Cijfers, feiten en propaganda…

Cijfers, feiten en propaganda…

Kijk als je alleen zou letten op wat de overwegend linkse lobby in dit land allemaal oreert op het gebied van verkeer en transport zou je denken dat je met een auto die nog op normale brandstoffen draait ineens heel erg ouderwets bent en ook nog een uitzondering. Maar zo is het niet. Zij die mij al een tijdje volgen weten dat ik meer ben van de cijfers en feiten en niet zo van de propaganda. Neem even in het achterhoofd dat in ons land ongeveer 9.2 miljoen voertuigen rondhobbelen. De meesten daarvan draaien op benzine, diesel of gas (in welke vorm ook). Jubelende propaganda vertelt dat elk jaar het aantal elektrische en hybride-voertuigen stijgt met tientallen procenten, maar ik legde al eens eerder uit dat percentages weinig zeggen. 1 plus 1 is 2, maar ook een stijging van 100%.

In dat kader moet je ook de jubelcijfers zien vanuit de politiek en de branche. Maar liefst 40% meer stekkerauto’s in 2021. Maar ja, de totalen zijn relatief klein. In totaal kende ons land 243.000 auto’s op Witte-kat-batterijen wat op die enorme vloot meer normale auto’s een klein percentage uitmaakt. Daarbij telt men dan graag op de wagens die naast een normale motor ook nog een piepklein stukje op accu’s kunnen rijden, de zgn. Hybrides. Ook die groeiden met maar liefst (..) 37% naar 138.000 stuks. Samen is dat dus 381.000 exemplaren en dat op die vloot van 9.5 miljoen. Ga je de door links zo gewenste transitieoorlog met de normale samenleving niet mee winnen.

Temeer daar de meeste van die aparte categorie wagens zich bevinden in het hogere prijssegment wat voor normale mensen onbereikbaar is. Nu is dat op zich al een oplossing voor het vermeende probleem. Zo lang rijden weer voor een elitaire minderheid bestemd raakt neemt de uitstoot van al die kwalijke gassen natuurlijk af. Het plebs mag in het OV. Waarvan de elektriciteit natuurlijk alleen maar met windmolens werd opgewekt. E de gee geleuf da? Nou ik niet. Klimaatakkoord of niet, je kunt niet alle ellende afwentelen op normale mensen zonder dat heilige geloof van de fanatieke sektes die een milieu nastreven waarin steeds meer mensen in een klein land samen zorgen voor een verbetering van de leefomgeving met 0,06%. Ook cijfers mensen….niets anders. Opvallend blijft dat men ons hier in Tesla’s en pakweg Nissans wil persen maar niets wil doen aan de telkens groeiende bevolking. Elke tien jaar een stad als Utrecht er bij. Blijft niet zonder gevolgen. Of je nu overstapt op elektrisch of niet. Kortom, die redenaties van de linkse sektes zijn verkeerd. Net als die van soortgelijke fanatici die wachten op het einde der tijden boven op een berg. En als ze niet worden gered dan maar de hand aan zichzelf slaan. Zou men dat ook doen als de doelen niet worden bereikt en het klimaat elders zwaarder wordt vervuild dan wij het hier kunnen redden?? Je zou het bijna verwachten. Hoe dan ook, het aantal elektrische (zwaar gesubsidieerde) auto’s in ons land ligt ergens rond de 3%. Dat zijn cijfers die op zich aardig klinken, maar bepaald niet overtuigen. Het zal mijn tijd wel duren. En later zullen zij die veel jonger zijn dan ik wellicht in een of ander oud elektronisch archief nog wel eens teruglezen wat ik anno nu heb opgeschreven. En gniffelen in hun met pek besmeerde handen…..’Had die oude meninggever toch gelijk….was allemaal flauwekul.’ (beelden: Archief)

De avonturen van Ridder Brandewijn – genezing…

De avonturen van Ridder Brandewijn – genezing…

Toen Ridder Brandewijn zijn ogen open deed na wat hij dacht een goede nacht slapen, ontdekte hij dat hij naakt in een bed van bladeren was neergelegd met een deken over zich heen van vrij grove stof.

Bij nader inzien bleek dat een dierenhuid te zijn. Zijn wonden waren ingesmeerd met een of ander goedje en daar lagen dan weer kruidentakken overheen. Hij voelde zich slap, kon zich ook niet herinneren hoe hij hier terecht was gekomen. Om hem heen hoorde hij slechts het geluid dat paste bij het woud waarin hij zich bevond, maar hij kon zich niet goed herinneren wat hij daar deed. Vaag kwam er een soort droom voorbij waarin een mooie vrouw hem had gered van een vierkoppige draak, maar verder was alles vaag. Hij bewoog zich en wilde opstaan, maar werd zo duizelig dat hij dat plan snel liet varen. Daarbij, hoe kwam hij zo naakt? Kon hij hier wel in zijn natuurlijke staat door dat takkenhutje rond gaan lopen op zoek naar oorzaak en gevolg van zijn hier zijn? Even later hoorde hij iemand lopen en een zachte stem tegen hem zeggen ‘Heer, blijf vooral liggen, uw wonden moeten genezen en ik zal U verzorgen tot U weer verder kunt reizen’. Hij keek opzij en zag een lieve bijna vrome vrouw die zich over hem heen boog en die met haar groene ogen in de zijne keek en half glimlachend vaststelde hoe het met hem ging. ‘Waar ben ik?’ vroeg hij bijna stamelend. De woorden kwamen nauwelijks uit zijn mond, hij had een droge keel en voelde zich zo slap als een herfstblad dat van een boom in een beek valt tijdens een storm. Nergens kracht voor…zo leek het.

De vrouw glimlachte nog een keer en haalde wat van de kruiden weg die sommige van zijn wonden bedekten. De glimlach verdween snel, zij pakte wat achter zich en doopte haar vingers in een pot waarin zich kennelijk de genezende zalf bevond die zij al eerder op zijn gevoelige wonden had gesmeerd. Ook nu deed ze dit. Hij kreunde. Want de wonden waren ontstoken en deden hem zeer. Elke plek op zijn lijf waar hij gewond was geraakt (maar hoe dan toch en wanneer??) werd door haar aangepakt. En daarna bedekte zij zijn lichaam weer onder de kruidentakken en de dierenhuid. Hij kreeg iets van haar te drinken en nadat hij dat gulzig naar binnen kreeg viel hij vrij snel weer in een diepe slaap. Dromen die vooral door koorts werden opgewekt maakten dat hij zich man voelde in een open veld vol vrouwen die hem wilden plezieren maar als hij er dan op in ging werd tegengehouden door mannen met zwaarden die op hem inhakten. En die dromen herhaalden zich. Hij werd er zelfs in zijn dromen angstig van, terwijl hij als Kruisridder natuurlijk nooit echt angst had gekend. De vrouw die hem verzorgde keek neer op zijn naakte lichaam, zag zijn hoofd heen en weer gaan door de dromen en glimlachte. Zij had grootse plannen voor dat mannenlijf, maar dan moest hij wel op krachten komen. Nu was hij te slap voor wat ook. Buiten haar hut keek ze naar de lijven van de andere mannen die hem hadden vergezeld. De meesten in een staat van verglazing door de drankjes die zij hen had gevoerd en die hen minstens een paar dagen buiten de werkelijkheid zouden houden. De gevangenen had ze bewust wakker gehouden. Wel vast geketend aan een paar bomen die zij als bescherming om haar hut had neergelegd tegen de wolven in het bos. Maar als de wolven kwamen wilden zij graag vers vlees. En die mannen zouden dat vast kunnen verzorgen. Wederom glimlachte ze. Over een paar dagen zou de Maan vol zijn. Ze keek er naar uit…

Vertrek

Vertrek

O zeker, ook wij zijn wel eens vertrokken, als in verhuisd, maar dan toch veelal onder druk van de omstandigheden als werk of een buurt die toch ineens verloederde.

En ook wij droomden wel eens van een nieuw huis in een omgeving de rustiger zou zijn dan we nu wel eens meemaken, of waar de Duitse bestemmingen die we zo graag aan doen vlak om de hoek liggen. Maar ja, dan daalt het gezonde verstand weer in en besluiten we toch om dat niet te doen. En dat heeft dan weer met de sociale cohesie van doen, je familie, vrienden, het werk, de klanten, noem maar op. Toch zijn er nog altijd mensen die op basis van het idee dat het elders vast leuker is, warmer, meer kansen biedt of wat dan ook, besluiten om huis en haard te verlaten en elders een of andere sloopboerderij om te toveren tot een Bed & Breakfast of zoiets.

De verhalen worden door Avro-Tros over het algemeen en al jaren lang met veel oog voor details uitgezonden. ‘Ik vertrek’…. En ik moet altijd ofwel lachen, dan wel bijna huilen. Want veelal stappen die mensen met een minimaal budget, nul kennis van een businessplan, geen enkel inlevingsvermogen rond de omgeving waarheen men verhuist, in een klusproject dat vaak zo erg is dat een normaal mens er niet aan begint. Dan blijkt dat het vooraf zo bejubelde emigratieland slecht van afspraken is, duurder dan begroot en men de conditie van het pand zelf vooraf niet even heeft opgenomen. Dan verdwijnt al snel het romantisch idee van in de zon al wijntjes drinkend lekker op een terrasje te kunnen zitten.

Van hard werken in Nederland naar keihard klussen en sloven in dat verre buitenland. Nog even los van eventuele COVID-effecten. Men heeft geen vergunningen, maakt onbetrouwbare partners mee, blijft vaak tegen beter weten in geloven dat het allemaal wel goed zal komen, en hoopt dat het op een bierviltje geschreven plan voor ontvangst van gasten binnen een bepaalde termijn kan worden waargemaakt. De resultaten zijn vaak bedroevend en zeker zeer confronterend in andere gevallen. De familie Meyland nog een zeer positieve uitzondering, want dat blijken slimme mensen die zichzelf in beeld bijna prostitueren om het benodigde kapitaal te vergaren waarmee een aardig leven is op te bouwen. En werken kunnen die lui. Al blijft het voor mij een raadsel dat als zij een lamp ophangen aan een spijker die daar in Frankrijk blijft hangen en bij mij gewoon bij een zuchtje wind van de muur valt. Hoe dan ook…emigratie is niks voor mij. Die magneet die Amsterdam heet blijft dan toch parten spelen, ik hang op dat punt aan een elastiek, maar ik gun eenieder zijn dorpse geluk in Spanje, Frankrijk of pakweg Slowakije. Het maakt aardige televisie. Ook al staan mijn tenen vrijwel altijd krom van de ergernis of verbazing over zoveel naiviteit. Wie van jullie is zelf ook wel eens verhuisd of met emigratieplannen rondlopend alsnog niet gegaan?? En waarheen zou je dan willen voor een definitieve vestiging?? (Beelden: Internet)

Schuiven….

Als alles volgens plan gaat krijgen we aan het einde van deze maand een ploeg professionals in huis die de bestaande ramen en deuren zullen verwijderen en vervangen door milieuvriendelijk en isolerende kunststof met HR++ glas. Rib uit het lijf zo’n operatie, maar goed daar krijgen we dan best iets voor terug. Als de leveranciers hun werk goed doen betalen wij de rekening. Maar voordien moet er veel gebeuren. Wij zijn lieden met een geschiedenis. Een bibliotheek zou zich niet schamen voor onze verzameling boeken op velerlei terreinen en verder zijn we goed voor hobby’s en huisdieren. Dus dat moet allemaal van de kant. Minstens een meter volgens opgave van de installateurs. En dat dagen lang. Men begint aan de achterkant, de tuinkant bij ons, dus wat daar in die kamers staat (en de keuken) moet opgeschoven naar de kern van het huis. Maar wel op zodanige wijze dat we nog wel kunnen leven in dat huis van ons. Andere zaken moeten afgedekt. Logeerbed naar zolder, stel je voor dat er een gast komt slapen moet die ook ergens heen. We moeten een schema maken voor de drie katten. Razend nieuwsgierig en ook zeer geinteresseerd in het verboden buitengebied. Daar moet dus in huis een safe-room voor gevonden worden waar in- en uitlopende werklieden ze niet uit kunnen laten ontsnappen. Kortom, het wordt spannend in de komende weken.

Mocht je af en toe merken dat we even minder actief zijn op dit blog of de sociale media, het is niet anders, maar heeft geen andere reden dan deze. Zo’n 10 jaar geleden hadden we een soortgelijke situatie. De grote verbouwing van keuken en tweede etage zorgde voor het nodige geimproviseer. We maakten een kleine tijdelijke keuken in de huiskamer zodat we nog wel iets konden eten. De reguliere keuken bestond niet meer, helemaal kaal gesloopt door de aannemer. Dat gold ook voor de meterkast en de gang. Was best confronterend. Op de tweede etage werd de boel een paar maanden later helemaal gesloopt en aangepast aan de gewenste nieuwe situatie.

Mijn toenmalige werkkamer werd opslagruimte en ik kon toen mijn bureaustoel niet meer draaien of achteruit schuiven. Het boren en zagen, vreselijke geluiden, die me noopten om een voor straalvliegtuiggeluiden afschermende set oordoppen te dragen. Arme huisdieren van toen. Ook voor hen was het vast stressvol. Maar het werd wel mooi allemaal en daar genieten we nu nog van. En zo moet het dus ook gaan na de verbouwing van over een paar weken. Opdat we er weer netjes bij zitten en wat minder stookkosten maar vooral onderhoud bereiken. Want al dat best kostbare geschilder door de jaren heen moet dan wel echt over zijn. Daar doen we het voor. Voorlopig….Want er zijn nog meer plannen……Ik houd jullie wel op de hoogte van al dat onzaligs……En ik hoop dat jullie helpen met duimen….:)

Vakantie vieren…

Het is er intussen de tijd van het jaar voor. Hele volksstammen vertrekken in de komende weken weer naar allerlei leuke vakantiebestemmingen. De een zoekt het dichter bij huis dan de ander, als we niet in Verweggistan zijn geweest is het kennelijk niet goed voor ons eigen ego of de bijbehorende geneugten. We vliegen, sporen, bussen en rijden er wat aan af. Was vroeger wel anders. Een weekje Zandvoort was al een heel ding, veel gezinnen hadden er het geld gewooon niet voor. Bij ons was dit anders. Mijn toch eerzuchtige moeder wilde elk jaar wel weg. Ze vond dat ze er recht op had na een jaar hard werken. En omdat haar interesse uitging naar Limburg en dan met name de heuvels in die hoek van het land, wisten wij als kinderen al dat we ieder jaar die kant op zouden gaan. Wel altijd met verschillende auto’s, want leasepa ‘deed in die dingen’ en pakte er gewoon een uit de voorraad.

Werden soms avonturentochten. Gelukkig had hij gouden handen, en kon alles onderweg repareren als het mis ging. Nog groter genoegen voor ma, klandistien de grens over naar Belgie. Wat soms niet zo handig was, want er was ook nog controle tussen de diverse landen en zonder papieren aan de grens tegengehouden worden was goed voor veel onrustige spanning. Gek genoeg vonden de ouders dit leuk. Nu moeten we als gemiddelde Nederlander kennelijk vooral ver weg. Met het hele gezin. Inclusief baby en soms huisdier. Of je die er nu zo’n plezier mee doet? Ik herinner mij dat we ooit naar Griekenland vlogen met onze toen nog peuterzoon. Die vond het daar prachtig. Want je kon op het strand scheppen en met je voeten in de zee. En hij werd er bruin van huidskleur.

Een jaar later aan de Nederlandse kust, mijn broer en schoonzus waren indertijd uitbaters van een strandtent en wij waren in de buurt, zag ik precies hetzelfde beeld. Scheppen en voetjes in de zee. Om daar nu dat hele eind voor te vliegen…. Toch heb ik wel mooie herinneringen aan gemaakte reizen hoor! Zoals een rondreis door West-Turkije om maar iets te noemen. Prachtig! Een trip door Florida! Geweldig! Onze reizen naar en door Schotland, de al eens eerder genoemde trip over Gran Canaria per bus om zo aan de bakover in het zuiden te ontsnappen. Geweldig was ook de trip naar Barcelona, paar jaar terug. Heerlijke stad. En natuurlijk de vele, vele, vele keren dat ik in Praag te vinden was. Met de auto of per vliegtuig.

We zagen veel, we aten vaak heerlijk en dronken over het algemeen in goede sfeer een lekker drankje. Snoven vaak de cultuur van zo’n land of stad! Maar dat gevlieg, beter, het gereis in het algemeen staat me nu steeds meer tegen. Rijden is ook zoiets. Ik vind het nu nog wel mooi om een uur of vier achter mekaar door te moeten rijden. Maar langer niet. Toch reden we vroeger in een klap naar Parijs, Praag, Frankfurt. Deden daar ons ding en reden weer terug. Moet er nu niet aan denken. Plezier heb ik aan korte stedentrips. Met onze lieve vriendjes links en rechts. Kerstmarkten in diverse steden, gewoon toeristische tripjes in NL en B. Je ziet of beleeft soms zaken die je nooit eerder had bedacht.

En regelmatig even naar het Duitse land voor onze invulling van lijstjes met zaken die we naar onze mening of voorkeur niet kunnen missen. En dan een schnitzeltje aan de Rijn eten met een goed glas. Altijd fijn, smakelijk, sfeervol en zeer bevredigend. Dat ik dan al weer snel thuis bij de poezen kan zitten is voor mij wel voorwaarde. Ik geniet toch het meest thuis ontdekte ik een paar jaar geleden. En denk maar niet dat dit saai is. Wel veel rustiger. De oude heer Meninggever heeft al zoveel gezien. Honderden uren gevlogen, tienduizenden gereden, en dan dat is best een mooie balans. Huis is thuis, ver is leuk, maar ik laat het graag over aan anderen. Dus reist vrouwlief af en toe gezellig af naar die plekken die zij graag wil bezoeken. En geniet ik op mijn beurt van de vrijheid niets te hoeven. Je moest eens weten hoe leuk dat is….En jij beste lezer, vakantieganger. Campingliefhebber? Gek op de Fransen of de Italianen?? Ik ben echt benieuwd. Ook naar je eventuele wensenlijstje. Waar wil je nog eens heen??  (Beelden: Yellowbird archief/internet)

Leven met de vliegende pijl – 22 – Daihatsu

De relatie met de Skoda-importeur was er intussen een van haat/liefde geworden. Wij waren landelijk gezien het meest succesvolle dealerbedrijf van dat moment als het ging om het aantal verkochte auto’s en dat wilden we weten ook. We zochten naar kansen om meer marge te verkrijgen, wilden de nieuwste modellen of kleuren als eersten in de showroom hebben staan en zo meer. Omdat we aan de andere kant op basis van de winst op die verkopen van de toenmalige Skoda’s nog niet echt in staat waren om onze huisvesting te vernieuwen, bleven de uitstraling van het pand dat al stamde uit 1932 en onze verdere marktaanpak wat beperkt. Dat leidde er toe dat men bij De Binckhorst besloot nieuwe dealers aan te stellen in ‘ons’ rayon om nog meer omzet te genereren. Dat zette veel kwaad bloed aan onze kant en kon op weinig begrip rekenen in onze managementskring. Dat leidde er mede toe dat we ingingen op een advertentie voor een nieuw merk. Of eigenlijk een oude bekende; Dacia! De Roemenen waren in zee gegaan met een Brabantse Alfa-dealer die wel iets zag in het onzekere maar qua presentatie belangrijke nieuwe leven als importeur. Daarbij de kansen voor de nieuwe Roemeense wagens hoger inschattende dan in het verleden wel eens het geval was geweest.

Daarbij kwam dat wij als dealerbedrijf nog wel eens wat auto’s verhuurden voor de periode van een jaar of wat, een situatie die zorgde dat we altijd druk waren in de werkplaats om juist die wagens (vaak Fords of Renaults) mobiel te houden. Skoda’s waren daarbij overigens niet in te zetten, het merk had nog geen zakelijke uitstraling indertijd maar ook geen stationcars, en wellicht dat we wel iets met die nieuwe Dacia’s konden. De Roemeense Renaults hadden in een paar jaar tijd een betere uitmonstering gekregen, wat zwaardere motoren en frisse kleuren. Maar belangrijker, er zat een stationcar in het gamma en een fraaie, praktische maar ook stoere Pick-up. En….volgens nieuwe importeur Primacar uit Prinsenbeek waren die Dacia’s nu ‘kwalitatief heel andere auto’s’ dan de vroeger door Englebert geïmporteerde en door ons toen zo verfoeide exemplaren. Omdat er in ons dealerbedrijf veel tweespalt heerste binnen de leiding over de uitbreiding van het gamma met wederom die Roemeense wagens van twijfelachtig allooi, besloten we om als MT samen een bezoek te brengen aan Prinsenbeek en die import en het nieuwe gamma met eigen ogen te aanschouwen. Dat werd een leuk en overtuigend gesprek. Met twee stemmen voor en een tegen binnen ons MT werd besloten alsnog Dacia te gaan voeren, maar dan ‘low-profile’.

We overlegden e.e.a. vooraf wel met De Binckhorst en dat werd een aardige teleurstelling. ‘Baas Iserief’ zag er niks in, die Dacia’s waren rechtstreekse concurrenten voor de nieuwe Skoda’s. We moesten kiezen of kabelen. We deden geen van tweeën en bestelden voor onze leaseafdeling een paar van die Dacia stationcars. Al snel stonden ze bij ons op het erf en ging er meteen een onder contract rijden bij een aannemingsbedrijf waar voorheen een Renault 18 Combi had gereden. Een tweede Dacia Break leverde ik aan een goede vriend op Schiphol waar de wagen op het platform van de luchthaven dienst zou doen als bedrijfsvervoer voor een Libanese luchtvaartmaatschappij en daarbij een 15 jaar oude Nissan moest opvolgen. Het werden drama’s. Zowel de ene als de andere wagen bleken zo vol te zitten met problemen dat we er mallotig van werden. De garantieafwikkeling van importeur Primacar was overigens keurig, daar niet van, maar veel vertrouwen gaf het niet. Dacia was nog steeds een rampenplan, zo leek het. En dan de druk vanuit Voorschoten om er vooral vanaf te blijven…… We moesten een nieuwe list verzinnen. En die werd ons op enig moment op een presenteerblaadje aangeboden. Nadat we eerste de Subaru-importeur op bezoek hadden gehad die ons een dealerschap voor dat merk aanbod, waar we op zich weinig inzagen kregen we contact met een tweede merk voor dit doel. Het Japanse merk Daihatsu meldde zich. Daar wilde men ook al expanderen, marktaandeel bevechten aan de vooravond van een modellenwisseling die voor het kleine dochtermerk van Toyota enorm belangrijk zou worden. Nieuwe dealers werden gezocht en o.a. ons toch wel succesvolle Skoda-dealerbedrijf gevonden.

Overleg met die lui was indertijd constructief, tijdrovend, maar ook erg professioneel. Anders dan vaak bij De Binckhorst het geval was, bleek men bij de Nederlandse Daihatsu-importeur alles behalve bescheiden in de eisen en verlangens naar dealers toe. En men verdeelde de stad Amsterdam ook meteen nog eens in twee gedeelten (rayons). Noord ging naar ene Jo v.d. Weide, een vroegere Nissan-dealer die van wanten wist en waar we nog heel wat mee te stellen zouden krijgen. Voor Daihatsu zouden we als onderdeel van de plannen ook moeten gaan bouwen. Nieuwbouw op de plek van de oude uit 1977 stammende barakken. Financiering bleek daarbij niet echt een groot probleem, het businessplan werd intensief bestudeerd door adviseurs van binnen en buiten ons bedrijf en bijgesteld waar nodig waarna begin 1985 de eerste spaden de grond in gingen. De Binckhorst ging ook akkoord met ons plan, mits Skoda daar nog steeds een belangrijke rol in zou spelen. Dat beloofden we. Helaas bleek dat de toenmalige aandeelhouders van het dealerbedrijf intussen al heel andere plannen hadden, waarvan ik toen nog niet op de hoogte was. Anders was ik wellicht niet zo enthousiast geweest over het binnenhalen van dat overigens aardige en kwalitatief hoogwaardige Japanse merk. Wordt vervolgd! (Beelden: Daihatsu/Internet)

 

Leven met de vliegende pijl – 21 – Bouwen in communistische planeconomie..

Het is wellicht goed om halverwege mijn dealerjaren in het vervolgverhaal nog even inzicht of begrip te vragen voor wat er indertijd zoal in het door communisten gedomineerde Centraal- en Oost-Europa plaatsvond op het gebied van de automobiel-industrie en ontwikkeling. Begrip ook om als lezer wellicht te kunnen snappen waarom het imago van wagens uit die hoek soms wat onder druk kwam te staan. Los van alle vijandige ondergronden voor de publiciteit bij ons in het westen en Nederland in het bijzonder, had dit ook van doen met de wijze waarop men die auto-industrie indertijd in het Oosten van Europa inrichtte. Dit had natuurlijk alles te maken met de manier waarop het communisme in elkaar stak of steekt. De Sovjet-knoet kwam met de bevrijding (..) door het Rode Leger tijdens de Tweede Wereldoorlog over alle landen heen te liggen waar de Russen het voor het zeggen hadden. En die Stalinistische doctrine was direct duidelijk. Elk particulier inititiatief de grond in boren, nationaliseren van de industrie en handel en intellectuelen of creatieve geesten daar opbergen waar ze voor het regime geen kwaad konden. Dit had zijn effecten op de producten van de in de getroffen landen tot dan vaak zo succesvolle en actieve industrie.

Oost-Duitsland was voorheen vaak een bakermat geweest van ontwikkelingen die Duitsland als land groot hadden gemaakt. Toen de Russen dat deel van het land bezetten haalden ze vrijwel alles weg wat als compensatie voor de ‘geleden oorlogsschade’ kon dienen. Ook de autofabrieken haalde men leeg. En zo zaten Auto-Union, Horch, BMW, Opel en dergelijke merken ineens in een heel ander land met andere gewoonten maar ook zonder productie-faciliteiten. In Tsjecho-Slowakije werd de bevolking min of meer gedwongen de communistische leer over te nemen en moest het grote Skoda-concern ook leren leven met veel minder middelen dan men voorheen gewend was. Zware industrie was belangrijker dan de productie van consumptiegoederen zoals personenwagens. Daarbij zag je dat de eigen munteenheden van die landen in waarde daalden tot het niveau van de papierwaarde per kilo.

In het buitenland goede en relatief dure materialen kopen was daardoor dus lastiger dan ooit. Bij de Oost-Duitsers leidde dat tot een groot gebrek aan staal. Een reden om op enig moment het inventieve Duraplast in te voeren als bouwmateriaal voor o.a. IFA’s en Trabant’s. Geperst katoen versterkt met kunststofhars dat weer ontstond als bijproduct van de alles verwoestende bruinkolenmijnen. Keihard, sterk, roestvrij, maar niet meteen aansprekend. De geleide staatseconomie was daarnaast ook een ramp. De communistische planners haalden elk initiatief weg door de langzaam weer op orde gebrachte auto-industrie in te delen in groepen fabrieken die een eigen taak moesten vervullen. Zo mocht je dan als fabrikant soms nog wel personenwagens bouwen, maar geen bestelwagens of trucks. Die werden na zo’n besluit weer door andere staatsbedrijven gebouwd. Vooral om de werkgelegenheid in de breedte op orde te brengen.

En om het daar over te hebben, in het communistische systeem had je altijd werk. Mits je de partij trouw was. Dat zorgde voor enorme demotivatie. Immers, je had als ‘kameraad’ weliswaar gegaranderd werk maar je kon er verder niks mee bereiken. Als je al geld verdiende vaak ook niets kopen wat de moeite waard was en als je zelf een auto wilde bemachtigen mocht je na lang sparen een jaar of 15 wachten op je nieuwe bezit. Men benutte daarom oude auto’s tot op het bot. Die economie had nog een probleem. Men gaf bijvoorbeeld op basis van de in het communistische systeem gebruikelijke vijfjarenplannen de verfindustrie opdracht om een x-aantal autolakken te maken die dan door de loop van jaren konden worden gebruikt door de eigen of bevriende auto-industrie. Een afwijkende kleur was dan best een opgave. Dat kreeg je niet zo maar gedaan. En dat gold ook voor andere takken van dienst in die industrie. Daarbij was het vrijwel onmogelijk om iets te doen zonder dat de regeringen afstemden met Moskou hoe te handelen. Toen men in de Sovjet-Unie de oude productielijn van Fiat voor de 124 overnam en in een nieuwe fabriek monteerde om zo vanaf 1972 de bij ons als Lada bekend geworden modellen te fabriceren was het niet de bedoeling dat de auto-industrie van de Tsjechen, Oost-Duitsers of Polen deze wagens zouden beconcurreren. Daar moest men dus met andere wagens komen om een eigen plekje op de wereldmarkten te veroveren.

Zeker op de exportmarkten waar men harde valuta kon verdienen die dan weer de eigen economie hielpen te blijven draaien. En dus zag je dat die merken daar vandaan het vaak lastig hadden met evt. nieuwe ontwikkelingen. Men kon na de eerste jaren van uitbenen zeker wel iets aardigs bedenken, bouwen, leveren, als de communistische leiders maar waren meegegaan met die wensen. Maar die lui wilden vooral dat het eigen volk uberhaupt zou kunnen rijden en het maakte niet uit waarin. Daarbij was er de verplichte ruilhandel met ‘bevriende’ staten. Waardoor auto’s werden gezien als betaalmiddel. Zo gingen er heel wat Oostblok-modellen richting landen als Cuba, waar men dan weer betaalde met sigaren en suiker. Pas tegen het einde van jaren tachtig zag je wat beweging ontstaan. En kwamen er moderner typen uit die landen vandaan. Na de Wende liet een paar merken zien (denk aan Skoda) waartoe men in staat was. Op basis van de oude tradities, maar met nieuw elan. En anderen gingen vrijwel meteen onderuit. Te lang onder het juk van het communisme ook in staatsbescherming kunnen draaien. Maar dat is een eigen en ander verhaal…Wellicht dat de lezer enig idee heeft van de situatie waarin o.a. het ooit zo machtige Skoda-concern moest zien te overleven in die jaren. Gelukkig is dat uiteindelijk prima uitgepakt.  Wordt vervolgd (Beelden: Yellowbird archief)

2030

Praat met iemand die naar eigen idee twee eigenschappen bezit die er voor hem/haar zelf toe doen en je komt al snel terecht op onderwerpen die kunnen leiden tot een scherpe scheiding der geesten. Een van die eigenschappen van deze mensensoort is ‘geloof in een milieuvriendelijke toekomst’ en de tweede ‘het eeuwige gelijk’. Als je deze eigenschappen aantreft bij dit soort mensen ontdek je vanzelf en al snel dat ze vaak te vinden zijn in de hoek van de GroenLinkse of D66 sprookjespartijen. Daar heeft men ook maar een credo; alles wat anderen doen (i.e. zij!) is fout. ‘Zij vervuilen de wereld, zij stoken tegen de klippen op, ze douchen te lang, ze rijden met vervuilende auto’s, stoken op houtblokken, gaan ook nog eens op vakantie en willen geen windmolens in hun achtertuin’. Het zal duidelijk zijn dat ik nu even net zo chargeer als de mensen die ik beschrijf. Waar deze lieden het ook vaak over eens zijn; in 2030 rijden we allemaal elektrisch! Nou…neem van mij maar aan; dat is zeker niet zo.

Daarvoor is een paar redenen te noemen. Allereerst….die elektrische auto’s zijn domweg te duur! Veel te duur. Ook al schermen die voorstanders dan met allerlei kilometer/kostprijsberekeningen, men houdt daarbij angstvallig de prijs van accu-pakketten buiten beeld. Als je die moet vervangen ben je zo een paar duizend Euri verder. Ook wordt je nooit verteld dat de actieradius (over het algemeen al met dik 40% overdreven) met 50% afneemt als het een beetje koud is buiten en je de kachel, verlichting, navigatie en ruitenwissers moet gebruiken. Daarbij is de oplaad-infrastructuur nog nauwelijks van de grond gekomen. Wil je dus in 2030 (12 jaar na nu) alle benzine/diesel/gasauto’s hebben vervangen dient een kapitaalslag te worden gemaakt die zijn weerga niet kent. De voorstanders, veelal zelf rijdend in leaseautos van een of andere organisatie die milieutechnisch welwillend doet wat haar personeel vraagt, zien die nadelen niet. Als wij nu maar uit onze ‘ouderwetse’ auto’s stappen en die massaal onder de grond laten begraven komt het goed met de wereld. Nou vergeet het maar!

We rijden momenteel alleen in ons landje al met 8,5 miljoen traditionele (om de term maar eens te gebruikten) maar zeer efficiente voertuigen rond. Het aandeel van de elektrische auto is ook na alle jaren propaganda uit de linkse hoek, plus de staatssubsidies op het gebruik, niet meer dan 1% van het jaarlijkse totaal aan verkopen. En van die 1% zit een groot deel in de zakelijke hoek i.c. de taxiwereld. Een deel van deze wagens verdwijnt na een paar jaar gebruik richting buitenland. In ons land zijn die wagen ook tweedehands nauwelijks gevraagd. Het resultaat is een lagere restwaarde dan vooraf bedacht. Vraag en aanbod en zo meer. Dan gebruikt met ook graag het argument dat de uitstoot van CO2 en dat soort stoffen enorm wordt teruggebracht als we elektrisch gaan rijden. Vergeten wordt dan dat van alle uitstoot 16% aan het totale verkeer kan worden toegeschreven. De rest is industrie, landbouw, veeteelt, huishoudelijk gebruik. Maar de symboolwerking is voor de actievoerende voorstanders van groter belang dan de feiten.

Grensoverschrijdende vervuiling bijvoorbeeld. Blijkt veel groter dan men dacht, maar die feiten worden weggepoetst. Net als de productie van accu’s, of de afvoer van de gebruikte exemplaren. Kortom, als we elektrisch gaan rijden komt er in de marge verbetering van die situatie. En niet veel meer. Leuke groene hobby dus, geen oplossing! En intussen kijk ik naar de vertegenwoordiger van zo’n groene partij die bij mij in de straat woont. En waar drie normale benzineauto’s binnen het gezin in gebruik zijn die regelmatig worden gebruikt. Het gezin heeft wel zonnecellen op het dak. Kennelijk om het geweten te sussen?! Intussen ben ik blij met mijn compacte benzineauto die me heen en weer naar Aken bracht met vier man en bagage. Zonder dat ik met de zenuwen hoefde te zitten over mijn actieradius. Nee, ik ben er nog niet aan toe. Eerst maar eens betaalbaar maken die dingen, een bruikbare actieradius bieden, een goede restwaarde, een laadinfrastructuur die vergelijkbaar is met die van normale tankstations en een oplaadtijd die niet in uren maar minuten wordt uitgedrukt. Pas dan zou ik eventueel ook enig enthousiasme kunnen voelen bij het idee dat we in 2030 allemaal elektrische zouden kunnen rijden. Vraag is wel of ik het tegen die tijd nog wel zou willen…… De leeftijd en zo meer…..:)

Rustig aan!

Exc.1Het is weer eens december en dat is traditioneel niet mijn beste maand. Afsluiten van een jaar brengt normaal vaak allerlei verplichtingen met zich mee. Dit jaar nog wat meer dan gebruikelijk. Er moeten dingen worden geregeld die ik eerder wellicht overwoog maar nog niet echt deed. Een daarvan is dat ik het vanaf 1 januari a.s. echt rustiger aan ga doen. Het is na 54 jaar hard werken mooi geweest. Maar dit geldt ook voor het van mij bekende blogwerk. In de loop van het afgelopen jaar stopte ik al met het actief vullen van gespecialiseerde blogs die ik een paar jaar lang heb onderhouden. Maar dit is nu met uitzondering van het meer professionele autoblog afgelopen. In 2016 gaan de stekkers er definitief uit. Dat scheelt veel tijd en raakt niet direct de lezers hier. Die zullen wel ontdekken dat ik na tien jaar de frequentie van schrijven op mijn Mening blog ook wat ga verlagen.

Russian tanks in Moscow 0514 BnL8v2lCEAAXj-wIk heb in die afgelopen blogjaren heel wat onderwerpen de revue laten passeren, menig discussie gevoerd en waar mogelijk  mensen de spiegel voor gehouden of op de kast gejaagd. Het was nuttig, leuk en interessant soms, al zeg ik het zelf. Maar de laatste tijd merk ik dat het me soms zwaar valt om ook hier de actualiteit te laten voor wat hij is en te oreren over alledaagse zaken. Hoe vreemd dat wellicht klinkt, dat valt me echt zwaar. Mijn mening geven over bepaalde onderwerpen was de basis van dit blog en daarom ben ik een keer of drie door omstandigheden gedwongen vaak, opnieuw begonnen. Maar ik zie ook wel dat het aantal even actieve bloggers in die tien jaren is afgenomen met een niet meer plezierig percentage.

WP_20151202_031De grote verschuiving zit voor mij toch vooral in de sociale media waaraan ook dit blog is gekoppeld en hun eigen lezerskringen of dynamiek kennen. Werden vroeger de nodige reacties geplaatst op dit blog zelf, nu zie ik dit gebeuren op met name Facebook of in wat mindere mate Twitter. Nog een reden om de frequentie van schrijven iets te verlagen is dat ik juist op die genoemde media bijna per seconde kan reageren op wat er zoal in de wereld om ons heen plaatsvindt. Voor zover nodig natuurlijk. Maar het is wel leuk om daar mee bezig te zijn als de tijd me niet mankeert.  En dat laatste is een extra reden om hier wat minder tijd door te brengen dan voorheen gebruikelijk.

Mijn boek! Het derde in de lijn van verhalen over interessante onderwerpen. Ik ben er in 2013 mee gestart, in 2014 flink opgeschoten, maar zit nog steeds op 85% van wat nodig is om het verhaal echt in boekvorm uit te brengen.  Wil ik dat verhaal echt nog eens op de markt kunnen brengen moet ik daar nu eens een einde aan breien. En dat vraagt ook tijd. Tijd die ik mijzelf moet gunnen. En daarom zal ik andere activiteiten moeten minimaliseren. Het zal voor velen niet komen als een verrassing, voor sommigen wellicht als een opluchting. Mocht dat het geval zijn weet ik een ding zeker; ik heb iets bereikt met mijn schrijfsels. In het komende jaar valt hier naar ik vertrouw nog voldoende te lezen, maar het zal geen echt werken worden voor de trouwe lezers. En die trouwe collegae bloggers zal ik zelf uiteraard blijven volgen. Zoals ik ook altijd doe op de sociale media met mensen die me interesseren. Soms dubbelop! Jaja, een mening gever heeft ook zijn goede kanten….. Ik wens iedereen nu alvast heel fijne feestdagen en een goed begin van het nieuwe jaar. Ik ga intussen aan die stekkers trekken……

Bucketlist

217625 - EHTX - 160587 - Dove G-ARDE 0 parked Scan10346Onlangs hoorde ik op de radio een DJ vertellen over zijn a.s. verjaardag. Hij werd 40! En in het kader daarvan ontvouwde hij zijn zogeheten ‘bucketlist’. Dat is tegenwoordig een soort verlanglijstje van dingen die je gedaan moet hebben of zaken die je moet hebben aangeschaft. Kennelijk moet de moderne mens van alles en nog wat hebben gedaan voor hij op een bepaalde leeftijd is aangekomen. Of wellicht voor hij/zij er niet meer is. We vinden ons zelf zo belangrijk dat we daar dus sterk mee bezig zijn. Ik ben op een leeftijd gekomen dat ik langer moet terugkijken dan dat er tijd is om naar uit te zien, maar ik kan wel aangeven dat als ik ooit zo’n lijstje had gemaakt, het behoorlijk is ingevuld of opgevolgd. Veel van waar ik als jochie van pakweg 14 van droomde heb ik kunnen waarmaken. Al stond dit dan niet op een modieus lijstje. Indertijd was het al heel wat als je door studeren en hard werken kon zorgen dat je het structureel beter kreeg dan jouw ouders.

ANW-05 - Praag 090996 - Voorplein regeringscentrum Scan10272Onze hele generatie werkte daar aan, een enkele uitzondering daar gelaten. Je wilde ook weg uit je oude woonbuurt, je wilde carrière maken, en wist dat je daartoe het nodige moest inleveren. Nu viel dat in mijn geval nog wel mee. Mijn leer- en nieuwsgierigheid zorgde voor veel reisjes en trips en ook de keuze voor wat meer avontuur in de jobs die ik deed. Het ambtenarenbestaan trok me nooit. Daar beleefde je vast niks spannends. Dat kan ik met de hand op het hart verklaren, is me in mijn leventje aardig gelukt. Nog steeds zoek ik het niet achter de geraniums en doe mijn best om creativiteit te koppelen aan advies of mijn leerproces te vervolmaken. Want alles wat je doet in je leven geeft een stukje extra kennis of ervaring. En niemand is te oud om te leren. Wel te lui misschien. Waar ik blij om ben is het aantal reizen dat ik heb gemaakt. Veel gezien, meegemaakt en dat meteen gekoppeld aan mijn vliegpassie die ik na een eerste rondvlucht boven Amsterdam, nooit meer ben kwijtgeraakt. Al is de opwinding van een vluchtje in een modern vliegtuig minder groot als het indertijd nog was toen ik voor het eerst in een vliegtuig stapte of later in een helikopter of een straalvliegtuig.

Leo op muntDe eerste keer in Londen was ook spannender dan pakweg de tiende en dat gold voor veel van die trips. Oost-Europa in de tijden van de communisten was buitengewoon interessant, een rondreis door Turkije of Florida ook. Het is al weer lang geleden, de wereld veranderde sterk. Maar je kunt er toch op terugkijken. Net als op die eerste keer op Facebook, of mijn blogverleden. Bladen maken, voor mijzelf beginnen, bedenk het en het waren indertijd grote avonturen. Intussen reden we in kilometers met onze kleine flitser die net twee jaar oud is, precies een keer de aarde rond. Geeft aan dat we nog steeds veel onderweg zijn. En daar gebruiken we dan geen enkele bucketlist voor. Wel vaak de TomTom. Blijkt een stuk handiger….