Indoctrinatie…

Indoctrinatie…

Wie wil weten of we over pakweg 40 jaar worden bestuurd door hoogwaardig opgeleide en zelfstandig denkende mensen dan wel lieden die vanuit een bepaalde doctrine geindoctrineerde bestuurders der natie mogen verwachten moeten vooral goed opletten hoe ‘neutraal’ het onderwijs is. Immers, kinderen zijn de toekomst en als je die vanaf moment 1 wijsmaakt dat de Aarde alleen maar bestaat omdat de grote Leider er zich mee heeft bemoeit krijg je vanzelf een hele schare gelovigen. En is het niet eens van belang hoe die grote leider dan heet. Jezus, Mohammed, Ho-tsji-Min, Lenin of Poetin om er maar een paar te noemen, allemaal vallen ze onder deze noemer. Indoctrinatie is een gemeen systeem van best valse hersenspoelingen.

Onder communistische leiders vaak gebruikt om kinderen tegen de ouders op te zetten. Mao was daar goed in maar ook de Sovjetleiders en die in de DDR. Een goed geindoctrineerd kind verraadt zijn eigen ouders. Niet zo gek dus dat je ziet dat net als vroeger veel stromingen ook in ons land pleiten voor bijzonder onderwijs waarbij die ene leer belangrijker is dan de algemene vakken. Wie zuiver in de leer is vertrouwt gewoon op zijn geloof in… of bij het rekenen dan wel vinden van plekken op de landkaart. De rest is secundair. Gelovigen van de ouderwetse soort wordt op speciale scholen bijgebracht dat niets op Aarde de omvang van God, Allah, Jezus of wie ook overstijgt. Dus dat wie niet gelooft zondig is en eindigt in een hel. Zij die achter de communisten aanhobbelen weten zeker dat de Goelags of erger hen wacht als ze niet meegaan in dat zelfde vreemde denken.

Vreemd omdat de gemiddelde Nederlander zo niet in elkaar steekt. Al is wel zeker dat de oudere generaties, waartoe ik mij zelf ook reken, altijd in het achterhoofd restjes hebben zitten van wat in de kindertijd allemaal over hen is uitgestort. En zie nu eens wat er op de gemiddelde lagere en middelbare scholen wordt onderwezen en door wie. De Linkse en groene theorie wordt daar georeerd alsof het uit een van die heilige boeken is opgediept. En kinderen opgeleid om straks als stootroepen die leer uit te dragen. Een sekte waardig, maar even gevaarlijk als elke andere doctrine die in die kinderbreinen wordt gestopt. Onlangs las ik dat ook de wonderlijke Baudet van FVD deze manier van opleiden wil toepassen. Om zo een tegenwicht te vormen voor al die linkse retoriek die onze kinderen wordt ‘onderwezen’. Zouden we trouwens een school voor overtuigde nudisten ook normaal vinden? De gekte compleet. Dat krijg je nu als je alles maar op zijn beloop laat. Onderwijs hoort neutraal te zijn, zonder enige aandacht voor doctrines of geloof, behalve als geschiedkundige duiding rond onze menselijke ontwikkeling. Dus ook in uniforme kleding, geen aanpassing bij wat een cultuur of persoonlijke hobby nu eenmaal met zich meebrengt. Opdat we alle kinderen gelijkwaardige kansen bieden en ze ook zelf leren denken. Wie daarnaast thuis geitenwollensokken-breicursussen of pakweg die nudistische leer wil praktiseren… ga je gang. Maar op school moet het over zijn met die indoctrinatie. Opdat we in de toekomst goed opgeleide en zelfstandig denkende mensen krijgen die dit nog democratische land maar ook de economie gaande kunnen houden. Zo werkt een democratie als de onze. Alle andere vormen zijn toch een vorm van dictatuur. En daar moeten we ver van blijven…(beelden: archief)

Storm…

Storm…

Terwijl ik dit verhaal schrijf heb ik net tegen een stevige stormachtige wind in gelopen die windkracht 7-8 haalde uit het zuidwesten en de overgang van voor deze tijd best zachte temperaturen naar meer bij de maand van het jaar passende aankondigde. En terwijl ik mijn pet vasthoudend voortploeterde door een kale polder waar de wind om me heen loeide dacht ik terug aan 25 januari 1990. Op die dag werd Europa, maar zeker Nederland getroffen door de zwaarste storm uit de geschiedenis. 17 mensen verloren die dag het leven, de schade aan gebouwen, bomen en andere al dan niet roerende zaken was ongekend en ik weet nog goed dat de tocht vanuit Amsterdam-Zuid naar ons toenmalige huis in Almere uren duurde.

Waarbij de toen net nieuwe auto van het geliefde merk de nodige beuken door de wind opliep maar verder geen krimp gaf. Zelfs Schiphol was op enig moment afgesloten van de buitenwereld, treinen reden niet meer en vele straten hadden last van omgewaaide bomen. Mensen strandden onderweg, moesten noodgedwongen bij vreemden onderdak vragen want de weg naar huis was gewoon onbereikbaar. Wat daarbij toch opviel was dat men bij de daartoe bestemde overheidsorganen anders dan nu het geval vaak is, geen echte waarschuwingen vooraf had gegeven.

Het zou volgens weerdeskundigen van toen een storm van Windkracht 10 worden en in het binnenland viel het waarschijnlijk wel mee. Dat pakte heel veel anders uit. Uiteindelijk loeide deze storm met windkracht 12 over ons heen en het binnenland had net als de kust enorme overlast van dit bijzondere ding voor onze streken. De hoogste windkracht werd op enig moment gemeten op Schiphol met 161 km/uur wat in ons land uiterst extreem is. Al was er ooit in Hoek van Holland anno 1921 een stormvlaag die nog net even hoger kwam in kracht. De depressie die de ellende veroorzaakte had een kernwaarde van 950Mb en bleek ondanks dat, of wellicht juist dankzij die waarden, toch in staat tot vernietigende kracht. Na die enorme stormkracht besloot men in ons land het waarschuwingssysteem bij te stellen en ook voortaan waarschuwingen te geven met kleurcodes van geel naar oranje en uiteindelijk rood.

Die storm waar ik toen mee te maken had was duidelijk een dieprode, die van vandaag (voor de lezer even terug in de tijd) kwam tot oranje. Na die datum die ik noemde kwamen wel meer stormen voor. Soms later in het seizoen, een enkele keer vroeger. Maar deze uit 1990 is en blijft voorlopig de zwaarste ooit voor ons land. En opvallend is dat in die bewuste maand januari Europa nog twee van die kneiters over zich heen kreeg waardoor de schade voor de verzekeringswereld zo groot was dat men de premies structureel wel moest verhogen. Want dat is altijd het gevolg van al die claims die bij dergelijke stormen horen. Mij staat die storm persoonlijk ook bij door die toch best ‘avontuurlijke’ thuisreis maar ook omdat ik op enig moment in mijn toenmalige kantoor met verbazing stond te kijken naar de schade die om ons heen werd aangericht aan huizen en bomenrijen die decennia lang hadden gestaan in aangrenzende groengebieden bij ons bedrijf maar nu in korte tijd met de grond gelijk werden gemaakt. En ook dat de gebouwen waarin wij gezeteld waren nul komma nada schade hadden opgelopen. Wat, gezien de bouwwijze, best apart was….(Beelden: Internet)

Werken op Schiphol 9 – Bedrijfsstructuur en cultuur…

Om te duiden in welke omstandigheden wij werkten op dat altijd dynamische Schiphol is het goed om even uit te leggen hoe het bedrijf waar ik was aangetreden in elkaar stak. Het was een oud en traditioneel denkend expeditiebedrijf dat een hoofdkantoor kende in Rotterdam en werd aangestuurd door een telg van de naamgevende familie. Daarnaast waren er wat bestuurders te vinden met een leeftijd die weliswaar seniority in zich hadden, weinig op leken te willen krijgen met wat wij wilden; vooruit! Het bedrijf in Rotterdam werkte nog in het stukgoed, behandelde ladingen uit de scheepvaart, het wegtransport en ook spoorvervoer. Naast een hoofdkantoor was er ook een loodsencomplex en men hield daar heel wat mensen aan de slag. In alle eerlijkheid heb ik dat hoofdkantoor nooit van dichtbij of binnen gezien. Je was er niet welkom en had er eigenlijk ook niks te zoeken. Wij vielen in eerste instantie onder het Amsterdamse bewind van hetzelfde bedrijf waar men in die jaren ook nog steeds goed leefde door het behandelen van lading die per trein, schip of truck werd aan- of afgevoerd.

Ook daar was een tweetal heren verantwoordelijk voor het draaiend houden van die operatie, beide in de functie van procuratiehouder en er omheen hing een aardige staf aan kantoormensen, aangevuld door loodsmedewerkers en chauffeurs die actief waren in de loodsen die het bedrijf in Amsterdam-Oost onderhield. Ons Schipholse kantoor was eigenlijk min of meer een vooruitgeschoven verkenningspost in dat bijzondere wereldje van de luchtvracht. Een wereld die voor de beide hoofdkantoren toch een beetje buiten hun aandachtsveld viel qua meedenken en dat leidde vaak tot bijzondere gesprekken tussen ‘baas Breems’, zelf ook procuratiehouder, en die aanvoerders van de traditionele vervoersvormen. Elke pen of andere aankoop moesten we zien te verantwoorden en men was meer van de administratie dan van de omzet en winst. Men wilde inzicht in het proces en dus werden we genoodzaakt om onze administratie te doen op de bij de andere kantoren bekende wijzen.

Wat inhield dat we in enorme boeken onze zendingen moesten registreren, met zowel de inkoop- als verkoopprijzen. En dat alles met de hand en pen, plus rekenmachine. En dan moest je ook nog factureren. Zowel nationaal, internationaal als met de overheid, die haar invoerrechten en accijnzen veilig stelde middels stevige heffingen. We waren er als kleine staf maar druk mee. En eigenlijk was dit doodzonde van de tijd in die opbouwfase. Afstemming met onze kantoormanager Ruud Breems vond vaak plaats doordat een van de hogere heren even langs kwam. Met name de naamgevende directeur uit Rotterdam was een man die vrij kritisch kwam kijken of we wel voldoende deden op Schiphol en of we de procedures wel volgden. Af en toe een schouderklopje kon er net vanaf, maar vaker werd gewaarschuwd tegen die altijd weer opdoemende ‘wolken aan de horizon’ die de transportbranche nu of in de toekomst konden treffen’. Dat klopte zeker voor die traditionele kantoren, wij hadden alleen maar van doen met groei. Maar dit systeem van werken zou op den duur toch leiden tot ellende. Maar dat wist ik aan het einde van de jaren zestig nog niet. Wij knokten door en behaalden successen. Zonder echte steun uit Rotterdam of Amsterdam. Een eiland. En dat geeft toch een bepaald gedrag van de bewoners. Waarvan ik er een was…(Beelden: Yellowbird archief)

Leven met de Vliegende Pijl – 32 – Verkoopleider bij Pon Mobiel!

Terwijl hij zelf druk doende was met de overgang van het importbedrijf naar Pon, werkte Jaap van Rij, intussen algemeen directeur van de nieuwe onderneming na vertrek van Ab Iserief die van zijn pensioen ging genieten, ook aan de toekomst van de nieuwe Skoda-divisie binnen de koopmansmentaliteit van de Nijkerkse holding. En hij zocht daarvoor nieuw elan binnen zijn team. Wilde mij in dat kader graag naast zich om te zien of een noest maar enthousiast trekpaard mee kon helpen de vastgelopen importkar uit de modder te halen. Ik was daar zeker voor in en doorliep met enige glans alle tests die Pon vond horen bij zo’n job. Een gesprek met de hoogste baas van toen binnen Pon Holdings, de heer Wim de Grefte, verliep ook uiterst positief. Die waarschuwde me daarbij nog wel voor het bijzondere karakter van de nieuwe mensen die in Tsjecho-Slowakije voor VW nu Skoda aanstuurden en wenste me veel succes met deze toch wel uitdagende job. Eind maart 1992 stapte ik op de plek naar binnen waar ik indertijd in 1977 als startend bij dat Amsterdamse dealerbedrijf nog achter de balie was verwezen. Als opvolger voor de man die dat toen had gedaan. Het nieuwe importbedrijf werd Pon Mobiel genoemd. Persfoto’s rond mijn aanstelling werden gemaakt, een nieuwe Favorit stationcar (op LPG) als persoonlijk vervoer in gebruik genomen en een actieschema voor de komende weken en maanden doorgeakkerd.

Dat hield ook in dat ik meteen zou beginnen om naast de normale werkdagen ook nog eens acht zondagen lang aan de slag te gaan tijdens zgn. ‘Skoda Road Shows’ die door het hele land verdeeld bij clusters van dealers om de hoek werden gehouden en mensen moesten trekken die zo kennis konden maken met de nieuwe Skoda’s van dat moment. Veel was er op dit punt niet veranderd, er moest gewoon heel hard voor het merk worden gewerkt en intussen moest ik ook nog even het land door om alle dealers in hun eigen habitat te leren kennen. Het bleken soms confronterende situaties. Ook bleek al snel dat de interne organisatie bij Pon Mobiel zelf, een erfenis van het vroegere De Binckhorst, rammelde als een oude diesel bij vriesweer.

Er waren daar nog steeds wat oudere mensen in dienst die ‘het allemaal al hadden meegemaakt’ en daarnaast soms persoonlijk weinig zagen in mijn aanstelling of aanpak. Ik was immers een lastige en eigenwijze oud-dealerman, ‘kon nooit iets zijn’. Daarmee moest dus in overleg met Jaap van Rij worden afgerekend. Dat lukte aardig, al zou het nog een paar maanden duren voor we de situatie zodanig hadden gewijzigd dat een werkbare toestand ontstond. Nieuwe en vooral jonge mensen werden gezocht en gevonden, een vlottere aanpak gerealiseerd en ook kennis gemaakt met de nieuwe VW-mensen in Praag en Mlada Boleslav.

Vier weken na mijn aanstelling zat ik daar al voor het eerst na een lange rit in mijn company-car, samen met Jaap van Rij. In een keer door naar Praag, dan overleggen, een paar dagen cursus, in de avonduren weer overleg, en op de terugweg via een adresje in Karlo Vivary waar men wel de onderdelen te koop had die we in de toenmalige fabriek niet konden vinden. Daarnaast maakte ik kennis met de marketingmanager van Skoda, ene Frank Farsky, die met een zwaar aangezet Amerikaans accent Engels sprak. Hij had jaren in Canada geleefd en was nu verantwoordelijk gemaakt voor de Skoda-marketingaanpak. Aardige man, maar hij had buiten de waard gerekend toen ik met hem kennis maakte. Ik wees hem fijntjes op het feit dat imago van het merk in ons land en technische afwerking van de Favorit nog verre waren van ideaal. Dat lag natuurlijk ook voor een deel aan de naar omzet gezien enorme voorraad oudere wagens die wij in Nederland hadden staan, maar zelfs de leukste nieuwe actiemodellen die de Duitsers al snel lieten bouwen door de fabrieken in Mlada Boleslav, hadden nog steeds (al dan niet getinte) ramen die niet helemaal naar beneden konden.

Volgens Farsky was er geen technische oplossing voor dat probleem. Jaap van Rij en ik reden daarop als een speer naar een accessoirehandel in Praag en kochten ons een set raamgeleiders die gewoon in een Favorit pasten en dat probleem meteen oplosten. Die gaven we als relatiegeschenk aan Farsky. Later zou die nog eens vermelden dat het feit dat de latere Favorits ramen kenden die wel helemaal naar beneden gingen aan ons, Nederlanders, te danken was. Maar dat was wellicht iets bezijden de waarheid. In Tsjechië vindt je namelijk net als in Engeland heel wat bedrijfjes die zich bezighouden met ontwikkelingen op automobielgebied die zich wat naast de gebruikelijke merken bewegen. Zo ook het kleine ombouwbedrijf van MTX (het vroegere Metalex) waar men op basis van de Favorit een alleraardigste Roadster bouwde die deels met wat kunststoffen carrosseriedelen was gemaakt, maar technisch een paar aardige innovaties in zich droeg.

Zo was de auto lager op zijn vering gezet, kreeg bredere banden, een verbindingsstang tussen de voorste veerbenen, een aangepast interieur en een stoffen neerklapbare kap. Achterop stond een stevige spoiler op de daardoor redelijk zware kofferbakklep. Een prachtig autootje dat ook nog eens goed reed. Jaap van Rij was er bij een eerder bezoek aan Praag op gestuit en had er meteen twee besteld. Die werden door hem als Skoda Favorit in ons land gehomologeerd, maar waren officieel door Skoda zelf niet goedgekeurd. Maar deze wagens hadden dus wel die slimme langere raamgeleiders en nog wat aardige dingetjes die men bij de ‘fabriek’ niet toepaste. Hoe dan ook, dat eerste bezoek aan de fabriek als verkoopleider leidde ook tot de nodige nieuwe informatie. We wisten al snel hoe de Duitsers bezig waren om het hele proces bij Skoda te keren naar Duits model. Die fabriek zelf was een stuk opgeruimder en schoner dan voorheen, draaide op flink hogere toeren en we zagen op het fabrieksterrein verschillende alleraardigste nieuwe uitvoeringen staan en rijden die wij bij ons helemaal niet kenden. Dat gaf hoop. Opvallend waren in dat kader ook de ambulances en verlengde Pick-up’s die men zeer professioneel benutte. Een warm bad voor iemand zoals ik. Maar eerst moesten we zien dat we de naar omzet relatief grote voorraden in Nederland staande Favorits, een groot deel Forman Stationcars, zouden slijten via de toenmalige dealers in ons land. En dat zou nog een fikse kluif worden. En intussen behaalde men bij Skoda zelf al heel snel het ISO9000 certificaat. Indicatie over hoe snel het allemaal ging daar. Wordt vervolgd! (Beelden: Yellowbird archief/Skoda)

 

Groene dromen en nachtmerries…

Met name linkse en groene fracties in onze samenleving laten niet af om alles wat modern is en neigt naar wat zij zien als uitstoot te veroordelen en het liefst in de ban te doen. Denk maar eens aan de auto, het vliegtuig, schepen, onze Cv-ketels, open haarden, scooters, vrachtwagens etc. Men denkt in die kringen vaak in termen als windmolens, duurzaamheid, milieu, belasting etc. Zonder daarbij enig inzicht te hebben in feiten en cijfers. Nou ja, men produceert vaak eigen cijfers. Men luistert naar de mening van mensen die menen dat ze ergens last van hebben, men zoekt trouble-spots op en gaat er dan vanuit dat dit voor de hele wereld zo geldt. Ik heb er al vaker op gewezen, met belastingmaatregelen verduurzaam je onze samenleving niet. Je kunt wel denken dat elektrische auto’s de oplossing zijn van het uitstootprobleem, maar dan moet je ook zorgen dat straks 8 miljoen van die dingen zonder dat ze aan het stroomnet hangen als nu bestaat, het milieu niet vervuilen. Wat ze natuurlijk wel doen.

Windmolens (het land staat er intussen vol mee) doen maar voor net 10% mee aan de opwekking van groene stroom. Leuk bedacht, maar in de praktijk een onhaalbare situatie. Daarbij die dingen rijden op accu’s waarvan de grondstofproductie op zijn minst van twijfelachtig allooi is. Om het over de verwerking van afgedankte exemplaren maar niet te hebben. En dan benoem ik nog niet eens de praktische invulling van de dagelijkse ritten. Want veel verder dan 250km kom je niet op een acculading, hoe enthousiast sommige gebruikers en verkopers ook zijn. Elektrische auto’s zijn nog geen oplossing van de problemen. Voor zover die al bestaan. In de realiteit van alle dag blijkt dat de uitstoot van CO2 en NOX jaar na jaar sterk is afgenomen. De grootste vervuilers zijn niet te vinden in het vervoer, maar bij de agrarische sector, de industrie en onze huishoudens. Open haarden zijn idd een bron van vervuiling, hoe gezellig ook. Net als de BBQ in de zomer.

Maar dat willen ‘we’ liever niet zien kennelijk. We wijzen naar sectoren waar we van denken dat ze enorm vervuilen. Zoals de luchtvaart. Want die grote toestellen, dat moet wel enorm veel uitstoten. Dat klopt als je er bij de start recht achter staat uiteraard. Maar in de totale uitstoot voor ons land gaat het om peanuts. Een vliegtuig vliegt namelijk, en dus is dat spul wat ze uitstoten ook snel op andere hoogten verwaaid of het land uit. En dat grensoverschrijdende geldt ook voor veel van die andere meetwaarden. Het waait ons land gewoon binnen. Of we dat nu leuk vinden of niet. Zelfs als we 100% op schone energie zouden kunnen omschakelen hier, de landbouw beteugelen, de industrie uitbannen, vliegtuigen vervangen door zeilschepen en de trekschuit het werk van de autobussen weer laten doen, komt er nog steeds uitstoot voor. Het groene ideaal is in de praktijk dus volkomen onbereikbaar. Echt, dat komt nooit meer goed. Ook niet via milieubelastingen. Die trouwens in de praktijk zelden worden gebruikt voor verbetering van dat milieu. Net zoals de autobelastingen niet worden gebruikt voor verbetering van het wegennet. Nee, die gelden gaan naar het openbaar vervoer, de trein, windmolens etc. Symboolpolitiek dus. Laten we vooral verduurzamen waar het nodig of handig is. Maar stop nu eens met die flauwekul en bezorg ons Nederlanders niet constant een schuldgevoel. Dat is onterecht en volstrekt onnodig. Of geef het goede voorbeeld. Kom te paard naar je werk, gekleed in linnen of berenvel, zonder make-up, en ga wonen in een hutje op de heide. Zonder verwarming uiteraard. Pas dan ben je oprecht en eerlijk. Nu niet!

 

Dappertje Dip…

Onlangs las ik ergens dat een slechte zomer als bijeffect heeft dat veel mensen in de daaropvolgende winter een dip ervaren. Niet zo maar een dip, een echte depressie zelfs. Zon te kort gekomen, te weinig kunnen genieten van de zomerse ontspanning. Dat is best opmerkelijk. Zeker in ons klimaat is de kans op een slechte zomer redelijk groot. Kijk nu eens naar wat we dit jaar meemaakten? Het was pas laat een beetje warm, daarna heet en droog, maar we werden getrakteerd op de koudste en natste september ooit. Als dit dan maar goed gaat in de komende koude maanden. Maar het is ook echt Hollands. Wij zitten nu eenmaal in een zeeklimaat en als de wind in de zomer een beetje verkeerd staat zit je constant in een aanvoer van slecht weer. Ben je dan niet van het in de zon zitten kom je dat dus later op dat punt te kort. Fysiek schijnt dat wel bewijsbaar.

Zo zijn moslima’s die zich naar cultuur en geloof onderwerpen aan de kledingvoorschriften uit het oorspronkelijke thuisland, bekend om hun vitamine D-gebrek en dat leidt al snel tot ellende. Het bedekken van het lijf zorgt voor veel ellende en klachten. Omgekeerd zijn blootlopers weliswaar mooi bruin maar moeten die opletten dat ze geen akelige gezwellen aan of op de huid oplopen. Maar dit terzijde. Vrolijk zijn die blote mensen meestal wel weer en dat zegt toch ook iets. Zelf ben ik zeker ook gevoelig voor dipjes. Gewoon een dag dat je het even niet ziet zitten. Je ‘moet van alles’ en doet uiteindelijk niks. Het komt niet uit de vingers. Dan kan ik mijzelf wel slaan (wat ik nooit doe hoor….te pijnlijk). Maar is dat niet iets wat iedereen weleens heeft?! Bij een tegenslag of zo. Of als je weer eens niet begrepen wordt, geen werk kunt vinden, of als je zorgen hebt om dit of dat?

Een depressie is wel van een andere orde. Zelf heb ik af en toe last van migraine. Heel vervelend. Ik schreef er al eens eerder over. Sluipmoordenaar die toeslaat als ik het niet verwacht. Al weet ik achteraf altijd wel dat ik een dag of twee eerder last had van een dip. Een op een met elkaar verbonden? Ik ben blij dat ik deze zomer genoten heb van het mooie weer wat er ook regelmatig was. Wellicht helpt het de komende wintermaanden redelijk door te komen. En als dat niet voldoende is dan neem ik wel een vitamine-D-pil. Die helpen ook. En hoe zit dat met jullie Bloggers en meelezers? Last van dips, depressies of iets dergelijks? En komt dat dan door de donkere wintermaanden of toch meer door invloeden van buiten of binnen? Laat eens weten als je wilt…..(Beelden: FlickR/Yellowbird)

Het belang van Schiphol – voor ons allen…

Als ik het dan toch heb over het economische belang van o.a. een luchthaven als Schiphol voor ons allen als ingezetenen van dit land moeten we even terugkijken naar de tijd dat dit vliegveld werd uitgebouwd door toedoen van o.a. de pioniers bij KLM. Zonder KLM geen Schiphol en zonder Schiphol was er vermoedelijk van dat nu al bijna een eeuw durende avontuur bij KLM ook niet veel terecht gekomen. De Gemeente Amsterdam zag er voor de oorlog gelukkig de noodzaak van in om een eigen luchthaven te bezitten waarmee de stad een groter belang kreeg dan het in feite op basis van haar eigen omvang verdiende. De KLM had met Albert Plesman als voorman ook grote ambities. Men vloog indertijd al een lijnennet dat zich uitstrekte tot de voormalige koloniale bestemmingen als het vroegere Nederlands-Indië of de Caraïbische eilanden. Maar men vergat ook niet dat de wereld uit meer bestond dan alleen het eigen grondgebied en zo werd al snel een fijnmazig netwerk opgezet naar alle grote hoofdsteden in Europa. Na de oorlog werd dat uitgebreid met New York, Tokio, Sydney en Johannesburg.

KLM was dus de drijvende kracht achter de expansie van de luchthaven die in 1967 zijn beslag kreeg toen het nieuwe Schiphol van toen, op een kilometer of 7 zuidwest van het oude gelegen, werd geopend. Sindsdien is dat Schiphol een enorme luchthaven geworden en is het aantal vliegbewegingen sterk uitgebreid. Sinds de jaren negentig kwamen daar de budgetvliegers bij. EasyJet, Vueling, WOW, Ryanair etc. Als je dan nu op de ranglijst van Europese luchthavens kijkt met de meeste directe verbindingen zie je dat Amsterdam helemaal boven aan prijkt, nog boven het op zich nog drukkere Heathrow bij Londen en Frankfurt an Main. Vanaf Schiphol vlieg je naar ruim 400 bestemmingen meer dan naar het door Air France benutte Charles de Gaulle. Dat is best trots makend en geeft ook het belang aan van zo’n vliegveld.

Want veel passagiers zorgen ook voor een enorme economische bijdrage aan ons aller welvaart. De prijs die je dan wellicht betaalt is de grote drukte. Die ervaar je als passagiers, maar ook als omwonenden, mijn vorige blog ging daar al over. Los van al die vervoerde passagiers heb je dan ook nog de logistieke sector. Luchtvracht was vroeger een snel ontwikkelende sector omdat veel goederen door de lucht moesten worden vervoerd opdat ze vers en snel bij wereldwijde ontvangers zouden aankomen. Denk maar eens aan de bloemensector die we vooral kennen uit Aalsmeer en Rijnsburg. De veilingen daar waren nooit zo groot geworden als ze nu zijn zonder een luchthaven als Schiphol om de hoek. Luchtvracht werd daar altijd als belangrijk gezien en de enorme gebouwen die intussen rondom de platforms en startbanen zijn gebouwd zijn daar getuigen voor. De sector is wellicht van karakter veranderd, de vliegtuigen die deze vracht vervoeren zeker ook. Waren het vroeger vaak oude afgedankte passagiersvliegtuigen die nog net konden vliegen maar goed genoeg werden geacht voor het transporteren van vracht en post, tegenwoordig bouwen zowel Boeing als Airbus speciale vrachtversies van hun laatste passagiersmodellen en leveren die bij de tientallen af aan gespecialiseerde airlines. En die zie je je ook dagelijks op Schiphol neerstrijken. Met naar vermogen 30-100 ton lading aan boord. Keurig verpakt in containers opdat de be/ontlading efficiënt verloopt. Alles bij elkaar opgeteld is die luchthaven van levensbelang voor ons allen. Of dachten we wellicht dat het met een zeilschip net zo goed te vervoeren was?! Nee toch zeker? Koester nou maar wat er is en weeg plus- en minpunten. Dan kom je er vanzelf achter dat we zonder Schiphol niet zouden kunnen leven in de welvaart die we nu zo normaal achten.

De R – van Rooms-Katholiek

Kritische lezers en mede-bloggers zullen vaststellen dat ik een letter uit het alfabet heb overgeslagen. De Q! Daarmee kan ik niks, of het moest een opsomming zijn van woorden die nog net met een Q beginnen in ons taalgebied. Het leek me te veel van het goede, dus dan maar de R tweemaal benut. Allereerst in combinatie met een fenomeen uit mijn vroegste jeugd, het toen nog alomtegenwoordige Rooms-Katholicisme. Kijken we nu toch met zorg naar leeglopende kerken met een kruis op het dak om ze te zien vervangen door gebouwen met andere symbolen. Dat rijke Roomse leven is al een halve eeuw bezig met een ongecontroleerde terugtocht. De oorzaken lijken logisch. De gemiddelde Nederlandse burger is niet zo gelovig meer. En een kerk die ongeveer alles verbiedt wat voor een beetje mens leuk of nuttig is wordt nu niet meer serieus genomen. Na de jaren zestig van de vorige eeuw kwam de verlichting en moesten kloosterlingen en zo meer inbinden qua macht en invloed. Meneer Pastoor behoorde ineens niet meer tot de notabelen van een buurt of dorp en je moet wel in een echt katholieke omgeving leven wil je nog een processie over straat zien gaan.

Katholieken houden van symbolen. Beelden, opschriften, kaarsjes branden voor een heilige of Maria, als moeder van God. Kijk in een willekeurige katholieke kerk en je snapt wat ik bedoel. De sfeer is daar veel warmer dan in welke protestantschristelijke kerk ook. Puur de aankleding. Maar dat moet dan wel je smaak zijn uiteraard. In het buitenland zagen we bij kerkbezoekjes veel kitsch tussen alle kunst op dit gebied. Maar de aanbidding was er niet minder om. Wat ook misging was natuurlijk de onnatuurlijke wetgeving voor priesters en nonnen ten aanzien van hun eigen seksualiteit. Toetreden als professional tot de katholieke kerk hield in dat je het celibaat moest volgen. En dat hield in seksloosheid. Zelfs de zelfwerkzaamheid werd verboden. Allemaal zonde! Dat dit niet kon werken bewezen veel geestelijken die de handjes niet thuis konden houden en al hun gevoelens voor de andere sekse, maar erger nog, de eigen sekse op kinderleeftijd, niet wilden of konden verbergen. Het onder de pet houden van deze misbruikschandalen was de doodklap voor de acceptatie van autoriteit van of binnen de kerk.

Veel pauzen, kardinalen en bisschoppen, voor zover zelf zuiver op de graat, bewaarden het stilzwijgen en draaiden daarmee de godsdienst bijna de nek om. Althans in onze streken. Elders in de wereld groeit dit geloof ongekend. Het is maar net waar je woont en hoe goed opgeleid je bent. Want intensief geloven heeft volgens mij ook iets van doen met een zekere volgse naïviteit en vooral hoop op een betere toekomst ‘ooit’. Wat minder met goed nadenken en kritisch zijn t.a.v. alles wat wordt verteld. Al zijn die verhalen dan soms prachtig hoor. Ik kan me er best een paar herinneren uit die eerste periode. Maar goed, ook al werkte de indoctrinatie indertijd zo goed dat ik het katholicisme beschouw als het enige juiste geloof aan christelijke kant (..), ik ben toch ook blij dat ik er min of meer los van ben gekomen toen ik 14 was en mijn toekomst verder elders zocht. Al blijven die kerken mooi en wil ik altijd even kijken als we er weer eentje tegenkomen. Noem het maar een afwijking…En daarvoor is weinig remedie te bedenken. Al heeft dat begrip dan zelf weer een R aan het begin. Welk geloof hangen of hingen jullie aan en ben je dan ook nog echt belijdend daarin?? Ben benieuwd naar de reacties…

Dwalende geest….

Soms lees je weleens een boek wat je qua inhoud raakt. Iets mee geeft, of gewoon doet nadenken. Een zo’n boek was het onlangs uitgelezen verhaal ‘De Nachtmoeder’. Carel Donck de auteur, een man die de nodige scenario’s schreef voor Tv-series en films. Los van het verhaal wat ik verder niet zal verklappen is het onderwerp wat hij aansnijdt wel intrigerend. Het gaat over iemand die tracht na haar dood invloed te houden op het leven van de achtergeblevenen. En die kans ook krijgt. Ik moest daar wel even over nadenken. Zou het kunnen, wil ik dat als hert zo ver is gekomen dan ook? Dat hangt natuurlijk af van wat ik zoal zou zien vanaf de wolk waarop ik dan zal verkeren. Vraag is ook of je eenmaal opgenomen in dat wolkenrijk nog enige interesse zou hebben in Aardse zaken. Best iets om eens over na te denken. Wij mensen denken individueel. We zijn op ons zelf ingesteld, domweg omdat we ons niet of nauwelijks in anderen kunnen verplaatsen.

Zou dat anders zijn als geest en lichaam van elkaar gescheiden raken? Komen we terecht in een grote poel van verwante zielen die samen een grote graal vol gedachten vormen? Of blijft die geest zichzelf tot hij rijp wordt geacht ergens anders weer in een lichaam gestopt te worden dat opnieuw tot leven komt? Reïncarnatie en recycling pur-sang. Maar is dat ook iets wat je mag verwachten? Het bewustzijn is zo des levens, het denken van ons mensen ook. Dieren zijn veel instinctmatiger dan wij. Beesten schrijven geen boeken, bedrijven geen politiek, zoeken de grote ruimte niet op, voorspellen het weer niet en ontwikkelen geen technologie. Veel dieren moeten elke dag zien dat ze overleven. Meer zit er niet in. Wij mensen hebben op dat punt een luxe bestaan. Maar hoe komt dat. Waarom ontwikkelden we zaken als geloof?

Toch ergens dat verhevene aanhangen wat we nog steeds niet begrijpen. Het begrip dood en wat er dan met onze geest en denkvermogen gebeurt. De een ziet het als een definitief einde, de ander als een tussenstap op weg naar iets hogers. Dat laatst zorgt trouwens wel voor files in het hiernamaals want er komen wat zielen los van hun lichamen als je dat wilt aannemen. Elke dag weer. En in welke vorm verkeert die ziel dan. Is dat die ziel van een 86-jarige die na een lang en rijk leven ineens niet meer verder leefde, of wordt de teller teruggezet naar een naïeve leeftijd van voor het ‘zeker weten’? Vragen, vragen. Maar het blijft intrigerend om na te denken over hoe je de boel zou kunnen beïnvloeden als je daar de kans toe kreeg. Het boek deed me op dat punt huiveren. Niet vanwege de spanning hoor. Maar omdat ik mezelf al zag draaien aan allerlei radertjes die ik nu als normaal levend en wel denkend mens niet kan bereiken….. Hoe denk jij daarover medeblogger en lezer?

 

Zomerse ergernissen 2 – (ont)kleding…

HWC 2En als ik dan toch bezig ben met observaties tijdens de vakantieperiode; ik verbaas me er over hoe divers wij ons kleden als het buiten echt eens zomers warm is. Je ziet dan veel mensen in korte broeken, blote topjes, maar net zo vaak mensen die kennelijk verwachten dat het weer ineens kan omslaan van zomers naar hartje winter. Het is en blijft Nederland tenslotte! Vesten of  truien, zelfs jassen worden gedragen. Lange wollen broeken zijn ook in. Dat snap ik echt niet. Al hoef ik veel van die korte broekendragers ook niet meteen dagelijks op mijn observatiemenu te zien hoor. Ik hoef trouwens maar in de spiegel te kijken en ik mag zeggen te weten waar ik in dit geval op doel. Zelfs na zes weken intensieve bruining zijn mijn stelten nog steeds wit. Noem het een harde huid of zo.

WP_20151212_005De enige plaats waar zelfs ik bruin werd was de Algarve, jaren geleden. Maar verder? Een paar rode knieen wil nog net lukken. Hoe dan ook, korte broeken zijn voor mensen met mooie lijven en dito benen. Voor mensen ook met niet te veel haar op die benen, en al helemaal niet voor hen die gewoon kantoorsokken combineren met sportschoenen of sandalen. Hou dan je lange zomerbroek gewoon aan. Het is vreselijk om naar te kijken…. Dames met de behoefte zich te ontkleden zijn welkom uiteraard, ik berichtte er al eerder over, maar verzorg je intussen dan wel een beetje. Zweetplekken in de oksels zijn een beetje genant, uitstekende haren links en rechts ook. En als niet meer pront is wat pront moet zijn, draag dan een goede beha of desnoods bikinitop onder je luchtige zomerse outfit. Het is echt afzien soms in bepaalde hoeken van het land waar het om uiterlijke schoonheid gaat. Alsof we naast stukken van onze beschaving ook alle spiegels de deur uit hebben gedaan.

USL2Nu pleit ik zeker niet voor de boerkalook, verre van dat zelfs, zeker niet als onder die bedekking de uitvinding van de deodorant nog niet is doorgedrongen, maar af en toe moet je echt denken om de psychische schade die een willekeurige toeschouwer kan oplopen als je niet nadenkt over de aankleding (of ontkleding) op zomerse dagen. Maar verder…wens ik iedereen heel plezierige vakantiedagen toe hoor. Bedenk alleen wel dat ik op mijn reisjes en tripjes zal opletten wie zich wel en niet aan de normen en waarden van dit land houdt. En omgekeerd mag dat ook. Vandaar dat ik niet verklap waar ik zoal mijn blogs van inspiratie zal voorzien in de komende dagen en weken.