Nostalgisch puinruimen…

Nostalgisch puinruimen…

Onlangs, het regende op een aprilmaandag pijpenstelen, bedacht ik me dat ik wel eens wat kon gaan opruimen. Ons huis kent vele ruimten waar in de loop van de tijd van alles en nog wat is opgeslagen geraakt. Uit het zicht, uit het hoofd, was de gedachte door de jaren heen. En dat was te zien. Sommige opslagruimten (met name na de verbouwingen hier van een jaar of 12/13 geleden zorgden daarvoor) zaten propvol. Zo had ik daar o.a. een jarenlang trouw gebruikte attachekoffer in staan vol allerlei paperassen.

In mijn actieve jaren voor autobranche, trainingen, redactie- en advieswerk nam ik vaak allerlei voorbeelden mee die ik kon gebruiken als ondersteuning voor vocale uitingen mijnerzijds. Het werd een ontdekkingstocht. Maar het meeste werd verscheurd en in bakken gemikt die later richting vuilstort gingen. Een krat uit een van de vroegere auto’s die van kofferbak naar kofferbak werd gesjouwd maar op enig moment ook opgeslagen, werd nu weer bevrijd en gaat naar de kringloop. Inclusief oude autokrik, onderdelen, gereedschap en flessen intussen over de houdbaarheidsdatum heen zijnde flessen olie en koelvloeistof. Een oude doos vol papieren dossiers bleek ook de eerste ontwerpen en voorstellen te bevatten die ik ooit met mijn nieuwe reclamebureautje deed in 1991 voor mijn toen eerste klanten. Jaren kwijt geweest, en nu weer teruggevonden.

Kijk die kunnen terug in het bedrijfsarchief. Een robotstofzuiger die ik ooit Robbie 2 noemde omdat we er al een hadden die als Robbie door het leven ging stond ook al een tijdje op zolder opgeslagen. In mijn mancave heeft dat ding geen enkele kans om zijn werk goed te doen, veel te vol, dus hup naar de kringloop. En zo verging het wel meer dingen op die dag. Het gaf een plezierig gevoel. Binnenkort ga ik weer verder. Nu eerst even de rug rechten want opgevouwen in een bergruimte aan het werk is niets voor oudere meninggevers. Maar het doel heiligt de middelen en het bleek ook aardig bevredigend. Daarbij las ik weer wat zaken terug waarover ik me een jaar of wat terug enorm kon opwinden. Achteraf is alles relatief natuurlijk. Zelf ook wel eens aan het opruimen geslagen?? En?? Bevredigend?? (beelden: Prive)

Ridder Brandewijn – 6 – de bosheks

Ridder Brandewijn – 6 – de bosheks

Steeds langzamer ging de groep met de ridder in het midden huiswaarts.

Niet alleen omdat een aantal van de eigen soldaten van Ridder Brandewijn gewond was geraakt, maar hij zelf ook en dat begon hem nu op te spelen. Ook onder de paar gevangenen waren een paar mannen er slecht aan toe en vielen soms zomaar neer. Dat vertraagde de thuisreis. Maar dat deed ook het slechte weer dat na de slag aan de rivier over hen heen was gekomen als een gordijn. De regen maakte de paden modderig en zwaar al spoelde het ook de bloedresten van de lijven en het vuil van de kleren die ze droegen. Toen ze weer in het woud terecht waren gekomen en de heuvels beklommen die richting Rosendael leidden werd het donker. Hoewel de bomen de regen wat tegenhielden was het wel duidelijk dat ze kamp moesten maken. Zo konden ze niet door en Ridder Rogier voelde zich niet goed genoeg om ook in de nacht door te trekken, al liet hij dat niet merken. Midden in het woud zagen ze ineens een lichtje. Zou daar iemand wonen? De Ridder stuurde zijn paard die kant op en hoopte dat het een boerderij zou zijn waar hij met zijn mannen onderdak kon krijgen en even op temperatuur komen. Het bleek echter een relatief klein hutje te zijn.

Niet veel meer dan dat. En om dat hutje heen zag hij allerlei voorwerpen in de struiken hangen die hem meteen deden vermoeden dat hier een heks moest wonen. Vanuit zijn geloof had hij daar een afkeer van, maar die heksen uit het woud konden met kruiden nog wel eens iets doen om wonden te verzachten. Dus stuurde hij een van zijn mannen naar de hut om de daar wonende bosfeeks te vragen om hulp. De vrouw die naar buiten kwam was niet oud, zag er niet vies uit, maar liep meteen op hem af en bekeek hem en zijn paard van boven tot beneden. ‘Heer, alles wat ik u kan bieden is ter uwer beschikking’ zei ze met zachte stem terwijl ze het paard langs de hals streelde. Ridder Rogier stapte af, wankelde en zou gevallen zijn als zij hem niet had tegen gehouden. Ook twee van zijn mannen hielpen hem en droegen hem bijna naar de hut van de vrouw die hen voor ging met een olielampje in haar handen dat ondanks de regen toch bleef branden. Ze legden Ridder Rogier in de hut op een bed van oude lappen en takken en ontdeden hem van zijn harnas. Toen pas merkten ze de vele wonden die hij in de strijd had opgelopen. Veel bloed was hij verloren. De vrouw stuurde de mannen weg. Vertelde waar ze bessen en ander voedsel zouden kunnen vinden en dat ze buiten hun kampement konden opzetten. Zij zou de wonden van de ridder wel verzorgen. Toen de mannen van Brandewijn waren verdwenen ontdeed ze Ridder Rogier van zijn zijn verdere kleding en pakte wat potten met kruidenzalf en andere smeersels en begon hem daarmee in te smeren. Zelf maakte hij dat nauwelijks meer mee. De vermoeidheid speelde hem parten, maar het bloedverlies had hem ook verzwakt. Op zijn paard was het nog wel uit te houden geweest, maar nu hij eenmaal lag….. De vrouw bleef een tijd met hem bezig, pakte toen een aantal bladeren en legde die op zijn verwondingen en pakte hem daarna in een soort van oude deken, gaf hem iets te drinken uit een kleine nap en legde haar hand op zijn voorhoofd. Maar dat maakte Ridder Rogier niet meer bewust mee….Hij sliep….koortsig als hij was en doodmoe van…..ja van wat ook al weer??

Die tweede vlucht….

Altijd als ik beelden zie van dwarrelende vliegtuigen die bij storm last hebben aan de grond te komen, denk ik terug aan de momenten dat ik zelf in zo’n metalen vogel verkeerde in soortgelijke omstandigheden. heel wat malen meegemaakt. Maar nooit echt ongerust geweest. Wellicht te herleiden naar mijn tweede vlucht ooit, heel lang geleden alweer, als 15-jarige aan boord van een De Havilland Dove rondvluchtkistje van Martinair. Ik was indertijd abonnee van een luchtvaartblad, Cockpit, en dat leverde je elk jaar een kortingbon op voor zo’n vluchtje boven Amsterdam. En na mijn eerste ervaring een paar maanden er voor bij prachtig weer en goed zicht, wilde ik nog wel een keer. Je kon maar beter opschieten met de vlieguren. En zo togen mijn ouders en ik op de fiets naar het toenmalige Schiphol om bij Martin’s Air Charter (want zo heette dat bedrijfje toen nog) aan te melden dat wij wel wilden vliegen. Nu hadden we de pech dat het net op dat moment dievenweer geworden was met regen en onweer waardoor er even geen rondvluchten konden worden gemaakt.

Een zomerse storm was juist toen ons deel. Maar ja onverrichterzake terugfietsen was ook niet alles, dus we namen een bakkie koffie en keken wat rond over het platform. ‘Kom over een uurtje maar terug’ had de prachtige stewardess van de nog zo bescheiden luchtvaartonderneming ons geadviseerd. En dat deden we. Uiteindelijk leek er een gaatje in het wolkendek te ontstaan tussen twee fronten en vond de piloot van de Britse tweemotorige mini-airliner het wel verantwoord om de lucht in te gaan. Om me hen kijkend zag ik niet veel meer dan nevelige regen, maar goed, hij was de baas en ik wilde vliegen. Toen ik ook nog eens naast hem in de cockpit mocht zitten en alles wat de man deed van heel dichtbij meemaakte zorgde dat voor persoonlijke en jeugdige euforie. Vliegen wilde ik. Acht passagiers klommen achter ons in dat smalle toestel, de deur werd gesloten en de piloot startte de twee zuigermotoren. Ik keek professioneel met hem mee of de props wel draaiden. Met gesis van de remmen reden we naar de startbaan. Het regende nog steeds, maar met de ruitenwissers aan was het volgens mij goed te doen. Brullend startten we en draaiden linksom richting Amsterdam.

Hobbelend door de luchtzakken en knokken met de regen en af en toe een onweersflits klommen we naar 300 meter en maakten het verplichte rondje boven de stad. Ik genoot, zag buiten niks behalve wolken en regen, maar lette op de piloot en de instrumenten. Wat een geweldige vlucht. In de landing was het hard werken voor de piloot naast me, maar hij zette de kist uiteindelijk feilloos neer op het zgn. Oostbaantje van Schiphol. We taxieden terug naar de opstelplaats voor het kantoor van MAC. Ik bedankte de piloot en liep naar mijn wachtende ouders toe. Die zagen groen van ellende. Ik snapte het niet. Tot ik van hen hoorde dat op Schiphol tijdens mijn vluchtje groot alarm was geweest voor een Boeing 707 van PanAm die ergens bij Soesterberg in de buurt midden in het onweer was getroffen door de bliksem en ook nog eens rakelings langs een luchtmachtvliegtuig was gevlogen. Chaos aan boord en schade aan de kist het gevolg. Een tussenstop op Schiphol was toen nodig. En mijn moeder zag naar eigen zeggen al visioenen toen ze dacht aan dat kleine vliegtuig met mij er in. Ik was niet onder de indruk. Immers, goede piloot, lekker vliegtuig en ik zat zelf in de cockpit. Kon er gebeuren.? Niks toch? Daarna nooit meer voor iets bang geweest in die kisten. Overigens was de thuisreis op de fiets verschrikkelijk. Het regende intens en we kwamen tot op de draad nat thuis. Vond ik een stuk erger…(Beelden: Yellowbird archief)

Bijzondere reis in een IFA stationwagen…

Toen ik een paar weken terug het Oostduitse merk IFA even onder de aandacht bracht van de lezers hier, vermeldde ik al dat daar nog een aardig persoonlijk verhaal over te schrijven viel. Dat werd al een keer aangetipt in mijn vervolgverhaal over dat leven met de Vliegende Pijl. Maar hier dus nu wat uitgebreider. In die jaren waarover ik spreek deed mijn leasepa in auto’s. Altijd wel een paar verschillende merken voor de deur die moesten worden verkocht, en voor eigen gebruik dan even een paar weken een auto die op naam werd gezet voor uitstapjes en korte vakanties. Mijn wat oudere broer was toen in de leeftijd dat hij al brommer mocht rijden en die had een exemplaar gekocht bij de ooit hier ook al eens gepasseerde ‘Ome Leo’, een goede vriend van de ouders met een eigen fietsen- en brommerzaak naast een investeringsbedrijf voor panden in hartje centrum Amsterdam.

De brommer van mijn broer was overtuigend van lijn en kleur, leek het meest op een TT-racer met 50cc blokje en was voor normaal gebruik uitgevoerd met een bagagedrager achter de buddy-seat. Broerlief, helemaal 16 jaar oud, besloot om op dit ding samen met een aantal vrienden met soortgelijke vehikels naar Limburg af te reizen voor een feestelijke vakantie. Best avontuurlijk natuurlijk. De diverse ouders waren niet al te enthousiast maar broerlief had een karakter dat nog eens extra eigenwijs was door de situatie thuis, dus uiteindelijk mocht en vertrok hij. Leasepa richtte intussen zijn pijlen op de handel. En kocht zich een IFA Stationwagen in een muisgrijze kleur die in meer dan goede staat van dienst verkeerde, maar qua banden wel een opknapbeurt verdiende. Maar ja, handel….dus dan was dat niet het eerste wat je verving.

Na een dag of wat kwam er een telefoontje. Broerlief was gestrand. De brommer had het opgegeven. Deed niets meer. En hij zat in een tentje ergens te kleumen in de toen ook al veel vallende zomerse buien en matige zomers. Hij wenste ‘Ome Leo’ een enkele reis Timboektoe, want die had het tweewielertje toch echt nog nagekeken voor broerlief was vertrokken. Kortom, nood maakte deugd. Ons gezin pakte noodzakelijke dingen in de IFA die werd omgetoverd tot auto van dienst en we vertrokken met de pruttelende DDR-tweetakt naar het zuiden van Limburg. Na een verder ongestoorde reis kwamen we tegen de avond aan in Valkenburg en zochten broerlief op. Die kampeerde in de constante regen ergens op een modderig stukje land bij een boer in Bergh-Terblijt. Was blij ons te zien.

Maar ja, terug naar huis om dit uur was ook niks. Dus we sliepen als gezin in de IFA (ruimte zat) en hij in zijn tentje. Volgende ochtend werd de brommer met behulp van de vrienden die waren gebleven om broerlief te helpen naar het station gesleept om met de NS naar Amsterdam te worden afgevoerd. En wij stapten in de IFA en reden richting huis. Maar dat duurde niet lang. De IFA hing na een paar kilometers wel erg scheef naar rechtsachter. Onder de last van vier personen en de extra bagage was een van de banden lek geraakt.

Geen nood, reserve-exemplaar er onder. Die hield het uit tot net onder Roermond. Toen was het ook met die band over en uit. En omdat nergens hulp te halen viel en de Wegenwacht nog lang niet zo georganiseerd was als nu, zaten we opgescheept met twee lekke banden en een IFA die dus eigenlijk niet meer kon rijden. Leasepa was niet vrolijk maar loste het praktisch op. Van een van de velgen haalde hij de band weg en zette de velg weer onder de auto. Zo reden we richting een benzinestation een paar kilometers verderop. Onderweg een spoor in het asfalt achter latend. Maar we kwamen er wel. De velg ging er weer af, de andere band geplakt en met de vingers over elkaar reden we verder. Thuis was het avontuur iets wat we nog jaren vertelden tijdens verjaardagen. De IFA maakte het niet meer mee, die was een paar dagen later verkocht. Zonder nieuwe banden, dat spreekt. Maar wel met een nieuwe reservevelg. Want die was wel erg scherp geworden van dat rijden over de Limburgse straten. En de relatie met ‘Ome Leo’ was nooit meer helemaal dezelfde….althans wat mijn broer betrof.(Beelden: Internet/Yellowbird)

Traditionele Kerstmarkt in Aken….

Elk jaar gaan we met onze Soester vriendjes even op en neer naar een van de Duitse kerstmarkten. We hebben er intussen al een hele reeks bezocht. Düsseldorf (2x), Duisburg, Essen, en dit jaar voor het eerst met hen samen naar Aken. Deze oude keizerstad is een van mijn favoriete steden geworden en in de afgelopen jaren zijn vrouwlief en ik er diverse malen heen gereden. Al dan niet i.c.m. een overnachting daar. Dit jaar was het zelfs onze tweede keer dat we daar waren. De vorige maal was in het warme voorjaar, deze maal was het er buitengewoon koud. En dat is bij zo’n bezoek aan een kerstmarkt eigenlijk wel lekker. Want huiverend van de kou een Gluhweintje wegwerken heeft wel iets. De stad is leuk verlicht, de kerstmarkt, het Ratthaus en de Dom zeker ook en de sfeer is daar gezellig.

De Kerstmarkt op zich is niet de grootste onder de Duitse steden maar door het compacte karakter is hij wel heel overzichtelijk en goed te behappen. De omliggende winkels en horeca doen de rest. Mijn vaste adresje daar is de winkel van Hunerbein. Voor trein- en modelliefhebbers een must. Je weet echt niet waar je kijken moet en de mensen zijn er aardig en hulpvaardig. De Mayerische Buchhandlung is er ook zo een. Lekkere zaak is ook de Galleria Kaufhoff waar je zo heerlijk een stukje taart met een warm drankje kunt halen in het warme en fraai versierde restaurant. Het nieuwe winkelcentrum (aan de andere kant van het centrum, als je het bekijkt vanuit het oude stadhuis) is een aanwinst. Vier enorme etages winkels en horeca, inclusief toiletten en zo meer. Het heeft de stad echt verrijkt.

Wat leuk blijft is ook dat in het centrum een paar oude kerken te vinden is die de katholieke sfeer van deze omgeving nog even benadrukken. Jammer dat je voor de oude Domkerk moet betalen om erin te mogen. Dat is voor mij tegen de principes. Doe ik niet. Een kerk moet gratis toegankelijk zijn! Maar goed dat is voor de kniesoren. Verder is er keuze genoeg als je even in alle rust wilt nadenken over hen die even geen plezier in hun leven hebben nu of grote zorgen uiten over hun gezondheid. Ons hotel (Mercure Europa Platz) was van de degelijke, goede soort. Comfortabel bed, puike douche, heerlijk ontbijt en een geweldige staf maakten de overnachting tot een genoegen.

We hadden op de weerradarapp gezien dat onze terugreis wel eens ‘avontuurlijk’ kon worden. Twee enorme fronten met hagel en sneeuw kwamen recht op ons af, dus het werd een kwestie van goed timen. De eerste rit ging naar het noorden door het Duitse land naar Heinsberg. Dat ligt ter hoogte van Roermond en heeft zelf nog wel een aardige reeks winkels waar je even kunt zorgen voor aanvulling van de Duitse boodschappen. Daarna staken we de grens over en kwamen terecht in heftige sneeuwval en felle wind tegen. Best avontuurlijk. Maar alles opgeteld was het wel weer een lekker bezoekje aan deze fijne Duitse stad. Mooie traditie en de dank aan de vriendjes is dan ook groot. Want die dragen elk jaar toch bij aan de sfeer. En zo worden deze trips tot zeer gewaardeerde tradties.😊

Zomerse geneugten

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Terwijl ik dit schrijf lopen de temperaturen op en op…..een hittegolf wordt voorspeld, Nederland kent zo haar eigen tropische waarden. Nu is het zo dat als het bloedheet wordt in dit land de vochtigheidsgraad vaak ook stijgt en de warmte vooral drukkend wordt. Toch zijn er vele mensen die nu om me heen lopen te jubelen. Leuk, tuin, strand, fietsen, wandelen, heerlijk! Een greep uit de kretologie en dadendrang de mij passeert. Maar zelf heb ik er weinig mee. Ik ben van het blonde, blauwogige type en die gedijen meer bij pakweg 21-23 graden met een beetje bewolking en droge lucht zonder al dat vocht. Loopt de temperatuur richting de dertig graden ben ik snel ‘buitenspel’ of lig op apegapen. Niks voor normale mensen die hitte. Wat moet je buiten in bredesnaam doen dan? Bruinen? Ook al zoiets. Ik word niet bruin maar rood. En tegenwoordig met al die waarschuwingen voor huidschade op latere leeftijd wil je dat ook zoveel mogelijk vermijden. Dus hebben we in de tuin niet alleen een groot zonnescherm, ook enorme parasols.

1353441374_0434f15c4eBuiten, maar dan toch nog onder dak graag. Want stil zitten is ook niks voor me. Ben altijd bezig. Lees, onderzoek, kijk verder dan de neus lang is, niet geschikt voor het betere niks doen. Ik moet altijd terugdenken aan mijn dagen als dealer-vertegenwoordiger. We hadden een succesvol bedrijf, er moest hard gewerkt worden. Voor de techniek en het afleverwerk van verkochte auto’s hadden we een aardige mix van culturen in dienst. Was het koud, zoals dat hoort in ons land tijdens de wintermaanden, waren de blanke monteurs in hun element. Maar kon ik de ‘gekleurden’ bijna afschrijven. Hoe hoog we de kachels ook opstookten, ze bleven bibberen, en het advies om dan maar heel hard te werken hielp weinig tot niets. Omgekeerd wist ik dat je in de zomer bij hoge temperaturen juist op die lui kon rekenen en dat we de blanke broeders dan maar als ‘uitgeteld’ moesten afschrijven.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Lente en herfst waren de beste seizoenen. Niet altijd handig in een bedrijf dat zomer en winter actief was. Nu was het wel zo dat als in de zomer ‘de vrouwen bloot’ waren de ‘handel min of meer dood was’. Dat scheelde veel. Al was je er als ondernemer of verantwoordelijke niet blij mee. Zomer is leuk, voor sommigen, maar niet voor hen die hun brood moeten verdienen in branches die niet meteen met die zomer van doen hebben. Doe je niet in badkleding, ijs, zonnebrandcremes of hotelkamers….vergeet het maar. Dus als ik minder actief ben op dit blog of elders in het digitale wereldje, dan weet u het. Ik lig uitgeteld. Tot de temperaturen weer normaal zijn, dan kom ik weer terug……:)U wilt mij wel vergeven denk ik….

Zondagmiddag

WP_001766Zondagmiddag, mijn middag! Rustig aan, klooien, hobby’s, wat klussen, schuiven en schilderen. Buiten is het miezerweer, in delen van het land sneeuwt het, wij krijgen in de hoofdstedelijke regio slechts een langgerekte regenval over ons heen. Het uitzicht is matig, een vriendin van ons is plotsklaps opgenomen in een ziekenhuis, andere vrienden onderweg voor een skivakantie. Terug geworpen op jezelf, melancholiek, overdenkend. Hoe het leven was en is, en wellicht nog zal zijn. Geen afspraken in de agenda, liever niet op zondag, al is het soms niet te vermijden. Mijn ritme is dat van tien jaar geleden, maar in feite is dat overdreven. Nergens meer voor nodig, ik maak mijn eigen tijd en als ik op maandag zondag wil vieren kan dat ook. Al leg ik mijzelf met ijzeren discipline dan nog steeds een werkschema op, geen chef die het zal controleren.

WP_20150109_010Zondagmiddag, zelfs de vliegtuigen die normaal het zwerk om ons heen bevolken zijn nergens te bekennen. De straten nat, de mensen blijven binnen. Wandelen, toch een van onze passies bij beter weer, komt er niet van, je laat je uiteraard  niet vrijwillig natregenen als het ff kan. Klassieke muziek vervangt de muzak van NPO Radio 2. Wat ze daar tegenwoordig onder radio maken verstaan is mij een raadsel, maar ook een kwelling. Heerlijk luisteren naar mooie muziek, Mozart, Rachmaninov, Ravel, het helpt me in die stemming te blijven die mij vanochtend al beet pakte. De donkere dagen van december, maar dan in januari. Vandaag, maandag de 19e, moet het een vrolijke boel worden volgens een of andere goeroe. Nou, na die zondag zou dat best leuk zijn. Maar de dagelijkse gang der dingen vraagt al snel aandacht. Ik moet weer aan het werk, alle dagen van de week, tot de volgende zondag. Ik verheug me al op die muziek…….