Gek op Duitse waar….

Als het gaat om de smaak van automobilisten in ons land, laten we wel zijn, die wordt maar voor een deel bepaald door de particulier, zeker ook door leaserijders, blijkt dat men gek is op Made in Germany. Niet onterecht natuurlijk. Want de meeste merken die daaronder vallen zitten op veel terreinen op de eerste rij qua kwaliteit, comfort, luxe en veiligheid. We zijn er gek op, en dit al jaren. Van alle verkochte nieuwe auto’s in ons land was vorig jaar 37% Duits. Mercedes, Audi, BMW, Volkswagen, Opel, we zijn er gek op. En dat was eigenlijk al vrij snel na de oorlog zo. Want die Duitsers snappen veel van wat de gemiddelde automobilist zoal zoekt in zijn vervoermiddel. Maar vooral de betrouwbaarheid die spreekwoordelijk is voor een Duitse auto, sprak aan. Plus de relatief hoge inruilprijzen nog steeds.

Ooit was Opel decennia lang het best verkochte merk van ons land. Logisch, want men had een breed aanbod modellen, voor de particuliere koper altijd wat prijsvoordeel, en voor meneer de directeur auto’s die op Amerikaanse leest waren geschoeid. Ruilde je dan na twee jaar in, kreeg je zowat de nieuwprijs terug omdat er een ongekende vraag naar tweedehands wagens van het merk bestond. Zelfde zag je bij Volkswagen. En eigenlijk is er niet zoveel veranderd, al zijn de inruilprijzen dan iets veranderd door de aangepast bij de huidige automarkt.

Op grote afstand van die Duitsers bewegen zich de Fransen. Veelal toch voor mensen geschikt die kunnen leven met iets fraais waar af en toe toch een vlekje aan kleeft. Peugeot, Citroen, Renault de grote vertegenwoordigers. Wie graag naar Frankrijk op vakantie gaat is er veelal voor in, telt gevoel en aanbod bij elkaar op en ziet in alles dat typische Franse karakter. En dat gaat ook al jaren zo. Al loopt het aandeel Franse wagens elk jaar terug in de verkoopstatistieken. Vaak niet in de pechstatistieken, en wellicht dat dit e.e.a. verklaart.

Op plek drie, Japan. Vrijwel constant rond de 15% marktaandeel voor alle merken. En die merken hebben tegenwoordig veelal een wat grillige modelpolitiek en een breed gamma. Japanse auto’s zijn ook niet meer per definitie goedkoop. Je valt nu voor uiterlijk, uitrusting, techniek of baseert je keuze op ervaringen in de praktijk.

Een soortgelijke situatie zien we bij de Koreanen. In principe kent men uit die hoek twee grote merken, Hyundai en haar dochter KIA, een enkeling zal ook Ssangyong nog kunnen noemen. Koreaanse merken doen na wat de Japanners 50 jaar eerder deden. Op prijs en uitrusting trachten te scoren, maar sinds de invoering van EuroNCAP-botsproeven en de wens om op fatsoenlijke stoelen te kunnen zitten in zulke auto’s, zijn de prijzen bepaald niet meer laag te noemen. Fatsoenlijke auto’s zijn het veelal wel en de kwaliteit begint aardig op te lopen. Maar veel merkgevoel stralen die merken nog steeds niet uit. Je koopt er vaak een die je leuk vindt of aantrekkelijk lijkt qua uitrusting, dan wel om de nieuwe milieuvriendelijke aandrijftechniek. Enorm gegroeid is het aandeel Amerikanen in ons land. Vorig jaar steeg dat van 2,2% naar 7,2. En waar kwam dat door? Tesla! Fiscale voordelen op hun Model 3 zorgen voor flinke aantallen registraties. Of dat zo blijft? Ik betwijfel het.

Want deze wagens worden vooral fiscaal gestimuleerd, zijn puur bedoeld voor zakelijk verkeer en kosten ook het nodige. Van de andere Amerikaanse merken horen we weinig meer. Met een marktaandeel van 4,2% doen de Tsjechen het daarentegen uitstekend. Slechts een enkel merk uit dat Midden-Europese land houdt de ballen hoog; Skoda! Met Duitse techniek en Tsjechisch vernuft weet men telkens weer te verrassen. Van een puur-elektrische stadsauto tot een grote SUV, alles is nu te koop bij Skoda. Knappe prestatie. Uit Zweden komt tegenwoordig ook nog maar een enkel merk, Volvo. Al zetelt de moeder van dat bedrijf anno 2020 wel in China. Het is en blijft vooral een zakelijk merk en daar scoort men nog steeds goed. Tussen al die overige landen wil ik nog even naar de Italiaanse merken. Ooit giga-groot in ons land, met dank aan Fiat, nu verworden tot een autodwerg met maar 1,1% marktaandeel.

Waaronder dan ook nog Alfa-Romeo moet worden geteld. Niks meer van over. De ware liefhebber zal er voor blijven gaan en al het andere maar saai noemen, maar het zegt toch wel iets over de veranderend markt. Lancia totaal verdwenen, Ferrari alleen voor de echt rijken, net als Lamborghini of Maserati. Liefhebbersauto’s. En dat is best kniezen. Zeker als je ziet dat een vroeger submerk van Fiat, SEAT nu in haar eentje bij ons twee keer zoveel auto’s verkoopt als het vroegere moederbedrijf. Het kan dus verkeren. Zeker in de marges….(Beelden: Yellowbird archief)

Werken op Schiphol – 8 – Het belang van luchtvracht!

Tegenwoordig lijkt het wel of sommige mensen terugverlangen naar de tijden van de zeilschepen en paardentram in plaats van te beseffen dat hun welvaart voor een belangrijk deel wordt onderhouden door de voordelen van de moderne luchtvracht. Een beetje vliegtuig van nu neemt 100 ton betalende lading mee en brengt zelfs uit de scheepvaart bekende containers veilig en snel naar de andere kant van de Aarde. In de jaren dat ik op Schiphol aantrad stond die luchtvracht nog wat in de kinderschoenen, ook al leek het toen al een aardig professionele organisatie. Eigenlijk stamde de sector uit de pioniersjaren van de commerciele luchtvaart toen men om de kosten van dat vliegen te drukken in eerste instantie post ging meenemen. Zelfs als een beetje vliegtuig van toen een paar dagen onderweg was om van punt A naar B te komen, schepen deden daar weken, soms maanden over.

De bloemenhandel in Aalsmeer bloeide pas echt op toen men de voordelen van het vliegen begon in te zien, en KLM nam onder leiding van Plesman direct een vooraanstaande positie in binnen dit gebeuren. En dat zou heel lang zo blijven. Die tijdsvoordelen bleven bestaan. Ook in mijn werkzame jaren in die branche was simpel uit te leggen dat schepen weliswaar meer lading meenamen, maar er door de lange reisduur veel nadelen aan te wijzen waren om niet voor dat vervoer te kiezen. Bulklading was wellicht handig, maar sommige bederfelijke, of spoedlading was per boot domweg te lang onderweg. Bedenk maar eens dat indertijd veel schepen onderweg heel wat havens aandeden om overal lading op te pikken of te lossen en je wist dat een vliegtuig dat van veel minder vliegvelden gebruik maakte het altijd won.

Tuurlijk, lag aan aard van de goederen, maar de wereldhandel kwam toen net weer wat op gang en dus werd het aandeel goederen dat per luchtvracht werd aangeboden ook steeds groter. En bij sommige lading mocht het iets kosten. Want zelfs met de veel hogere kilotarieven voor luchtvrachtverzending was hoogwaardig goed nauwelijks duurder als het eenmaal op de plek van bestemming werd uitgevent. Dat gold dus ook voor die eerder genoemde bloemen. Reken maar gewoon om per bloem en je ziet dat in de verkoopprijs maar zeer beperkt terug. De omvang van het veilingcomplex in Aalsmeer of dat bij Rijnsburg was nooit zo groot geweest als Schiphol de wereld niet dichterbij had gebracht. Luchtvracht dus als motor voor de economie.

Maar daarnaast ook een toen net nieuwe industrie, die van de olie-exploratie op de Noordzee. Indertijd nieuw, kostbaar en dus kwetsbaar. Een booreiland dat het ‘even niet doet’ was er niet bij. Elk onderdeel moest per vliegtuig en supply-boot of helicopter worden aangeleverd en dat mocht iets kosten. In ieder geval was het dus groei, groei, groei in die jaren waarover ik schrijf. En dat ging heel snel. Want toen ik aantrad waren propellervliegtuigen met zuigermotoren nog de norm voor dat vrachtgebeuren, al snel werden dat grotere turboprops en straalvliegtuigen en een jaar of vier later de zgn. Jumbojet. En die laatste nam in zijn ruimen onder de passagierscabine al bijna net zoveel vracht mee als een beetje vrachtvliegtuig vijf jaar eerder deed. We kregen ook gespecialiseerde vrachtcarriers met een dienstregeling die tot op de minuut nauwkeurig werd gevolgd. Professionaliteit verving ‘wilde-vaart-denken’, kwaliteit won het van ‘we zien wel’. Al bleven er natuurlijk uitzonderingen. Ik zal daarover nog wel eens wat schrijven. Hoe dan ook, ik hoop een beetje een inzicht te hebben gegeven in waarom die luchtvrachtlogistiek zo’n vlucht nam en waarom hij nu niet meer weg te denken valt uit onze samenleving en economie. De zeilschepen zijn geschiedenis en daar moeten we ook niet meer naar terugverlangen. En hoe belangrijk vrachtvliegen is bewijst de huidige coronacrisis. Met dank aan de vrachtvliegende zilveren vogels komen we aan zaken die onze zorgsector zo hard nodig blijkt te hebben. Ga maar wachten op een boot die er drie maanden over doet tussen fabriek en Nederlandse haven. Ik bedoel maar… (Beelden: Yellowbird archief)

De U van Uitverkoop!

Ik ben in mijn hart nog van de ouderwetse uitverkoop. Van die acties bij winkelbedrijven waar de suggestie werd gewekt dat je met enorme voordelen op de gekochte artikelen de deur uitwandelde. Zo was er niet ver van ons vroegere woonhuis, ik refereer nu aan een periode uit mijn eerste jeugdjaren, een lampenwinkel in de belendende winkelstraat op de hoek waar vroeger mijn kleuterschool te vinden was. ‘Het Lampenpaleis’ heette die winkel. Normaal kon je daar het hele jaar door lampen en armaturen kopen tegen modale of bovenmodale prijzen, maar een keer per jaar hielden ze een super-uitverkoop. Lampen voor 1 gulden of zo. Wie het eerste kwam had de grootste kans zijn slag te slaan. En dat deden de mensen uit de buurt met liefde. Ze stonden halverwege de nacht al voor de deur. Het succes was groot. Maar op enig moment werd de concurrentie dat ook en was het gedaan met die lampenzaak. Failliet! Zo verging het V&D onlangs ook. Ondanks acties als het Prijzencircus en zo meer was het bedrijf niet in staat haar klantenkring vast te houden. De redenen vast bekend.

Een van die redenen het bestaan van zgn. ‘kortingsketens’ die met constante lage prijzen in staat blijken hele stromen klanten aan zich te binden. Denk maar eens aan de Action en soortgelijke bedrijven. Daarnaast zie je dat die uitverkoop niet meer zo is geregeld dat het een of twee keer per jaar plaatsvindt. Nee, bij sommige bedrijven is het een kwestie van altijd uitverkopen van die overbodige spullen en sommige ketens noemen dat dan ‘outlet’winkels. Altijd voordeel. Altijd uitverkoop. Het romantische overnachten voor de deur van een zaak is nu voorbehouden aan de verkooppunten van mobiele telefoons of Games. Daar wil men nog wel wat moeite voor doen, zeker als er iets nieuws verschijnt. Voor de rest is het een kwestie van uitzitten. Uitverkoop is het overal en kennelijk altijd. Van/voor. Maar wel goed opletten wat de oorspronkelijke prijs ook al weer was. Want als je soms goed kijkt zie je dat die bruto/verkoopprijs gewoon wordt opgeschroefd en dan daarna weer met een kortingspercentage afgewaardeerd.

Waardoor je uiteindelijk de normale prijs betaalt. Met een uitzondering. De Prijzenmepper. Dat is een keten die als een soort pop-up-store verschijnt in de winkelstraten door het hele land en dan uitverkoopt wat o.a. bij Kruidvat en Trekpleister in de schappen bleef liggen. Tegen ramprijzen. Waarover je aan de kassa nog eens korting krijgt. Is men eenmaal leeg verkocht is het weer over en uit en verdwijnt de winkel weer naar elders. Leuke formule. En toch…ik mis dat Lampenpaleis. Vast een nostalgisch trekje van me. (Foto’s: Internet/FlickR)

 

 

Kringloop van smeltende ijsbergen…

ijs-1Als je de meestal linkse en fanatieke milieupartijen moet geloven staat de wereld op dit moment de ene ramp na de andere te wachten. Omdat we maar  niet willen betalen voor onze vervuiling, (men bedoelt eigenlijk dat we gewoon een alsmaar oplopende  boete betalen voor ons bestaan, een boete die na ontvangst kan worden ingezet om andere leuke dingen van te doen, maar zelden om het milieu daadwerkelijk te redden) smelten de Polen af en komt al dat waardevolle ijs van bijvoorbeeld Antarctica in het omringende zeewater terecht. En dat zou slechts heel slecht nieuws zijn volgens die altijd luid schreeuwende lobby. Maar dan lees ik een artikel in het toch redelijk bij de les zijnde tijdschrift Quest van een jaar of wat geleden. Het fenomeen smeltend ijs wordt daar niet alleen gezien als een soort ramp, maar vooral als een zegen voor veel dieren in de oceaan.

ijs-2Het waarom zit hem in de binnen de ijsmassa’s opgesloten voedingsstoffen als nitraten  en ijzer. Smelten die ijsbergen lost dat spul in de zee op en vormt een voedingsbodem voor het plankton. Dat fytoplankton is weer een maaltje voor kleine diertjes die wij als krill kennen. Maar ook walvissen en dolfijnen kennen dat krill en eten daar tonnen van. Ook pinguins, albatrossen en andere grote dieren in de oceanen zijn er gek op. Je reinste kringloopsysteem dus. En niet alleen maar slecht nieuws. Daarbij blijkt uit dat artikel ook dat ijsbergen op zich broeikasgassen uit de lucht halen doordat het eerder beschreven effect van die omzetting van voedselstoffen naar krill een groene drap veroorzaakt die net als bossen en struiken fotosynthese veroorzaakt wat o.a. CO2 op vangt. Gaat plankton dood, zakt het naar de bodem, inclusief die kooldioxide.

ijs-3Een klein deel van de opwarming van de aarde wordt zo teniet gedaan. Het is dus absoluut niet alleen maar kommer en kwel op milieugebied. Ook al zijn de onheilsprofeten dan vaak zo eenduidig in hun verslaggeving. Ik noem het maar propaganda met als doel om ons te ontdoen van een moderne leefstijl. Een leefstijl die overigens best iets mag worden gematigd hoor, daar niet van. Maar met lastenverhogingen zoals men in die linkse kringen altijd schermt krijg je het milieu echt niet schoon. Met belonen van goed gedag mogelijk wel. Blijf dus weg bij partijen die u dat eenzijdige verhaal maar blijven vertellen. Vaak hebben die een  groen logo! (Foto: Internet/BMA)

Reizen in een sardienenblik…

WP_20160531_021We zouden onlangs weer eens voordelig gaan treinen. Niets zo leuk als je laten rijden en dan nog naar een plek waar het leuk toeven is en je nog gastvrij wordt ontvangen. Voor ons zijn veel van die plaatsen in het zuiden van ons land te vinden. Dus op naar het station waar we de rechtstreekse trein naar Maastricht/Heerlen konden nemen. Op zich ging dat prima, ware het niet dat de trein te laat arriveerde. Net als de treinen naar Nijmegen/Arnhem, ons alternatief qua bestemmingen. Als de een te laat is komt de volgende in het NS-schema er achteraan en loopt dus ook vertraging op. Het treintype dat ons uiteindelijk vervoerde was een zgn. koploper. Dat zijn wat oudere treinen met enkele etage, waardoor je al snel het gevoel hebt dat je het warm krijgt en dat die gele rups wel erg over de rails heen en weer slingert. Bij een auto zou ik denken aan doorgesleten spoorstangen of slechte schokdempers. Vanaf Utrecht reden we intussen soms stapvoets naar Den Bosch. Geen uitleg van het personeel, maar we stopten zelfs op het station Culemborg, waar de deuren dicht bleven, dus dat was vast niet gepland. Wat we wel hoorden was dat het achterste deel van de trein in Eindhoven zou blijven staan, de voorste rijtuigen gingen door naar Heerlen.

WP_20160531_009Voor ons geen probleem. Wij zaten voorin, en dat bewuste treindeel passeerde onze bestemming, Roermond. Maar niet ver van Eindhoven kwam via de intercom een akelige mededeling. De hele trein bleef voorlopig hangen in Eindhoven. Er was een aanrijding geweest achter of net voor Weert en dat hield in, geen treinverkeer voorlopig. Tja. Wat dan? Bussen? Ook niks! Dus uitstappen dan maar. Eindhoven bekijken. Gelukkig was er markt, anders is het daar toch een kale toestand voor het station. De Bijenkorf bood soelaas. Een lelijk gebouw van buiten, maar prachtig vanbinnen en een geweldig aardig team. Zelden zo meegemaakt. Heerlijk gezeten met een keur aan bladen en kranten en een heerlijk stukje gebak bij de koffie/thee. Maar verder is dat Eindhoven toch niet onze stad. Terug naar Den Bosch dan maar. Gezelliger, warmer (ook letterlijk) en met een leuk centrum.

WP_20160531_026We gebruikten er de lunch op een gezellig terras, ik bezocht er een van mijn lokale favoriete winkels en we zagen dat de St. Jan nog steeds in de steigers staat. Na een paar uurtjes daar, toch maar weer op weg. Voor de spits in de trein. Ervaring leert dat je dan tot de hoofdstad kunt blijven zitten. Nou dat ging maar net aan goed. Volle en vooral korte trein stond ter beschikking op de lijn naar Schiphol. Mensen met koffers versperden overal in- en uitgangen en ook zitplekken. Handig! Hoe dan ook, we zaten en boemelden (anders kan ik het niet noemen als je soms 5km/uur rijdt) richting Utrecht. Daar stonden zoveel mensen te wachten dat het leek of we alsnog in de spits aan kwamen. Maar dat was toch echt niet zo. Alles vulde zich als een sardienenblik. Staande mensen, half op leuningen zittend, de portalen propvol. Japanse toestanden! Het werd een benauwd ritje in die Intercity. Bij het uitstappen was het een genot om de geur van de buitenlucht in te kunnen ademen. Wat een gebrek aan comfort bij die NS. Als je forens bent hou je het vast snel voor gezien. Nee, dit was niet het meest succesvolle tripje dat we ooit maakten. De bestemming niet bereikt, opgepropt in een te kleine trein en ook nog vertraging. Volgende keer gaan we toch maar weer met de auto. Dan maar een glas wijn minder…..

Het genot van echte boeken

WP_20150626_002Al eerder hield ik een vurig pleidooi voor het lezen van boeken. Gewone boeken, gemaakt van papier, voorzien van een kaft en niet afhankelijk van een al dan niet werkende batterij of wifiverbinding. Ik ben er mee opgegroeid. Wat ik ook ten nadele van opvoeding of opleiding kan aanvoeren, het lezen van boeken werd me in beide situaties gepropageerd en ik heb er heel wat plezierige momenten aan mogen en kunnen ontlenen. Dat de wereld is veranderd geloof ik wel. Maar het papieren boek moet wat mij betreft gewoon blijven. Heerlijk dat bladeren, die lucht van drukinkt, van plaatjes kijken bij meer documentair ingerichte naslagwerken. Nog steeds koop ik boeken bij. Voor als ik weer eens tijd heb….. Soms weet ik bijna zeker dat ik vermoedelijk niet zal toekomen aan het echt lezen er van, maar dan nog kan ik me niet beheersen als ik weer iets tegenkom wat de moeite van dat lezen waard zou kunnen zijn. En ik lees best veel en in hoog tempo.

Boek Donkervoort...Sommige van die werken doe ik na het lezen wel weer weg. Alles vasthouden voor nog later is weinig zinvol. Alleen die hobby-gerelateerde boeken blijven vaak plakken. Omdat ik nog wel eens iets wil nakijken. Gevolg is wel dat ik omringd ben met kasten vol van dat papieren spul. Best een logistiek probleem. Vrouwlief is ook al zo’n lezeres, al is zij meer van de fictie dan non-fictie zoals ik. Mannen lezen die laatste soort boeken het liefst begreep ik, zal het gebrek aan fantasie zijn dat ons Marsbewoners zo typeert. Vrouwen dromen graag over prinsen of doctoren die vallen voor de charmes van dat simpele kantoormeisje dat haar ridder vooral op een wit paard zoekt maar niet in het ziekenhuis. Of ze zijn bezig met het uitvogelen waarom ridder Hildebrand van Rododendron werd vermoord door zijn pages.

WP_20150623_011Nee, voor mij is een biografie van een echt interessant persoon leuker. Pas nog een aardig boek gevonden over Frits Koolhoven, de tweede vliegtuigbouwer van Nederland, die voor de oorlog met Fokker concurreerde op de luchtvaartmarkt. En niet onverdienstelijk ook nog. Gaat me weer een hoop plezier verschaffen. Weet ik zeker. Kortom, ik ben een lezer, een verzamelaar, een boekengek. En kom me nu niet aan met allerlei argumenten waarom een digitale lezer zoveel leuker zou zijn. Dat is prediken voor de heidenen. Ik zie er (nog) niks in. Eerst maar eens die stapels wegwerken….

Duitse invasie

WP_20141003_013Net als bij onze zijn ook bij de oosterburen bepaalde dagen benoemd tot ‘Nationale feestdagen’ en schijnt de bevolking zich dan acuut te vervelen op een wijze die hen doet vluchten. Zijn wij op bijvoorbeeld de ‘tweede van alle christelijke feestdagen’ onderweg naar meubelboulevard, tuincentrum of autodealer, de Duitser in de grensstreek kiest dan voor een bezoekje aan ons land. Dat op zich is geen straf. Zeker niet voor de ondernemers in de grensstreek die van de omzetten die deze Duitse invasie teweeg brengt aardig kunnen leven. Bij toeval maakten wij een keer aan den lijve mee hoe zo’n invasie in zijn werk gaat. We waren onderweg in het Limburgse en wilden even naar Roermond. Op 3 oktober jl. En dat is in Duitsland de grote feestdag vanwege de samenvoeging van de BRD met de DDR na de Wende in 1989. Symbolisch datum, maar viel dit jaar ook samen met de herfstvakantie en de Oktoberfeesten. Het zorgde voor enorme files en raad eens wie daar midden in stonden? Zeker…wij!

WP_20141003_002Nadat we de auto ergens achteraf hadden mogen parkeren, samen met honderden Duitse automobilisten, liepen we de normaal altijd zo rustieke outletstore-omgeving in die aan de rand van het centrum van een van Limburgs gezelligste steden te vinden is. Ongekend. Men struikelde over elkaar heen en stond ‘richtig Slange’ voor winkels als Ralph Lauren of TAG Heuer. In de rij om naar binnen te mogen bij zo’n relatief dure merkwinkel? Het was voor ons een nieuwe gewaarwording. We wrongen ons door de rijen heen en vluchtten richting centrum van Roermond. Waar men tenminste weer normaal ‘Nederlands’ sprak. Nou ja, het dialect van Midden-Limburg lijkt daar soms op, maar het was tenminste geen Duits. We leken wel te gast in eigen land met deze enorme aantallen mensen. En volgens de verkeersinformatie op de Smart kwamen er nog veel meer aan. Kilometers file, op alle wegen, richting Roermond, Venlo, Arnhem. Mooi weer, vrij bij de buren en winkeliers met open armen.

WP_20141003_004Een geweldige combinatie. Op het gezellige terrasje waar we even aan de koffie zaten bespraken we het met de lopende reclamezuil voor de eigen waren. De uitbater waarschuwde ons dat ‘straks in omgekeerde richting we weer vast zouden komen te zitten als we niet een andere route zouden nemen’. Indachtig dit advies deden we dat. Niet naar de A73, maar richting N273, langs Baarlo en Venlo. Scheelde veel en ik kon zonder al te veel moeite even langs bij de grote collectie vliegtuigen van de bekende autohandelaar in Baarlo. Komt geen Duitser voor, maar ik wel.