
Ik stam nog uit het tijdperk dat volwassenen en kinderen de radio zagen als het grootste goed wat de moderne tijd ons kon geven naast de auto en het vliegtuig. TV bestond nog maar nauwelijks en kwam in de meeste gezinnen van onze straten of wijk niet voor. Daarbij waren er de zuilen die ieder zo hun eigen programmering kenden die soms tenenkrommend van aanbod was en met name minder informatief. Maar er was een uitzondering, de nieuwvoorziening door het ANP. Dat mocht de nieuwsberichten verzorgen op het hele uur en dan ging de radio in veel huishoudens even op een hogere stand qua volume.

Vaak was het nieuws dat werd gebracht van gisteren, een enkele keer van dezelfde dag maar dan met uren vertraging. Zo weet ik nog goed hoe dat ging met rampen als die in Zeeland (als klein kind raakte ik onder de indruk van het feit dat daar de zee in winter 1953 het land op was gekomen), de invasie door de Sovjet-Unie van Hongarije (1956) en de ellende die dat teweeg bracht of zo meer. Het nieuws was ook altijd stipt op tijd en de nieuwslezers spraken bijna bekakt ABN.

De radio als bron van waarheden en zeker neutraal. Kom daar nu maar eens om. Ik beluister dat medium nog steeds vele uren van de dag en weet zeker dat men door invloeden van buiten vaak te laat begint met voorlezen van het nieuws, maar ook dat daar veelal een zekere kleuring aan wordt meegegeven. Neutraliteit ver te zoeken. Je hoeft slechts het nieuws over conflicten of politiek te volgen en je weet dat men flink buiten de lijntjes kleurt en dan ook nog met een rood/groen potlood. Daarmee is die nieuwsvoorziening leuk als algemeen medium, maar helpt men bij de radio wel mee om zelf dat nieuws wat te duiden. Net als uw meninggever dat doet. Ik doe dat veelal via digitale kanalen die vooral mijn interessegebieden kunnen aanvullen. Zoals bij vliegincidenten of bijvoorbeeld explosies dan wel de grote brandhaarden in de wereld. Dan laat ik me niet door gekleurde media voor de gek houden.

Immers vaak weet men het verschil niet tussen een Boeing 787 of 737, ziet terreur als een daad van verzet en noemt extremisten demonstranten. Het is maar waar je voor wilt staan. Maar journalistiek als vakgebied is toch iets anders. Die neemt niet aan, maar vraagt door. Dat kleurt niet maar onderzoekt. En pas als men de feiten op een rijtje heeft komt men met steek houdende conclusies. Niks voor de wereld van de zelf benoemde beroemde influencers, vloggers, podcastvullers of namaakjournalisten. Die leven van clicks, van kulnieuws, van feiten die niet worden gecontroleerd. En veel mensen hangen dat aan alsof de ANP met zijn vroegere radionieuws terug is gekeerd op digitale kanalen. Daarbij weten veel consumenten van dit nieuws niet dat heel wat ‘nieuwsfeiten’ niet veel meer zijn dan ‘advertorials’ die worden betaald door de afzender. Omdat men in de communicatiewereld ook wel weet dat een advertentie wellicht niet wordt geloofd, maar een stukje ‘vrije nieuwsgaring’ wel. En zo geloven we bijna alles wat voorbij komt aan onzin en fake nieuws. En zien we ook niet dat veel door ons als betrouwbaar geachte media in handen zijn van een (links) uitgevershuis dat ook op TV haar belangen heeft. En dat de betrouwbaarheid omgekeerd evenredig daalde met het stijgende belang van de aandeelhouders of politieke opdrachtgevers. Het is maar dat u het weet. ‘Dit was het nieuws’. Prettige donderdag verder….(Beelden: Archief)




















Op enig moment liep chef Ruud Breems aan tegen een Franse klant die een erg aardige handel wilde opzetten. En na enig onderhandelen namen wij die handschoen op. We zouden op Maastricht (Beek)Airport lading vergaren die van overal en nergens kwam en die dan omladen voor verzending aan boord van charterkisten richting het Nigeriaanse Lagos en Kano. In dat land waren allerlei instanties in staking gegaan en er lagen soms wel 150 schepen voor de kust vol lading die niet kon worden gelost. Om deze stakingen te omzeilen zette men een luchtbrug op, en wij kregen daarbij een centrale rol. In eerste instantie ging het erom om op dat Limburgse vliegveld een keer per week zowel lading van vrachtwagens als ingevlogen met Canadair CL-44ST transportkisten uit Hong Kong in de juiste richting te krijgen, om te laten laden op grote pallets die dan met een door de opdrachtgever gehuurde DC-8-62F van Satair naar Nigeria zou worden gevlogen. Die lading kwam soms net op tijd aan op Beek, had je soms daarbij pech dat de fysieke beladers op dat veld op zijn Limburgs zaten te eten, werd het voor ons billenknijpen.
Want die kist die naar Nigeria ging moest er ‘s-avonds voor 11uur uit uit zijn omdat dan het regionale vliegveld van Maastricht sloot. Geluidshinder en zo! De eerste charters deed ik samen met Ruud Breems qua afhandeling zelf. Zo leerden we deze tak van sport goed kennen en ook waar het fout kon gaan. En dat was niet voor niets. Want die kisten uit Hong Kong waren machines met grote turboprops, maar de piloten droegen kennelijk geen horloges. Op tijd vliegen deden ze zelden. En voor een paar honderd kilo extra lading vlogen ze onderweg nog wel eens een uurtje om. Toch lukte het veelal om alles geregeld te krijgen en de klant tevreden. Die was dat inderdaad zodanig dat we al snel twee keer per week deze oefening mochten doen. Baas Breems trok zich meer en meer terug en liet de chartering aan mij over. Ik nam er graag mijn collega en vriend Victor voor mee, dat was een mannetjesputter en omdat we met mijn toenmalige Skoda’s op en neer reden was het financieel nog verdienstelijk ook.
Victor kende al snel de bemanningsleden van de Britse charterkisten uit Hong Kong en soms namen we die lui even mee uit eten. Met de boys die in hun DC-8 op en neer vlogen naar Nigeria was het contact warmer geweest met Ruud Breems. Om hem moverende redenen ging die met die lui naar de lokale kroeg en dronk zich dan een stuk in de kraag. Nigeria stond ‘droog’ en dat was voor die mensen best reden om de kelen goed te smeren als ze hier waren. Was het wel eens spannend? Jazeker. Als die DC-8 tot zijn nek volgeladen was en richting Kano of Lagos vertrok was ik blij als ik hem op enig moment los zag komen van de baan (loopt op Maastricht een beetje af zodat je het einde niet kon zien). Dan pakten wij de spullen in en vertrokken weer richting Amsterdam. Volgende dag was weer gewoon hard werken op kantoor Schiphol. Op enig moment stonden alle vrachtpallets klaar voor de bekende DC-8, toen men om welke reden ook ineens en zonder aankondiging een Boeing 707 vrachtkist stuurde. Die zorgde voor veel stress. Want dan moest je de pallets ombouwen naar de rompvorm voor dat andere type vliegtuig. De beladers stonden met hun armen omhoog, want dat ging niet lukken in zo’n kort tijdsbestek…. Victor en ik stroopten de mouwen op, klommen op die pallets en begonnen ijverig dozen en kisten te verschuiven. Het bleek een goed voorbeeld, en dat werd gevolgd. Resultaat, de Boeing vertrok nipt op tijd en wij mochten naar huis. Het leven van een Exportmanager ging bepaald niet over rozen…Overigens hoorden we later dat veel lading op het vliegveld van die Nigeriaanse steden werd gelost in de open lucht en door de corruptie van de douane daar vaak niet eens ingeklaard. Ook werd veel van de inhoud geroofd. O.a. horloges waren daarbij gewild. Het restant schoof men met bulldozers opzij voor nieuwe lading. Maar dat wisten wij toen we ons zo druk maakten om schema’s niet… (Foto’s: Yellowbird archief)
Tegenwoordig lijkt het wel of sommige mensen terugverlangen naar de tijden van de zeilschepen en paardentram in plaats van te beseffen dat hun welvaart voor een belangrijk deel wordt onderhouden door de voordelen van de moderne luchtvracht. Een beetje vliegtuig van nu neemt 100 ton betalende lading mee en brengt zelfs uit de scheepvaart bekende containers veilig en snel naar de andere kant van de Aarde. In de jaren dat ik op Schiphol aantrad stond die luchtvracht nog wat in de kinderschoenen, ook al leek het toen al een aardig professionele organisatie. Eigenlijk stamde de sector uit de pioniersjaren van de commerciele luchtvaart toen men om de kosten van dat vliegen te drukken in eerste instantie post ging meenemen. Zelfs als een beetje vliegtuig van toen een paar dagen onderweg was om van punt A naar B te komen, schepen deden daar weken, soms maanden over.
De bloemenhandel in Aalsmeer bloeide pas echt op toen men de voordelen van het vliegen begon in te zien, en KLM nam onder leiding van Plesman direct een vooraanstaande positie in binnen dit gebeuren. En dat zou heel lang zo blijven. Die tijdsvoordelen bleven bestaan. Ook in mijn werkzame jaren in die branche was simpel uit te leggen dat schepen weliswaar meer lading meenamen, maar er door de lange reisduur veel nadelen aan te wijzen waren om niet voor dat vervoer te kiezen. Bulklading was wellicht handig, maar sommige bederfelijke, of spoedlading was per boot domweg te lang onderweg. Bedenk maar eens dat indertijd veel schepen onderweg heel wat havens aandeden om overal lading op te pikken of te lossen en je wist dat een vliegtuig dat van veel minder vliegvelden gebruik maakte het altijd won.
Tuurlijk, lag aan aard van de goederen, maar de wereldhandel kwam toen net weer wat op gang en dus werd het aandeel goederen dat per luchtvracht werd aangeboden ook steeds groter. En bij sommige lading mocht het iets kosten. Want zelfs met de veel hogere kilotarieven voor luchtvrachtverzending was hoogwaardig goed nauwelijks duurder als het eenmaal op de plek van bestemming werd uitgevent. Dat gold dus ook voor die eerder genoemde bloemen. Reken maar gewoon om per bloem en je ziet dat in de verkoopprijs maar zeer beperkt terug. De omvang van het veilingcomplex in Aalsmeer of dat bij Rijnsburg was nooit zo groot geweest als Schiphol de wereld niet dichterbij had gebracht. Luchtvracht dus als motor voor de economie.
Maar daarnaast ook een toen net nieuwe industrie, die van de olie-exploratie op de Noordzee. Indertijd nieuw, kostbaar en dus kwetsbaar. Een booreiland dat het ‘even niet doet’ was er niet bij. Elk onderdeel moest per vliegtuig en supply-boot of helicopter worden aangeleverd en dat mocht iets kosten. In ieder geval was het dus groei, groei, groei in die jaren waarover ik schrijf. En dat ging heel snel. Want toen ik aantrad waren propellervliegtuigen met zuigermotoren nog de norm voor dat vrachtgebeuren, al snel werden dat grotere turboprops en straalvliegtuigen en een jaar of vier later de zgn. Jumbojet. En die laatste nam in zijn ruimen onder de passagierscabine al bijna net zoveel vracht mee als een beetje vrachtvliegtuig vijf jaar eerder deed. We kregen ook gespecialiseerde vrachtcarriers met een dienstregeling die tot op de minuut nauwkeurig werd gevolgd. Professionaliteit verving ‘wilde-vaart-denken’, kwaliteit won het van ‘we zien wel’. Al bleven er natuurlijk uitzonderingen. Ik zal daarover nog wel eens wat schrijven. Hoe dan ook, ik hoop een beetje een inzicht te hebben gegeven in waarom die luchtvrachtlogistiek zo’n vlucht nam en waarom hij nu niet meer weg te denken valt uit onze samenleving en economie. De zeilschepen zijn geschiedenis en daar moeten we ook niet meer naar terugverlangen. En hoe belangrijk vrachtvliegen is bewijst de huidige coronacrisis. Met dank aan de vrachtvliegende zilveren vogels komen we aan zaken die onze zorgsector zo hard nodig blijkt te hebben. Ga maar wachten op een boot die er drie maanden over doet tussen fabriek en Nederlandse haven. Ik bedoel maar… (Beelden: Yellowbird archief)

Een jaar later aan de Nederlandse kust, mijn broer en schoonzus waren indertijd uitbaters van een strandtent en wij waren in de buurt, zag ik precies hetzelfde beeld. Scheppen en voetjes in de zee. Om daar nu dat hele eind voor te vliegen…. Toch heb ik wel mooie herinneringen aan gemaakte reizen hoor! Zoals een rondreis door West-Turkije om maar iets te noemen. Prachtig! Een trip door Florida! Geweldig! Onze reizen naar en door Schotland, de al eens eerder genoemde trip over Gran Canaria per bus om zo aan de bakover in het zuiden te ontsnappen. Geweldig was ook de trip naar Barcelona, paar jaar terug. Heerlijke stad. En natuurlijk de vele, vele, vele keren dat ik in Praag te vinden was. Met de auto of per vliegtuig.
We zagen veel, we aten vaak heerlijk en dronken over het algemeen in goede sfeer een lekker drankje. Snoven vaak de cultuur van zo’n land of stad! Maar dat gevlieg, beter, het gereis in het algemeen staat me nu steeds meer tegen. Rijden is ook zoiets. Ik vind het nu nog wel mooi om een uur of vier achter mekaar door te moeten rijden. Maar langer niet. Toch reden we vroeger in een klap naar Parijs, Praag, Frankfurt. Deden daar ons ding en reden weer terug. Moet er nu niet aan denken. Plezier heb ik aan korte stedentrips. Met onze lieve vriendjes links en rechts. Kerstmarkten in diverse steden, gewoon toeristische tripjes in NL en B. Je ziet of beleeft soms zaken die je nooit eerder had bedacht.
Mij werd onlangs gevraagd om toch eens iets te schrijven over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van automotive, opdat we wellicht met zijn allen kunnen besluiten over te stappen op alternatieve vervoersmogelijkheden dan wel aandrijflijnen voor ons vervoer. Ik schreef daar tien laar lang over op het internet, maar dat was aan de betreffende waarnemer vast voorbijgegaan. Welllicht omdat ik niet meteen stond of sta te springen van enthousiasme bij de toekomst met elektrische of zelfs zelfrijdende auto’s. Het antwoord zit besloten in de techniek. Stel je eens voor dat de huidige vloot van 9,5 miljoen Nederlandse voertuigen ineens elektrisch zouden moeten gaan rijden. Weet je wat er dan met ons elektriciteitsnet moet gebeuren? Dat moet dan verdrievoudigd worden qua capaciteit. De huidige centrales kunnen deze vraag niet aan. Windmolens al helemaal niet en je auto volplakken met zonnecellen is ook geen optie. Nee, dan gaan we richting kernenergie of moeten we elektriciteit gaan kopen bij de buurlanden.
Waar zich een soortgelijk probleem voor doet. En over die buurlanden gesproken, ons land staat na Portugal en Denemarken op de derde plek van schoonste landen als het gaat om de uitstoot van CO2. En dan alleen gemeten langs de meetlat van het personenwagenpark. Wij kopen en rijden schone auto’s. Heel iets anders dan bij de omringende landen. Waar naast de laag geplaatste Baltische staten, Engeland en Duitsland tot de meest vervuilende naties behoren. En die vervuiling blijft niet in eigen land hangen. Die waait met heersende winden ook bij ons binnen. Hoezo zuivere metingen? De gemiddelde Nederlander rijdt 13.000 km per jaar. Haal je daar de leaserijders uit, zal dit getal nog wat omlaaggaan. Maar in die kilometrage zit dan wel weer de jaarlijkse vakantietrip die Nederlanders graag in Frankrijk of Italië beleven, met een caravan achter hun familievervoer. En daar zit meteen een extra probleem voor die elektrische wagens.
Je kunt er niet echt mee over de grens vanwege de extreem korte actieradius en trekken van een caravan of klapwagen helpt daar bepaald niet bij. Kortom er is veel af te dingen op die toekomstige auto’s, zeker in het licht van de historie. Want ruim een eeuw geleden reden er ook al elektrische auto’s en die deden het qua prestaties nauwelijks slechter dan hun huidige soortgenoten. Maar die conclusie zal wel weer als zuur en conservatief worden ervaren. Voor dat doel heb ik even een praktijktest uit oktober jl. voor de dag gehaald. Door het Duitse autoblad Autobild uitgevoerd. Met vergelijkbare auto’s die draaiden op Diesel, benzine, waterstof, aardgas, een hybride en een puur elektrisch rijdende Tesla. Over een afstand van 2000km, op een dag rijdend van Hamburg naar München. Net of je voor een afspraak die kant op moet, zoals veel Duitse zakenlieden doen. Welke brandstof of aandrijving is daarbij het efficiëntst. Waarmee verlies je de minste tijd onderweg? Wel, de resultaten spraken boekdelen. De Diesel was veruit de meest efficiënte brandstof en de auto die er op reed ook het snelst van de testvloot. Hij verbruikte over deze lange rit, met wat tussenstops voor eten en drinken, slechts 60 liter brandstof.
Na ruim 6 uur was hij in reeds in München. En de gebruikte auto zelf voldeed aan de laatste nieuwe Euro6d normen qua uitstoot. Schoon dus! 17 minuten later is de tweede auto in München. De benzineauto, die duidelijk meer brandstof verbruikte maar ook aardig snel zijn doel bereikte. Als derde de auto die op aardgas reed. Deed er door het zoeken naar tankstations toch 45 minuten langer over. Hij versloeg daarbij wel de Waterstof-auto die er nog eens twintig minuten langer over deed. Ook al door de zoektocht naar schaarse distributiestations voor dat spul. Best een dingetje. Maar is daarmee toch sneller dan de Toyota-hybride die er nog eens 50 minuten langer over deed. Als absolute hekkensluiter komt de Tesla binnen. Vier uur (!!) later dan de dieselauto. Door het onderweg telkens moeten bijladen. Noem dat maar toekomstgericht dan. Tot we nieuwe accu’s krijgen en een veel grotere betaalbaarheid voor die wagens zie ik nog weinig toekomst voor de elektrische auto. Of het moet in of rond de stad zijn. Want dan komt deze techniek echt nog wel tot zijn recht. Voor de rest een aardige gimmick waarvoor met name de ‘progressieven’ uit de grachtengordel dik gesubsideerd wel willen gaan. Ik blijf voorlopig dan maar conservatief. Want ik rijd zelf meer dan het landelijk gemiddelde en daarbij ook heel wat keertjes op en neer naar Duitsland. En om dan constant aan de laadpaal te verkeren? Mijn ongeduldige karakter kan dat niet opbrengen. (Foto’s: Yellowbird archief)
Ik ben zelf van de duidelijkheid. Dus kan me gek storen aan verkoopacties die zodanig in elkaar zitten dat je als consument bijna niet meer snapt hoe het in elkaar zit. Kennelijk bedoeld om verwarring te saaien en mensen in feite te dwingen af te zien van deelname. Om zo de nodige kortinggelden in eigen huis te houden. Nu lopen wij zelf niet zo op al die kortingen hoor, maar als ze zich voordoen gaan we er ook niet voor uit de weg. Een leuke aanbieding die echt duidelijk is pakken we zeker mee. Zonder dat we naief zijn. Ook wij weten dat een jeansbroek van E.149,00 voor E. 99,00 vermoedelijk een week eerder gewoon voor E. 109,00 in het vak hing, maar wij hem toen niet opmerkten. Voorbeeldje… Ik ben gek op ketenwinkels die me gewoon iets bieden wat goed is van kwaliteit voor een meer dan betaalbare prijs. Lidl en Aldi waren en zijn daar sterk in, maar zeker ook de alle concurrentie inpakkende Actionketen. Zelfs de ons bekende budgetketens uit Duitsland leggen het op prijsniveau af tegen de Action. Mogen we best trots op zijn, al is niet alle kwaliteit van die lui even goed. Maar dit terzijde.
Onlangs kwamen we voorbij een actie in een van de grotere tuincentra van het land waar ook het dierenleven met alles wat daarbij hoort centraal staat. Royal Canin, een groot voedselmerk in deze handel, bood verpakkingen aan met 25% korting. Grote prijskaarten op de betreffende vakken maakten dat nog eens duidelijk. Met piepkleine lettertjes stond ergens onderaan dat je dat via een of ander cashback-programma zou krijgen teruggestort. Moest je de kassabon scannen en gebruiken ten bewijze van. Ingewikkeld en naar mijn idee ook onnodig. Maar ja, dat spul is aardig aan de prijs en het wordt letterlijk door onze huispoezen ‘gevreten’. Ook voor de lieve kat van schoonmama een verpakking meegenomen. Dat scheelt toch al snel een aardig bedragje. Maar ja, dan moet het wel duidelijk zijn hoe en bij wie je die korting terug kunt halen. Bij de fabrikant van het spul lukte dat niet, ook niet bij de winkelketen. Beide websites zwegen in alle talen.
Dus dan de klantenservice van het betreffende tuincentrum maar eens benaderd. Die belden keurig terug overigens. Met de mededeling dat we bij ‘Scooty’ (naam aangepast)onze cashbackkorting moesten halen. Na een kwartiertje of drie lukte het vrouwlief om dat voor elkaar te krijgen. Omgerekend in arbeidsuren alsnog een dure actie. Het geld stond na twee dagen op de rekening. Allemaal keurig. Maar waarom zo nodeloos ingewikkeld?? Geef die korting gewoon aan de kassa en verreken het even intern met de fabrikant. Of ging het om vergaren van persoonlijke gegevens?? Want we moesten uiteraard NAWT-informatie prijsgeven voordat men upberhaupt tot cashback over ging. Kijk, en dan ben ik er eigenlijk wel klaar mee. Stop met die flauwekul en doe wat de Action doet. Korting geven op het artikel. En dure acties bewaren voor leuke feestjes met de aandeelhouders. Die daar jubelend over straat gaan. Elk jaar meer omzet, meer filialen, meer klanten. Rara hoe dat zou komen…. (Beelden: Internet)
Ach, dacht het jonge stel, laten we eens een kind maken. Dat moet kunnen en past bij de verwachting die mensen van ons hebben. Daarbij was het maakproces uiterst plezierig en soms verdween daardoor het beoogde doel wat buiten beeld als het ging om het genoegen elkaar het leven plezieriger te maken. Maar op enig moment was er dan toch resultaat. Een blozend rond en blond kereltje dat vanaf moment een zijn keel aardig roerde en zijn maag goed vulde met alles wat hem werd aangeboden. Intussen had het stel ook een leuk klein poesje ontdekt bij het dierenasiel. Een kitten van een paar weken oud. Mooi gekleurd en goed gezond. Ook die kwam in huis en hij kreeg de verzorging die het diertje verdiende. Al snel was het gezin gelukkig. Het kind groeide op tot een kruipende peuter, de kitten werd een grote en gecastreerde kater. De jaren vlogen voorbij, het leven gaat nu eenmaal snel. Na de oudste zoon werd het stel gezegend met nog twee kinderen, meisjes dit keer. De kater bekeek die schreeuwerds met enige argwaan en bleef uit de buurt als ze hem al kruipend en later lopend te dicht bij kwamen.
Kinderen zijn leuk, maar niet voor katers die houden van jagen en hun rust op zijn tijd. Toen zoonlief tien jaar oud werd was de kater nog in goede conditie. Hij scharrelde in de woonbuurt rond en stond bekend als een lieverd, maar ook een kat die kleine vogeltjes het leven zuur maakte en af en toe een insluipingspoging deed bij de buren. Bij sommigen daarvan was hij vaste gast. Hij hield er van een dutje te doen, de drukte thuis gaf hem dat recht zo leek hij te denken. Het jonge stel was intussen druk met opvoeden, maar ook keihard werken om het nog zo jonge gezin een goed inkomen te verzorgen. De kater leek voor zichzelf te kunnen zorgen al was hij gaarne bereid zijn bak vol te stoppen met dat wat een kat nu eenmaal achterlaat als dank voor het aangenaam verpozen. De jaren gleden bijna ongemerkt voorbij. De oudste zoon werd al zestien. Stond aan het begin van zijn eigen liefdesleven. Was veel weg, de meiden plaagden hem daarmee.
Zochten uit met wie hij nu weer verkering had. Hij deed het goed op school en zou vermoedelijk door kunnen om te gaan studeren. De kater was intussen ruim middelbaar. Hij werd wat dik, ging minder frequent naar buiten, liep moeizamer de trappen op en af en vond het heerlijk in zijn mandje voor de CV. Op een dag was iedereen druk. Examens vroegen de aandacht, op het werk moest er ook van alles en nog wat worden gedaan en de meiden hadden zo hun eigen besognes. Niemand keek meer om naar de kater. Die leek te slapen, tot ze eens goed keken of hij nog wel ademde. Dat deed hij niet meer. Ingeslapen. Weg van deze wereld. Het gezin verlatend waar hij al die jaren te gast was geweest en wiens dienstbaarheid hem gelukkig had gemaakt tijdens zijn zo snel verlopen leven. 17 jaar oud was hij geworden. Vele tranen werden er geplengd over zijn verscheiden. Hij werd keurig begraven in de tuin van het huis waar de jongelui met hem waren opgegroeid. Hij kreeg een eigen tegen boven zijn grafje. Beschreven met vetvrij krijt. Daarna ging men over tot de orde van de dag. De plicht en zo. Het gezin was nog steeds jong en dynamisch, de ouders hielden nog steeds enorm van elkaar en de passie spatte er soms nog best vanaf. Alleen die kater misten ze. En dus haalden ze op een dag een nieuw exemplaar uit het asiel. Weer een kleintje….Als die net zo oud zou worden als zijn voorganger zouden ze zelf middelbaar zijn als diens leven ook weer eindigde. Ze vonden dat best een confronterende gedachte……