Herinnering aan moderne techniek..

Herinnering aan moderne techniek..

Het blijft leuk om je te beseffen dat je als jong mens dingen meemaakt of zaken ervaart die later, pakweg een halve eeuw verder in de tijd, ineens als ouderwets of niet doorgezet mogen worden gezien. Vroeger, ik was nog een jong ventje met een grote nieuwsgierigheid naar alles wat vroeger aan uitvindingen was gedaan, hoorde ik van een grootouder verhalen over diens reizen per stoomtrein naar Duitsland of hoe die man een zeppelin had gezien boven Amsterdam.

Vliegtuigen waren in die periode nog van hout en linnen, auto’s pruttelden over zandpaden en hadden wielen die onder een koets niet misstonden. Huizen hadden geen andere verwarming dan een haard die werd gestookt met houtblokken, de tram had na lange tijd ineens elektrische aandrijving en schepen voeren met stoommachines in het rond. Films waren nog zwartwit en konden alleen bekeken in speciale zalen. In de jaren die volgden gingen veel van die ooit moderne technieken verloren. Stoom werd stookolie, hout werd steenkool en weer later aardgas. Vliegtuigen werden gemaakt van aluminium of kunststoffen en de auto een modern zoevend vervoermiddel en door het gros des moderne mensen verheven tot persoonlijk bezit.

De stoomtreinen maakten plaats voor diesels en elektrische aandrijving, trams verdwenen op de langere afstanden en maakten plaats voor bussen en vrouwen bevrijdden zich van het juk van lange rokken en baleinen. Zeppelins bleken een grote mislukking en passagiersschepen kwamen en gingen weer omdat het moderne vliegtuig vele malen succesvoller en efficienter bleek. Deed je vroeger over een trip naar pakweg Australie 6-8 weken, een beetje vliegtuig doet er 16 uur over. In die vroegere tijden waren we nog niet woke, we deden niet moeilijk over de gekleurde knecht van Sinterklaas en het christelijk geloof was nog dominant. En die films? Die komen tegenwoordig in HD-kwaliteit digitaal bij ons de huiskamer binnen.

Waren we vroeger fel gekant tegen eventuele mannen en vrouwen die op hetzelfde geslacht vielen, tegenwoordig is er een generatie die wordt opgevoed met het idee dat precies dat de juiste weg is. Zelfs piepkleine kinderen krijgen al mee dat vallen op het eigen geslacht dan wel kiezen voor het zijn van jongen of meisje aan hen zelf is gegeven. Socialisten streden ooit voor betere arbeidsvoorwaarden of gelijke behandeling van man en vrouw. Nu keren juist zij zich af van die arbeidersklasse en vinden het prima dat er culturen en landen bestaan waar de positie van de vrouw niet veel beter is dan in de oude geschiedenis beschreven.

Een ding bleef echter hetzelfde. We zijn per definitie nog steeds bezig met conflicten en oorlogen. We staan feller tegenover elkaar dan ooit en het door Lubbers en Kok zo groot gemaakte ‘polderen’ is totaal verdwenen. Net zoals de stoommachine, de fax, de houten schepen en zo meer. Het maakt veel, zo niet alles, relatief. En moeten we koesteren wat was, verbeteren wat is maar vooral niet neigen naar terugkeer naar dat wat bewezen niet werkte. Met andere woorden, de Middeleeuwen komen niet meer terug. Wie dat wel wil leeft in het verleden en heeft niets te zoeken in die nu zo vaak onzeker lijkende toekomst. (beelden: Archief)

SEAT – Spaanse VW dochter…

SEAT – Spaanse VW dochter…

Spanje kent ook een aantal autofabrieken, daarvan is SEAT de bekendste en grootste. Toch was dat merk al vanaf 1953 actief, in eerste instantie als niet veel meer dan een Spaanse productielijn voor Fiat. En bouwde men daar wagens die als twee druppels water leken op het Italiaanse voorbeeld. Maar af en toe werden er ook speciale versies gebouwd voor de Spaanse markt en dat maakte SEAT voor de Spanjaarden zelf aantrekkelijk. Met de komst van de kleine SEAT 600D kreeg het merk pas echt goed voet aan de grond. De productie startte in 1957 en technisch was de auto vrijwel gelijk aan de Fiat van dit type.

Later zou men in Spanje nog een langere versie op de markt brengen met 4 portieren, die als 800 bekend raakte. Toen Fiat de 600 uit productie nam kreeg SEAT de taak om exportwagens aan de Europeanen die zo’n rugzak-karretje wilden rijden te leveren. Later bouwde men bij SEAT ook de 850 en 127. Een eigen creatie was de 1200 en afgeleide 1430 Sport die baseerde op de 127 en de motor kreeg van de 124 die ook bij SEAT werd gebouwd.

Alles leek wel aan boord, alleen de inkomsten en winsten niet. SEAT verloor veel geld en dat was voor Fiat op enig moment reden de stekker er uit te trekken. Op dat moment bouwde SEAT de moderne Ibiza naast de Spaanse versie van de Ritmo die daar als Ronda door het leven ging alsmede de Fura die eigenlijk een opgewaardeerde 127 was. SEAT kreeg het zwaar, want de Spaanse regering van toen zag weinig in het overeind houden van een veel geld kostend concern. Tot gelukkig voor de Spanjaarden VW langs kwam en beloofde dat men van SEAT wel een succes kon maken.

De rest is nu geschiedenis. De meeste nieuwe SEAT’s baseerden daarna op VW-techniek. Zoals de Toledo, Ibiza, en zo meer. Sommige SEAT’s werden gebouwd in andere fabrieken zoals die van Skoda of VW zelf, omgekeerd bouwt men in Spanje nu VW’s en zijn er zelfs plannen om elektrische platforms voor de andere concernzussen te bouwen om zo de productielijnen van SEAT te vullen. SEAT is een volwaardig merk geworden en heeft nu zelf een submerk op de markt gebracht dat onder de naam CUPRA hoogwaardige en sportieve wagens bouwt en verkoopt. Dat past in de concernstrategie van VW. Duidelijk is dat het verleden is weggepoetst en SEAT een hoogwaardige plek in het toekomstige denken van o.a. de VW-strategen inneemt. Met Duitse leiding succesvol nieuwe markten bewerken. Gaat vast lukken…(Beelden: Archief)

Missing men…

Missing men…

Als er iets is wat we als mensen te weinig doen is dat koesteren wat je hebt in het hier en nu. Slechts diepgelovigen neigen er naar te denken dat als het hier op aarde afgelopen is, er nog een heel lang (eeuwig) leven na ons fysiek verscheiden voor ons ligt. In andere geloven denken ze dat je dan als man 40 maagden aangeboden krijgt. Nou leuk dan, ben je net 85 geworden, is het leven op aarde over, moet je daar ‘boven’ ergens aan de slag om die eeuwigheid leuker te maken. Maar met wat dan?

Hoe dan ook ik ga er maar vanuit dat ons aardse bestaan is wat we nu bezitten en niet zo maar kunnen inruilen voor iets anders. En in dat heden passen de mensen die er toe doen, de dieren waar je van houdt of gehecht aan bent, je vrienden, de al dan niet lieve buren, en je thuisplek die door heel wat mensen is ingericht om het zo leuk mogelijk te hebben. Pas als het evenwicht wordt verstoord en er mensen wegvallen uit die naastenkring, dan wel een van de dieren gaat hemelen raken we van de leg. Los van alle enorme emoties die een rol gaan spelen bij verlies van een naaste is ook iemand die je misschien wat meer op afstand had zitten maar wel goed leerde kennen, best een persoon om door verstoord te raken qua emoties. Geldt ook voor hen die je al jaren kent via deze media waarop we als bloggers, Facebookers of Twitteraars zo actief zijn.

Ik merk dat juist dit jaar een optelsom van mensen die er toe deden of doen, die besloten dat het genoeg was (ik chargeer nu omwille van het verhaal..), mijn humeur en evenwicht toch wat onderuit haalden. Mensen die je of heel goed kende, zakelijk & prive liet behoren tot best gewaardeerden dan wel zo lang al in de sociale contacten dagelijks aan de lijn dat hun verscheiden een lege plek achterlaat. Op zich is dat ook een erkenning van hun belang in het echte leven voor een gemiddelde meninggever die ook maar een mens is van vlees en bloed, ook al denken sommigen soms wel eens van niet. Zelfs ik heb gevoelens en uit die soms maar eens via verhalen als deze. Zo was er die dappere vrouw die op mijn sociale berichten vrijwel altijd als eerste reageerde. Ze was leuk in de omgang, ongelukkig qua gezondheid, maar bleef altijd positief. Eenmaal verdwenen is er toch dat gat. Je wacht op die reactie. En die komt dan niet. Nooit meer!

Of die man met wie ik mijn hondje deelde omdat hij het zusje van de onze had binnengehaald en zijn dochter ons op het spoor zette van onze toen nog jonge puppie uit hetzelfde nestje. De rijafstand was groot maar toch zocht ik hem en zijn familie nog wel eens op. Bijkletsen over van alles. We maakten zijn gevecht mee op zakelijk terrein en ook qua gezondheid zagen we wel dat het niet helemaal goed ging. En dan toch is de dood erg onverbiddelijk. Weg is weg, maar nooit vergeten. Een jonge vent die in bloei van zijn leven werd geknakt door die verrekte rotziekte en waarover ik al eens uitgebreid schreef was voor onze zoon de broer die hij nooit had… Een bijzondere gast, maar ontzettend aardig en zeer geliefd. Als vele tientallen vrienden via diverse bijeenkomsten jouw afscheid herdenken en koesteren wie je was doe je er toe. En zo is het. Geldt ook voor mijn oudere broer die alweer dik 1,5 jaar geleden de strijd op moest geven. Welk een verlies. Met name omdat je vroeger zoveel deelde met elkaar. Goed, slecht, de jeugd, de lastige situaties soms. We liepen de deur bepaald niet plat bij elkaar, maar als dat wel het geval was, dan was het goed. We pasten bij elkaar als ying en yang. Met respect voor elkaars ervaringen en meningen. En als dat dan ineens niet meer beschikbaar is, dan ga je het pas missen. Dus koesteren maar mensen. Zolang het kan. Niet laten verwijderen om niks. Mensen maken zich vaak zo druk om futiliteiten. En niet mailen of appen, maar praten met elkaar. Voor je het weet is het over. En dat is echt niet leeftijd gebonden. Ziekten en kwalen kiezen naar willekeur hun slachtoffers uit. En dan blijkt dat die gezonde periode van voorheen nooit meer terugkomt. Bedenk dat maar eens in tijden dat het je wellicht nu nog goed gaat. Dit is waar het echt om gaat. De rest al snel bijzaak! (Beelden: Yellowbird archief)

Franse trots; Renault!

Franse trots; Renault!

Het was al in de 19e eeuw dat Louis Renault in een door hem geconstrueerde auto rondreed. En op basis van die eersteling bouwde de man door de jaren heen een enorme autofabriek op die na WO2 werd genationaliseerd omdat Louis zelf was overleden in de gevangenis. Zijn rol tijdens WO2 was omstreden geweest en de Fransen rekenden hem dat zwaar aan. Hoe dan ook, Renaults waren ook voor de oorlog al bekende wagens en de licenties voor haar modellen gingen ook naar andere fabrikanten.

Ik beperk me wat tot na die laatste Wereldoorlog omdat ik anders domweg te weinig ruimte zou hebben. Renault kwam in 1946 al weer op de markt, met de leuk uitziende Juvaquatre die echter bijna 1 op 1 was gekopieerd van de toen bekende Opel Kadett. Dat wagentje zou het vele jaren lang volhouden. Dat deed ook de 4CV met zijn motor achterin, vier portieren en lekker aantrekkelijk prijsniveau. Het bleek de Franse Kever te zijn en de onderliggende techniek hield het decennia lang vol.

Zo kenden we later de Dauphine. Prachtig van lijn, technisch baserend op zijn oudere voorganger, maar mateloos populair. Zo zeer zelfs dat het wagentje in Japan werd gebouwd als Hino. Reed je een Gordini had je een flink snellere versie van die brave Dauphine. Een sportievere afgeleide qua vormgeving was de Floride (later Caravelle) die je als coupe of cabriolet kon kopen. Altijd met de motor achterin.

Net als bij de R8/10 serie. Voor de iets beter in de slappe was zittenden was er de grote Fregate. Mooie en moderne auto met de 2 liter motor voorin, die je ook met automaat kon bestellen. Maar die ook roestte dat het een lieve lust had. Met de R4, een ware concurrent voor de Citroen 2CV kreeg Renault een miljoenenhit in de showroom. Talloos waren de uitvoeringen, voor gezinnen en kleine ondernemers. Ook weer in licentie gebouwd bij andere fabrikanten en heel lang in productie gebleven. Met de schitterende (maar o zo roestgevoelige) R16 kreeg Renault een klassieker in huis. Slim uitgedacht en bedoeld om mensen bij de concurrentie weg te houden.

De R6 was een R4 met verlengde carrosserie. Ook in ons land mateloos populair. En zo kunnen we door gaan. De R12, ook als Dacia gebouwd en bekend, de leuke R5, de grote R20 en 30, de wat onbekend gebleven R14, net als de R9/11. Allemaal wagens die het merk naar buiten brachten en bij ons in de Lage Landen onderdeel waren van het rijdend decor.

Zoals later de Clio en Twingo, de Megane, Vel Satiz en zo meer. Daarnaast de bestelwagenreeks Trafic, vrachtwagens, bussen, en nu op weg naar een deels elektrische toekomst. Renault produceert in allerlei landen over de hele wereld. In Zuid-Amerika, Rusland, China, Noord-Afrika, Turkije, Roemenie en zo meer. Het is een groot concern en zal voorlopig nog wel even dominant aanwezig zijn.

De roest heeft men wel iets achter zich gelaten, een deel van de vaak hardnekkige technische problemen ook. Bedenk ook maar dat Renault ook vliegtuigmotoren bouwde, scheepsdiesels en zo meer. Een fraai bedrijf waarop de Fransen terecht aardig trots zijn. (beelden: archief)

Zwart-wit – geen mening!

Zwart-wit – geen mening!

Wie mij de afgelopen pakweg 16 jaren heeft gevolgd op mijn diverse weblogs met een mening als uitgangspunt weet dat ik nog wel eens stevige stellingen betrek. Zwart is zwart en niet wit! Simpel. Maar ook dat ik zal strijden met open vizier om een mening of stelling te verdedigen die kan rekenen op een boel reacties van hen die het er al dan niet mee eens zijn. Zo lang die discussies niet op de persoon worden gevoerd zal ik hem gaande blijven houden. Slechts voor de lieden die beginnen met schelden of zelfs kreten gebruiken die ik als ongepast of onwaardig beschouw sluit ik de tent.

Immers, mensen verschillen van elkaar. Ware dat niet zo zouden we net als in Noord-Korea of Turkije kiezen voor die ene leider en diens doctrine als slaven volgen. Nederlanders zijn vaak stevig van de meningen en het is ook niet zo gek dat je hier in ons Madurolandje tientallen politieke stromingen tegen komt waarop kan worden gestemd. Daarbij is het midden, in mijn jargon de stromingen van de geen echte mening verkondigende lieden, vrijwel verdwenen.

Nederland verdeeld in twee kampen. Uiterst links (of de populistische afgeleiden daarvan als D66) wat vooral jongeren zonder al te veel ervaring maar des te meer idealisme meebrengt, en rechts waar de meerderheid van onze kiezers nog steeds voor gaat. En die meerderheid heeft veelal te maken met alles waar de linkse minderheid een heel verhaal omheen hangt maar aan de andere kant alle negatieve aspecten van wil verzwijgen. Links en rechts uiterst verdeeld. Deels door wat er in Nederland zelf plaatsvond in het verleden. De moorden op Fortuyn en Theo van Gogh zijn nog niet uit het collectief verleden verdwenen. Daders waren extreem-links en moslim-extremistisch. Daarna volgden de vele aanslagen door vertegenwoordigers van die laatste groeperingen overal ter wereld. Moet je niet raar kijken als de weerstand tegen nog meer nieuwkomers met juist die achtergrond groeit. Corona maakte ook nog eens duidelijk waar de scheidslijnen in de maatschappij lopen. Wel of niet gevaccineerd willen worden, het was en is een heel thema. Net als een oorlog in Oekraine of zaken als de ondemocratische staatsgreep door ongekozen bestuurders in Brussel. Alles is reden of aanleiding voor discussies.

Ook hier. Maar een ding staat overeind, wie op inhoud kan en wil discussieren is en blijft welkom. Wie scheldt, liegt, dreigt of wat ook mag vertrekken. De democratie kent zo haar grenzen. Die rekken we elke dag een stukje op, maar zodra onfatsoen een rol gaat spelen is het zelfs voor mij, man van de verhalen en stellingen, maar zeker ook het vrije woord, klaar. En wie geen behoefte heeft aan mijn (al dan niet afwijkend) commentaar hoeft het maar te zeggen. Ik maak me dan (met tegenzin) los van mijn democratisch recht daar op….. En verder, wens ik iedereen een geweldig weekend en prachtige verdere junimaand toe…. (Beelden: Prive/archief)

Merk met de leeuw; Peugeot!

Merk met de leeuw; Peugeot!

Een merk dat bij veel mensen, ook als ze niet zo thuis zijn in de automotive-wereld, een bekende klank heeft is het Franse Peugeot. Tegenwoordig centraal onderdeel van Stellantis, waarbinnen ook Citroen, Fiat, en Chrysler en Opel opereren, is het een van de oudst bekende autobedrijven van de wereld. Al in 1889 bouwde Peugeot haar eerste voertuigen.

Men bood heel wat verschillende modellen aan in zowel de personenwagensector als bestelautomarkt, maar werd ook zeer bekend als fabrikant van tweewielers. Peugeot heeft een goede klank, bouwde altijd aparte auto’s, al vermeed men wel de experimenten die bij Panhard of Citroen zo gebruikelijk waren. In 1945 startte Peugeot haar auto-productie alweer op toen de geallieerden de Duitsers hadden verslagen en men kwam op de markt met een vooroorlogs model, de 202, die voor de oorlog ook al succesvol was verkocht.

Opvallende aan die auto was de plaatsing van koplampen achter de centrale grille. Wat het voordeel was van die constructie is mij niet duidelijk, wel zal hij er aardig door zijn opgevallen. Een heel bekende verschijning werd de 203. Uitgebracht in 1949 had die auto voor die tijd moderne lijnen met een aflopende rug.

De auto had een vrolijk knorrende 1.3liter grote vierpitten onder de relatief lange neus en reed prima. Apart waren de Familiale stationcar waarin je een halve schoolklas kon vervoeren en de zeer exclusieve Decouvrable met neerklapbare kap. De 203 deed zijn ding tot en met 1955, waarna de bij Pininfarina uitgedachte 403 zijn opwachting maakte. Motorisch gelijk aan zijn voorganger, ruimer, maar verder niet al te modern.

Maar juist dat maakte dat hij 12 jaar in productie bleef. Ook hier waren een stationcar en cabriolet leverbaar. De 403 werd weer opgevolgd door de statige maar zeer elegante en bijster fijn rijdende 404. Echte reiswagens, en wie er het geld voor had kocht hem met lederen bekleding. Zelfs benzine-inspuiting was leverbaar en bij de meeste 404’s waren schuifdaken standaard. Toen daarvan een dieselmotor verscheen werd de auto de ideale taxi.

En zo ging die lijn maar door. De 504 kwam in 1968, mooi vormgegeven en als stationcar ongeveer de ruimste in zijn klasse. Kleinere modellen werden de mateloos populaire 204 en 304. Daarvan werden er miljoenen gebouwd en ze waren ook bij ons in Nederland zeer gevraagd. Een grote auto was de 604 die in 1975 uitkwam en een zescilinder in huis had die maakte dat je lange trips zeer comfortabel aflegde.

Echt succesvol werd deze limousine overigens niet. Als ik dan de sprong maak naar tegenwoordig zie ik Peugeot met een gamma vol SUV’s en elektrische voertuigen. Het wat bijzondere van het leeuwenmerk is eigenlijk verdwenen. Maar men is wel bezig met de toekomst. Hoe onzeker die ook mag zijn. Men bedient andere markten met diverse verschillende modellijnen en kent in veel landen een behoorlijk marktaandeel. Voor klassiekerliefhebbers zijn er ook voldoende aanbiedingen te vinden.

Denk maar eens aan die giftige 205 Turbo waarmee je 210km/u kon halen en heel wat Golf GTi of Astra GSe-rijders kon en kunt frustreren. Peugeot is een merk waar we nog lang van zullen blijven horen. En vaste waarde in het Frankrijk van nu als automobiele grootmacht. Waarbij de samenwerking in de groep waartoe men behoort zal zorgen voor uitwisseling van techniek en methodes van marktaanpak. En wie liever een Opel koopt of zo, bedenk maar dat ook dat merk baseert op alles wat bij Peugeot vandaan komt. Zegt genoeg…Helaas is de ruimte in dit blog niet voldoende groot om alle modellen van Peugeot door de jaren heen hier te laten zien of te bespreken. Maar dat zegt ook veel over de omvang van dit Franse merk met die trotse leeuw in het logo. U wilt me wel vergeven denk ik… (Beelden: archief)

De tand des tijds…

De tand des tijds…

In mijn interessegebieden zitten wat Social-Media-groepen die af en toe fraaie oude plaatjes posten waarop bijvoorbeeld auto’s uit de jaren 60/70 of zo met daarbij allerlei aantrekkelijke dames. Al dan niet in de toen gebruikelijke vrouwelijke dracht. De vertrutters van deze wereld hadden toen nog geen grote invloed en over het idee dat de dames wellicht achter de schermen door fotografen of zo werden betast (ik overdrijf nu even schromelijk) dacht niemand na. We spraken nog gewoon Nederlands, Frans of Spaans en het Engelse #Metoo gedoe was onbekend. Hoe dan ook, tijdens een van die sessies merkte iemand van die groepen op dat het toch wat is, die dames waren intussen ook klassiekers (..) geworden net als die auto’s. Ik vond het wel een confronterend idee.

Net zo als wanneer ik door die oude dia’s heen ga en zie dat indertijd bezochte artiesten intussen oud zijn of al zijn hemelen, familieleden of vrienden het pad naar boven allang hebben gevonden en eventuele slanke en soepele lijven en leden wel enkele kilo’s geleden zijn. Zelfs mensen die altijd jonger waren dan ik ben of was, zijn intussen op leeftijd gekomen. Overgang, grootouderschap of zelfs pensioen wordt nu ook door hen bereikt. Het gaat zo snel allemaal. Bij een van de op zo’n beeld aantrekkelijke dames ging ik eens zitten berekenen hou oud die nu moet zijn als ze nog in ons land der levenden rondloopt op haar toen zo slanke benen. Nou, ware zij toen pakweg 20, is ze nu 72.

Mai mai toch een mooie leeftijd om tenminste moeder dan wel oma te zijn. De glans van de jeugd verdwenen, de ondeugd uit het lijf verbannen, van korte rok naar lange lappen, van blond naar grijs, van staand naar hangend. De oude Meninggever voelde zich meteen een stuk plezieriger. Het ouder worden is dus niet alleen voor hem van toepassing, we lijden er allemaal aan. Zelfs de toen zo mooie dames. Van filmster tot fotomodel. Sommigen daarvan doen er alles aan om zich via kunst/vliegwerk jonger te laten lijken. Ze doen aan sport, yoga of wat ook om het functioneren nog wat soepeltjes te laten verlopen. Net als die oldtimers. De nieuwe wagens van toen, goed onderhouden, altijd binnen gestaan en met weinig kilometertjes op de klok. En vaak kunnen die dames dat allemaal niet beweren. Geen wonder dat ze dan niet meer zo fraai ogen als toen…… Zijn net mannen….. En meteen een waarschuwing dat ons allen dit bij goede gezondheid zal overkomen. (Beelden: Eigen archief)

Heb ik wel iets mee – Oldsmobile…

Heb ik wel iets mee – Oldsmobile…

Het Amerikaanse automerk Oldsmobile bestaat intussen niet meer, maar ik had er een tijdje wel iets bijzonders mee. Immers, ooit waren drie achtereenvolgende wagens van dat merk mijn persoonlijke vervoer. Ingeruild, ingekocht, maar goed voor een periode van zeer plezierig en comfortabel zoeven over de Nederlandse wegen. Want Oldsmobile was een merk van echte Yanktanks. Bakbeesten van auto’s met een historie die al startte in 1891 toen oprichter Ransom E. Olds een driewieler bouwde die door stoom werd aangedreven. Later bouwde hij ook wagens met vier wielen en benzinemotoren.

Zelfs elektrische wagens schuwde hij niet. Maar echt geld verdienen met zijn vervoermiddelen deed hij niet. En zo kwam het bedrijf in 1908 in handen van het grote General Motors waar het onderdeel werd van de portfolio waarin Oldsmobile boven Chevrolet werd gesitueerd. Olds zelf vertrok bij zijn bedrijf en richtte later het truckmerk REO (naar zijn initialen) op waarmee hij flink furore kon maken. Oldsmobile bracht na de oorlog haar series 70 sedans op de markt, en was daarmee de eerste binnen General Motors die weer personenwagens produceerde. De 1946 modellen waren niet veel meer dan vooroorlogse types met een nieuwe grille, maar het maakte de toenmalige kopers weinig uit.

Tussen 1946-50 was er keuze uit een zescilinder of een achtpitter. Vermogens tot 111 pk. Oldsmobiles als de auto voor de geslaagde zakenman of dokter. Nieuw was de 98 die in 1948 uit werd gebracht en als toevoeging de naam Futuramic meekreeg. Oppervlakkig leek hij wel wat op een Chevrolet, maar bij Oldsmobile was nu ook al een V8 te koop die toch moderner was dan alles wat bij de goedkopere zustermerken te vinden was. Deze wagens bleken goed te verkopen en zouden tot en met 1951 in productie blijven. Door de jaren heen volgden heel wat aansprekende Oldsmobiles zoals de 88, de Super 88, waarvan de versie uit 1958 wel heel erg aansprekend was. Er hing een heel gewicht aan chroom aan deze wagens en je viel er wel mee op.

Deed je ook met een 6 liter grote V8 die je in alle rust en luxe anno 1958 naar de 170km/u opstuwde. Latere Oldsmobiles kregen uiteraard vleugels, hydramatic-automaten, rem- en stuurbekrachtiging en zelfs een goed werkende klok in het dashboard. In de jaren zestig waren het de Cutlass-modellen die klanten moesten trekken. Open of dicht, sedan of stationcar en met alsmaar groeiende V8-blokken. 7 liter inhoud was nu al normaal geworden (1965) maar het kon allemaal nog groter.

Want in 1966 kwam Oldsmobile met een sensationele auto op de proppen. De Toronado. 5,4 meter lang, een loeikrachtige 7,5 liter grote V8 voorin die je naar 200km/u bracht, maar vooral opviel door zijn voorwielaandrijving. Voor Amerikanen bepaald even wennen. De wagen was goed voor een verbruik waar je ook even aan moest wennen, 1 op 3 was redelijk normaal, maar dan kreeg je ook wat. Nu best gezochte klassiekers. Bleef 5 jaar in productie en er zijn ook in NL nog best de nodige van geleverd. Gek genoeg werd zijn opvolger weer gewoon een Amerikaan als zoveel anderen.

OK, je kreeg nu schijfremmen geleverd, maar opvallen deed hij niet meer. Toch waren de verkopen in de VS nog steeds goed. Gold ook voor de mateloos succesvolle Cutlass die in 1973 een nieuwe carrosserie kreeg. En op basis daarvan werkte men de serie uit. Met name de stationcar-versies waren mateloos populair. In de jaren tachtig kreeg deze reeks ook een V8 dieselmotor in het vooronder. Ouderwetse motoren, maar ik weet dus uit ervaring dat een verbruik van 1:10 voor een dergelijke grote en zware auto best goed was. Zeker omdat de Diesel toen per liter iets van 30 Eurocent kostte in ons landje..

Een onderdeel van de strategie bij GM om ook met compacte wagens de wereld te veroveren was de X-serie. Chevrolet, Buick en Oldsmobile moeten die wagens vermarkten. Bij Oldsmobile deed men dat met de Omega-reeks. Naar onze begrippen nog steeds grote wagens, typisch Amerikaans, maar uitgerust met een relatief bescheiden 4-cilindermotor of tegen meerprijs een zespitter. Het succes duurde maar kort, de Amerikanen zijn niet zo van de kleine wagens en hoewel deze serie niet echt klein was, het manco van een 8-cilinder deed zich gelden.

De serie verdween in stilte. Toch leed ook Oldsmobile onder het best volle portfolie van General Motors. De wereld was veranderd, en badge-selling zoals GM dat deed (net als Chysler overigens) bleek langzaam aan verliesgevend. Men offerde merken op, Oldsmobile werd daarvan begin deze eeuw het eerste slachtoffer. Blijft jammer. Maar ik koester natuurlijk de herinneringen aan de ritten met die wagens van toen. En ook de vele reparaties. Want o wee wat zaten die Amerikanen van toen soms matig in elkaar…..(beelden: Archief)

Polenese…

‘Aan mijn lijf geen polenese meer’ stelde de vrouw zeer stellig tegen de interviewer die haar vragen stelde over haar relatie met de wat corpulente man naast haar. Die keek maar wat weg van de camera die op het stel gericht was. Hij wist het wel wat zij bedoelde maar de interviewer rook bloed en vroeg door. ‘Hoe bedoelt u dat? Is uw huwelijk afgelopen dan?’. ‘Nei’ zei de magere maar zwaar opgemaakte vrouw van diep in de 50 zeer duidelijk, ‘maar d a t hebben we gehad en ik voel ook geen behoefte meer’. ‘We hebben het verder goed hoor, maar der zijn nu kinderen en ik heb zelfs al een kleinkind, dan hoeft het voor mij niet meer”. Fel keek ze van de interviewer naar de man die haar echtgenoot was met een blik van ‘kijk nu eens wat er van hem geworden is’. Het bleek dat de man ziek was geworden van (door) zijn werk, langdurig thuis was komen te zitten en dat die situatie de relatie niet had verbeterd. Haar hele schema raakte in de war, ze moest hem verzorgen, zag hem niet meer als man of echtgenoot, maar meer als patient. En dat had alle andere gevoelens gedood bij haar. ‘Tja, en kijk, ik ben weliswaar nog niet oud, maar oud genoeg om aan te geven dat het voor mij niet meer hoeft. We kijken samen tv, gaan naar de kinderen of de buren op visite, eten er goed van, maar ja het is ook geen vetpot. En als ik mijn sjekkie heb en de hond kom ik de dag wel door’. De man zuchtte….Hij verlangde wel naar intimiteit, maar dat werd hem door de vrouw met wie hij al heel wat jaartjes samen was eenzijdig ontzegd. Dus was hij gaan drinken. Niet goed voor zijn kwalen, maar ach je moest wat en het hielp hem de ergste zielepijn te verdoven. Hij keek nog eens in de camera. Als ze dat ding nou zouden uitzetten en die lui vertrokken kon hij een biertje uit de koelkast halen en er eentje nemen op het huwelijksgeluk dat nu zo vlak was geworden. Aan polonaise dacht hij niet meer. Wel aan die fraaie jonge deerne die hij laatst in de kroeg had gezien. Met alles er op en aan. En hij bedacht dat zijn vrouw ook ooit zo aantrekkelijk was geweest. Wanneer ook al weer, nou dat was toch wel…..uh….dertig jaren en kilo’s geleden.

Risico’s

Risico’s

In de periode van intussen dik anderhalf jaar dat er een onzichtbaar maar kennelijk gevaarlijk virus door onze samenleving waarde, reden we zeker in de auto heel wat minder dan voorheen.

Je zou denken dat dit een gunstig effect had op veel waar de linkse kerk graag naar wijst. Maar dat bleek minder het geval. De CO2 uitstoot bleef gewoon gelijk. Het totale verkeer was nog maar een fractie van voorheen, maar die uitstoot bleef gelijk. Vreemd. Confronterend ook het feit dat het aantal verkeersdoden in dat zelfde verkeer weliswaar terugliep (2020 tov 2019) maar dat we met name een verschuiving zagen bij de vervoersmiddelen waarin/op men dodelijke ongelukken constateerde. Auto’s daalden qua aandeel flink, maar het aantal doden in het verkeer op de fiets steeg sterk. En dat bleek ook de enige sector waar het aantal doden flink steeg. Van 203 in 2019 naar 229 in 2020.

Een derde van al die betreurde doden verloor het leven bij ongelukken met e-bikes. En dat is confronterend. Want juist de overheid, gesteund door allerlei milieu-organisaties zetten in op beleid om ons allen uit de auto op de e-bike te krijgen. Immers, zoveel beter voor het klimaat in bijvoorbeeld China en zgn. vrij van uitstoot. Maar de gevolgen van die omschakeling op tweewielers heeft bijkomende effecten die niet bepaald plezierig zijn. Gek genoeg zie je in alle andere categorieen verkeersdeelnemers dalingen. Ook bij scooters en brom/snorfietsen. Maar die e-bikes springen er bovenuit. Oorzaak en gevolg natuurlijk ook gemeten. En dan blijkt dat vooral veel ouderen kiezen voor zo’n elektrische fiets. En die gaan er dan ook meteen hele einden mee rijden op relatief hoge snelheid. Ze denderen door het verkeer heen zonder al te veel inzicht van regels en verwachtend dat andere weggebruikers hen wel de ruimte gunnen hun snelheid te ontwikkelen.

Datzelfde beeld zie je ook bij wielrenners. Een belangrijk deel van die verkeersdoden heeft ook van doen met hen die menen dat elke openbare weg dan wel fietspad bedoeld is om het wereldrecord snel van A naar B fietsen door hen mag of moet worden verbroken. Men rijdt tegen de rijrichting in over rotondes, neemt bij verkeersremmende zaken voor auto’s niet de voor fietsers ingerichte uitwijkstroken maar blijft keihard doorrijden op de autowegen en zo meer. Dat er dan doden en gewonden vallen is min of meer te verwachten. En cijfers liegen niet mensen. Kortom, veel pleit om de fiets te laten staan en gewoon per auto te reizen en als het niet anders kan het OV te nemen. De cijfers voor dit jaar zullen niet veel anders worden vrees ik. De doelstelling van het SWOV om in 2020 nog maar (..) 500 verkeersdoden op jaarbasis te behalen is met een totaal van 610 nog lang niet bereikt. En dat in een jaar waarin de economie in de lockdown stond en het verkeer net aan 45% van het normale totaal bereikte. Dat belooft niet veel goeds voor als we weer massaal de weg op gaan zoals we in de tweede helft van dit jaar ongetwijfeld gaan doen….U bent gewaarschuwd…(beelden: Archief)