Slim concept kwam te vroeg; Smart…

Slim concept kwam te vroeg; Smart…

Terug naar mijn reeks blogs in alfabetische volgorde rond automerken die er toe deden of doen ben ik nu aangekomen bij een merk dat eigenlijk meer een concept was dan een volwaardig merk. Bedacht door de oprichters van Swatch en met technische steun van Daimler-Benz groeide het uiteindelijk uit tot een serieus te nemen automerk, ook al waren de hobbels best hoog. De gedachte achter het concept was dat men een kleine stadsauto wilde bouwen met volwaardige kwaliteiten en een hoge mate van veiligheid. De eerste ontwerpen lieten zien dat de eerste modellen zeer compact zouden zijn, geschikt voor twee inzittenden, met een motor achterin en een automatische versnellingsbak. Al snel bleek dat de eerste exemplaren niet uitblonken door comfortabele rijeigenschappen en dat ook rond de veiligheid wel wat vraagtekens waren.

Terug naar de tekentafels dus, en meteen het concept aanpassen bij de door Daimler-Benz gewenste eisen rond het nemen van plotseling opduikende obstakels als rendieren. Hun Model A had daar immers een dure prijs voor betaald. De nieuwe smarts kregen nu grotere achterwielen met een breder spoor en de inzittenden zaten in een kooi van keiharde kunststoffen. Naast een benzinemotor van 600cc kwam ook een piepklein dieseltje beschikbaar. Het concept hield ook in dat de wagens niet zouden worden verkocht via normale dealerbedrijven maar vanuit speciaal te bouwen smart-torens waarin je de gewenste uitvoering en kleur zelf kon aanwijzen.

Daarbij was die kleur ook weer uitwisselbaar omdat de kunststof carrosseriedelen onderling uitwisselbaar werden gemaakt. Naast dichte versies kwamen er ook open wagens beschikbaar en bedrijven als Brabus zagen wel brood in opgevoerde smarts. De verkopen verliepen nooit meteen echt vlot. In grote steden ging het meestal nog wel maar mensen buiten die steden waren zelden voor een smart te porren. Later bouwde men wat grotere modellen. Zo was er de kleine Coupe en Cabrio die zo laag waren dat ze de vergelijking met een Britse sportwagen uit vroeger tijden nog wel konden doorstaan.

Ook een keurig en kleurig uitgerust hatchback kwam op de markt, aangeduid als forfour, wat inhield dat je er met vier mensen in kon meerijden. De nauwelijks opvallende auto werd een tijdlang in het Limburgse Born gebouwd. Maar die tijden liggen alweer ver achter ons. De opvolger van die forfour wordt nu weer samen gebouwd met Renault en daardoor kreeg je weer twee zusjes, waarvan de andere als Twingo door het leven gaat. Smart speelt nog steeds een rol, maar is nu wel heel bescheiden onderdeel van het business-model bij Mercedes-Benz dealers. De torens verdwenen, de bijzondere modellen ook. Maar daarbij nam men ook afscheid van benzine- en dieselmotoren. De Stadsflitsertjes rijden nu op elektra en bieden een actieradius van net aan 100km. Dat is in de stad nog wel aardig, op de buitenweg heb je dan niks meer te zoeken. En daarmee wordt het concept wel geweld aan gedaan. Overigens heeft Daimler in China een deal gesloten om de elektrische karretjes voortaan daar te bouwen en nieuwe versies met andere aandrijving in Frankrijk. We zullen zien in hoeverre de plannen deze keer wel helemaal worden uitgevoerd, want het merk kent vele koersveranderingen en dat is meestal niet zo goed voor een imago. (Beelden: Archief)

Jennen…

Jennen…

Voor hen die niet zoals ik uit Amsterdam komen of er zijn geboren en getogen zal het begrip jennen, ik beschreef het hier al eens eerder in het verleden, niet veel bellen doen rinkelen. Maar de echte Mokummer herkent het meteen. Het is immers een hoofdstedelijke volkssport. Snelle en scherpe opmerkingen, mensen op het verkeerde been zetten, je zelf relativeren en al te serieuze types even op hun nummer zetten. Vooral zij die zichzelf zien als het centrum van de schepping of samenleving kunnen aardig van de leg raken als ze met het fenomeen in aanraking komen. En schieten dan meteen in een of andere kramp. Immers, zij voelen zich aangevallen. Terwijl het voor de ware Amsterdammer gewoon een vorm van humor is die hem/haar het gevoel geeft dat het van de andere kant wel een ‘tandje minder mag’. Wie mij echt leerde kennen weet dat ik er (on)bewust regelmatig gebruik van maak. Zelfs op momenten dat het wellicht minder gepast lijkt kan ik het niet laten.

Een zeker ironie is daarbij niet vreemd. Daarnaast is het zodanig ingeburgerd bij die echte Amsterdammers dat ze zo bij gebrek aan humor of acceptatie van de andere kant weinig begrip hoeven te verwachten. Zeker in de provincie zijn Amsterdammers door hun rechte humor en eerlijkheid vaak niet zo geliefd. Daar praat men liever recht wat krom is of om de hete brei heen. Ik merk dat ook vaak bij import-Amsterdammers die vanuit de provincie komend maar niet kunnen wennen aan dat gebruik om kritiek te leveren op…. Nee, dan was het in hun geboorteplaats toch plezieriger. Daar hield men de mond en wees achter de ramen naar hen die de regels overtraden/treden. Amsterdammers in het zakenleven zijn ook vaak aardig direct.

Doelgericht en stop dus maar met alle flauwekul. Even doorbijten en we maken een zaak goed en voor ons beiden plezierig af. De eeuwenoude handel met verre gebieden in de wereld is ons in de genen doorgegeven. En anders dan de altijd mekkerende lieden die denken dat we als steedse samenleving rijk werden van de handel in of het vervoer van slaven, is er nieuws. Eeuwen daarvoor voeren de handelsschepen vanuit Amsterdam al naar de Baltische Staten en Scandinavie. Wie zijn geschiedenis niet kent heeft in de toekomst niets te zoeken. Dat jennen is dus een verhaal van een mengelmoes van de oer-Amsterdammer en de beste joodse tradities. Opgeteld valt er veel bij en om te lachen. En zag ik dat ooit ook bij Marokkaanse kooplieden met een Amsterdams accent op een van de stadsmarkten in West. Amsterdammers geworden, handelaren en uiterst bedreven in jennen. Het kan echt…als je er voor open staat…..zeker in onze stad! En voor hen die dat niet kunnen, wellicht dat je er na deze uitleg van… mee mee kunt leren leven?? Dankjewel…Je bent te goed…(Beelden: prive)

Steken en schieten…

Steken en schieten…

Je hoeft er alleen maar je Twitteraccount voor op te starten ‘s-morgens vroeg, of de bekende online media te volgen en je leest weer over een steek- of schietpartij waarbij meestal gewonden zelfs doden vallen. Waarbij opvalt dat dit zich door het hele land afspeelt en de daders of slachtoffers vaak niet ouder zijn dan 15/16 jaar. Tel daarbij op dat in politie-opsporingsprogramma’s de getoonde of beschreven overvallers van winkels of huizen veelal bewapend zijn met messen en soms pistolen en niet schromen daar gebruik van te maken en de uitkomst is dat onze samenleving niet ten goede verandert. Normen en waarden zijn kennelijk secundair, het jonge individu meent dat de wereld slechts om hem draait (en een enkele keer haar), opvoeders hebben hun kinderen wellicht nooit iets goeds bijgebracht. Het is mij niet uit te leggen dat jonge kinderen met messen rondlopen die groter zijn dan meesterkoks gebruiken in hun keukens of schiettuig bezitten dat zelfs politieagenten doet huiveren.

De constatering dat in sommige groepen jongeren, ik zal trachten me niet in te laten met wijzen naar bepaalde lieden uit bekende kringen, een mes groot moet zijn om indruk te maken op je leeftijdsgenoten en dat je met een pistool op zak toch fijner uit kunt gaan dan zonder, is een trieste. Je hoeft nog maar een paar jaren terug te gaan in de tijd en je wist dat wapens als deze slechts waren voorbehouden aan geharde criminelen. Nu lijkt het wel of de straatcriminaliteit beschikt over een groter wapentuig dan het gemiddelde politiekorps. De gedachte dat je de straat kon veilig houden met een gummiknuppel of desnoods lange lat is bij de mensen van Hermandad allang in het eigen museum opgeborgen.

Want het spul dat met die wapens de straten afschuimt op zoek naar weer een nieuw (onschuldig) slachtoffer heeft ook volkomen maling aan de Nederlandse politie en justitie. Met name door het zgn Jeugdrecht is de kans op een stevige straf klein. Taakstrafjes voor daders blijken meestal al een hele stevige uitspraak van wellicht nooit op straat komende e n uit de hoek van D66 of PvdA afkomstige rechters. Men heeft altijd maar begrip voor daders, weinig voor slachtoffers of nabestaanden. Wie in een bepaalde wijk moet zien te overleven omdat men door de sociale afkomst of omstandigheden in het leven die zorgden dat je in een zekere omgeving een woning krijgt toegewezen niet anders kan, zit er maar mooi mee. Ik ben blij dat ik mijn jeugd eigenlijk best onschuldig ben doorgekomen. Als wij mot hadden met anderen waren er de twee vuisten. Daarmee regelde je onderlinge conflicten en de uit onze stad bekende straatoorlogen om oude kerstbomen tegen het oud/nieuw vieren na de Kerst was een reeks nostalgisch aandoende en sprookjesachtige acties waarop sommigen nu nog teren. Nee, van messen en pistolen was geen sprake. Nozems werden nog van de Dam geveegd door Mariniers. Als je nu maar wijst naar zo’n dadergroep heb je meteen de linkse kerk op je nek die je veroordelen om racisme of erger. Terwijl juist tucht en stevig straffen voor afschrikking of correctie kunnen doen leiden. Zachte heelmeesters en zo…. Maar ja, we leven in een tijdperk waarin we kennelijk alles ‘normaal’ gaan vinden. De bananenrepubliek Nederland. Omdat wij als volk zwijgen. Onder druk van de minderheden die menen dat de straat van hen is. En dat is echt een verkeerde ontwikkeling. Al was het maar voor de vaak jonge slachtoffers wiens toekomst door dat gedrag wordt ontnomen. Ik heb daarom alleen al medelijden met de nabestaanden……(Beelden: archief)

Linkse retoriek..

Linkse retoriek..

In mijn leeskring bevinden of bevonden zich ook wat mensen met een ultra-linkse denkwijze. Die, het zal duidelijk zijn, haaks staat op de mijne. Want mijn kijk op de wereld is gevormd door ervaringen, bezoeken aan landen met een ander regime, maar zeker ook het dagelijks volgen van media van links tot rechts. Opvallend bij met name die linkse media is het vaak totale gebrek aan realisme. De vaak ook linkse volgers van die lui hebben meestal die zelfde mentaliteit. Het waarom wellicht gezeten in de opvoeding en indoctrinatie daarna. Immers hoe kan je nu boeren afschilderen als extremisten als ze hun land verdedigen dat dreigt te worden afgenomen, wanneer je tegelijk meent dat Nederland zelfs met 25 miljoen mensen nog niet vol genoeg is.

Dat het boerenland niet voor behoud van de natuur maar voor woningbouw wordt onteigend is voor hen dan niet van belang. Zo stellen deze linkse lieden mijn mening die ik al een jaartje of 16 hier verkondig ook niet erg op prijs. Ze willen wel dat je bij hen reageert, mits positief, op allerlei dogma’s en vooral leugens. Maar, iemand die slechts linkse bronnen (via linkjes) benut om zijn gelijk te halen is voor mij net zo abject als iemand die hetzelfde doet met rechtse wappie-theorieen. En die krijgen er van mij als mens met een stevige mening dus ook altijd repliek op. Je bent Meninggever of niet. Onlangs bleek dat dit bij de student met de linkjes naar al die linkse media niet op prijs werd gesteld. Hij was iemand die in mijn optiek niet kon (of wilde) lezen, maar zeker ook niet kon rekenen. De zeespiegel steeg volgens hem tot de rand van al onzer lippen, maar in werkelijkheid is dat nog in geen millimeters uit te drukken. Toen hij weer eens foeterde over extremistische boeren die niet van hun land te jagen vielen, maar ook pleitte voor de opname van immigranten vroeg ik hem oprecht en op de man af of hij zelf al wat ‘vluchtelingen’ in zijn huis had opgenomen.

Geen antwoord uiteraard. De man die samen met hem die linkse koers ook hier al vele jaren uitdraagt schildert mij vaak af als haatzaaier en angstig (??) terwijl hij zelf naar mijn idee nooit buiten zijn eigen wijk, Amsterdam Zuidoost, rondkijkt en ook zelden echt leest wat ik zoal oreer. Elke vraag die hem niet bevalt wordt vermeden en zeker niet van een antwoord voorzien. Algemene Marxistische flauwekul is dan mijn deel. Maar hij schrijft wel allerlei zaken op die met name over mij persoonlijk gaan. Groot (..) is het gejuich dan uit de eigen anarchistische achterban. Wie dat laatste niet doet behoort volgens de gefrustreerde en nu ook gepensioneerde leerkracht bij extreem-rechts of erger. Ik denk dat veel van de linkse gekkies toch last hebben van persoonlijke frustraties. Ze krijgen bij verkiezingen nooit de meerderheid, trachten met vreselijke verhalen de Nederlandse samenleving omver te trekken om zo ruimte te maken voor de nieuwe Middeleeuwen waarbij Lenin en Allah leidend zijn. Maar wij, de normale burgers in dit land, zijn met meer… En ‘wij’ in dit geval als zijnde de realisten die niets zien in dat linkse droombeeld. Wie meent dat stikstof kan worden uitgebannen als we de moderne tijd maar achter ons laten en de eerder genoemde archaische doctrines omarmen hoort eigenlijk niet thuis in dit wereldje. Dat is mijn mening en daar moet je het als lezer maar mee doen. Het studentje heb ik inmiddels geblokkeerd. Voor de man die Groenlinks en PvdD propaganda uitdraagt rest een leven in eenzaamheid vrees ik. En werd de link ook door mij verbroken. Zeker nu hij de aanvallen vals persoonlijk maakte. Realisten aller landen verenigt u. Genoeg geweest…weg ermee….Niemand heeft behoefte aan anarchie of communisme…Zeker deze Meninggever niet.

Dankzij verbod; groei!

Dankzij verbod; groei!

Ooit verbood men Zwarte Piet uit angst voor de extreme actievoerders die er allerlei dingen inzagen die niks met het fenomeen van doen hadden. Ik blijf even weg van die discussie maar voorspel wel dat in Nederland bij weinig Sinterklaasfeesten nog zwart geschminkte kindervrienden voorbij zullen komen. En dat er dan altijd wel ergens iemand gaat roepen dat Nederland ‘vrijwillig’ koos haar eigen identiteit opnieuw voor een deel aan de kant te mikken. Net zo gaat het met alle jubelverhalen over de meerverkopen van elektrische auto’s of scooters.

Als ik die persberichten met hun jubelende inhoud tot me neem weet ik uit ervaring natuurlijk hoe die dingen werken, maar de gemiddelde leek zal denken dat de vergroening van ons wagenpark en binnensteedse tweewielervloot met rap tempo plaatsvindt. Nou ja….in percentages wel natuurlijk. Want met name bij die scooters is het aandeel elektrische exemplaren ontwikkeld met 50%. Bij de iets langzamere snorfietsen gaat het nu om 47%. Is dit een teken aan de wand?

Voor een deel zeker, want de gemiddelde koper van die dingen is jong, wordt op school geindoctrineerd met het Groenlinkse virus en wil er bij horen. Toen in mijn jeugdjaren de keuze tussen een Kreidler of Puch het verschil maakte tussen erbij horen of niet kocht ik een nieuwe Puch. Dan kon je met je kolbertje aan over een coltrui de blits maken. Ditzelfde fenomeen zie je nu bij die elektrische dingen. Maar er komt nog iets meer bij kijken. In overwegend door #links bestuurde gemeenten verbiedt men gewoon de normaal gemotoriseerde scooters. Voert ‘milieuzones’ in waardoor je als bezitter van een scooter met viertaktmotor al snel een paria bent die graag bekeuringen verzamelt als je toch die zones binnenrijdt. Eerder al waren de tweetaktmotoren bij scooters in de ban gegaan. En dan is het niet gek dat je onder deze dwang de verkopen van elektrische machientjes voor de jeugd en de grachtengordelridders ziet stijgen. Het is geen liefde maar nood. Gelukkig hebben de fabrikanten van die dingen (een deel komt uit China) geinvesteerd in de kwaliteit en actieradius van scooters op batterijen waardoor ze wat bruikbaarder zijn dan vroegere exemplaren. En men ook de prijs wat kan laten zakken.

En met dit soort dwang komt het met die zo gepropageerde ‘transitie’ wel goed. Iedereen op de scooter of fiets, straks nog voorschrijven dat we allemaal een milieuvriendelijk gemaakt liefst groen pak aan moeten, en we zitten bijna op de weg van het Maoisme in de jaren zestig van de vorige eeuw. De lucht wordt er niet schoner door, maar het orgasme van de naar een linkse maatschappij snakkenden wel heftiger. Voor mensen op het platteland is er het vooruitzicht dat zij op termijn ook in versteende gebieden zullen wonen, met dank aan het ‘stikstofbeleid’ van deze regering. Dan kunnen ze daar ook van die leuke elektrische snorfietsen gebruik maken. Want nu, wind en weer tegen, op hun Solexen scheurend over lange kronkelende dijkweggetjes, is zo’n elektrisch ding volkomen zinloos. Maar ja, nog maar een paar jaar….(Beelden: Yellowbird archief)

Kind..

Kind..

Wil je leuk volwassen zijn, blijf dan deels denken als een kind. Onbevangenheid hoort daarbij en het idee dat je nooit uitgeleerd bent. Interesseer je voor zaken die je nog niet kent, leer kritisch zijn richting mensen die niet meteen het beste met je voor hebben, controleer i.p.v. blind vertrouwen, maar geniet ook van alles wat je leuk of lekker vindt dan wel wat jouw leven plezieriger maakt dan dat van de vroeg oud geworden mensen uit je omgeving. Hoe zeer ik mijzelf ook zie als een redelijk nuchtere volwassen geworden intussen oudere meneer met een mening, het kind in me is nooit echt afgezworen.

Mijn Mancave (de ruimte in huis die echt van mij is..) bewijst dat. Bezoekers zijn vaak verbaasd dat ik me omring met alles wat ik als kind al leuk vond en nu nog steeds. Mijn huisbieb (nee, naast volwassen stripboeken geen kinderboeken meer…) naast de auto’s en de vliegtuigen. Ik koester ze, wil ze ook niet weg doen, al zegt de volwassene in mij dat ik best af en toe wat moeite mag doen om de boel wat leger te ruimen. Ik vind alles leuk, ben niet meteen een specialist op bepaalde terreinen. Maar op andere weer wel. Op gebied van vervoer ken ik mijn pappenheimers, maakte van sommige hobby’s mijn werk en van werk soms een hobby.

Als ik in Amsterdam rondloop, wat we normaal gesproken vaak doen en dat is niet alleen goed voor de gezondheid (mijdt daarbij dan wel de Weesperstraat..) je ziet ook van alles wat je voorheen nog niet zag, en dat maakt dan weer dat ik extra inspiratie op doe voor verhalen (vaak hier neergezet) of zaken die passen bij mijn Facebookgroepen waar ik de scepter zwaai. Zoals ‘Amsterdam – Mijn Stad’ waar ik met wat mede stadgenoten leuke plaatjes neerzet van wat Amsterdam zo leuk maakt. Of ‘Czech Mate’ over de vaardigheden en techniek die voortkwam en komt uit dat mooie land op een uur vliegen van Amsterdam. Dat ik me dan nog bezighoud met de Skoda Groep, Oost-Europese automodellen of (uiteraard) vliegtuigen op schaal lijkt hen die mij echt kennen dan ook logisch. Het kind in mij houdt me elke dag bezig en naar ik meen jonger dan ik echt ben. Soms zie ik best dat er een eind aan zal komen. Dat zelfs dat kind in mij een keer echt volwassen is, uitgeleerd, en dat je moet accepteren dat alles eindig is, zelfs mijn leventje. Maar tot dan blijf ik me maar bezighouden met wat me blij maakt…Noem het wat je wilt, ik blijf er bij glimlachen….En dat houdt gezond….Hoop ik… En hoe is dat voor jou beste medeblog(st)ger? Ook nog steeds onbevangen en een beetje kind zonder kinds te zijn?? (Beelden: Archief)

Scheiding..

Al jaren was ze alleen en het beviel haar prima. Ze hoefde nu niks, kookte haar eigen potje en ging uit als ze daar zin in had. Al jaren leefde ze gescheiden. Richtte zich op haar hondje en kinderen, en waar het zo uit kwam in die volgorde. Altijd had ze naar haar eigen idee pech gehad in haar leven. Thuis was het armoede troef geweest en dus mocht ze niet studeren. Moest snel aan het werk in dat atelier waar haar chef zijn handen niet van haar af kon laten. Nou ja, niet alleen van haar, alle meiden waren door hem wel eens betast. In de kerk ontmoette ze Jan. Streng gelovig, zoon van de kruidenier. Het was liefde op het eerste gezicht. En in bed had ze voor het eerst het idee gehad waarom mannen en vrouwen voor elkaar geschapen waren. Niet dat ze er nou zoveel plezier aan beleefde, maar toch. Als Jan gelukkig was, had zij het ook naar haar zin. En kookte ze lekkere maaltjes voor hem. Later nam hij de zaak van zijn vader over en werkte hard om geld thuis te kunnen brengen. Omdat hij zo vaak weg was om zijn klanten te bedienen ging ze zelf maar wat klussen in huis. Schilderde, timmerde en maakte kamertjes op zolder voor de kinderen die ongetwijfeld zouden komen. Al duurde het met Jan allemaal wel erg lang. Op een dag stond ze weer te klussen en zag ze de glazenwasser met zijn ladder voor het raam de boel schoon maken. Een jonge vent, donker haar, grote glimlach. Na een paar maal viel ze voor hem. Jan was nergens te bekennen. Met Mario, de glazenwasser met half Italiaans bloed, was de fysieke liefde zoveel dieper en zuchtte ze telkens van genoegen. Tot ze zwanger raakte. Natuurlijk hield ze het kind. Jan dacht dat het van hem was. Vond het wel bijzonder dat de eerste zoon die ze kregen bruine ogen had en donker haar, terwijl ze beiden blauwe ogen bezaten, maar nam het kind op als het zijne omdat hij niet beter wist. Toen het tweede kind zich aankondigde, Mario was al lang verdwenen, en de geboorte van hun dochter achter de rug was, bleek die blond en voorzien van blauwe ogen. Een heel ander kind. Gold ook voor haar derde. Weer een dochter, weer blond en blauwe ogen. Jan hield van alle drie evenveel. Maar tussen hen ging het mis. Het liefdesleven zonder fantasie begon zich te wreken, ze kreeg er genoeg van. En besloot toen de kinderen groter waren haar heil te zoeken in de grote stad. Ze nam afscheid van Jan, belde een advocaat en vroeg de scheiding aan. Was nog een tijdje op zoek naar Mario, maar die was echt nergens meer te vinden. Ze betrok een flatje e n genoot van het vrije leven. De liefde hield ze buiten de deur. Het was mooi geweest. Als ze wilde kon ze reizen waarheen ze wilde. Haar nieuwe baan had ze te danken een haar studie die ze in haar nieuwe leven had opgepakt. Vriendinnen uit de stad hielden haar op de hoogte van alles wat belangrijk was. Haar kinderen intussen goed terechtgekomen. Al was hun zoon nu zelf glazenwasser en de dochters duidelijk uit ander hout gesneden. De ene manager bij een IT-bedrijf en de andere bestuurde een zakenvliegtuig voor een of andere rijke pief. Nee, ze had het goed getroffen….. En Jan? Ach die Jan, die raakte aan de drank en dronk zijn eigen supermarkt leeg…..Maar dat kon haar niet meer schelen. Had hij maar attenter moeten zijn…..voor haar…….

Stil concert…

Stil concert…

Stel je eens voor; het Concertgebouworkest geeft een voorstelling met volle zalen. De dirigent slaat af en…..stilte…. Men beweegt de armen en hoofden, het lijkt er op dat men vol vuur speelt, maar je hoort niks. Buiten zie je de tram voorbij rijden….compleet stil. Wat mis je dan? Simpel…emotie! Wij mensen hebben oren die communiceren met onze ogen en samen onze herseninhoud waardoor we weten dat bij de optiek het geluid deel uitmaakt van het genoegen.

Kijk, en dan komen we ergens. Zelfs in de fraaiste landschappen horen we de natuur, de dieren, het geklater van water of wat ook. Voor natuurfreaks de ultieme wereld. Maar ze zijn daar ook naartoe gereisd. Als ze lopen dreunen hun stappen onder de grond door naar de schuilplekken van diverse diersoorten die dat dan weer als bedreigend ervaren. Voor echte stadsmensen van geboorte hoort geluid bij de observaties van toen en nu. Muziek in de oren.

Heerlijk om een echte sportwagen te horen brullen, de trams knarsend en piepend voorbij te horen komen en mensen onderweg met elkaar te horen kakelen. Het stadsrumoer is onderdeel van de charme van het geheel. Een stille stad was even tijdens COVID-lockdowns te beleven, inwoners vonden het een paar dagen leuk, maar daarna werden ze vaak toch onrustig van die stilte. Als je naar een of andere sportwedstrijd gaat is het zelden stil. Publiek, spelers onderling (teamsport). Slechts bij schaken, dammen of biljarten is men stil vanwege de concentratie. Maar verder? Joelen geblazen. Hoort er bij. De lol van concerten buiten of evenementen als de Zwarte Cross of Lowlands baseren op de optelsom der dingen.

Elk zintuig geprikkeld. En doodmoe thuis komen. Hoort er allemaal bij. Zelf wil ik nog wel eens een half uurtje kijken naar YouTube-filmpjes van recente rallies of een mooie propellerkist die zijn motoren start en daarna grommend het luchtruim kiest. Het geluid is dan bepalend. Zet dat af en de lol van het kijken is voor mij als liefhebber meteen 50% minder groot. Nee, ik ben niet van de zwijgzaamheid. Geluid is voor mij ook muziek, geen overlast. Ik snap best dat er mensen zijn die dat anders zien. Waar elke decibel geluid wel wordt ervaren als overlast. Zit vaak ook in de genen. Je opvoeding en de omgevingsfactoren. Ik ben niet onpartijdig op dat punt. Maar blijf hier maar even genieten van al die auditieve genoegens. Wat ben jij voor een type? Meer van de stilte of neem je de omgeving voor wat hij waard is? De lezerskring een beetje inschattend liggen de meningen vast sterk uit elkaar. Ben benieuwd wie zwijgzaam door het leven gaat en nul decibels geluid projecteert. Dat zijn toch de bijzondere uitzonderingen…..Hoe geacht ook…..Maar ga dan ook morgen niet naar buiten. Het wordt vast druk overal… (Beelden: archief)

Dia’s

Dia’s

Jaja lieve kijkbuiskindertjes en bloglezers, ooit had opa Meninggever geen digitale camera of smartphone om daarmee zijn plaatjes te schieten. Nee, dat ging allemaal met een camera waarin een filmpje zat. Naar gelang het type of de keuze van materiaal had je dan 24 of 36 opnamen beschikbaar en schoot je dus altijd selectief de onderwerpen die je van te voren had bedacht. Lukraak foto’s maken was er niet bij. De eerste camera’s waren een soort plastic doosjes met een lensje voorop, een cassette propte je in dat ding en met wat plastic of metalen schuifjes maakte je een foto, of zoals in mijn geval dia, en transporteerde dan de film naar het volgende potentiele plaatje. Film vol? Naar de fotozaak of centrale en hopen op goed resultaat.

In 1971 toen ik echt ging fotograferen deed ik dat op aanraden van een in die dagen goede vriend, op dia. Dan kon je later leuke voorstellingen houden in kleur en op een groot scherm geprojecteerd. Door de jaren heen maakte ik zo dik 15.000 beelden. Die heetten officieel dia-positief. Toen ik overstapte op digitale camera’s van de eerste soort, bleef de SLR van goede snit en met een scala aan lenzen voortaan in de bijbehorende aluminium koffer. In feite begon ik opnieuw met fotograferen. De latere smartphones verbreedden het aanbod van mogelijkheden.

Een nieuwe digitale SLR die ik ooit kocht inclusief nieuwe lenzen was toch vooral voor de luchtvaart bedoeld. Hoe dan ook, keurig gesorteerd in mijn op zolder staande archief bevinden zich al die dia’s. Toch zonde. Dus maar eens digitaliseren. Ik begon daar jaren her met verve mee en kwam tot ongeveer halverwege. Toen schakelde Windows van Win7 naar 10 en deed de scanner het niet meer. Dat was wel een tegenvaller. Maar ach, er zijn erger dingen. Maar het bleef jeuken. Onlangs kocht ik mij van o.a. de verkregen verjaardagsgelden een nieuwe scanner. Deze werkt op andere wijze en biedt me de kans om nog wat beelden uit die bakken vol platen en plaatjes tot eind jaren negentig te redden voor het nageslacht of gewoon mijzelf. Het vraagt tijd en discipline. Ik hoop oprecht dat die mij zijn gegeven. Want de eerste resultaten zijn bemoedigend…. Ik hoop af en toe ook hier wat te kunnen laten zien….Wens me maar sterkte… (Beelden: Archief)

Do….

Do was letterlijk en figuurlijk een vrolijke tante. Voor haar neefjes en nichtjes, zij had altijd plezier, leefde zich uit, hield zich niet aan welke norm of waarde ook. En bij de familie was wel bekend dat Do in haar leven heel wat mannen (en wellicht zelfs vrouwen) had versleten voor ze iets tot rust was gekomen. Verhalen over haar jeugd, dat dorp waar ze alle mannen het hoofd op hol had gebracht met haar lijf en gedrag. Do hield wel van een verzetje. Een drankje of rokertje ging er altijd wel in, en als ze dan zin had in gezelschap nam ze dat mee naar een plek waar de rest van de samenleving haar niet kon bespieden. Men kon slechts raden wat zij daar dan deed. Maar haar naam was wel gevestigd. Later verhuisde ze naar de grote stad. Kreeg een aardige baan. Eerst in een tankstation, toen bij een notaris. De klanten waren gek op haar. Want service ging Do voor alles. Tevredenheid moest volgens haar in alle toonaarden worden geboden en haar werkgevers waren alleen daarom al gek op haar. Alleen vastleggen aan iemand was niet haar ding. Ze hield van feesten, met alles er op en aan, ze experimenteerde met pillen en poeders, kende de Kama Sutra zowat uit haar hoofd, maar bleef dezelfde vrolijke Do die eigenlijk gewoon Dorine heette maar dat maar een stomme naam vond. Do was ook een graag geziene gast op de familie-bijeenkomsten. Ze kon geweldige verhalen vertellen en maakte de jongere generaties wijs dat als je vandaag niet leefde je morgen spijt zou hebben omdat het dan niet meer kon. Haar ouders, broers, zussen, en goede vrienden, ze luisterden vaak met opgetrokken wenkbrauwen naar wat ze allemaal oreerde maar ook over wat ze droeg aan kleding. Of beter, wat ze bijna niet droeg. Optische verrassingen waren haar niet vreemd. Do was dus een vrolijkerd. En ze werd node gemist toen ze ineens overleed. 80 jaar oud. Geleefd voor tien. Maar haar motto leefde voort…..Leef nu, morgen is het misschien te laat. Maar haar familie zette haar portret toch maar niet zo dominant op de schoorsteenmantel. Het stigma van het fatsoen en zo…..