Terugblik…

Nu hij net zijn 80e verjaardag had gevierd en nog eens mijmerde over hoe zijn leven tot nu toe was verlopen kwam hij al snel tot de slotsom dat hij best wat kansen had laten lopen die wellicht zijn leven of carriere hadden kunnen doen veranderen. Hij was niet ontevreden hoor, daar niet van, maar als hij soms aan bepaalde dingen dacht die hij niet durfde of door invloed van zijn ouders of toenmalige partner niet mocht, zuchtte hij diep. Want hij had kansen genoeg gehad. Zo dacht hij terug aan Tiny, die blonde meid waar hij helemaal gek op was en die hem had geleerd goed te kussen. Zij was echt een meisje naar zijn hart geweest, maar van huisje-boompje-beestje moest hij toen nog niks hebben. Hij wilde de wereld verkennen, en ondanks haar passionele aanpak van hun liefdesleven koos hij toch liever voor reizen en trekken. Hij had veel landen gezien, steden bekeken, en toen hij onderweg Louisa tegen was gekomen viel hij als een blok voor haar zuidelijke temperament. Dat was leuk geweest op de warme stranden in haar thuisland, maar eenmaal hier in het toch wat kille Nederland, viel de relatie met haar niet zo mee. Ze was vinnig, vond ons land maar niks, en hij kon als het er op aankwam eigenlijk niet goed met haar door een deur. Dus nam hij afscheid en zette haar op de trein terug naar huis. Hij ging werken voor zijn vader, in de bloemen. Was op zich leuk werk, maar ook wat saai. Elke dag verliep zoals de vorige of de volgende. Gelukkig verdiende hij aardig. Kocht zich een auto, huurde een leuk huis, vond Annelies en trouwde met haar. Passie was niet hun ding, maar ze kregen wel 2 kinderen. Alles wel aan boord. Zijn vader deed op enig moment het bedrijf aan hem en zijn broers over. Maar het ondernemerschap paste hem niet. Hij liet het aansturen van het bedrijf aan de anderen en werkte zoals hij altijd deed. Mopperde niet, droomde wel, maar ontdekte ook dat wat hij eigenlijk wilde, nu niet meer kon. Van reizen kwam niet veel, andere mensen ontmoeten lukte nauwelijks en de relatie met zijn schoonfamilie was maar zozo. Kortom, het leven kabbelde voort. Hij werd 50, 60, 70 en nu 80. Annelies was hem intussen ontvallen. Zijn kinderen volwassen en zelf ouders. Ze kwamen af en toe bij hem langs, zoals met verjaardagen. Mooie vrouwen waren niet meer aan hem besteed. Het leven was hem best genadig geweest, hij leefde gezond en was zelden ziek. Maar toch miste hij de passie uit zijn jeugd. En tegelijk wist hij dat die nooit meer terug zou komen. Hij zuchtte nog een keer, deed de gordijnen dicht en liep naar de keuken. En kopje koffie zou hem goed doen. Zoals hij dat vroeger met Annelies ook deed. Ach die Annelies….. Hoe zou het trouwens zijn met Tiny? Moest hij toch eens opzoeken. Misschien kon zijn kleinzoon Jim hem even helpen met Facebook…….

Vakantie…

Vakantie…

Nee, ik doe er niet echt meer aan. We doen wel eens een dagje dit of dat, maar lange perioden weg naar een of ander ver oord, het is er niet meer bij. Al was het maar omdat ik het idee dat ik onze drie langharige kinderen alleen moet laten en ik zeker weet dat die niet zonder ons kunnen. Daarbij, ik ben op zoveel plekken geweest. Interessant, warm, mooi, stil of druk, steden, stranden, bergen, ik heb het allemaal gezien.

Tuurlijk is de interesse er nog wel hoor, maar het gedoe van reizen maakt me op voorhand al moe. Zeker nu met al die corona-ellende, dat geplan, het inpakken, de reis op zich, nee, het is niks voor mij meer. Als het op een paar uur rijden ligt van huis is het mij wel genoeg. Daar spreken ze vaak nog mijn taal en eten ook dingen die ik lekker vind. Maar ik koester natuurlijk wel al die reizen en vakanties uit het verleden.

Enige reislust was me in het verleden bepaald niet vreemd en ook tijdens de vele zakelijke trips binnen en buiten Europa wist ik van de meeste momenten ook aardig te genieten. Het begon allemaal trouwens al in de jeugd. Mijn moeder was erg reislustig. Met de beperkte middelen van toen en laten we wel zijn, wonend en werkend in de hoofdstad, genoot zij intens van tripjes naar Limburg, Belgie of (hoogst illegaal want geen paspoort) Duitsland. Wij moesten als kinderen natuurlijk mee, want je kon niet vroeg genoeg beginnen met om je heen kijken.

Ze kon er vaak weer een jaar tegen als we weg waren geweest, en dat was dan vaak toch een dag of wat, net zo lang het budget het kon dragen. Later, we hadden vrijwel altijd een auto uit de ‘voorraad’ beschikbaar, werden die trips wekelijks. De Veluwe, Betuwe, bedenk het en er werd even heen en weer gereden. En met de toenmalige wegen waren dat soms best lange ritjes. Ik nam die gewoonten naadloos over. Verkende Nederland, de omringende landen en ontdekte toen dat het elders ook mooi was. Mijn interesse in de luchtvaart en carriere deden de rest.

Vliegen naar hier en daar, en altijd die verrassing van wat je nu weer aantrof of zag. De wereld is prachtig. Maar ik hoef niet zo nodig naar landen waar het volgens mij vies is of vijandig. Enige controle en regelmaat, maar zeker ook veiligheid op gebied van voedsel en water maar zeker terrorisme of criminaliteit wil ik graag in het pakket hebben zitten. Maar neemt niet weg dat ik nu dus niet meer zo nodig hoef. Al laat ik hen die dat wel zo willen graag vrij. Ga je gang, geniet er van en doe wat je wilt of kunt zolang het nog kan of mag. Enige vliegschaamte of reisvoorbehoud is mij in dat kader totaal vreemd.

Niet voor niets dik 55 jaar keihard gewerkt, dus moet kunnen. Meer iets wat in mijzelf zit tegenwoordig. En dan heb ik nog iets meegekregen van vroeger, ik heb niks met tenten, caravans of dat soort overnachtingsmogelijkheden. Ook niet met boten…Laat maar. Kortom…ik word wat saaier….vast de leeftijd. Maar ben wel nieuwsgierig, wie herkent dit?? Zonder politieke insteek, maar gewoon omdat je al zoveel hebt gezien. En geef eens aan wat je het meest imponeerde in dat opzicht? Waar was het extra mooi, kom je nu nog graag, of was het eten zo heerlijk dat je dat zelfs thuis nog wel eens tot je neemt!? Ik ben benieuwd….wie weet kan ik er iets van opsteken…(beelden: Archief)

Wandelen…

Wandelen…

Een ventje was hij nog, toen hij lang geleden dat ene meisje tegenkwam dat hem kennelijk als een van de weinigen die hij kende, begreep. Hij vond haar aantrekkelijk ook al was zijn ervaring op dat punt dan nog wat beperkt. Zij gaf hem de erkenning die hij zocht, de rust, en ook de vrijheid te doen waar hij zin in had als dat in relatie stond met zijn hobby’s. De vlucht uit huis begreep ze als geen ander. De gesprekken die vaak volgden op onstuimig gedrag waren diepgaand. Filosofisch, warm, en ook een zoektocht naar een toekomst die totaal anders zou verlopen dan die afgelopen jaren. Hij werkte hard, studeerde, net als zij, in de avonduren. Samen deden ze dingen in de weekends. Veel speelde zich af rond zijn interessewereld, maar altijd was er die basis waarop het respect en de vriendschap veranderde in liefde en vertrouwen. Samen besloten ze dat het leven delen toch de beste oplossing zou zijn voor hun beider toekomst. Aan een kant van de relatie stonden ouders open voor het idee, aan de andere veel minder. Ingewikkelde familiestructuren moesten overwonnen worden, net als vooroordelen en roddels over de noodzaak van hun op enig moment al vroeg voorgenomen huwelijk. Eenmaal zover werd op gepaste wijze gevierd en de onafhankelijkheid gekoesterd. Werken nog steeds een grote basis, voor hem ook zijn andere interesses. Zij was er voor hem, ving hem op als hij weer half bevroren van zijn brommer stapte na een late werkopdracht op dat vliegveld vlakbij de stad. Zij koesterden wat ze bereikt hadden, genoten van hun vrijheid in de ruimte die ze voor zichzelf hadden bevochten. En zo ging het verder. Nu, 54 jaar later, officieel nog steeds een stel. Vallen en opstaan, maar altijd snappende wat de ander voelt of meemaakt, er zijn voor die ander, en nog best tevreden terugkijkend naar die beslissing van toen. Dat jonge ventje met zijn werkdrang en hobby’s en dat meisje dat uiteraard uitgroeide tot een vrouw met overzicht en een sterk karakter. De trouwdag in gepaste bescheidenheid gevierd. Samen sterk. En zo hoort dat. Waarbij wandelen van hot naar her en van hier naar daar nog steeds een basis is om gesprekken te voeren die anderen zo graag weglaten. Uitgaande van wat n u het gemiddelde is zou dat over al die jaren zo maar een keer of anderhalf rond de Aarde zijn geweest wat ze samen al kwekkend aflegden. Nou als dat geen bewijs van liefdevolle teamsport is, dan niks toch??

Thuiswerken…

Thuiswerken…

Andere tijden vragen om verschillende oplossingen.

Onze wereld is anno 2020 totaal op de kop gezet door een virus dat qua impact zijn weerga niet kende. Om verspreiding tegen te gaan (nauwelijks gelukt) gingen we massaal thuis werken. De Lease-Tesla’s en BMW’s van de zaak bleven voor de deur staan en we deden onze meetings niet meer in person maar gewoon online. Het bleek prima te werken ook al was het voor veel werknemers of managers wel even wennen. Thuis bleek weliswaar veiliger tegen de verspreiding van dat virus, maar ook niet meteen handiger. De meeste huizen bleken geen ruimte te hebben voor een thuiskantoor, sommigen werkten vanaf de keukentafel, anderen zaten in de schuur en de meeste lieden op zolder.

Is dat leuk? Kennelijk niet. Want er werd veel over geklaagd. Men miste de luxe van de kantoren waar men normaal bivakkeert, de smaak van de koffie-automaat, de warmte van collega’s. Maar vooral natuurlijk de sleur van alle dag. Want we zijn kuddedieren en hebben het gewoon in ons systeem zitten om samen met anderen de hele dag door te brengen in een goed geoutilleerd kantoorgebouw. Zelf ben ik ergens in 2000 overgeschakeld naar dat thuis werken. Toen ik de laatste managementfunctie buiten de deur opgaf en overstapte in de wereld van het fulltime ondernemerschap richtte ik een kamer van ons huis in als kantoor.

De kleinste slaapkamer, ingericht met een bureau, computer, ISDN-verbinding (had je toen nog) een ladenkast en een vitrine met wat zaken die ik er toe vond doen, Om me heen ruimte aan de muren om ontwerpen en plannen op te hangen en hup ik kon aan de slag. Het werd mijn thuisbasis. Want was toch veel onderweg. De opdrachten noopten daartoe. Trainingen of goede professionele adviezen geven deed je op locatie. Maar de volgende dag had ik wel mijn eigen ruimte om bij te komen van een late thuiskomst. Ook toen ik later als ingehuurd hoofdredacteur b-to-b-bladen mocht maken en ik daartoe een dag of drie per week ter plekke bij de uitgeverij aan de slag was, bleef mijn thuiskantoor de basis. En neem van mij aan dat ik de kantooruren (..) echt vol maakte. Ik zat er al vroeg achter mijn bureau, en stopte pas als het buiten donker werd. Want als zelfstandig ondernemer moet je ook nog een boekhouding bijhouden en zo meer.

Uiteraard liep ik tussendoor dan wel buiten, het lijf moest onderhouden, maar toch. Een grotere slaapkamer gaf me in huis later de ruimte om zelfs relaties te ontvangen. Weer wat later lieten we de zolder zodanig verbouwen dat daar een professionele werkplek ontstond die ik combineerde met mijn museumpje… Het werden steeds prettiger werkomstandigheden. Wellicht doordat we in ons huis de ruimte hadden of hebben om dit allemaal te doen. Ik had het wellicht als nog actief zijnde adviseur nu prima voor mekaar gehad. Ik had zeker bepaalde collega’s erg gemist, maar anderen zeker ook niet. Ook een voordeel van dat thuiswerken. En….doordat je veel minder hoeft te rijden als je thuis werkt heb je ook een veel minder grote auto nodig. Scheelt veel geld. Maar dat effect komt nog. De grachtengordelteslarijdervandebaas is gewaarschuwd…. (Beelden: archief)

Zussie

Zussie

Dagje eerder dan normaal in mijn blogsessies anno 2020, dit verhaaltje over mijn ‘polderzus’. Vandaag jarig en natuurlijk van harte gefeliciteerd en zo meer. We zullen haar binnen de coronaregels uiteraard nog even met een bezoekje en passend presentje vereren.

En dan weten we vast weer waarom we haar ooit opnamen in de familiaire gelederen en zien als aangenomen zus en zeer goede vriendin. Drempelloos is haar vriendschap en liefde voor anderen. Ze zit vol ondeugd en humor, en was ooit als Thamara een open boek voor veel andere bloggers. Een deel daarvan leest hier nog mee en herinnert zich haar, anderen komen via andere sociale media nog regelmatig met haar in contact. Immers ook zij maakten ooit de stap naar die toen nieuwe digitale media en verlieten het vertrouwde blognest. Thamara leerde ik ooit, lang geleden kennen in die digitale wereld. Haar verhaal was bijna adembenemend. Het grote gezin, geloof, druk van binnen EN buiten. Ze ontwortelde zich, stopte met onderwerping en vocht zich een weg naar buiten. Haar verhalen imponeerden.

Na een ontmoeting bij een blogmeeting (had je toen nog..) ergens in het land was de vonk er. Over en weer. Ik had naar mijn gevoel een jongere zus gevonden. En de partners waren ook leuk genoeg om tot een hechte vriendschap te komen met diepgang. En respect. We maakten veel mee intussen. Verdriet, vrolijkheid, vakanties, tripjes, vierden samen verjaardagen en feestjes maar waren er ook als het even tegen zat. Na al die jaren vaste waarde in ons leven. En wat voor een. Nu dus jarig. Gevierd op de haar kenmerkende wijze. Uitbundig ronder grenzen, delend wat te delen valt en weinig vragend. Nu nog even zien of ze al taartjes haalde bij de lokale banketbakker. Want ook die zijn goed in de polder. Een polder die we intussen mede door haar en ManGoud goed leerden kennen. En koesteren. Net als zussie….

Ultralang vliegen…

Voor ik met u, zoals in een vorig blog aangekondigd,  terugga in de tijd, naar een periode waarin vliegen nog was voorbehouden aan een zekere elite in ons land of daarbuiten, nu even een blik in de nabije toekomst. Die morgen beginnende toekomst welke ultrazuinige vliegtuigen zal gaan brengen die ons over enorme afstanden gaan vervoeren zonder enige tussenstop. En de technologie daartoe hebben we al. Eigenlijk al heel lang, maar nooit op een schaal zoals we die nu op ons af zien komen. De vraag is wel of je daar als passagiers in die fraai ontworpen dingen gelukkiger van wordt. Persoonlijk vond ik de vluchten naar/van de VS echt wel een hele ruk. 8u 3 kwartier op je plek blijven of een kort wandelingetje maken aan boord van zo’n kist vond ik persoonlijk best afzien. Maar tegenwoordig draaien sommige maatschappijen zich niet meer om voor ruim het dubbele aantal vlieguren. Men wil zo efficiënt mogelijk met een relatief grote betalende lading van punt A naar B kunnen vliegen en zo geld besparen en gelijk verdienen. Kampioenen op dit vlak zijn Qantas uit Australië en Singapore Airlines.

In een ruk van Londen naar Sydney vraagt het uiterste van reizigers en bemanningsleden. Maar toch kiest men ervoor. De redenen zullen duidelijk zijn. De druk op de luchtvaart vanwege de vermeende uitstoot en ook die van aandeelhouders op zoek naar rendement zorgen voor dit streven. Tuurlijk is een vlucht met allerlei tussenstops ook niet alles. Datzelfde Qantas vloog vroeger vanuit Londen via Amsterdam en nog een hele reeks tussenstations naar haar eigen thuisland. Maar uitgerekend per stoel waren dat dure tickets. Is dat nu anders? Tuurlijk niet. Onlangs oefende men wat met de splinternieuwe en hypermoderne Boeing 787. Normaal goed voor 256 passagiers, nu zaten er slechts 40 in. Die werden aan alle kanten door doctoren onderzocht vanwege het fysieke welzijn. Ook de bemanning werd zo gemonitord.

Moet wel, want je wordt natuurlijk niet alleen moe van het zitten, ook van de droge en toch wat ijle lucht, het geluid (ook al zijn die nieuwe kisten stil) maar ook het passeren van datum/tijdgrenzen. Want bedenk maar eens dat het verschil tussen New York en Sydney 16 uur bedraagt, wat een extra aanslag op je lijf en leden is. Daarnaast is het allemaal nog wel te doen wellicht in de eerste klasse, maar economy?? Met een stoelruimte van 35cm?? Ik denk niet dat ik er snel aan boord zal stappen. Vliegen is geweldig leuk, het brengt je in een paar uur naar verre bestemmingen. Maar om nu een hele dag in zo’n kist rond te hangen…Ik moet er niet aan denken. Wie van mijn lezers wel??? Ben benieuwd. (Beelden: Yellowbird collectie)

Leven met de vliegende pijl – 3 – Reizen en trekken….

Voordat ik chronologisch nog even verder ga met beschrijven van al die Skoda’s die mijn leven beheersten (..) wellicht even goed om aan te geven waaraan die eerste auto moest voldoen en wat er zoal mee werd gedaan. Natuurlijk diende hij voor het woon-werkverkeer dat in die dagen nog vooral plaatsvond tussen de nieuwe Amsterdamse wijk Bijlmermeer en mijn werkplek op Schiphol. Maar we deden er flink meer mee. Ritjes naar en in Duitsland waren in die jaren ook al regelmatig aan de orde van de dag, week of maand. We hadden er familie wonen van mijn vrouw en die zetelden allemaal in het Ruhrgebied. Dus we gingen nog al eens op en neer. Maar ook een vakantietripje naar Moezel en Rijnland werd met de rode Tsjech keurig, zuinig en veilig uitgevoerd. Hellingen waren soms best een uitdaging, maar met vier man en een pak bagage kwamen we altijd boven en vertraagden ons op de motor en het gescheiden remsysteem ook weer veilig een weg naar beneden. Ook al was de auto in die jaren gevoelig voor onderhoud, ging er van alles en nog wat aan stuk (niks bijzonders in die dagen, want de meeste wat goedkopere auto’s waren zo in elkaar gestoken dat je bijna constant bij de garage stond..), als het er op aan kwam deed de ‘rode’ wat ik er van verwachtte. (Foto: De gele Skoda S100 die ik gebruikte van 1973-76 was van een heel andere orde dan zijn rode voorganger) 

Twee keer stond ik er in de 2,5 jaar gebruik onderweg mee stil. Een keer vlak bij Amstelveen toen een klein palletje van de rotor in het ontstekingssysteem afgebroken was. Precies halverwege werk en thuis. De wegenwacht kwam en repareerde het onderdeeltje met plakband. Ik kwam er mee thuis en de volgende dag naar de dealer. Onderweg in Duitsland staakte op enig moment het gaspedaal elke functie. De gaskabel (jaja, toen ging dat nog zo..) was precies bij het mechaniek achter het pedaal los geschoten. Met wat moeite en gevloek kon ik dat zelf repareren. Verder deed ik met de rode Skoda nog het een en ander voor het werk. We hadden indertijd nog wel eens wat te doen in Maastricht en dan reed ik met de rode Tsjech even op en neer. Er stond een aardige onkostenvergoeding tegenover, en dan kwam je met die Tsjechische auto’s aardig uit. Met de tweede Skoda, een okergele, die ik vanaf de zomer van 1973 tot mijn beschikking kreeg na inruilen van de rode, ging het eigenlijk precies hetzelfde als bij die eerdere S-100. Met een verschil. Of het nu in de kleur zat of in verbeterde kwaliteitszorg in het Tsjechische Mlada Boleslav, die gele auto was bijna een klasse beter. Hij reed fijner, was absoluut pechvrij, roestte minder en was op een of andere manier veiliger. (Op de foto met de rode Skoda in 1972 samen met de opa van mijn vrouw met wie ik een prima band had. Samen in Bottrop (D)) 

Toch ging ook hierbij de kilometerstand vrij hard omhoog, zodanig zelfs dat ik na een jaar of 2,5 weer dacht aan opvolging. Nu moest er maar eens een luxe en snelle versie komen. Skoda had die in huis met de S-110LS, een auto met een 1100cc motor die men wat had opgepept en die extra luxe was uitgerust. In de neus zat o.a. extra verlichting, die vooral goed was om anderen even een signaal te geven dat je er met de Skoda langs wilde. De auto bezat zelfs interval op de ruitenwissers……Kortom, een aantrekkelijk auto voor een Skodafreak zoals ik. Nieuw was hij wel wat boven budget, maar met wat steun van links en rechts uit de familie en het nodige gespaarde eigen geld kwam de nieuwe okergele LS medio 1976 in gebruik. Het was precies een jaar voor de opvolger van deze reeks zou worden verkocht, maar dat wist ik toen nog niet. Met de LS voelde ik me King-of-the-road en gedroeg me ook zo. De auto was vlot genoeg om er mensen mee te jennen die in langzamere modellen voortbewogen en de kleur opvallend genoeg om anderen te irriteren. Toch bleek het een prima wagen, die nog eens extra was uitgerust met een geweldige radio en zelfs bij bestelde mistlampen onder de voorbumper. (Foto: De S110LS uit 1976 was een lekker opgetuigd exemplaar dat buitengewoon goed reed) 

Al dat licht in een keer aanzetten was niet zo handig, want dan stotterde de motor onderweg…..Werd later trouwens keurig door de dealer opgelost. Die had ook op voorhand de startmotor voorzien van een andere (Bosch)bendix, waardoor uitval van die dingen niet meer kon plaatsvinden. Een euvel dat ik bij beide voorgangers wel had meegemaakt en kennelijk een echte Skoda-typische storing was in die periode. Het was een genoegen om met de LS op de Duitse Autobahnen of Franse snelwegen te rijden, plankgas reed je de wijzer zowat uit de teller en dan wees dat ding echt iets van 170km/u aan. In het echt zal het wel iets minder snel zijn geweest, maar voor een Skoda uit die dagen was het supersnel. Jammer was wel dat de ook extra ingebouwde oliekoeler telkens zorgde voor flinke lekkages. Op een ritje naar Parijs raakte het blok zowat compleet leeg. Werd de motor warm liep het smeerspul zo langs de afdichtingen…Werd later afgekoppeld, probleem opgelost! Wordt vervolgd. (Beelden: Yellowbird archief – Alle teksten zijn eigendom van de auteur) 

De luxe van Pullman

Wie wel eens in een trein heeft gezeten anno onze nieuwe eeuw zal weten dat met name de tweede klasse uitblinkt door simpelheid, redelijk comfort en nogal vaak vuil op de vloer en overvolle prullenbakken. De eerste klasse is een treetje hoger in te schalen en biedt nog wat meer rust. Maar het haalt het niet bij de luxe die eerste-klasse reizigers pakweg een eeuw geleden mochten verwachten. En die luxe was slechts voor hen betaalbaar. Veel van die stijl en inrichting van de treinen in die jaren dankten we aan een Amerikaans bedrijf. Pullman Palace Car Company heette dat bedrijf en die naam is synoniem gebleven met ultra luxe en comfort. Niet voor niets associeren wij dat in onze tijd nog steeds met die begrippen al vertalen we dit dan eerder naar een ulta-comfortabele boxspring of auto’s met een vergelijkbare uitmonstering. Pullman was en is voor de rijken. Die rijtuigen waren zo luxe dat zelfs het Britse koningshuis de opdracht gaf om haar koninklijke treinen als zodanig uit te voeren. Wonderlijk genoeg had oprichter George Pullman in feite de indertijd welvarende Amerikaanse middenklasse op het oog bij zijn treinwagons.

Ook de restauratiewagens waren voor Pullman uitingen van pure luxe en welvaart en de reizigers doften zich ook echt op voor elke maaltijd die een dag aan boord van zo’n trein van toen met zich mee bracht. Voor hen die een tweede of zelfs derde-klasse ticket betaalden was deze luxe overigens niet aanwezig. Verre van dat zelfs! Houten banken kwamen eerst en rechtop zittend slapen de norm. Niet zo bij Pullman-reizigers. Die kregen stewards aangeboden die hen verzorgden met alles wat ze thuis gewend waren. Het ontwerp van die wagens was in pure art-deco-stijl, veel bruin, leder, maar ook elektrische lampen en tafelkleden. Via een Britse dochteronderneming van de Amerikaanse onderneming bereikte het concept in 1884 ook Europa. En al snel werden afspiegelingen van dit denken doorgevoerd bij de grotere treinbedrijven. Later overgenomen door de eerste luchtvaartbedrijven die het gemis aan comfort door de primitieve eerste vliegtuigen compenseerden met allerlei luxe zaken die passagiers van toen verwenden en afleidden van wat ze zoal meemaakten aan boord onderweg.

Fauteuils in plaats van stoelen, warm en vers bereid eten, maar ook krantjes, drankjes, en hotels met veel luxe als ergens een tussenlanding moest worden gemaakt. De reizigers van toen uiteraard veelal van rijke komaf, de gewone burger had in een vliegtuig nog niets te zoeken. Ook bij autobouwers was dit luxe denken op enig moment in zwang. Elke zichzelf serieus nemende fabrikant had wel een reeks modellen in huis die gericht waren op Pullman-klanten. Een chauffeur voorin, vaak in de open lucht, en de reizigers in alle luxe achterin. Zie je nog steeds. Vaak bij verlengde limousines, waarbij de chauffeur weliswaar nu ook enig comfort ervaart, maar de passagiers zich omringd weten met alles wat hij/ziij maar wensen kunnen. Het mag iets kosten en zij willen niet in eerste de beste leasesloep worden vervoerd. Luxe moet het zijn. Net zoals George Pullman het in de 19e eeuw al bedacht. De kleuren en stijl veranderden door de jaren heen, maar het verlangen naar die verwennerij zeker niet. In de jaren zeventig van de vorige eeuw verdwenen de Pullman-rijtuigen pas bij de meeste spoorbedrijven. De jumbojets maakten vliegreizen democratisch en een beetje compacte middenklasser heeft ook al zoveel luxe aan boord dat je je daar niet voor hoeft te schamen. Maar het Pullman-denken blijft toch voorbehouden aan de bovendanen en nieuw-rijken van deze wereld. Want verschil moet er zijn. En dat was zelfs in de communistische heilstaten zo. Wie dat niet gelooft moet maar eens kijken naar de treinen, vliegtuigen en auto’s waarmee de leiders in die landen werden vervoerd. Confronterend!

Ultralang vliegen

In de tijden dat vliegtuigen nog van hout waren en de piloten van gesmeed staal leken, waren vluchten over lange afstanden bijna science-fiction. Maatschappijen als Imperial Airways, KLM of Lufthansa zetten toestellen in die we nu zouden omschrijven als wonderlijke samenstellingen van hout en linnen, goed voor het vervoer van wat postzakken en pakweg vijf passagiers. Onderweg naar een verre bestemming, vaak in een of andere kolonie, was het zaak een keer of 15-20 te landen om zo voldoende brandstof te kunnen tanken dan wel de motoren van deze kwetsbare toestellen te reviseren. Vliegvelden waren niet veel meer dan grasvelden en als je verkeerd landde kon je dat je leven bedreigen. Toch deden die pioniers hun werk en verkortten (..) ze de reistijd naar bijvoorbeeld Australie of Indie met enkele weken ten opzichte van schepen. Wie als passagier meevloog betaalde niet alleen de hoofdprijs, maar mocht ook meehelpen met sjouwen of tanken onderweg. Later werd het allemaal meer gestroomlijnd. De Britten geloofden in verbindingen die met vliegboten werden onderhouden, de andere maatschappijen zagen meer in het landvliegtuig en kregen uiteindelijk gelijk.

Vanaf de jaren dat de eerste straalvliegtuigen in dienst kwamen ging het snel. Deze toestellen konden zo’n lange afstand afleggen met 2, 3 of wellicht vier tussenstops, maar binnen een etmaal zat je toch vaak wel ergens in de tropen. Met de latere jumbojet-vliegtuigen als de Boeing 747 werd luchtvaart ook geliberaliseerd. Mensen die vroeger geen ticket konden kopen stapten nu vrolijk in zo’n toestel en gingen backpacken in Australie. Of shoppen in New York. Blijft wel een heel gedoe dat vliegen op die lange afstanden, want je moet dat wel willen, 8-15 uur stil zitten op je stoel. Ik schreef al eerder dat mijn langste vlucht 8u 3 kwartier duurde (AMS-NYC). De aansluitende vlucht was ook nog eens 2,5 uur, maar toen hadden we tenminste nog even kunnen rondlopen in de terminal van J.F.Kennedy Airport. Vrouwlief was onlangs even naar Hong Kong en moest heen 12 en terug 13 uur doorbrengen in zo’n grote vlieger. Ze was aardig gaar van die vluchten.

Maar het kan allemaal nog langer. 17 uur en 20 minuten duurde de rechtstreekse vlucht tussen Perth en Londen die onlangs werd gedaan door Qantas uit Australie. En sommige vluchten gaan nog langer duren. Men hoeft niet meer te landen, de nieuwe generatie straalverkeersvliegtuigen kan deze afstanden aan en houdt nog brandstof over ook. Je moet het maar willen. Maar fysiek kunnen we het wel aan. Onderzoek door de maatschappij Singapore Airlines die al enkele jaren non-stop-vluchten aanbied van maar liefst 19 uur lang, zijn er nooit echte problemen ontstaan aan boord door deze enorm lange vluchten. Hoewel het risico op een aandoening groter blijft dan bij korte vluchten. Waar zit hem het verschil met die oudere jets dan in. Wel simpel, de nieuwe generatie tweemotorige breedrompvliegtuigen als de Boeing 787 en Airbus A350 hebben een andere rompconstructie waardoor men de luchtdruk anders kan regelen.

Dat voelt veel prettiger voor passagiers en is minder vermoeiend. Die verschillen zijn weliswaar niet zo groot als men het doet voorkomen, maar alle beetjes helpen zullen we maar denken. Wat wel nodig is en blijft…bewegen! De kans op een of andere vorm van bloedstolsels door te lang stil zitten blijft aanwezig. Opstaan en rondlopen waar mogelijk is dus noodzaak. En flink drinken. Geen alcohol, want dat werkt weer tegen het beoogde doel. Voorkomen van uitdrogen. Zorg dus voor voldoende water. En verder…ik wens iedereen veel plezier en geluk. Ik houd het maar op die kortere vluchten. En dat heeft niets van doen met een afkeer van vliegen of zo. Integendeel. Maar het idee van dat lange vliegen is me echt gaan tegenstaan….Sorry hoor…. (Beelden: KLM/Yellowbird)

Voornemens…

Tja, bekende goede voornemens gaan ook aan mij niet voorbij natuurlijk. Beetje letten op de eterij, wat minder stress, trachten nog meer te genieten, uitkijken naar hoe de toekomst ook dit jaar weer vorm gegeven moet worden. Maar ook op bloggebied zien dat ik de zaken wat in elkaar schuif. Zoals ik een jaar eerder ook al deed toen ik mijn Belgische schaduwblog, waar vooral horeca-ervaringen werden gedeeld, stopte en hier integreerde. De regelmaat van die specifieke berichten nam wel af, maar als het voor komt zal ik het zeker niet laten. Ook ga ik kijken of ik af en toe wat autonieuws hier kan integreren. Het autoblog kreeg het aan het einde van het afgelopen jaar lastig. Althans de overkoepelende organisatie die de vele blogs jarenlang online zette waaronder het door mij verzorgde. Helaas bleek dat men op een of andere wijze ineens problemen kende met de financiering en staakten vele bloggers daarop hun tekstaanbod. Waaronder ik. Afspraak is afspraak. Maar er zijn voldoende verhalen te vertellen over die automobiele wereld.

Of over reizen in het algemeen. Soms vermengd met persoonlijke ervaringen, in andere gevallen omdat de politieke kennis op dit gebied beperkt lijkt en meer ingegeven door gewin of drammerigheid. Dan komt mijn Meningblog in actie en krijgt u te lezen hoe het echt zit. Als in ‘mijn mening’, toch wel een wezenlijk onderdeel van dit blog dat ik nu al weer meer dan een decennium over u uitstort. Door de koppeling aan sociale media als Twitter en Facebook en nieuwe links naar Linkedin is het publiek dat meeleest breed en voeren ook daar mensen soms stevige discussies over de inhoud. Een columnist als ik is daar blij mee.

Goed voornemen om dat zo te houden. En dus wat intensiever te schrijven af en toe. Ik neem me ook voor om zaken eens op te ruimen. Of het er van komt? Ik was dat in 2017 ook al van plan. Kwam niet zo veel van terecht. Maar goed je weet nooit hoe het gaat en wellicht verras ik mijzelf wel op dit punt. Afwikkeling van een bedrijfje zoals ik dat toch een kwart eeuw voerde zorgt ook voor veel administratie en het wordt tijd om die nu eens op te ruimen. Allemaal overbodige ballast. Kortom, mijn voornemens zijn weer goed en nuttig. Hoe zit dat met mijn lezers??? Ook al bezig met wat je jezelf op die 1e dag van het nieuwe jaar had of hebt voorgenomen?? Vertellen hoor!!