Reikwijdte…

Reikwijdte…

Voor veel leken is dat wat vanuit politiek wensdenken over ons heen wordt gegooid rond ons autogebruik een waarheid als een koe. We ‘moeten over op elektrische wagens’ want die zijn beter voor het milieu en helpen het klimaat te redden. Het is maar hoe je het bekijkt. Want beste mensen, elektrische auto’s stoten weliswaar tijdens het rijden geen gassen uit via een uitlaatsysteem, ze vervuilen wel degelijk. De door linkse lieden zo verafschuwde fossiele brandstoffen of bouwstoffen zitten ook gewoon verwerkt in die accuwagens. Staal, kunststoffen, computers, banden…. Het is echt niet zo dat dat spul aan de bomen groeit al is een deel van die rubber banden dan nog net half plantaardig.

De accu’s zijn opgebouwd uit materialen die de toets der kritiek op het gebied van milieu of zelfs slavernij niet kunnen doorstaan. Maar er is nog een technisch gebrek dat bij dit soort wagens een aardige rem zet op het vermogen ons nu en in de toekomst massaal te vervoeren; actieradius! Wie in een normale benzineauto rijdt kan met een volle tank pakweg 600km ver komen. Een diesel brengt je vaak 1000 km ver.

De gemiddelde elektrische auto komt anno 2022 niet verder dan 300km, een enkeling redt het tot 400km. Maar dan moet je wel in de rechterbaan blijven en geen stroomverbruikers aanzetten. Doe je dat laatste wel kom je al snel in de problemen. Praktijktests in Duitsland en Nederland laten zien dat hij/zij die op normale wijze in het verkeer rondrijdt in dit soort wagens al snel 30% van de theoretische reikwijdte kwijt raakt. Wie 130km/u rijdt (en veel leaserijders doen dat..) is al snel 50% van zijn accucapaciteit kwijt.

En dan staan de verwarming/airco of verlichting niet eens aan. Ga je daarop laden, en dat is een frequente handeling, ben je niet zoals bij de ons bekendere aandrijftechnieken na vijf minuten weer onderweg maar heb je meteen 1,5-2 uur pauze afhankelijk van de beschikbaarheid van een laadpunt. En dat laadt dan weer 80% bij van de totale capaciteit omdat de accu’s het anders niet aankunnen. En bedenk ook maar dat die EV’s tegenwoordig niet te koop zijn onder de 35 mille. Het gemiddelde ligt qua prijs flink hoger en is bedoeld voor zakelijke rijders.

De particulier kan met wat pijn en moeite een Dacia Spring kopen met een theoretische actieradius van 200km of een Renault Zoe met ongeveer dezelfde reikwijdte maar net iets meer luxe (tegen een hogere prijs). Ook bij VW vindt je nog wel een stadsautootje voor een mille of 25. Kortom, voor de meeste particulieren is er weinig reden tot meejuichen met de groene vaandels zwaaiende gektesekte.

Elektrische auto’s zijn dus niet meteen die wonderen der techniek. Net zo min als waterstofvoertuigen. Het lijkt heel mooi, het is het niet. Wellicht als we ooit accusystemen krijgen die plat, licht, en goedkoop zijn en ook nog eens zorgen voor een normaal verbruik waardoor je niet op weg naar je vakantiebestemming of zakenadres 2-8 keer moet bijladen om er te komen. En echt, ik ben niet negatief, ik zie mezelf als realistisch. We rijden in Nederland met 9 miljoen auto’s rond, en dat neemt echt niet af. Slechts een klein percentage is nu voorzien van elektrische aandrijving. De reden daarvoor is simpel. Je betaalt de hoofdprijs, weet niet of je (op tijd) op je gekozen bestemming aankomt en krijgt er het opladen bepaald niet gratis bij. Omdat stroom in de huidige tijd net zo min gratis is als benzine of diesel. Op praatjes valt niet te rijden. En je moet ook uitkijken dat het niet leidt tot lijden. En o ja, die techniek is al meer dan een eeuw oud. En ook toen was die reikwijdte en het gebrek aan comfort het grootste probleem. Wie de geschiedenis niet kent heeft in de toekomst weinig te zoeken. (beelden: Archief)

Dankzij verbod; groei!

Dankzij verbod; groei!

Ooit verbood men Zwarte Piet uit angst voor de extreme actievoerders die er allerlei dingen inzagen die niks met het fenomeen van doen hadden. Ik blijf even weg van die discussie maar voorspel wel dat in Nederland bij weinig Sinterklaasfeesten nog zwart geschminkte kindervrienden voorbij zullen komen. En dat er dan altijd wel ergens iemand gaat roepen dat Nederland ‘vrijwillig’ koos haar eigen identiteit opnieuw voor een deel aan de kant te mikken. Net zo gaat het met alle jubelverhalen over de meerverkopen van elektrische auto’s of scooters.

Als ik die persberichten met hun jubelende inhoud tot me neem weet ik uit ervaring natuurlijk hoe die dingen werken, maar de gemiddelde leek zal denken dat de vergroening van ons wagenpark en binnensteedse tweewielervloot met rap tempo plaatsvindt. Nou ja….in percentages wel natuurlijk. Want met name bij die scooters is het aandeel elektrische exemplaren ontwikkeld met 50%. Bij de iets langzamere snorfietsen gaat het nu om 47%. Is dit een teken aan de wand?

Voor een deel zeker, want de gemiddelde koper van die dingen is jong, wordt op school geindoctrineerd met het Groenlinkse virus en wil er bij horen. Toen in mijn jeugdjaren de keuze tussen een Kreidler of Puch het verschil maakte tussen erbij horen of niet kocht ik een nieuwe Puch. Dan kon je met je kolbertje aan over een coltrui de blits maken. Ditzelfde fenomeen zie je nu bij die elektrische dingen. Maar er komt nog iets meer bij kijken. In overwegend door #links bestuurde gemeenten verbiedt men gewoon de normaal gemotoriseerde scooters. Voert ‘milieuzones’ in waardoor je als bezitter van een scooter met viertaktmotor al snel een paria bent die graag bekeuringen verzamelt als je toch die zones binnenrijdt. Eerder al waren de tweetaktmotoren bij scooters in de ban gegaan. En dan is het niet gek dat je onder deze dwang de verkopen van elektrische machientjes voor de jeugd en de grachtengordelridders ziet stijgen. Het is geen liefde maar nood. Gelukkig hebben de fabrikanten van die dingen (een deel komt uit China) geinvesteerd in de kwaliteit en actieradius van scooters op batterijen waardoor ze wat bruikbaarder zijn dan vroegere exemplaren. En men ook de prijs wat kan laten zakken.

En met dit soort dwang komt het met die zo gepropageerde ‘transitie’ wel goed. Iedereen op de scooter of fiets, straks nog voorschrijven dat we allemaal een milieuvriendelijk gemaakt liefst groen pak aan moeten, en we zitten bijna op de weg van het Maoisme in de jaren zestig van de vorige eeuw. De lucht wordt er niet schoner door, maar het orgasme van de naar een linkse maatschappij snakkenden wel heftiger. Voor mensen op het platteland is er het vooruitzicht dat zij op termijn ook in versteende gebieden zullen wonen, met dank aan het ‘stikstofbeleid’ van deze regering. Dan kunnen ze daar ook van die leuke elektrische snorfietsen gebruik maken. Want nu, wind en weer tegen, op hun Solexen scheurend over lange kronkelende dijkweggetjes, is zo’n elektrisch ding volkomen zinloos. Maar ja, nog maar een paar jaar….(Beelden: Yellowbird archief)

Cijfers, feiten en propaganda…

Cijfers, feiten en propaganda…

Kijk als je alleen zou letten op wat de overwegend linkse lobby in dit land allemaal oreert op het gebied van verkeer en transport zou je denken dat je met een auto die nog op normale brandstoffen draait ineens heel erg ouderwets bent en ook nog een uitzondering. Maar zo is het niet. Zij die mij al een tijdje volgen weten dat ik meer ben van de cijfers en feiten en niet zo van de propaganda. Neem even in het achterhoofd dat in ons land ongeveer 9.2 miljoen voertuigen rondhobbelen. De meesten daarvan draaien op benzine, diesel of gas (in welke vorm ook). Jubelende propaganda vertelt dat elk jaar het aantal elektrische en hybride-voertuigen stijgt met tientallen procenten, maar ik legde al eens eerder uit dat percentages weinig zeggen. 1 plus 1 is 2, maar ook een stijging van 100%.

In dat kader moet je ook de jubelcijfers zien vanuit de politiek en de branche. Maar liefst 40% meer stekkerauto’s in 2021. Maar ja, de totalen zijn relatief klein. In totaal kende ons land 243.000 auto’s op Witte-kat-batterijen wat op die enorme vloot meer normale auto’s een klein percentage uitmaakt. Daarbij telt men dan graag op de wagens die naast een normale motor ook nog een piepklein stukje op accu’s kunnen rijden, de zgn. Hybrides. Ook die groeiden met maar liefst (..) 37% naar 138.000 stuks. Samen is dat dus 381.000 exemplaren en dat op die vloot van 9.5 miljoen. Ga je de door links zo gewenste transitieoorlog met de normale samenleving niet mee winnen.

Temeer daar de meeste van die aparte categorie wagens zich bevinden in het hogere prijssegment wat voor normale mensen onbereikbaar is. Nu is dat op zich al een oplossing voor het vermeende probleem. Zo lang rijden weer voor een elitaire minderheid bestemd raakt neemt de uitstoot van al die kwalijke gassen natuurlijk af. Het plebs mag in het OV. Waarvan de elektriciteit natuurlijk alleen maar met windmolens werd opgewekt. E de gee geleuf da? Nou ik niet. Klimaatakkoord of niet, je kunt niet alle ellende afwentelen op normale mensen zonder dat heilige geloof van de fanatieke sektes die een milieu nastreven waarin steeds meer mensen in een klein land samen zorgen voor een verbetering van de leefomgeving met 0,06%. Ook cijfers mensen….niets anders. Opvallend blijft dat men ons hier in Tesla’s en pakweg Nissans wil persen maar niets wil doen aan de telkens groeiende bevolking. Elke tien jaar een stad als Utrecht er bij. Blijft niet zonder gevolgen. Of je nu overstapt op elektrisch of niet. Kortom, die redenaties van de linkse sektes zijn verkeerd. Net als die van soortgelijke fanatici die wachten op het einde der tijden boven op een berg. En als ze niet worden gered dan maar de hand aan zichzelf slaan. Zou men dat ook doen als de doelen niet worden bereikt en het klimaat elders zwaarder wordt vervuild dan wij het hier kunnen redden?? Je zou het bijna verwachten. Hoe dan ook, het aantal elektrische (zwaar gesubsidieerde) auto’s in ons land ligt ergens rond de 3%. Dat zijn cijfers die op zich aardig klinken, maar bepaald niet overtuigen. Het zal mijn tijd wel duren. En later zullen zij die veel jonger zijn dan ik wellicht in een of ander oud elektronisch archief nog wel eens teruglezen wat ik anno nu heb opgeschreven. En gniffelen in hun met pek besmeerde handen…..’Had die oude meninggever toch gelijk….was allemaal flauwekul.’ (beelden: Archief)

Ook Frankrijk toonde spierballen; Mirage IV!

Net als Amerika, de Sovjet-Unie en Engeland wilde ook Frankrijk na WO 2 tonen mogelijkheden te bezitten eventuele vijanden in het hart te kunnen treffen met een strategisch gevechtsvliegtuig dat bij snelheden van Mach 2,2 in staat was atoomwapens af te werpen op vijandelijke doelen. Omdat men niet afhankelijk wilde zijn van buitenlandse leveranciers werkte men aan een eigen ontwerp, dat door de Franse bouwer Dassault werd ontwikkeld vanuit de toenmalige Mirage straaljagers. Die straaljagers hadden indertijd driehoekige (Delta)vleugels. De Mirage IV zoals het nieuwe ontwerp werd genoemd kreeg twee motoren, grotere afmetingen en tweekoppige bemanning. De eerste vloog in 1959. Het ontwerp groeide in haar ontwikkeling, kreeg krachtiger motoren en een zwaardere radar. Begin jaren zestig startte men de productie van dit prestigeobject en al snel werden er 62 besteld voor de Franse luchtmacht. De Mirage IV was weliswaar een atoombommenwerper, hij was niet echt te vergelijken met wat de andere grote mogendheden in de lucht brachten op dit gebied. Zo was de actieradius van de snelle Fransoos 2.500km en dat  was niet lang genoeg om een retourtje Rusland te maken met volle last.

De machine werd dus ingericht om onderweg nog eens extra bij te tanken. Later ontwikkelde men een soort kruisraket voor het gestelde doel en dat ding moest de Mirage dan halverwege afschieten waarop hij radargeleid zijn vernietigende werk kunnen doen. De Mirage IV was een bijzonder toestel. Zoveel is zeker. En het liet de trotse Fransen zien dat het samen met een zeegaande nucleaire onderzeebootvloot vol raketten ook in de lucht in staat was de Russen schade toe te brengen in geval van oorlog. Intussen is de rol van de Mirage IV uitgespeeld en zijn de toestellen afgelost door de kleinere maar zeer moderne Rafale. Een echt strategisch toestel is dat niet, maar het is wel in staat om zodanig veel wapens mee te nemen dat het een lastige tegenstander is. De oudere Mirages zijn intussen gesloopt of in musea opgesteld. Als herinnering aan een tijdperk waarin Frankrijk nog even vasthield aan het idee dat het land overal in de wereld als grootmacht werd gezien en gevreesd. (Beelden: Internet/archief)

Elektrische overdrijving…

Als ik een leek zou zijn geweest in het automobiele wereldje maar wel van een auto afhankelijk zou ik me na alle propaganda van eind 2019 over die ‘enorme stijging van het aantal elektrische auto’s’ wel een flinke loser gevoeld hebben met mijn keuze voor benzine of diesel. Immers, de wereld stort ineen als we niet allemaal overschakelen op een auto op batterijen volgens de met name door links gepropageerde waarheden. Helaas voor die stromingen liggen de zaken wat genuanceerder. Het gros van die verkochte wagens gingen via de lease naar rijders van de zaak. Daar weer het overgrote deel van waren Tesla’s die al een jaar of drie geleden werden besteld maar door fabricageproblemen bij deze relatief jonge leverancier niet eerder werden geleverd. Daarbij speelde niet meteen milieumotieven een rol bij de aanschaf van deze relatief dure nieuwe wagens, het ging meer om de financiele voordelen als 4% bijtelling voor de waarde van de auto en een vrijstelling op Motorrijtuigenbelasting.

Wie na 1 januari zo’n wagen wil aanschaffen gaat naar 8% bijtellen en dat vind de grachtengordelrijder dan toch wel weer wat veel van het milieugoede. En dus zie je de verkopen van elektrische wagens in januari aardig instorten. Naast Tesla levert ook Jaguar, Audi, Nissan, Hyundai en Kia een aantal elektrische auto’s en komen andere merken daar deze maanden mee. Nou de verkoopverwachtingen mogen worden bijgesteld want de registraties bleven uit. Alleen Audi en Tesla bleven op enig niveau bezig, maar geen schaduw meer van de gekte in december, ook Kia kon er nog een paar kwijt. Alle andere elektrische auto’s verloren (flink) aan marktaandeel. Terwijl de meeste particuliere kopers juist wachten tot de eerste maand van een nieuw jaar bij de registratie van hun nieuwe auto, want dat scheelt dan weer inruilwaarde aan het eind van de rit. Het bouwjaar wordt in ons land nu eenmaal sinds jaar en dag vastgesteld aan de hand van de kentekenregistratie-datum.

Kortom, het is niet alles goud wat er blinkt in batterijland. Laat je dus geen schuldcomplex aanpraten. Elektrische wagens zijn leuk voor hen die zeker weten dat ze nog een benzineauto er naast hebben staan voor de vakanties, voor mensen die willen uitstralen dat ze behoren tot de ‘verlichte elite’ maar ook voor lieden die een baas treffen die bereid is te investeren in auto’s van 80-140 mille per werknemer. Staan die lui morgen op straat is de lol van het elektrische rijden wel over. Voor hen rest de tweedehands hybride of een auto uit een ander segment. Zo heeft Skoda de Citigo elektrisch gemaakt, net als Seat de Mii. Kost je pakweg 24 mille en krijg je 245 km actieradius voor. Aardig voor de stad, net zoals die elektrische Smart fortwo, buiten de bebouwing toch iets minder. En eigenlijk geldt dat voor alle wat compactere wagens met batterijen als aandrijfbron. Leuk voor de buhne, prachtig voor de linkse media, maar onbetaalbaar voor een beetje particulier. Die gaat gewoon verder met benzine of diesel. Want kan de kosten niet echt kwijt. Overigens was het in de totale markt ook niet echt koek en ei, want door al het gedoe in de politieke arena waar ‘feiten’ en ‘meningen’ aardig door elkaar lopen zijn kopers uberhaupt terughoudend. De markt liep in januari in totaal ruim 4% achter op januari vorig jaar. En dat ondanks die enorme vraag naar EV’s…..Jaja!

‘Groen; niet altijd goed of efficient…

Mij werd onlangs gevraagd om toch eens iets te schrijven over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van automotive, opdat we wellicht met zijn allen kunnen besluiten over te stappen op alternatieve vervoersmogelijkheden dan wel aandrijflijnen voor ons vervoer. Ik schreef daar tien laar lang over op het internet, maar dat was aan de betreffende waarnemer vast voorbijgegaan. Welllicht omdat ik niet meteen stond of sta te springen van enthousiasme bij de toekomst met elektrische of zelfs zelfrijdende auto’s. Het antwoord zit besloten in de techniek. Stel je eens voor dat de huidige vloot van 9,5 miljoen Nederlandse voertuigen ineens elektrisch zouden moeten gaan rijden. Weet je wat er dan met ons elektriciteitsnet moet gebeuren? Dat moet dan verdrievoudigd worden qua capaciteit. De huidige centrales kunnen deze vraag niet aan. Windmolens al helemaal niet en je auto volplakken met zonnecellen is ook geen optie. Nee, dan gaan we richting kernenergie of moeten we elektriciteit gaan kopen bij de buurlanden.

Waar zich een soortgelijk probleem voor doet. En over die buurlanden gesproken, ons land staat na Portugal en Denemarken op de derde plek van schoonste landen als het gaat om de uitstoot van CO2. En dan alleen gemeten langs de meetlat van het personenwagenpark. Wij kopen en rijden schone auto’s. Heel iets anders dan bij de omringende landen. Waar naast de laag geplaatste Baltische staten, Engeland en Duitsland tot de meest vervuilende naties behoren. En die vervuiling blijft niet in eigen land hangen. Die waait met heersende winden ook bij ons binnen. Hoezo zuivere metingen? De gemiddelde Nederlander rijdt 13.000 km per jaar. Haal je daar de leaserijders uit, zal dit getal nog wat omlaaggaan. Maar in die kilometrage zit dan wel weer de jaarlijkse vakantietrip die Nederlanders graag in Frankrijk of Italië beleven, met een caravan achter hun familievervoer. En daar zit meteen een extra probleem voor die elektrische wagens.

Je kunt er niet echt mee over de grens vanwege de extreem korte actieradius en trekken van een caravan of klapwagen helpt daar bepaald niet bij. Kortom er is veel af te dingen op die toekomstige auto’s, zeker in het licht van de historie. Want ruim een eeuw geleden reden er ook al elektrische auto’s en die deden het qua prestaties nauwelijks slechter dan hun huidige soortgenoten. Maar die conclusie zal wel weer als zuur en conservatief worden ervaren. Voor dat doel heb ik even een praktijktest uit oktober jl. voor de dag gehaald. Door het Duitse autoblad Autobild uitgevoerd. Met vergelijkbare auto’s die draaiden op Diesel, benzine, waterstof, aardgas, een hybride en een puur elektrisch rijdende Tesla. Over een afstand van 2000km, op een dag rijdend van Hamburg naar München. Net of je voor een afspraak die kant op moet, zoals veel Duitse zakenlieden doen. Welke brandstof of aandrijving is daarbij het efficiëntst. Waarmee verlies je de minste tijd onderweg? Wel, de resultaten spraken boekdelen. De Diesel was veruit de meest efficiënte brandstof en de auto die er op reed ook het snelst van de testvloot. Hij verbruikte over deze lange rit, met wat tussenstops voor eten en drinken, slechts 60 liter brandstof.

Na ruim 6 uur was hij in reeds in München. En de gebruikte auto zelf voldeed aan de laatste nieuwe Euro6d normen qua uitstoot. Schoon dus! 17 minuten later is de tweede auto in München. De benzineauto, die duidelijk meer brandstof verbruikte maar ook aardig snel zijn doel bereikte. Als derde de auto die op aardgas reed. Deed er door het zoeken naar tankstations toch 45 minuten langer over. Hij versloeg daarbij wel de Waterstof-auto die er nog eens twintig minuten langer over deed. Ook al door de zoektocht naar schaarse distributiestations voor dat spul. Best een dingetje. Maar is daarmee toch sneller dan de Toyota-hybride die er nog eens 50 minuten langer over deed. Als absolute hekkensluiter komt de Tesla binnen. Vier uur (!!) later dan de dieselauto. Door het onderweg telkens moeten bijladen. Noem dat maar toekomstgericht dan. Tot we nieuwe accu’s krijgen en een veel grotere betaalbaarheid voor die wagens zie ik nog weinig toekomst voor de elektrische auto. Of het moet in of rond de stad zijn. Want dan komt deze techniek echt nog wel tot zijn recht. Voor de rest een aardige gimmick waarvoor met name de ‘progressieven’ uit de grachtengordel dik gesubsideerd wel willen gaan. Ik blijf voorlopig dan maar conservatief. Want ik rijd zelf meer dan het landelijk gemiddelde en daarbij ook heel wat keertjes op en neer naar Duitsland. En om dan constant aan de laadpaal te verkeren? Mijn ongeduldige karakter kan dat niet opbrengen. (Foto’s: Yellowbird archief)

Gas!

Cijfers liegen meestal niet. 1 en 1 is gewoon 2. Of je moet het gaan ontrafelen en interpreteren. Dan is het wellicht 1,999 of 2,001. Zo gaat dat ook met cijfers die ons nogal eens in de media worden voorgehouden. Stel dat een vaste waarde voor bezit van een elektrische auto in uw straat 1 is en een van de buren koopt of huurt er op leasebasis ook 1. Dan is de rekenkundige uitkomst dat 100% meer elektrische auto’s zijn verkocht in uw buurt. Beste lezer, tel dan eens die andere auto’s bij elkaar op en grote kans dat je uitkomt op een elektrisch marktaandeel van 0,1% van het totaal. Straten zijn lang, mensen kiezen voor gebruiksgemak of prijs en daardoor is idealisme een slechte rekenmeester. Zo zit dat dus ook bij de wet van de grote getallen. Volgens het CBS rijden er in ons land per 1 januari van dit jaar 12,5 miljoen voertuigen rond. Het grootste deel is personenwagen, de helft waarvan particulier in gebruik is en de andere helft door bedrijven ge-exploiteerd. In dat enorme aantal voertuigen zit ook een component autobussen.

Of die nu voor langere reizen of streek- dan wel stadsvervoer worden gebruikt maakt veel uit ten aanzien van de mogelijkheiden om ook die elektrisch te laten rijden. Los van alle ellende die de exploitanten zullen ervaren door de beperkte actieradius, is er wel een nuttige trend om vooral in steden van die aandrijfvorm gebruik te maken. Een bus is groot, zwaar en kan dus anders dan een personenwagen wel een hele lading accu’s meesjouwen als extra ballast. Zeker bij stad- streekvervoer is dat goed te doen. Immers de bus hoeft geen extra bagage als koffers of zoiets mee te nemen wat bij reisbussen wel speelt. Aan het begin van dit jaar stonden 10.000 bussen in ons land geregistreerd. 321 daarvan reden elektrisch. Een zeer beperkt aantal dus. En dat is niet zo gek, want los van de voordelen, die bussen kennen ook de nodige nadelen. Niet in de laatste plaats toch dat enorme gewicht aan accu’s dat je moet meetorsen, maar zeker ook de beperkte actieradius. Nu is dat in de stad nog wat minder belangrijk wellicht, maar zodra je op de buitenweg zit loopt de voorraad stroom met rasse schreden terug.

En als het weer buiten en onderweg dan ook nog slechts is en de bestuurder moet kachel en/of airco plus verlichting gebruiken, is de situatie nog veel erger. Kortom, er valt wel het een en ander af te dingen op die elektrische voertuigen. Daar veranderen evt. successen bij de verkoop niets aan. En al helemaal niet als je die uitdrukt in percentages. Want die zeggen maar heel weinig tot niets. Al gebruikten wij die zelf ook wel eens in de tijden dat we met ons merk toch een bestaan in de marge moesten ondergaan. Van 1000 naar 1200 stuks op jaarbasis was een stijging van 20%!! Een beetje de cijfers in de media die je ook bij die elektrische voertuigen ziet. En de nieuwsgaring daar omheen. Bedenk dat dus maar als je weer eens hoort over die enorme stijgingen van een of andere fabrikant of een hoek van de omzet in het bijzonder. 1 plus 1 blijft twee, maar kan ook 100% stijging weergeven. Bescheidenheid is soms buitengewoon vals. Net als overdrijving. En tot die tijd geven we gewoon waar het kan vol gas! Want van die 12,5 miljoen voertuigen in ons land is dat toch in meerderheid de realiteit van alle dag. (Beelden: Internet)

De mislukte lobby voor elektrische auto’s…

Er is maar een manier om de ‘doorbraak’ van elektrische auto’s te bewerkstelligen! Een totaal verbod voor auto’s die niet elektrische rijden. Want nergens in Europa, Noorwegen uitgezonderd waar men dat verbod voor normale auto’s wel heeft aangekondigd, worden die wagens anders goed verkocht. Het waarom zit in de dagelijkse praktijk. De auto is een vervoermiddel waarmee de gemiddelde bestuurder zonder na te denken zijn eigen vrijheden of doelstellingen wil of kan bereiken zonder dat hij het risico loopt onderweg te stranden met een lege tank. Of je moet wel erg slecht op je metertjes kijken. Bij een elektrische auto is dat totaal iets anders. De actieradius is en blijft voorlopig een zwak punt. Maar ook de prijs van die wagens is veel te hoog. Het zit vooral in de gebruikte techniek. Die is net als die van de benzine- en dieselauto, een eeuw oud, maar nauwelijks doorontwikkeld. Een kleine auto, toch wat de gemiddelde mens zelf uitkiest voor zijn/haar vervoer, brengt je als je geluk hebt 200km ver.

Daarna moeten de accu”s weer opgeladen worden, een karweitje dat tussen de 4-8 uur kan duren als je een volle lading behoeft. Niet erg als je altijd in de stad rondtuft, van werk naar huis en omgekeerd, maar eenmaal op reis, vakantie of wat ook, ligt dat toch wel een stuk gevoeliger. Een tussenstop op vakantiereis die zo’n lange tijd duurt is iets voor mensen die gewend zijn aan reizen per postkoets of trekschuit, maar niets voor de moderne automobilist die wil doorrijden. Een beetje diesel geeft je een non-stop-actieradius van 650-800km. Tanken duurt een minuut of vijf en je kunt weer verder. Gaat je niet lukken met een elektrische auto. Sterker nog, leasebedrijven die zichzelf soms zien als zelf beoemde groene profeten (..) zetten deze wagens bij hun klanten in met de garantie dat als de berijder op vakantie wil een ‘gewone auto’ beschikbaar wordt gesteld. Alles voor het slagen van die vakanties. Kortom, in de toelatingscijfers spelen die EV’s geen enkele rol. En percentuele stijgingen van registraties zeggen niet veel over daadwerkelijke aantallen. Daarbij gaan de meeste van die auto’s naar leaserijders of overheidsdiensten die politiek correct gedrag willen uitstralen!

Particulieren kijken liever naar een zuinig rijdende benzineauto of een diesel die op dat punt nog altijd het meest efficient zal blijken. Ondanks alle propaganda zal het dus nog wel even duren voor we allemaal op batterijen in de rondte rijden. Logisch gevolg van de eerder genoemde argumenten. In Duitsland is de situatie niet anders. Daar subsidieert de overheid de aankopen van EV’s met flinke bedragen. Maar zet dat zoden aan de dijk? Nee hoor! Percentueel t.o.v. het totaal stelt het niets voor, en als je dan ziet welke auto’s het meest geliefd zijn zie je wel dat de Teslarijders in Duitsland zeldzamer zijn dan diezelfde lieden in ons land.

Men koopt elektrische smarts, de Renault Zoe en BMW’s i3. Auto’s met een gemiddelde actieradius van 150/200km. Leuk voor de stad en zo zien die Duitsers dat ook. Voor gebruik op de snelwegen blijft men zweren bij diesels. Daarbij werd onlangs de Tesla Model 3 getest. Een auto waarop in ons land een deel van de Zuidas zegt te wachten. Omdat je dan voor 40 mille elektrisch kunt rijden in een middenklasser. Helaas blijkt Tesla niet te kunnen leveren. En wat men dan al levert is voorzien van een zwaar accupakket en wat opties die de auto al snel opstuwen naar een prijsniveau van 80 mille!

Veel geld voor een auto die ook nog eens slecht rijdt, matig remt (1,5 keer zo lange remweg als een vergelijkbare BMW!) en in de praktijk net niet aan de 400km ver komt. (Theorie 650km). Kortom, alle positieve verhalen zijn vooral propaganda en wensdroomdenken van lieden die dit soort auto’s van hun baas mogen/moeten rijden. Maar wie echt nadenkt wacht nog een jaar of wat. Zoals ik. En voor de goede orde; ik mocht al in 1993 een elektrische auto van mijn toenmalige merk tentoonstellen. Gewone familieauto met behoorlijke prestaties en een actieradius van 150km/u. Hoeveel zijn we intussen opgeschoten?! Nou?? Dat bedoel ik!

2030

Praat met iemand die naar eigen idee twee eigenschappen bezit die er voor hem/haar zelf toe doen en je komt al snel terecht op onderwerpen die kunnen leiden tot een scherpe scheiding der geesten. Een van die eigenschappen van deze mensensoort is ‘geloof in een milieuvriendelijke toekomst’ en de tweede ‘het eeuwige gelijk’. Als je deze eigenschappen aantreft bij dit soort mensen ontdek je vanzelf en al snel dat ze vaak te vinden zijn in de hoek van de GroenLinkse of D66 sprookjespartijen. Daar heeft men ook maar een credo; alles wat anderen doen (i.e. zij!) is fout. ‘Zij vervuilen de wereld, zij stoken tegen de klippen op, ze douchen te lang, ze rijden met vervuilende auto’s, stoken op houtblokken, gaan ook nog eens op vakantie en willen geen windmolens in hun achtertuin’. Het zal duidelijk zijn dat ik nu even net zo chargeer als de mensen die ik beschrijf. Waar deze lieden het ook vaak over eens zijn; in 2030 rijden we allemaal elektrisch! Nou…neem van mij maar aan; dat is zeker niet zo.

Daarvoor is een paar redenen te noemen. Allereerst….die elektrische auto’s zijn domweg te duur! Veel te duur. Ook al schermen die voorstanders dan met allerlei kilometer/kostprijsberekeningen, men houdt daarbij angstvallig de prijs van accu-pakketten buiten beeld. Als je die moet vervangen ben je zo een paar duizend Euri verder. Ook wordt je nooit verteld dat de actieradius (over het algemeen al met dik 40% overdreven) met 50% afneemt als het een beetje koud is buiten en je de kachel, verlichting, navigatie en ruitenwissers moet gebruiken. Daarbij is de oplaad-infrastructuur nog nauwelijks van de grond gekomen. Wil je dus in 2030 (12 jaar na nu) alle benzine/diesel/gasauto’s hebben vervangen dient een kapitaalslag te worden gemaakt die zijn weerga niet kent. De voorstanders, veelal zelf rijdend in leaseautos van een of andere organisatie die milieutechnisch welwillend doet wat haar personeel vraagt, zien die nadelen niet. Als wij nu maar uit onze ‘ouderwetse’ auto’s stappen en die massaal onder de grond laten begraven komt het goed met de wereld. Nou vergeet het maar!

We rijden momenteel alleen in ons landje al met 8,5 miljoen traditionele (om de term maar eens te gebruikten) maar zeer efficiente voertuigen rond. Het aandeel van de elektrische auto is ook na alle jaren propaganda uit de linkse hoek, plus de staatssubsidies op het gebruik, niet meer dan 1% van het jaarlijkse totaal aan verkopen. En van die 1% zit een groot deel in de zakelijke hoek i.c. de taxiwereld. Een deel van deze wagens verdwijnt na een paar jaar gebruik richting buitenland. In ons land zijn die wagen ook tweedehands nauwelijks gevraagd. Het resultaat is een lagere restwaarde dan vooraf bedacht. Vraag en aanbod en zo meer. Dan gebruikt met ook graag het argument dat de uitstoot van CO2 en dat soort stoffen enorm wordt teruggebracht als we elektrisch gaan rijden. Vergeten wordt dan dat van alle uitstoot 16% aan het totale verkeer kan worden toegeschreven. De rest is industrie, landbouw, veeteelt, huishoudelijk gebruik. Maar de symboolwerking is voor de actievoerende voorstanders van groter belang dan de feiten.

Grensoverschrijdende vervuiling bijvoorbeeld. Blijkt veel groter dan men dacht, maar die feiten worden weggepoetst. Net als de productie van accu’s, of de afvoer van de gebruikte exemplaren. Kortom, als we elektrisch gaan rijden komt er in de marge verbetering van die situatie. En niet veel meer. Leuke groene hobby dus, geen oplossing! En intussen kijk ik naar de vertegenwoordiger van zo’n groene partij die bij mij in de straat woont. En waar drie normale benzineauto’s binnen het gezin in gebruik zijn die regelmatig worden gebruikt. Het gezin heeft wel zonnecellen op het dak. Kennelijk om het geweten te sussen?! Intussen ben ik blij met mijn compacte benzineauto die me heen en weer naar Aken bracht met vier man en bagage. Zonder dat ik met de zenuwen hoefde te zitten over mijn actieradius. Nee, ik ben er nog niet aan toe. Eerst maar eens betaalbaar maken die dingen, een bruikbare actieradius bieden, een goede restwaarde, een laadinfrastructuur die vergelijkbaar is met die van normale tankstations en een oplaadtijd die niet in uren maar minuten wordt uitgedrukt. Pas dan zou ik eventueel ook enig enthousiasme kunnen voelen bij het idee dat we in 2030 allemaal elektrische zouden kunnen rijden. Vraag is wel of ik het tegen die tijd nog wel zou willen…… De leeftijd en zo meer…..:)