
Wellicht kwam het doordat ik mijn tweede vlucht ooit maakte in een kleine tweemotorige De Havilland Dove van Martin’s Air Charter boven Amsterdam tijdens een fikse onweersbui… Ik heb daarna heel wat vluchten in storm en regen meegemaakt en was nooit echt bang of zo. Ik weet nog dat mijn ouders op die bewuste dag in 1963 aardig van de leg waren toen ik als dapper jong vliegmens na de landing uit de Dove stapte in de plensregen en met een glimlach die tot thuis duurde uitlegde dat het ‘boven’ wel meeviel.

Dat deed het ook bij die andere vluchten. Zoals met die eerste vlucht van DanAir met de BAe146 die me meevoerde van Schiphol naar Cardiff, Bristol, Guernsey en Jersey terwijl daar een beste storm met regen en nul zicht voorbij raasde over dat specifieke deel van het VK. Elke landing met de viermotorige jet was een avontuur en ik hoorde medepassagiers soms kreten slaken als de kist weer een ‘beuk’ kreeg van de wind. De crew (ik zat op de jumpseat in de cockpit) gaf geen krimp en vloog de machine alsof er niks aan de hand was. Dat gaf me wederom rust. Paniek (je ziet het wel eens in rampenfilms) was nergens te bekennen.

Tijdens een vlucht terug vanuit Praag met de Tupolev 134 van de Tsjechische CSA vlogen we opnieuw in een onweersbui met veel regen, lichtflitsen, storm richting Schiphol vanaf pakweg Zwolle omdat de luchtroute zo was uitgelegd door de verkeersleiding. De Tupolev gilde het uit, mijn medereiziger van toen werd nogal stil, ik genoot. De landing was als een eitje. Wind of geen wind, de profi’s voorin deden hun job. Later maakte ik windkracht 8-10 mee aan boord van toestellen van Transavia en KLM.

Nul problemen, al was het in de cabine wel net of we in een rollercoaster-ride terecht waren gekomen die Disney niet zou misstaan. Altijd kwamen die machines keurig op hun rubberen pootjes terecht en ik genoot. Dat was anders in kleine kistjes waarmee mijn toenmalige vliegvriend John nog wel eens wat stunts wilde uithalen. Hij vond ‘wegvallen’ van zo’n kistje om te gieren. Ik niet! Wat aerobatics….hij vond het schitterend, ik niet. Zo heeft iedereen zijn voorkeuren. Was het wantrouwen over zijn vliegkunsten?? Nee niet echt. John was best een profi. Maar ook een beetje gek. En dat zie je bij beroepsvliegers zelden of nooit. En dus is vliegen domweg de veiligste vervoersvorm by far. Dus wie gaat vliegen, nooit bang zijn, die lui daar voorin willen ook graag veilig naar huis. De Kamikaze-gedachte is zelfs in Japan wel uitgestorven. Dus wie gaat, geniet er van en vertel je verhalen als het kan. Ook als je in storm en regen vloog…. (Beelden: Yellowbird Archief)




























Nu geen middel onbeproefd lijkt om ons met zijn allen in eigen land vakantie te laten vieren en we bepaalde buitenlanden niet meer mogen of kunnen bezoeken, lijkt het er op dat veel mensen de tent weer in ere doen herstellen en daarmee op stap gaan. Je kwakt zo’n ding zo achterin je auto of op het dak, dan wel in de overhaast aangeschafte aanhanger, en hup…op weg naar Texel of Vaals. Ter plaatse lekker uitpakken, je tentje opzetten (uuuuuren werk) en dan maar hopen dat het niet gaat regenen of dat je net die ene plek uitzocht waar ook een op grasniveau gebouwde wereldstad te vinden is vol bosmieren of steekmuggen. Dan ga je koken op een gasstelletje, of je neemt je Action-bbq en doet je best om dat aan het branden te krijgen. Elke keer dat je moet toiletteren loop je langs tientallen andere tentbewoners naar het vaak centraal gelegen sanitaire gebouwtje waar het natuurlijk altijd stinkt en plakt. Ook het eventuele douchen mag je daar doen. De uitzonderingen daargelaten is dat het beeld wat ik zelf kreeg van campings of wat daar voor doorgaat.
En ik heb het niet van een vreemde. Ooit, in mijn vroege jeugd, besloten mijn ouders dat een kampeervakantie wellicht een leuk (en betaalbaar) idee was met de kinderen samen. Nou, die kinderen waren klein, maar zagen er weinig in. Toch werd met een geleende tent het plan doorgezet en stonden we na een paar uur (door)rijden in het Limburgse Berg & Terblijt in een boomgaard tussen andere tenten te genieten van de kwetterende vogels en het lekkere weer. Ik ruik nog het spiritusstelletje waarop werd gekookt en de vriendelijke glimlach van mijn moeder die vond dat het eigenlijk wel meeviel met dat gevreesde gebrek aan comfort. We hadden nog niet geslapen natuurlijk. En dat kwam er ook niet van want midden in de nacht brak een onweer los dat het midden hield tussen een wolkbreuk en het einde der tijden. Omdat mijn leasepa ook niet meteen een kampeerder was had hij geen gleuven gegraven rond de tent, dus stond binnen de kortste keren het water op het grondzeil.
Drijfnat werden we. En wij kinderen mopperen. Gelukkig mochten wij in de auto slapen, wat we graag deden. Die was tenminste droog en veilig. Mijn ouders hielden het nog even hozend en gravend vol. Maar ‘gek genoeg’ werd de volgende dag, het was opnieuw prachtig zomerweer geworden en de tent weer snel gedroogd, besloten dat de kampeeroefening voorbij was en checkten we in bij een fraai maar best prijzig hotel in Valkenburg. Nu werd de glimlach van ma toch een stuk groter en mijn leasepa vond alles best als hij maar niet weer in die tent hoefde. Sindsdien was kamperen geen enkele optie meer. Altijd in hotels of logementen waar je comfort kreeg en lekkere ontbijten. Er werd een jaar lang voor gespaard, maar dan had je ook wat. En ik nam die gewoonte over. Meer dan mijn oudere broer die altijd iets is blijven houden met dat avontuurlijke van kamperen. Met de tent of caravan, hij smult er van. Ik niet, voor mij is het een gruwelijk idee als er geen bunkerachtige betonlaag zit tussen mij en de buitenlucht tijdens een verblijf in een ander dan mijn eigen bed. Nu ben ik op dat punt een lastige slaper, maar veel hotels bieden me voldoende comfortabele bedden en rust dat het alsnog na een tijdje lukt. Kortom, zoals ik al aangaf in mijn blogverhaal over tripjes (19-6-20), ik ga voor de steden en de hotels. Kort maar krachtig, en vol comfort. Het mag iets kosten, maar dan denk ik er ook vaak met meer plezier aan terug dan rond dat kamperen. Niks voor mij. Wie er wel van houdt moet het maar zeggen. Ik lees met plezier…of afschuw….Net hoe de pet staat….(Beelden: Internet/Archief)
Wie mij de afgelopen jaren regelmatig heeft gevolgd weet dat ik niet zo van de stranden ben. Hoe fraai het weer is, hoe warm ook, laat mij maar in de schaduw zitten of lopen. Lekker in de relatieve koelte, niks zand en verbrande lijven. Ook al zijn sommige van die lijven het aanzien meer dan waard, daar hoort het mijne niet bij. Ik ben bijna van het Brits-transparante huidtype, dus wit van kleur en kan slecht tegen de invloed van de zon. Die volgens alle milieugekkies en andere onheilsprofeiten toch al een slechte invloed heeft op onze lijven als we er te veel gebruik van maken. Die zon is onze bron van bestaan, maar je hoeft de affectie niet te overdrijven. Toch heb ik in het verleden best vaak stranden bezocht, er zelfs op gelegen. In de tijd dat dit nog een echt uitstapje was. Zandvoort was de standaard badplaats van de gemiddelde Amsterdammer, Bloemendaal voor het iets chiquere deel van de bevolking en veel Noord-Hollandse badstekken voor hen die al dan niet in een vakantiehuisje of caravan van de zomer(vakantie) genoten. Meestal bleef het voor mij persoonlijk bij een haat/liefde-verhouding.
Ook in het buitenland wilde ik wel eens een enkele keer het strand uitkiezen als bestemming. Meer voor de andere leden van ons gezin dan voor mij zelf. Ik was en ben niet zo van het Spaanse of Turkse. Portugal kon me meer bekoren. De Algarve met haar toen nog vaak wat ongerepte witte stranden waar langs rode rotsen en groene bomen of struiken prachtig combineerden met de blauwe zee en dito luchten. Ik kwam er dan nog wel eens chocoladebruin vandaan. All-over, dat spreekt, want bloot was toen nog niet taboe. Heel anders verliep mijn strandervaring op het op zich erg fraaie eiland Grand Canaria. Playa des Ingles als onze verblijfstek (helemaal fout in veel opzichten) en een soort woestijn om de hoek. Ook daar kon je in de blote billen over het enorme strand paraderen, was vrij normaal nog toen, maar de invloed van de zon was zo rond of op de evenaar van een ongekende en andere orde. Blaren op de voeten en een vuurrode huidskleur. Britser kon niet. En daarover gesproken….dat eiland werd overstroomd door Britten die met name ‘s-nachts tot leven kwamen en zich zes slagen in de rondte dronken.
Overdag vielen ze dan massaal op het strand in slaap en waren echt doorgebakken als ze wakker werden. Zoveel ‘gekookte menselijke kreeften’ als toen zag ik nooit eerder. Wat die lui soms bezielde was me een raadsel. Was ik nog een kind bij. Gelukkig maakten we veel gebruik van de regionale bussen, excursies en wandelden ons mal in de zon, maar dan zag je meer dan dat wat Adam en Eva elkaar in het Paradijs toonden. Het bleek leuker te zijn dan gedacht, maar dan moest je wel weg van die stranden. Nog steeds ben ik een beetje ‘anti-strand’ als het er op aankomt. Al is een wandeling in het najaar over een strand dat leeg is en min of meer bevolkt door de bij die omgeving behorende dieren nog wel aantrekkelijk. Met onze lieve hond Purdy wandelden we nog wel eens door duin- en strandgebied bij IJmuiden. Dat was altijd leuk. En je kon dan ergens koffie drinken in een strandtent die ook honden welkom heette. Dat waren nog eens tijden…. Maar voor de rest? Dakje, airco, koelte, boek, ontspanning. Of een stedentrip(je). Meer heb ik niet (meer) nodig. Later vertel ik daar meer over! Dus…braden jullie maar lekker. Ik zal het niet nadoen en ben ook niet jaloers. (Beelden: Yellowbird archief)

Bij de gate aangekomen op het nog stille Schiphol bleek de vlucht eerst flink vertraagd. Vervelend, maar ja, dan maar even een bakkie doen. Daarna verviel hij helemaal. Het was slecht weer in Berlijn en KLM besloot niet te gaan. Ik moest mijn aanwezigheid bij die meeting cancellen. Later bleek dat Berlijn leed onder een sneeuw- en ijsstorm. Had ik wel kunnen vliegen zou ik gegarandeerd vast zijn blijven zitten daar. Kortom, geluk bij een ongeluk. Ook op Geneve Airport heb ik veel met vertragingen te maken gehad. Maakte niet uit of je vloog met KLM, Swissair of EasyJet. Altijd vertragingen op de terugweg. Door laat aankomen van het vliegtuig vanuit Amsterdam. Heel vervelend, want op Geneve draaien ze rond 8 uur de lichten uit en doen de winkels dicht. Zit je dan in een steeds leger wordende vertrekhal achter de douane… Kortom, ik zou de tips serieus nemen van die eerder genoemde organisatie. En mocht je dan alsnog stevig in de vertraging terecht komen of zelfs een annulering meemaken, kan die club je wellicht helpen met een schadeclaim. Wordt het wellicht toch nog een leuke Kerst.
Elk jaar gaan we met onze Soester vriendjes even op en neer naar een van de Duitse kerstmarkten. We hebben er intussen al een hele reeks bezocht. Düsseldorf (2x), Duisburg, Essen, en dit jaar voor het eerst met hen samen naar Aken. Deze oude keizerstad is een van mijn favoriete steden geworden en in de afgelopen jaren zijn vrouwlief en ik er diverse malen heen gereden. Al dan niet i.c.m. een overnachting daar. Dit jaar was het zelfs onze tweede keer dat we daar waren. De vorige maal was in het warme voorjaar, deze maal was het er buitengewoon koud. En dat is bij zo’n bezoek aan een kerstmarkt eigenlijk wel lekker. Want huiverend van de kou een Gluhweintje wegwerken heeft wel iets. De stad is leuk verlicht, de kerstmarkt, het Ratthaus en de Dom zeker ook en de sfeer is daar gezellig.
De Kerstmarkt op zich is niet de grootste onder de Duitse steden maar door het compacte karakter is hij wel heel overzichtelijk en goed te behappen. De omliggende winkels en horeca doen de rest. Mijn vaste adresje daar is de winkel van Hunerbein. Voor trein- en modelliefhebbers een must. Je weet echt niet waar je kijken moet en de mensen zijn er aardig en hulpvaardig. De Mayerische Buchhandlung is er ook zo een. Lekkere zaak is ook de Galleria Kaufhoff waar je zo heerlijk een stukje taart met een warm drankje kunt halen in het warme en fraai versierde restaurant. Het nieuwe winkelcentrum (aan de andere kant van het centrum, als je het bekijkt vanuit het oude stadhuis) is een aanwinst. Vier enorme etages winkels en horeca, inclusief toiletten en zo meer. Het heeft de stad echt verrijkt.
Wat leuk blijft is ook dat in het centrum een paar oude kerken te vinden is die de katholieke sfeer van deze omgeving nog even benadrukken. Jammer dat je voor de oude Domkerk moet betalen om erin te mogen. Dat is voor mij tegen de principes. Doe ik niet. Een kerk moet gratis toegankelijk zijn! Maar goed dat is voor de kniesoren. Verder is er keuze genoeg als je even in alle rust wilt nadenken over hen die even geen plezier in hun leven hebben nu of grote zorgen uiten over hun gezondheid. Ons hotel (Mercure Europa Platz) was van de degelijke, goede soort. Comfortabel bed, puike douche, heerlijk ontbijt en een geweldige staf maakten de overnachting tot een genoegen.
We hadden op de weerradarapp gezien dat onze terugreis wel eens ‘avontuurlijk’ kon worden. Twee enorme fronten met hagel en sneeuw kwamen recht op ons af, dus het werd een kwestie van goed timen. De eerste rit ging naar het noorden door het Duitse land naar Heinsberg. Dat ligt ter hoogte van Roermond en heeft zelf nog wel een aardige reeks winkels waar je even kunt zorgen voor aanvulling van de Duitse boodschappen. Daarna staken we de grens over en kwamen terecht in heftige sneeuwval en felle wind tegen. Best avontuurlijk. Maar alles opgeteld was het wel weer een lekker bezoekje aan deze fijne Duitse stad. Mooie traditie en de dank aan de vriendjes is dan ook groot. Want die dragen elk jaar toch bij aan de sfeer. En zo worden deze trips tot zeer gewaardeerde tradties.😊