Persvlucht..

Persvlucht..

Een van de dingen die ik in mijn leven ooit met passie deed was schrijven, het is hier al eens eerder aan de orde geweest. Ik was in de loop der jaren naast boekauteur ook van de nodige bladen (hoofd)redacteur en in dat kader refereer ik hier aan een zgn. Persvlucht die ik mocht meemaken in oktober 1984. De gedachte achter die uitnodiging was dat ik namens ons toenmalige luchtvaartblad mijn ervaringen zou optekenen aan boord van een van de eerste en toen splinternieuwe Britse verkeerskisten voor de korte afstanden, de British Aerospace 146.

Het toenmalige DanAir was de maatschappij die er mee vloog en mijn uitnodiging hield in dat ik ‘een dagje onderweg’ zou zijn. Nooit weg als je gek bent op vliegen. Het werd een gedenkwaardige ervaring. Al vroeg in de ochtend stapte ik aan boord van de nieuwe kist en kreeg een plekje helemaal voorin achter de cockpit. De machine had de bijpassende registratie G-SCHH omdat dit type zo stil was voor omwonenden (..). We vertrokken op tijd naar Bristol. Daar was het, zo bleek, berenslecht weer.

Omdat de statijd zo kort was mochten we aan boord blijven, wat gezien de regen niet verkeerd was. Daarna ging het op naar Cardiff. Tussen de buien door kon ik op het platform wat platen schieten voor later. Toen ging het door naar de Kanaaleilanden. Eerst was Guernsey aan de beurt. Het bleek er stormachtig met veel regen en de landing was best een avontuur. Volgende stop bleek Jersey. Hupsakee, nog een keer die landingsoefening in slecht weer. Het begon te wennen. Een nieuwe captain kwam aan boord en die vond dat ik als ‘member of the Press’ voorin moest zitten. In de cockpit dus. En dat gaf me een aardig kijkje in de werklast van die lui bij slecht weer. Goed verzorgd, DanAir stond bekend om prima service, vlogen we terug naar Cardiff. Daarna weer naar Bristol en toen uiteindelijk in de avonduren naar Schiphol. Waar kist en crew zouden overnachten. Ik had de nodige vlieguren bijgeschreven en mijn verslag was meer dan positief. Fijne kist, plezierige service en onder de indruk van dat op tijd vliegen ondanks slecht weer en de vele bestemmingen die zo’n machine op een dag af moest werken. Utility een 10 zou ik denken. DanAir bleef nog een tijdje op deze lijn vliegen. Maar op enig moment was het over. Toch te ingewikkeld denk ik en de potentie op de lijnen tussen Amsterdam en de steden in Wales net te klein. De BAe-146 zou een succes blijken en door heel wat maatschappijen worden ingezet. Of dat kwam door mijn artikel? Ik zou het graag geloven. Maar dan leed ik aan te veel zelfwaan. Laat ik maar liever over aan anderen…. (foto’s: Yellowbird archief)

Werken op Schiphol – 21 – Vermenging hobby en werk

In die jaren was er nog een fenomeen dat de aandacht vroeg van de werkenden op Schiphol; de eerste klagers en actievoerders afkomstig uit dorpen en steden in de omgeving. Opgejut door mensen die over alles klagen en dan direct deden of elke lichamelijke kwaal werd veroorzaakt door overvliegende vliegtuigen (anno nu is daar weinig in veranderd zo lijkt het) kwamen er steeds meer harde confrontaties met de economische motor waar men vaak zelf gekozen vlakbij was gaan wonen. Daarbij schuwde men geen middel, Liet ballonnen op in aanvliegroutes, stond gillend bij de vertrek/aankomsthallen met borden te zwaaien en zette aan tot nog veel meer geweld om maar van die vliegtuigen af te komen. Bij mij maakte dat ‘moordneigingen’ los, want de meeste argumenten gingen nergens over en ik zag mijn baan al verdwijnen als de overheid had besloten om Schiphol’s groei af te remmen ten gunste van de nachtrust van enkelingen.

Nu schreef ik al in verschillende branche gerelateerde bladen, maar dat was me niet genoeg. Dus zette ik in 1972 een beweging op touw die een aantal jaren strikt verbonden zou blijven aan de doelstellingen om de luchtvaart vanuit een positieve zin te promoten. Niet dat die industrie dat niet zonder onze initiatieven zou kunnen, maar men omarmde deze wel. En dat gaf ons wat geld in de oorlogskas waarmee we o.a. exposities organiseerden die jaarlijks werden gehouden. In eerste instantie ten kantore van de werkgever. Tot twee keer toe stond Baas Breems zeer vrijgevig toe dat we dit deden. En was hij zelf aanwezig omdat hij het wel een aardig initiatief vond en meteen een ideale gelegenheid wat relaties te ontmoeten. De derde maal deden we dit toch maar liever in een flink grotere ruimte onder in het toenmalige Vrachtgebouw waardoor we veel meer uitstallingsmogelijkheden kregen. Luchtvaartmaatschappijen, het Aviodome, maar ook vliegtuigfabrieken deden graag mee.

En we trokken er honderden mensen mee. Ook uit de omgeving. Deze beweging leidde tot een Stichting die middels films, dia’s, modellen en de nodige voorlichting, maar vooral een eigen magazine onze boodschap uitventte. Luchtvaart is niet alleen herrie, het houdt ook een groot deel van de omgeving aan het werk en wie daar niets mee heeft moet maar verhuizen. Een credo dat ik nu, in 2020, nog steeds huldig. Dat magazine was nog wel een dingetje. Want we maakten het in eerste instantie met behulp van een bevriende relatie (een klant van ons bedrijf) met een drukkerij in de bunkers van IJmuiden. Later werd het grootser aangepakt en werd het een tweemaandelijks blad, weer later tien keer per jaar.

Je schreef dan zelf de teksten en schoot foto’s, maakte op, niette het geheel desnoods, deed de wikkels voor de postadressen en nam een stapel onder de arm die je dan zowel op Schiphol en omstreken, en ook bij alle luchtvaartbedrijven in Amsterdam uitdeelde. Adverteerders betaalden een groot deel van de kosten. En elk jaar een tentoonstelling die we in de laatste jaren hielden in het Aviodome op Schiphol en via alle mogelijke media bekend maakten. Het vrat vrije tijd, maar was de moeite waard. De halve vriendenkring nam er aan deel, en op enig moment hadden we zelfs een bestelwagentje met opschriften waardoor we de dozen met bladen nog sneller distribueerden. De Stichting Fidimo en haar magazine Stabilo werden zo bekend dat we het volhielden tot en met 1991. Ik was toen intussen al lang van Schiphol overgestapt naar de autowereld. Maar in 1975, even terug in de tijd regelde ik in dat kader al een Skoda Coupe die uitgestald werd in een grote container van Seaboard World Airlines die naast het Aviodome werd geparkeerd. Resultaat, een van de beheerders van dat museum kocht meteen zo’n Skoda. Zaken gaan soms zoals ze moeten. En mijn werelden liepen vaak wat door elkaar heen. En ik hield er van om vele bordjes omhoog te houden in die jaren. Of het aan ons lag of aan het feit dat de vliegtuigen wat stiller werden, het extremisme verdween wat en wij maakten in de jaren daarna nog wel die magazines, maar deden geen exposities meer. De tijd ontbrak. Eigenlijk best jammer. (Beelden: Yellowbird archief)

Leven met de Vliegende Pijl – hoofdstuk 50 – Goede Tijden….

Alsof het zo moest zijn kregen we na de Miss-Nederland organisatie ook ineens BN-ers in ons bestand. Dit had ook wat te maken met het feit dat het toen zeer sterk aan de weg timmerende Koreaanse merk Daewoo zo ongeveer elke ‘bekende’ of nog niet zo bekende Nederlander een van haar rijdende en oude Opel-klonen aanbood. Daar mochten die lui dan een jaartje in rijden en een aantal contracten daartoe liep intussen af. En dan gingen die toch wat uit de media bekende mensen zoeken naar een alternatief. Dat alternatief hadden wij met de Octavia meer dan in huis. Een Octavia was een luxe slee I.v.m. die wonderlijke Koreaanse Opelmodellen van een decennium eerder. Zo was onze mening in ieder geval toen zeker. En zo zaten we al snel met een aantal mensen aan tafel die we zelf toch ook vooral kenden van radio en/of tv. Zo was Baantjer (en nu Flikken)-acteur Victor Reinier een uitdaging. Een jonge vent, met een geweldige uitstraling en stopten we die in een zwarte Skoda Octavia SLX. Dat zou gaan werken, en we sloten hem om meerdere redenen graag in het hart. Het bleek een prima ambassadeur voor ons merk en hij was ook oprecht enthousiast over de kwaliteiten van zijn zwarte Tsjechische middenklasser.

Daarna kregen we de charmante en erg aardige actrice Renee Soutendijk in een Octavia Automaat, de vrolijke zangeres en buhne-actrice Jenny Arean in een Hatchback met Tdi-motor, lieten we presentatrice Paulien Huizinga wat later kennis maken met een Skoda Fabia, net als de intussen zo tragisch overleden Ariane Spier en mocht de Zeehondenopvang in Pieterburen een Felicia Fun Pickup komen halen. Intussen reed de verkozen Miss Nederland in een Felicia van de meest luxe soort. Al die BN-ers maakten dat we steeds weer positief in het nieuws kwamen en dat het gerucht dat wij vrijgevig omgingen met sponsorauto’s ook in het sterrenwereldje rond ging als een goede roddel. Acteurs bij ‘Goede tijden – Slechte tijden’ meldden zich. Niet allemaal waren ze overigens voor ons promotioneel doel geschikt. Je wilt als merk ook iets bepaalds uitstralen.

Maar we namen wel presentatrice Maya Eksteen op in de vloot, al was het maar omdat die dame zo vreselijk lief bleek in de omgang. Later nam ze die auto gewoon zelf over, de Skoda Octavia had haar oprecht door zijn kwaliteiten bekoord! Maar ik was zelf overigens niet afkerig van voorkeur of vooroordeel. Zo waren er echt ‘BN-ers’ die ik niet voor het merk zag zitten, maar die in gedrag ook echt zodanig wonderlijk waren in hun benadering dat we geen overeenkomst met hen sloten. Daar zaten zeker ook mensen bij uit GTST, maar ook iemand als voormalig zangeres Jerney Kaagman, de dame die ooit in Earth and Fire had gezongen en later bij Idols zo’n belangrijke rol zou spelen als jurylid. Zo’n vreemd gesprek met haar gehad dat ik domweg niet kon besluiten haar met een Skoda te laten rijden als ze zelf telkens een enorme voorkeur uitsprak voor het merk Citroen!

Overigens gingen niet alle gesprekken even gemakkelijk hoor. Soms bemoeiden zich ineens ‘managers’ met de onderhandelingen en dan ging het al snel fout. Ons de wet voorschrijven rond hoe men om wenste te gaan met promotionele zaken was mij al snel te gortig. Het was graag of niet, die Skoda Octavia kostte indertijd ook al een best bedrag en men hoefde een jaar lang slechts benzine of diesel in de tank te mikken in ruil voor de nodige PR-momentjes. Toch bleek dat de meeste van deze ’BN-ers’ tijdens het vervolgtraject gewoon heel plezierig waren in de omgang en eerder met dit bijltje hadden gehakt. Skoda bleek een merk met allure geworden en dat vertaalde zich in een grotere lijst aanmelders dan wij budgettair konden verantwoorden. En waar het service en onderhoud betreft bleken die wagens bij veel dealers met graagte te worden geholpen, het gaf de dealers ook een stukje extra bekendheid natuurlijk. Net als bij Daewoo eerder in die jaren was gebeurd, sloten ook wij op enig moment uiteindelijk de poort voor dat gesponsorde rijden. Al was het maar omdat we door de positieve publiciteit en als gevolg van de enorme reorganisatie van modellengamma en dealerkorps niet meer hoefden te klagen over prospectkopers. Elk nieuw model stond meteen in grote belangstelling en dat zou niet minder worden met de nieuwe generatie Skoda’s die volgde op de Octavia. Wordt vervolgd! (Beelden: Yellowbird archief)

 

Museale tram en bestuurlijke bedreiging..

Los van mijn meer bekende interessen op het gebied van luchtvaart en auto’s heb ik er nog een. Trams! Met name de soort die in onze hoofdstad rondreed en nog rijdt. Trams maakten zo lang ik al leef al deel uit van mijn observatorische gestel en ik heb er heel wat ritjes in doorgebracht. Van de oude blauwe trams met hun open balcons tot de moderne Combino’s. Een prima vervoermiddel dat je met een redelijke snelheid dwars door onze mooie stad heen brengt naar plekken waar je eventueel iets wilt bezoeken. Anders dan je zo vaak ziet in ons land waar het industrieel erfgoed betreft hebben we met die trams kennelijk nog wel iets, want elke grote stad met een tramwegennet heeft ook wel een of andere vorm van museale tramverzameling. En zeer terecht. Vrijwilligers werken zich vaak in het zweet om die uitgerangeerde wagens weer helemaal in nieuwstaat te brengen en oudgedienden brengen die fraaie ontwerpen dan weer op de rails. Een enkele keer op het stedelijke net, maar in Amsterdam ook op een eigen trace dat is aangelegd op het oude stoomtramspoor tussen Amsterdam Haarlemmermeerstation en Bovenkerk, net ten zuiden van de stad.

Duizenden mensen per jaar jaar vervoert men met die oude trams en dat is voor iedereen een plezierige beleving. Maar zoals zo vaak zijn bestuurlijke wegen soms ondoorgrondelijk. Het intussen tot een museaal spoorbedrijf omgevormde tramvereniging heeft een stel oude loodsen beschikbaar waar men al pakweg 40 jaar lang onder relatief primitieve omstandheden de oude trams onderhoudt. Daardoor raken die kwetsbare trams niet verloederd wat in open opslag direct op de loer ligt. Maar het terrein achter het ook al zo kenmerkende en museale station van de club is voor projectontwikkelaars goud waard en ook groenlinkse bestuurders zijn niet vies van een beetje geld verdienen. Men wil de grond gewoon verkopen en daar dan woningen neerzetten die in de huidge tijd goud opleveren. Maar ja, die trams en hun vrijwilligers dan??

Nou die moeten volgens die progressieve politici gewoon weg. Dus neem je ze eerst een stukje gemeentelijke subsidie af. We zullen ze leren! En daarna ga je vertellen dat de huur op hun onderkomen wordt opgezegd. Ze moeten opkrassen. Heen en weer rijden mag, maar opslaan niet. Deze kortzichtigheid van de stedelijke bestuurders in het Kremlin aan de Amstel zorgt toch voor enige paniek onder de mensen die genieten van die oude trams. Al eens eerder werd een oude remise van een andere club op dezelfde wijze ontmanteld en de collectie raakte daardoor heel snel in verval. Maling aan het verleden, lang leven de groenlinkse toekomst. Maar hoort een elektrische tram daar nu net niet bij dan?! De tramliefhebbers hebben intussen steun gekregen vanuit Amstelveen. Daar ziet B & W maar ook de Gemeenteraad wel het nut of de noodzaak van die museumtrams. Nu nog eens zien dat men wellicht daar een loods kan bieden om die unieke trams onder te brengen. Lukt dat niet wordt het wel erg lastig allemaal. En verdwijnt wederom een stukje van onze geschiedenis door kortzichtigheid van de politiek! Wil men dat stigma? Ik mag hopen van niet…… (Beelden: Yellowbird archief/internet)

Leven met de vliegende pijl – 8 – Engeland en Korea!

Een paar kritische artikelen in de internationale en vaderlandse pers zetten de aanvankelijk goed lopende verkopen van de nieuwe Skoda’s uit 1977 aardig onder druk. Probleem was dat de auto’s op door de fabriek geleverde originele relatief smalle en wat hoge velgen, Tsjechische Barumbanden en basis onderstel uit de vorige reeks redelijk instabiel konden worden als de bestuurder wat weinig gevoel had voor het moment dat de wagen met zijn toch wat zware achterkant hard door een bocht heen moest. Zoals bij alle auto’s met de motor achterin moest je als bestuurder wel een beetje weten wat je deed en haakse bochten nemen met veel snelheid was niet zo handig. In Engeland waren mensen zo op hun zijkant en zelfs dak van hun nieuwe Tsjech terechtgekomen en de Britse tegenhanger van de ANWB vond de Skoda’s zelfs zo beroerd rijden dat ze de term ‘gevaarlijk’ gebruikte. De Britse importeur uit die jaren deed daarop iets heel slims, men werkte al snel met die zelfde consumentenorganisaties samen. Om die door hen geleverde Skoda’s te verbeteren. Dat lukte door de vering in te korten, andere dempers te monteren, bredere velgen plus banden, en het stuurhuis, toen nog worm en rol, strak aan te trekken, waardoor de auto’s veel beter rechtuit reden dan voorheen. Nadeel was dat je daarna flink moest trekken aan het stuurwiel om een bocht door te komen. Hoe dan ook, de Britten noemden de wagens vanaf dat moment ‘Estelle’ en brachten de modificaties onder de aandacht van de Tsjechische fabrikant. Die reageerde relatief snel voor een producent uit het toenmalige Oostblok.

De fabricage werd stil gelegd, aanpassingen gedaan en de auto’s op Britse wijze geleverd. Alleen de uit de vorige modelreeks stammende maar nog steeds separaat gebouwde S-110R Coupe ontsprong deze modificatie. Al snel kwamen er allerlei uitvoeringen op de markt die het thema Estelle onder de aandacht moesten brengen. Meest opvallend was de Super Estelle. Daarbij kreeg je als koper af fabriek sportvelgen, brede banden, een vinyl dakje en nog wat opsmuk. Het hielp de verkopen weer ietsjes op de been, maar het kwaad was eigenlijk al gedaan. De smet op het imago van de auto’s met de achterwielaandrijving uit Mlada Boleslav zou nooit meer helemaal verdwijnen, al lag er in de toekomst gek genoeg nog veel succes te wachten op ons dealers. Maar intussen moest er wel hard gewerkt worden om de schoorsteen in het dealerbedrijf te laten roken natuurlijk. Wij deden ons best om met de drie merken die we voerden door te gaan op de ingeslagen weg, maar de verkopen daarvan daalden toch gestaag. Intussen werd wel duidelijk dat we het met Dacia niet zouden redden. Die wagens bleken niet alleen te duur, maar ook te onbetrouwbaar. Dat merk zetten we dus al kort nadat we er dealer van waren geworden aan de kant.

De Polen op hun beurt haalden een truc uit door een aanvulling op het gamma aan te kondigen die in vele uitvoeringen leverbaar zou worden, zelfs met een dieselmotor. De FSO Polonez heette het ding en hij oogde op de eerste plaatjes die we er van zagen indrukwekkend. Die Poolse Fiats hielden we dus nog maar even aan. En omdat we in onze bedrijfsvoering wat veranderingen wilden doorvoeren werd mijn houten showroom uit begin 1977 voorbestemd werkplaats te worden voor een van onze gespecialiseerde afdelingen in auto-elektra, en kreeg ik een deel van het oudste pand, stammend uit 1932, vlak naast de doorgaande weg, waar een showroom werd ingericht voor drie auto’s, inclusief gezellig zitje en een informatiebalie met barkrukken. Mijn kantoor kwam achter deze showroom te liggen en zat daarmee in feite onderdak in een houtopslagloods van de buren.

Een voordeel was dat het toilet voor medewerkers en klanten er net naast lag, maar nadeel was dat onder het kantoor een waterafvoer liep. Het bleef een vorm van ontberingen ondergaan daar in dat Amsterdam-Zuid. Maar de ‘nieuwe showroom’ had tenminste wel verwarming, was voorzien van een harde vloer, en ik kon redelijk eenvoudig een beroep doen op mijn werkplaatscollega als er weer even te grote drukte heerste in de verkoop om dat met slechts een enkele man aan te kunnen.
Net klaar met deze verhuizing stopte er een half jaar later voor onze deur een kleine, wonderlijk gevormde auto. Twee heren in keurig pak stapten de nieuwe (..) showroomdeuren binnen en stelden zich enthousiast voor als vertegenwoordigers van een nieuw Koreaans automerk, Hyundai. Of wij er iets in zouden zien om dat voor hen te gaan verkopen in Amsterdam. Na een proefrit en bestuderen van de afgegeven informatie besloten we op dat verzoek in te gaan. Een jaar later waren we dus dealer voor Hyundai. Samen met nog wat Amsterdamse bedrijven die dit ook hadden gedaan, waaronder een van onze intussen naar Zuid-Oost verhuisde Skoda-collega’s. Het werd druk…vooral omdat we al die merken ook ergens op het nieuwe briefpapier kwijt moesten. Wordt vervolgd! (Afbeeldingen: Yellowbird Photo/Skoda – Alle teksten eigendom van de auteur)

Korting zelf terughalen…

Ik ben zelf van de duidelijkheid. Dus kan me gek storen aan verkoopacties die zodanig in elkaar zitten dat je als consument bijna niet meer snapt hoe het in elkaar zit. Kennelijk bedoeld om verwarring te saaien en mensen in feite te dwingen af te zien van deelname. Om zo de nodige kortinggelden in eigen huis te houden. Nu lopen wij zelf niet zo op al die kortingen hoor, maar als ze zich voordoen gaan we er ook niet voor uit de weg. Een leuke aanbieding die echt duidelijk is pakken we zeker mee. Zonder dat we naief zijn. Ook wij weten dat een jeansbroek van E.149,00 voor E. 99,00 vermoedelijk een week eerder gewoon voor E. 109,00 in het vak hing, maar wij hem toen niet opmerkten. Voorbeeldje… Ik ben gek op ketenwinkels die me gewoon iets bieden wat goed is van kwaliteit voor een meer dan betaalbare prijs. Lidl en Aldi waren en zijn daar sterk in, maar zeker ook de alle concurrentie inpakkende Actionketen. Zelfs de ons bekende budgetketens uit Duitsland leggen het op prijsniveau af tegen de Action. Mogen we best trots op zijn, al is niet alle kwaliteit van die lui even goed. Maar dit terzijde.

Onlangs kwamen we voorbij een actie in een van de grotere tuincentra van het land waar ook het dierenleven met alles wat daarbij hoort centraal staat. Royal Canin, een groot voedselmerk in deze handel, bood verpakkingen aan met 25% korting. Grote prijskaarten op de betreffende vakken maakten dat nog eens duidelijk. Met piepkleine lettertjes stond ergens onderaan dat je dat via een of ander cashback-programma zou krijgen teruggestort. Moest je de kassabon scannen en gebruiken ten bewijze van. Ingewikkeld en naar mijn idee ook onnodig. Maar ja, dat spul is aardig aan de prijs en het wordt letterlijk door onze huispoezen ‘gevreten’. Ook voor de lieve kat van schoonmama een verpakking meegenomen. Dat scheelt toch al snel een aardig bedragje. Maar ja, dan moet het wel duidelijk zijn hoe en bij wie je die korting terug kunt halen. Bij de fabrikant van het spul lukte dat niet, ook niet bij de winkelketen. Beide websites zwegen in alle talen.

Dus dan de klantenservice van het betreffende tuincentrum maar eens benaderd. Die belden keurig terug overigens. Met de mededeling dat we bij ‘Scooty’ (naam aangepast)onze cashbackkorting moesten halen. Na een kwartiertje of drie lukte het vrouwlief om dat voor elkaar te krijgen. Omgerekend in arbeidsuren alsnog een dure actie. Het geld stond na twee dagen op de rekening. Allemaal keurig. Maar waarom zo nodeloos ingewikkeld?? Geef die korting gewoon aan de kassa en verreken het even intern met de fabrikant. Of ging het om vergaren van persoonlijke gegevens?? Want we moesten uiteraard NAWT-informatie prijsgeven voordat men upberhaupt tot cashback over ging. Kijk, en dan ben ik er eigenlijk wel klaar mee. Stop met die flauwekul en doe wat de Action doet. Korting geven op het artikel. En dure acties bewaren voor leuke feestjes met de aandeelhouders. Die daar jubelend over straat gaan. Elk jaar meer omzet, meer filialen, meer klanten. Rara hoe dat zou komen….   (Beelden: Internet)

Vertellen waar je bent en dat je geniet…

Hoewel ik weet dat de Social media niet ieders Cup-a-Tea zijn is het toch wel aardig om te zien hoe imago van die media en de dagelijkse praktijk van elkaar verschillen. Zo zou je weleens de indruk kunnen krijgen dat als je als Numero-Zero in de wereld toch een plekje wilt veroveren in de harten van meekijkende of lezende toeschouwers het vloggen op YouTube ongeveer verplichte kost is. Al was het maar omdat je daar zelf televisietje kunt spelen of (al dan niet betaalde) presentator van vakantie of consumentenprogramma’s. Het blijkt in de praktijk nogal mee/tegen te vallen. YouTube is in bepaalde kring zeker populair en je kunt daar zaken zien die de meer traditionele media mijden. Zelf ben ik nogal gek op alle vliegfilms die er voorbijkomen. Van eerste solovluchten van leerling-piloten tot het uitvoeren van een vluchtoperatie tussen (voorbeeld) New York en Amsterdam. En gezien het aantal ‘views’ zijn dat zeer populaire filmpjes.

Maar dat aantal keren dat een filmpje wordt bekeken stijgt naarmate het avontuurlijke of gewelddadige dan wel liefdevolle karakter van het gebodene in de regie is meegenomen. Er zijn mensen die alles weten over make-up of het juist scheren van de oksels en daarmee intussen een aardige boterham verdienen. Al was het maar omdat ze producten promoten die voor al die doelen geschikt zijn. Zelf heb ik weleens iets geplaatst op YouTube, dat ging dan meer over modelauto’s en vliegtuigen. Maar na de wisseling van WIN7 naar WIN10 was ook mijn wachtwoord verdwenen en kon ik mijn eigen account niet meer in. Dat blijft wel een probleempje. Maar, als het gaat om andere zaken die mensen willen delen, zie je toch dat andere sociale media veel meer worden gebruikt door intussen een paar miljard mensen.

Wie veel reist heeft, zo blijkt uit recent onderzoek, voorkeur voor Facebook. 62% van al die reizigers zet de verhalen en avonturen daar op het eigen profiel in de wetenschap dat het wordt ‘gevreten’ door de kring ‘vrienden’ die men daartoe heeft uitgenodigd. Ook Instagram en Twitter scoren daar beter dan YouTube. Van alle reizenden plaatste slechts 6% iets op dat gefilmde medium. Zal zeker komen doordat men beter fotografeert (..) dan filmt en ook de eigen stem voor veel mensen een niet te nemen barrière is. Maar geeft ook wel weer dat we nu ook weer niet al te overdreven gedachten moeten hebben over vraag en aanbod. Al hoop ik wel dat sommige reizigers blijven filmen als ze weer eens in een levensgevaarlijk vaar- voer- of vliegtuig stappen en daar verslag van willen doen. Ben wel benieuwd welk medium jullie prefereren voor alle avonturen die je beleeft. Al kan ik van sommige reageerders wel voorspellen welke antwoorden ik zal krijgen uiteraard….:)

Schaamteloos

Amazing look, a bug has landed!Er is geen talkshow te bedenken of er komt wel een auteur voorbij die een of ander boek heeft geschreven waarmee de gemeenschap weer wat kan. Juist in deze tijd zijn de stapels nieuwe uitgaven groot. Of ze nu zijn geschreven door een of andere BN-ner die een kookboek baseerde op de gerechten van opa en oma, over getemde sprinkhanen in het circus of masturbatie voor vrouwen die de weg naar hun eigen lustorgaan niet kunnen vinden. Alles wordt uitgebreid gepromoot. Alsof we daarop met zijn allen zitten te wachten. En die zelf benoemde experts komen vaak nog even een minuutje of tien dure zendtijd invullen om over hun expertise te oreren. Schaamteloos wat er dan soms over tafel gaat. Niet dat ik zelf nog met de oren toeter hoor, ik kan wat hebben intussen, maar of het een ander doel dient dan die boekverkopen bevorderen is de vraag. Soms heb ik wel eens het idee dat sommige van die lui niet veel meer zijn dat spiegelkijkers die menen dat de wereld zonder hun adviezen niet verder kan.

lingerie-trends-ipVandaar al die boeken. Kijk, als het nog ergens over gaat, maar je moet eens zien hoeveel ‘expertise’ er zoal voorbij komt. Noem een onderwerp, bijvoorbeeld lastige kinderen die het leven van anderen verzieken, en er is een expert te vinden die als ‘’ettertjes-van-kinderen-opvoedkundige’ door het leven gaat. Zo was er onlangs bij Umberto de Vlaamse sexuologe Goedele Liekens te zien, niet van ons vaderlandse scherm te rammen lijkt het soms, die het onderwerp van de vrouwelijke masturbatie aan de orde stelde. Aan de overkant van de tafel zaten de machorockers van de Golden Earring. Mannen van in de zestig die keken of ze het in hun concertzalen hoorde donderen. In de zaal medestandsters van het fenomeen ‘doe het vooral zachtjes en neem je tijd’ aangevoerd door een mevrouw die alleen al door haar oogopslag niet te vertrouwen leek, maar wel haar boek en praktijkcursussen op dit punt zat te verkopen.

Twitter123438aDe ene dame wist nog meer te vertellen over het onderwerp dan de andere en ze kregen van de presentator die het allemaal erg spannend vond, ruim de tijd. Als voorlichtingsfilmpje wellicht interessant, maar voor anderen slaapverwekkend. En dan kom je als oudere jongere tot de conclusie dat in feite niet het onderwerp maar de promotie van de boekjes en trainingen het meest schaamteloos waren om naar te kijken en luisteren. Waar zijn de boekenprogramma’s als je ze nodig hebt. Kennelijk dringend nodig, want ook bij DWDD zie ik hetzelfde, net als bij superpresentator (Volgens Sonja Barend dan..) Pauw. Ordinair komt eerst. Maar dat is mijn mening en die wordt daar zelden gevraagd. Terwijl ik die graag had gegeven toen ik bezig was met de promotie van mijn eigen boekwerkjes….Die zijn uiteraard nog steeds bestelbaar of te koop…..Juist nu een leuk cadeau voor de Kerst…..(ISBN 978-90-484-2862-5)

SAIL 2015

SAIL WP_20150819_021Het begon allemaal ooit in 1975. Om aan een jubileum voor de stad luister bij te dragen organiseerde men in Amsterdam voor het eerst Sail. Een paar dagen genieten van oude zeilschepen die in de haven werden neergelegd en door het publiek bewonderd. Nu, in 2015, is het een gigantisch evenement geworden dat miljoenen mensen in extase brengt en zorgt dat dagenlang alle wegen in of rond de hoofdstad vast staan door de files. Niks mis mee, want het is de moeite waard. Wij gaan traditioneel altijd naar de Sail-In. Dat is de aankomst dag van al die schepen. We hebben daartoe een plekje uitgevogeld waar je relatief rustig kunt zitten, alle voorzieningen v.w.b. toilet, eten en drinken op loopafstand te vinden zijn en een aantal van die schepen zelfs zowat tegen je knieën worden neergelegd. Je zit midden in de actie, je hoort de commando’s en ziet ook de enorme optocht van kleinere boten en schepen aan je voorbij trekken.

SAIL WP_20150819_025Zeker bij mooi weer zoals wij dat meemaakten is dat Sail een prachtig evenement waarbij de stad Amsterdam in haar fraaiste vorm naar buiten wordt gebracht. En dat straalt uit naar de regio. Dat er veel geld aan zal worden verdiend geloof ik direct. Sponsoren doen hun best mensen te werven, maar zonder hen was er wellicht helemaal geen evenement als dit. ING, Staatsloterij, Delta Lloyd, en nog een aantal kleinere sponsoren, ze doen allemaal hun best zich zo goed mogelijk te presenteren. Op de vele platbodems, partyschepen en luxe jachten doen kleinere bedrijven hun best hun relaties niet alleen te laten meegenieten van het evenement, maar ook te verleiden tot het doen van toezeggingen of bestellingen. Zo gaat dat in de maatschappij. En niets zo leuk als samen op een bootje…. Wij blijven aan de kant. Zien genoeg, laten de camera’s klikken en zoemen en nemen op waar we weer vijf jaar op moeten teren.

SAIL WP_20150819_095Dit keer met onze Soester vriendjes, die dit evenement voor het eerst van nabij mee konden maken. Het was gezellig en geweldig en we kijken nu al vooruit naar een volgende gelegenheid. Sail 2015 laat zien dat leuk met elkaar goed kan. Zelden een evenement meegemaakt waar zoveel nationaliteiten samen komen om te genieten van het spektakel. Overigens was er ook nog een soort vliegshow boven ons hoofd. Helikopters, lichte en zwaardere vliegtuigen, de koninklijke Alouette heli, een militaire heli op het dek van een Marineschip, het kon bijna niet op. Kortom, wie Sail niet bezocht, had geen gelijk. Het was een uniek evenement dat de ruime aandacht verdiende die het ook kreeg. Geweldige stad soms dat Amsterdam…..(foto’s; Yellowbird ASA)

Het genot van echte boeken

WP_20150626_002Al eerder hield ik een vurig pleidooi voor het lezen van boeken. Gewone boeken, gemaakt van papier, voorzien van een kaft en niet afhankelijk van een al dan niet werkende batterij of wifiverbinding. Ik ben er mee opgegroeid. Wat ik ook ten nadele van opvoeding of opleiding kan aanvoeren, het lezen van boeken werd me in beide situaties gepropageerd en ik heb er heel wat plezierige momenten aan mogen en kunnen ontlenen. Dat de wereld is veranderd geloof ik wel. Maar het papieren boek moet wat mij betreft gewoon blijven. Heerlijk dat bladeren, die lucht van drukinkt, van plaatjes kijken bij meer documentair ingerichte naslagwerken. Nog steeds koop ik boeken bij. Voor als ik weer eens tijd heb….. Soms weet ik bijna zeker dat ik vermoedelijk niet zal toekomen aan het echt lezen er van, maar dan nog kan ik me niet beheersen als ik weer iets tegenkom wat de moeite van dat lezen waard zou kunnen zijn. En ik lees best veel en in hoog tempo.

Boek Donkervoort...Sommige van die werken doe ik na het lezen wel weer weg. Alles vasthouden voor nog later is weinig zinvol. Alleen die hobby-gerelateerde boeken blijven vaak plakken. Omdat ik nog wel eens iets wil nakijken. Gevolg is wel dat ik omringd ben met kasten vol van dat papieren spul. Best een logistiek probleem. Vrouwlief is ook al zo’n lezeres, al is zij meer van de fictie dan non-fictie zoals ik. Mannen lezen die laatste soort boeken het liefst begreep ik, zal het gebrek aan fantasie zijn dat ons Marsbewoners zo typeert. Vrouwen dromen graag over prinsen of doctoren die vallen voor de charmes van dat simpele kantoormeisje dat haar ridder vooral op een wit paard zoekt maar niet in het ziekenhuis. Of ze zijn bezig met het uitvogelen waarom ridder Hildebrand van Rododendron werd vermoord door zijn pages.

WP_20150623_011Nee, voor mij is een biografie van een echt interessant persoon leuker. Pas nog een aardig boek gevonden over Frits Koolhoven, de tweede vliegtuigbouwer van Nederland, die voor de oorlog met Fokker concurreerde op de luchtvaartmarkt. En niet onverdienstelijk ook nog. Gaat me weer een hoop plezier verschaffen. Weet ik zeker. Kortom, ik ben een lezer, een verzamelaar, een boekengek. En kom me nu niet aan met allerlei argumenten waarom een digitale lezer zoveel leuker zou zijn. Dat is prediken voor de heidenen. Ik zie er (nog) niks in. Eerst maar eens die stapels wegwerken….