Een huis als thuis…

Als iets ons tijdens de Corona-crisis en de daarbij behorende ‘ophokplicht’ heeft geleerd van ons aller huis te houden,  dan toch ook wel het besef dat we geen andere keuze hadden. ‘Blijft thuis’ was het regime en dan moet je voor ons allen hopen dat een huis ook voldoende leefruimte biedt voor eenieder die onder hetzelfde dak moet verkeren. Voor mij en vrouwlief is dat best te doen. We hebben onze eigen ruimten naast de gezamenlijke en kunnen prima met of zonder elkaar leven in dezelfde ruimte. Mits niet te lang natuurlijk. Voor mij moet een huis mijn thuis zijn, de veilige haven waar je altijd kunt binnenvaren als er ‘buiten’ weer eens een storm woedt. Tot nu toe heb ik de nodige huizen meegemaakt waar ik dat thuisgevoel kon bereiken. Vaak ook omdat we het inrichtten naar eigen smaak en idee. Dat is voor alle mensen anders uiteraard. Smaak is nu eenmaal persoonlijk. Ik ben net als vrouwlief van de liefhebberijen, maar ook van de dieren, katten in dit geval, en we schromen niet om een deel van de bibliotheek of videotheek zichtbaar in huis uit te stallen.

Ik ben door de jaren heen bij veel mensen op bezoek of visite geweest en soms voel je meteen een ‘klik’ als het om die inrichting gaat. Bij anderen verkeer je zowat in een showroom van een meubeltoonzaal. Alles op zijn plek, geen huisdieren, dus nooit haren of speeltjes over de vloer. Mooi hoor, schoon ook, maar is dat je thuisgevoel versterkend? Een bijpassende oorzaak is ook mijn gebrek aan klustalent. Ik schilder echt alleen als het niet anders meer kan. Zeker niet omdat ineens de mode vraagt om een net afwijkende tint beige op de muren of zo. Werken deed ik al vele jaren lang en intens genoeg om er na mijn (eindelijk) pensioen alsnog voor te gaan. Tuurlijk doe ik het noodzakelijke. Zo heb ik onlangs de tuinbank voorzien van een nieuwe laklaag. Die is nu zo dik dat hij nog 25 jaar mee kan. Maar dan heb je ook de kleur van deuren en kozijnen te pakken. Duurde even, maar past bij het thuisgevoel. Rond mijn geliefde zitplek liggen altijd boeken of bladen. Anders voel ik me zo leeg of kaal. Lezen is een van de passies en er is altijd wel iets wat me nader interesseert. Zie ik op TV iets wat me bevalt of vraagtekens oproept zoek ik het even na.

Geeft veel denkwerk en dat is goed voor de ouder wordende geest…. Hoe dan ook, ik ben benieuwd hoe mensen leven en wonen. In een villa? Of toch een gewone etage dan wel flat. En hoe zij het thuisgevoel ervoeren of ervaren. Gesprekken met vrienden leveren een duidelijk beeld op, bij veel familie kom ik bijna spiegelbeelden tegen van ons eigen gevoel van inrichten en genieten. Maar bij veel anderen is dat toch totaal anders. Wellicht dat men daarom ook zo graag naar buiten gaat en plezier zoekt op alle plekken behalve die specifieke thuisplek. Benieuwd hoe mijn lezers/essen zich profileren op dit punt. Brandt gerust los! Een oordeel zal ik er niet over geven…hooguit mijn mening. (Beelden: Yellowbird)

Geschiedschrijving

Berlijn - blik op het oosten - 161188 - AMV31 Scan10062Terwijl mij bijna dagelijks wel duidelijk wordt dat voor de huidige generaties jongeren geschiedenis niet een vak is dat op school met veel plezier wordt gegeven of ontvangen, lijkt mij nog steeds dat je slechts van de geschiedenis lessen kunt leren waar je in de toekomst iets mee kunt. Wil je bijvoorbeeld een bepaalde doctrine buiten de deur houden moet je eerst eens goed kijken naar de schade die vroegere doctrines hebben aangericht. Wil je snappen waarom de grote wereldspelers met elkaar omgaan zoals ze doen, moet je toch echt iets weten over wat er in het verleden met of tussen hen heeft gespeeld. Wantrouwen en afkeer komen ergens vandaan. Moet die geschiedenis een saai vak zijn of blijven zoals ik wel eens hoor? Nee natuurlijk want als je eens goed in de rondte kijkt en luistert blijkt die zelfde geschiedenis aardig aan verandering onderhevig. Men ontdekt telkens weer nieuwe zaken die er al dan niet toe doen en soms wordt de geschiedenis zodanig ingekleurd dat het weer past bij een maatschappij waarin bepaalde groepen menen dat hen onrecht wordt aangedaan. Dat is wonderlijk, want aan feiten kan je moeilijk iets veranderen. Aan de beleving ervan wel. Zo is er bijvoorbeeld over het bombardement van Dresden in de nadagen van de Tweede W.O. toch een andere kijk gekomen op alle toenmalige feiten en beslissingen.

HPIM1951_editedMet voortschrijdend inzicht zien we dat bombardement toch als een oorlogsmisdaad, ook al werd die dan uitgevoerd door de ons meer dan bevriende geallieerde Britse en Amerikaanse luchtmachten. Toen men in de tijden van de DDR over dit bombardement ook al sprak van een misdrijf tegen de menselijkheid (het bombardement diende geen enkel ander doel dan het zo veel mogelijk doden van Duitse inwoners) , in onze streken wilden we daar toen niets van horen. Is veranderd! De invasie van de Duitse legers in Mei 1940 waren voor ons leger een stevige dobber, maar men vocht met de moed der wanhoop door tot de capitulatie op 15 mei 1940. Toen waren o.a. het westen van Nederland en Zeeland nog stevig in handen van de Nederlandse defensie. Slechts het terreurbombardement op Rotterdam bleek een factor van belang om de Nederlanders tot opgave te dwingen. Zo was het verhaal altijd en zo hoort het ook te blijven. Opmerkelijk dat men omwille van het politiek correcte op enig moment besloot om een rol in de verdediging van ons land toe te bedelen aan twee of drie Marokkaanse soldaten die in Zeeuws-Vlaanderen meevochten met de Fransen die ons zouden komen helpen verdedigen. Manipulatie van de geschiedenis dus. Net zoals er lieden zijn die menen dat we de jodenvervolging wel iets kunnen afzwakken. ‘Het viel wel mee in bezet Nederland’. Dat is in veel opzichten toch best wel een heftige gedachte. Zeker als je weet dat de Duitse bezetters die nu nog leven of tot voor kort leefden, aangaven dat ze graag in Nederland dienden.

10 mei 1940 - Heinkel He111Hier was het rustig, geen echte last van het verzet en weinig gedoe met de ambtenarij. Die deed zijn werk en deelde mensen simpel in naar afkomst en geloof. Piece of cake voor die  Duitsers om de Joodse Nederlanders er zo uit te pikken. En dat verzet was dus machteloos. En dan wil ik niets afdoen aan hen die wel met gevaar voor eigen leven taken uitvoerden die anderen lieten liggen.  Geschiedenis is dus een levend vak en het is maar goed dat we nu niet weten hoe we over vijftig jaar zullen aankijken in ons land tegen een regering als de huidige die op veel fronten blundert omdat het vasthoudt aan een socio-liberale koers om de economie op poten te krijgen ten laste van alle burgers. Tegen die tijd komt er vast wel een correctie op het beeld dat we er nu van hebben of krijgen. En dan zien we Poetin als een groot Russisch staatsman en de barbaren van IS als een stel kwajongens die toen nog een geloof aan de man of vrouw wilden brengen dat in 2064 allang niet meer bestaat of bij wet verboden. Het kan verkeren, en de geschiedenis kan ons op dat punt veel leren…

Spottersgeluk…

Oud Schiphol in tje 60-s - 211520Het was denk ik ergens in 1960 dat ik voor het eerst besloot om op Schiphol eens over de heg te kijken naar de toenmalige vliegtuigen. Ik was een jong ventje, had net een eigen fiets en ontdekte dat als je bij het toenmalige Schiphol je fiets tegen het hek zette en dan op de stang van die tweewieler ging staan, je het platform en de startbaan kon zien en de vliegtuigen uit die tijd kon waarnemen. Ik deed er nog niets mee, schreef niets op en had nog geen camera. Dat kwam pas later. De brommer was mijn vervoermiddel en daarmee bewoog ik me minstens twee keer per week naar de promenade aan het platform van Schiphol. En keek naar alle vliegtuigen, maakte af en toe een kiekje met mijn klikklak-camera en schreef de registraties van die toestellen indertijd op.

16245 - EHAM - 030184 - Vrachtplatform Scan10064Het begin van een passie die ik vele jaren lang zou koesteren. Vele foto’s volgden, duizenden dia’s. Ergens in 2000 of zo ging het mis. De interesse daalde, taande ook doordat Schiphol expandeerde en de mij bekende spottersplekken verdwenen. Daarbij waren de vliegtuigen steeds minder interessant geworden. En dat bleef hel lang zo. Toen ik mijn digitale SLR kocht en wilde testen of dat ding het goed zou doen langs de startbaan, ging ik nog eens kijken. Het beviel prima, de plaatjes waren aardig geslaagd. Toch kwam het er niet meer van. Als ik een keer per jaar nog eens langs die baan te vinden was, dan was het veel.

??????????????????????????????????????????????? De passie leek verdwenen, ik kon zelf maar moeilijk een verklaring vinden waardoor. Maar onlangs pakte ik de handschoen (en de camera plus alle toebehoren) weer eens op en bracht een belangrijk deel van de dag door langs de diverse landingsbanen van de nationale luchthaven. En het was weer ouderwets leuk. Gesprekken met andere spotters, net als ik van de jongere oude generatie, leuke nieuwe dingen ‘platen’ en weer eens wat registraties opschrijven. Ik voelde me weer jong, en dat warme bad ga ik toch weer eens wat meer op de agenda zetten. Zien hoe lang het nu weer duurt…

Driftende nostalgie

Speedway- driften in de bocht-2005-06-09Het was echt bij stom toeval dat ik een paar weken geleden op een zaterdagmiddag in mijn eentje op de bank zappend een van de leukste en meest spectaculaire sportvormen ooit tegenkwam op Eurosport; Speedway! Ooit plaatste ik er al eens een blogje over, maar omdat het kennelijk nog steeds wordt uitgezonden en ook goed georganiseerd doe ik dat nog maar een keertje. Speedway in de oorspronkelijke vorm wordt gereden op een 400 meter lange ovale sintelbaan met per heat vier motoren. En die motoren rijden niet zo maar een beetje rond, nee ze driften dwars door de bochten en de coureurs moeten zich met de moed die jonge mensen nu eenmaal in zich hebben, zien staande te houden en het gashendel laten werken voor evenwicht en onderlinge strijd. Remmen is er niet bij, die zitten helemaal niet op deze machines. En die benodigde techniek wordt geleverd door 500cc eencilinders die draaien op een methylalcoholmengsel dat naast het benodigde vermogen ook nog eens een heerlijke geur af geeft. De coureurs zitten in zware leren pakken vol logo’s, hebben schoenen aan met metalen zolen en hakken en hebben tegenwoordig ook nog eens neksteunen. Men rijdt met helmen op die bij de start worden voorzien van een gekleurde kap. Rood, blauw, geel en wit.

Speedway at the startDie kleuren bepalen de startpositie. Wie in de binnenbaan start heeft een groot voordeel, de buitenbaan is lastiger. Waren vroeger Nederlanders en Duitsers, naast Engelsen de grote mannen in deze sport, tegenwoordig zijn het Polen, Russen of Scandinaviërs die de prijzen verdelen. Het is ook een professionele, dure sport geworden. Sommige rijders hebben wel vier van die motoren bij zich. En een hele staf monteurs. Dit is nog steeds een populaire sport. In Engeland of Australië zitten de stadions vol bij wedstrijden van dit type. Dat is ook in Oost-Europa en Duitsland zo. De op TV uitgezonden wedstrijd was een soort Poolse competitie met een groot internationaal deelnemersveld. Ik kon me er niet van losmaken en genoot. Mijn jeugdjaren kwamen weer terug…. Samen met mijn moeder of later wat vrienden uit de toenmalige woonomgeving naar de wedstrijden om de Gouden Helm in het Olympisch Stadion, Tilburg of Assen. Met 30.000 andere toeschouwers. Kijken naar Nico van Gorkum, Pietje Seur, Kootje Boef en dat soort figuren. Allang verdwenen namen. Maar goed voor veel vermaak. Net als deze uitzendingen van Eurosport. Heerlijk….. Vrooooooooooooaaaaaaaaaaahhhhhmmmmmmmm