik hadden voor ze in die luchtvaartwereld waren toegetreden. Uitsloverij leidde nog wel eens tot schade. Zowel in de relationele als fysieke sfeer. Daarbij was men graag op de hoogte van wat de concurrentie nu weer voor klanten had binnengetrokken en werden op het oog ‘spontane vriendschappen’ soms benut om informatie los te krijgen ten bate van het eigen bedrijf. Vertegenwoordigers van airlines die nu wel regelmatig over de vloer kwamen waren soms geweldige bronnen voor dit nieuws, al wist je wel dat wat zij jou toevertrouwden soms wel met een korreltje zout te nemen was, terwijl je ook besefte dat ze nieuws over jouw handel graag weer met anderen zouden delen. Ik had daarom alleen al met sommigen echt een mindere band dan met anderen.

Maar dat had ook andere redenen. In mijn luchtvaartperiode dronk ik niet. Nooit gedaan, geen behoefte. Maar was daarmee een witte duif onder de zwarte eksters. Die kroeg beneden was een magneet voor sommigen en soms kwamen vaak heel wat lieden lichtelijk beschonken van beneden om hun werkdag min of meer af te maken. En dat was soms best frustrerend. En omdat ik als ‘saai’ door het leven ging was elke roddel die mijn persoon betrof natuurlijk interessant. Ik heb er best wel eens last van gehad. Overigens was ik zelf op dit punt zeker niet heilig, al had ik de neiging net de verkeerde dingen te geloven en dan met open ogen in een val te trappen die door anderen was opgezet. Misschien had ik dan toch meer moeten drinken. Was het me vast vergeven. Want achteraf is me gebleken dat onder de toenmalige drinkebroers dat gedrag nog steeds normaal is. (Beelden: Yellowbird archief/internet)

Terugkijkend….

Als je denkt dat dit een bijzonder jaar is dan heb je gelijk. Want met dat COVID19 gedoe is dit jaar eigenlijk alles wat leuk en ongedwongen was of had moeten zijn van de agenda geschrapt. Gaan we anders met elkaar om, zoeken elkaar minder op en maken ons ineens druk over heel andere dingen dan een paar jaar terug. Daarbij zijn sommige mensen uit het verleden ineens gaan hemelen, zagen we soms politieke veranderingen ontstaan die hun weerga niet kennen en gingen bedrijven failliet die we pakweg drie jaar geleden nog als vast onderdeel van ons bezoekpakket bij een shoprondje beschouwden. Ik keek even in de agenda van rond 13 november 2017 en zag dat ik me toen erg druk maakte over een niet betalende opdrachtgever. Die liet het na een aantal jaren trouwe beloning ineens afweten.

Noemde computerproblemen als oorzaak, maar later bleek dat men toch echt onderuit was gegaan. Nagegeven, men betaalde uiteindelijk wel de uitstaande schulden. Wij waren aan het klooien met onze toen nog maar zo jonge kater Punkie. Dat arme diertje redde het niet en moest helaas aan zijn eind geholpen worden. Wat een emoties. 1,5 jaar oud geworden. En de oorzaak? Een auto-immuunziekte die zijn hele gestel aantastte bij gebrek aan eten en drinken na zijn geboorte. Zo triest. Tijd heelt vele wonden, het dempt tenminste de scherpste pijnen. Het regende ook in die bewuste week drie jaar terug. Maar dat weerhield niet om een paar dagen later in de trein te stappen en Roermond weer eens te bezoeken. Leidde af. En blijft een lekkere stad aan de Maas.

Zou er nu niet eens over nadenken. Niet om die stad, wel om het gedoe in het OV. Zo’n trip van 2 uur met een mondkapje op in een  gele rups vol mensen waarvan je niet weet wat ze allemaal hebben gedaan aan preventie, of juist niet, het bekruipt me nu, toen totaal niet. Blijft toch vreemd niet? Sommige zaken zullen nooit meer helemaal hetzelfde worden. Ongedwongen ergens heen is nu best een dingetje geworden. Niet omdat je zelf de regels niet volgt of accepteert, meer omdat je weet dat er lieden zijn die er toch wat onbeholpen naief mee omspringen. Een bezoekje aan een supermarkt vertelt het verhaal. Men kruipt je in de nek, ook het daar werkende personeel, het deed me toen niks, nu wel. In drie jaar tijd veranderde de wereld. Zowel in het groot als in het klein. En wij allemaal hebben er mee van doen. Of we nu willen of niet. (Beelden: Yellowbird collectie)

Een van de drie Britse V-Bommenwerpers; Avro Vulcan.

Naast de grootmachten die ik in de afgelopen maanden al eens de revue liet passeren via hun grote strategische bommenwerpers, was er natuurlijk ook nog Groot-Britannie. Dat land had het bombarderen van vijandelijke steden tot kunst verheven in WO2 en men vond de dreiging vanuit de Sovjet-Unie zodanig groot dat men meteen na de oorlog aan de slag ging met de ontwikkeling van maar liefst drie grote bommenwerpers, waarvan de Avro Vulcan er een was. Die machine viel direct op door zijn vormgeving, want anders dan bij de door Handley Page en Vickers ontwikkelde vliegtuigen had de Vulcan een driehoekige deltavleugel. Het was hiermee een tijdlang een uniek toestel dat al in 1952 voor het eerst vloog en vanaf 1956 bij de RAF in dienst werd gesteld. Met haar vier zeer krachtige Bristol Siddeley Olympus straalmotoren haalde de Vulcan dik 1000km/u op een  hoogte van 20km. De Vulcan kon bommen en radio-bestuurde raketten meenemen over een afstand van bijna 8000km.

Toch was het na 48 gebouwde vliegtuigen eigenlijk al afgelopen voor deze zware jongens, want de Britten hadden intussen ook de beschikking over onderzeeboten met Polaris-raketten en die waren goed in staat om vrijwel ongezien de vijand te bestoken. De Vulcans kregen een andere rol. Ze werden ook voorzien van een camouflage-verflaag, de oorspronkelijke witte kleur was vooral bedoeld om de hitte van atoomontploffingen te reflecteren. De Vulcan werd voortaan een klassiek wapensysteem. En langzaam aan ook uitgefaseerd omdat de Britten ook de Tornado jachtbommenwerper aangeschaft en die kon die rol tegen lagere kosten ook uitvoeren.

Toch kwam de Vulcan nog een keer in actie tijdens een conflict om de Falkland Eilanden. Die waren tegen de internationale wetten ingenomen door de Argentijnen en een fikse oorlog met de Britten was het gevolg. Een enkele Vulcan werd die kant opgestuurd en diverse malen onderweg getankt. Vanaf een geimproviseerde basis op het eiland Ascension viel men de vijandelijke bezettingsmacht aan en dat had effect. De Argentijnen leden flinke verliezen en de Britten behielden hun piepkleine eilandjes in de zuidelijke Atlantische Oceaan. Na deze vertoning van macht was het ook meteen vrijwel over en gedaan voor de Vulcan. Men hield er (het zijn e n blijven Britten op dat punt) een paar technisch in staat om nog te vliegen. Dat deed men vooral als onderdeel van vliegshows, maar de operationele rol van dit bijzondere toestel was wel uitgespeeld. Opvallend is nog wel het feit dat de motoren van de Vulcan in opgewaardeerde vorm een belangrijke rol speelden in de toenmalige supersone Concorde verkeersmachine. De Britten koesteren die Vulcan net als diens oudere voorgangers en dat mag natuurlijk. Maar het blijven wapens waarmee grote schade had kunnen worden aangericht ware men in oorlog geraakt met de Sovjets… (Beelden: Archief Yellowbird)