Sterren…

Hun huwelijk verliep eigenlijk al wat jaren op een keurig net niveau, een tempo passend bij hun doelstellingen. Een eigen huis, kinderen, liefst twee, een hond, auto voor de deur en een goede baan voor hem. Dus werkte hij hard om dat allemaal te bereiken. Waar het ging of kon praatten ze met elkaar over ditjes en datjes en ze zaten vaak samen hand in hand voor de tv. Allemaal volgens de normen die ze zelf hadden gesteld toen ze samen aan deze verbintenis begonnen. Zij werkte in huis, hij was veel onderweg. Had een drukke en leuke baan, goed betaald, en prima collega’s. Op een dag had ze toen hij thuiskwam lekker gekookt. Ze had een fleurig en kort jurkje aan. Hij had net op zijn werk een geweldige deal gesloten maar had daarvoor wel vele uren besteed om zover te komen. Voelde zich best vaak moe. En dan die lange rit terug naar huis… Hoe dan ook, eenmaal aan tafel, de kinderen mochten van haar voor de tv hun bordje leeg eten zei ze ineens: ‘Ik zou best wel eens sterren willen zien’. Hij keek haar aan, toen naar buiten waar de ondergaande zon nog steeds zorgde voor behoorlijk wat daglicht. Hij dacht even na en vroeg toen ‘Hoe bedoel je dat?’ ‘Nou, ik wil ook wel eens sterren zien, net zoals Antoinette, mijn vriendin…’ ‘O ja, nooit geweten dat die daar interesse voor had…’. Ze keek hem met een verbaasd gezicht aan. ‘Je snapt me niet he? Ik wil gewoon echt eens sterren zien’. ‘Nou dan gaan we dat toch regelen’ was zijn wat zakelijke antwoord en hij keek even om naar het tv-programma waar de kinderen zich mee leken te vermaken. Zij ruimde de tafel af. Het leek wel of ze met haar lijf schudde, maar dat was helemaal niks voor haar vond hij. Dus pakte hij de krant en las de laatste nieuwtjes. Ze spraken er niet meer over en hij dacht er niet meer over na. Tot hij op een dag een advertentie zag waarin een aantal artikelen werden aangeprezen voor een uitverkoopprijs. Uiteraard bestelde hij er daar een van. Stevig formaat, fraai van materiaal, met garantie. Nou dat zou haar verrassen. Ze wilde sterren zien, dat ging lukken. Toen ze een paar weken later weer aan tafel zaten en zij weer begon met haar vraag over dat ze sterren wilde zien, stond hij op, liep naar boven en haalde het pakket dat hij via zijn werk had laten komen en mee naar binnen had gesmokkeld. ‘Nou met dit zal dat wel lukken denk ik’ en zette het voor haar neer. Blij en met rode wangen van de opwinding pakte ze het pakket uit. En keek verbijsterd naar de sterrenkijker die hij voor haar had gekocht. Een pracht exemplaar, gemaakt in Duitsland met een fikse lens en stabiele driepoot. Ze hield het ding vast, keek hem aan met een blik die niet veel goeds voorspelde en praatte drie weken niet meer met hem…..

Tempel…

Tempel…

‘Ons lichaam is een tempel en blijft het best intact als we ons houden aan de wetten van Reinheid, Rust, Regelmaat en Regels van den Kerk met de grote K’. Die fysieke tempel was ons volgens die leer door God gegeven om goed voor te zorgen en er zeker geen misbruik van te maken. De Reinheid was daarbij wel een dingetje. Want in onze kinderlijke oren en ogen bestond die vooral uit het dagelijks reinigen van dat wat door het gebruik vervuilde. Zeker als je de dagen van toen deels op straat doorbracht en daar allerlei spelletjes speelde die maakte dat je soms onder de bagger thuiskwam. Maar het betekende natuurlijk ook iets anders. Je diende de lichamelijke lust te bedwingen tot je op een leeftijd was gekomen dat je die in de juiste kanalen mocht leiden. Kanalen die bij de andere sekse weer rein werden gehouden tot dat grote moment. Want het betreden van de tempel bij de ander was een kunst op zich temeer omdat daarbij Gods water over Gods akker diende te vloeien en je dat water vooraf niet mocht verspillen.

Nou dat was indertijd best een dingetje. Daarvoor bestond er die Rust. Met de handen boven de dekens en lakens en natuurlijk weg van die symbolische kraan of gootsteen waar dat water maar uit of in kon vloeien. Rust was ook nodig omdat je de volgende dag soms weer vroeg geacht werd tijd te besteden aan de versteende tempel van de Heer die in ons geval vlakbij om de hoek gezeteld was. En waar al die geboden en verboden om je oren vlogen. Daarbij was Regelmaat natuurlijk een handige aanbeveling. Hoe meer je in dat jargon geloofde hoe sterker je verbonden was met de Regelgeving van de enige ware kerk van Rome. Nou ik kan je verzekeren dat dit allemaal redelijk goed ging tot de persoonlijke kraan soms tot een brandslang werd waarop constant druk stond en het met de Rust al snel gedaan was. Reinheid diende nog slechts een doel, zo snel mogelijk voorbij die op het oog dikke deuren van die tempel elders te komen zodat je wist waarover het allemaal ging in die omfloerste teksten van al die ge- en verboden.

Opvallend was ook dat bij het echte leren van waarover het allemaal ging, ouders in onze tijd geen rol van betekenis speelden en de zwartrokken van de kerk toch vooral meenden dat die reinheid zich beperkte tot bijen die bloemen bevruchtten. Terwijl wij thuis eerder last hadden van wespen dan van bijen. Nee, het betere hand en spantwerk moest je zelf maar uitzoeken allemaal. En dat ging niet in alle gevallen goed. Ik heb heel wat voorbeelden gezien van vrienden uit de straat of zelfs familie waarbij dat Gods water zorgde voor een iets minder gezellig gevolg. Dan moest er getrouwd worden en was het maar de vraag of die verbintenis onder dwang ook tot het gewenste resultaat zou leiden. Tegenwoordig zie ik jongens en meiden die zich eerst eens goed uitleven en met dat water smijten alsof het niks kost. Die na pakweg negen of toen relaties menen toe te zijn aan een echte werk met de ware en waarbij dat water goed kan dienen om een nieuwe generatie op de wereld te zetten. In de hoop dat die zich op andere wijze tot de tempel verhouden als wij dat moesten. Intussen is mijn tempel door de jaren heen altijd keurig onderhouden. Veelal goed voor gezorgd. Tuurlijk moest er wel eens iets gerenoveerd worden, maar de kern is gezond. En ik hoop voor mijn gewaardeerde, lezers, dat dit ook voor jullie geldt. (Beelden: Eigen collectie)

Ome Thijs..

Als Ome Thijs ging vertellen over ‘vroeger’ zaten de kleine kinderen uit de buurt altijd om hem heen. Hij zag er uit als een zwerver, woonde in een klein benedenhuisje vol spullen en allerlei bijzondere dieren. Zo wist Ali te vertellen dat hij wel eens een slang had gezien in dat huisje toen hij door de open deur naar binnen had gekeken, en Marcel wist zeker dat er allemaal witte muizen rond hobbelden in een kooi. De twee feiten met elkaar verbinden deed Chris. ‘Joh, die muizen voert hij aan die slangen’…. De kinderen rilden bij de gedachte. Ze waren dan wel stoer als ze buiten speelden, maar het idee van een levende muis en een slang….nee, dat vonden ze maar niks. Hoe dan ook, Ome Thijs wilde zo af en toe wel praten. Stak een sigaretje op en ging dan in op hun vragen. Hij had gevaren. Niet op de veerpont of zo, maar op een echt schip en was overal in de wereld geweest. Hij vertelde over ‘inboorlingen’ en ‘indianen’. Over handelaren die met prauwen naast hun schip hadden gelegen om handel te drijven. Af en toe vertelde hij over ziekten aan boord. Zweren zo groot als eieren als ze van boord waren gegaan in een tropisch land waar insekten ze hadden gebeten en zo meer. Hij liet dan altijd even zijn littekens zien maar ook zijn tatoeages. De blote vrouw op zijn bovenarm intrigeerde, ook al was ze deels overwoekerd door grijs haar dat weelderig op zijn en dus ook haar lijf groeide. Met open mond zaten de kinderen te luisteren. Ome Thijs kon goed vertellen. Maar hij stopte meestal als hij ineens geen zin meer had. Dan ging hij zwijgend in de verte zitten kijken. Kreeg een verdrietige blik in zijn ogen en sommige kinderen zagen dan tranen in zijn ogen. Jarenlang was hij een bekend figuur in de buurt. Tot op enig moment de gordijnen dicht bleven. De jongens uit de buurt die met hem waren opgegroeid vroegen zich af waar hij was gebleven. Niemand die het wist. En zo verdween Ome Thijs in de vergetelheid. Maar de jongens die hadden geluisterd naar zijn verhalen zouden die nooit meer vergeten. Dat had hij tenminste bereikt….

Prins…

Daar lag ze dan…in haar korte zijden nachtjapon, in haar als altijd fraai opgemaakte bed. Haar verder naakte lijf huiverde. Ze vermoedde wel dat er iemand anders in haar buurt was maar ze hield de ogen gesloten. Immers, ze had geen idee wie dat was. Wilde het eigenlijk ook niet weten. Plots hoorde ze een stem, zacht, mooi, die haar vroeg hoe ze had geslapen en of ze wellicht in bad wilde. Tuurlijk wilde ze dat. Lekker wegzakken in warm water. Ze stapte uit haar bed in klaargezette muiltjes, liep rozig achter die man aan die tegen haar had gesproken. Breed van schouders, een lendendoek van een of ander duur materiaal. In de badkamer was het bad voor haar al gevuld. Het schuim lag er dik op en ze rook de heerlijke geur van een of ander opwekkend soort schuim. De jonge man, wat een knappe vent zeg, pakte haar nachthemd aan en keek naar haar lijf. ‘Mooi’ stemde hij in met het beeld dat ze zelf ook in de spiegel aan de overkant van het bad zag. Ze was strak van vel, had rechtopstaande borsten, een schoot die nog ongerept was en verlangde naar zijn aandacht. Langzaam liet ze zich in het water zakken. Achter haar knielde die atletische jonge man neer en begin haar schouders en nek te kneden. Het voelde heerlijk aan, ze ontspande helemaal, zalig… En het voelde dan ook als heel normaal toen hij met zijn handen lager en lager kwam en haar het gevoel gaf dat wat er ook moest komen het allemaal fantastisch zou zijn en op haar gericht. Toen hij langzaam aan naast haar zat om zijn handen nog wat beter hun werk te kunnen laten doen keek ze hem aan en nodigde hem uit bij haar in bad te komen zitten. Langzaam maakte hij zijn vernuftig vastgemaakte lendendoek los. Wat ze zag deed haar huiveren…zo mannelijk, zo groot…als dat maar…. Net toen ze huiverde van genoegens en genot hoorde ze in haar oren een geluid dat haar geluk verstoorde….dat geluid werd steeds luider en het deed haar ontwaken….Naast haar stonden twee van haar vier kinderen. Die wilden dat ze uit bed kwam….ze moesten naar school, en wilden eten. Schaamte maakte dat ze haar opgetrokken katoenen nachthemd snel om zich heen trok, en meteen uit bed stapte. In haar goedkope sloffen….Haar man was al onderweg naar zijn werk, in de spiegel zag ze haar wat pafferige gezicht, de dikke buik, haar al wat hangende borsten…. Jeminee, het leven was haar niet goed gezind geweest. Gelukkig waren er die dromen. Elke paar dagen per week kwamen die terug en voelde ze zich weer even een jonge meid. Die wel werd gewaardeerd en begrepen, en die vol passie was…net zoals vroeger….

Dochter…

‘Weet je’ zei de goed uitziende en dito opgemaakte vrouw van een jaar of 50 tegen haar reisgenote die duidelijk meer van lekker eten en drinken hield dan zij, ‘mijn dochter is echt een doordouwer. Dat heeft ze van mij. Mijn man had dat niet in zich. Die was altijd de rust zelve maar ik zei dan vaak tegen hem, man verzet je eens tegen die chef van je en stap desnoods op, maar ja dat durfde die niet. IK wel. Altijd gehad. Nou onze Janine heeft dat dus ook. Wist je al dat die een nieuwe job heeft aangenomen?’ ‘Uh nee..?’ zei de reisgenote aarzelend…. ‘Nou ja dus, ze zag die baan in een of ander vakblad staan en stapte er meteen op af. Net zoals ik altijd deed. Als het om mijn positie ging of om salaris had ik mijn mondje wel klaar en desnoods trok ik dan een truitje aan met wat lage hals….kreeg het altijd voor mekaar. Nou onze Janine is net zo. Doordouwer, heb ik haar wel bijgebracht. Ze kon ook al zo goed studeren, slimme meid en waar ik kon hielp ik haar met haar huiswerk of tentamens. En meteen aan de baan die meid. Tuurlijk, lukte meteen, met zo’n goede opleiding en altijd prima cijfers…kom je verder mee’. ‘Wat een mooi weer trouwens he? Leuk dat we samen op stap zijn, ik had er echt zin in. Zei al tegen Cees, mijn man, ik wil weer eens met mijn lieve vriendin Jorien op stap. Vond hij best, hij vindt alles best, kan hij rustig thuis werken. Niet dat hij nog veel doet hoor, maar een beetje administratie en muziek luisteren. Best een saaie man. Ik hou van avontuur. Ga ook graag uit, lekker de beest uithangen’. Terwijl ze dat zei streek ze even subtiel langs haar pluspunten en heupen…. ‘Ik mag er nog best zijn en dat vinden de mannen ook. Dus die wind ik zo om mijn vinger…..Net als onze Janine, die heeft hetzelfde. Ik weet nu al niet meer hoeveel vriendjes die al heeft gehad. Maar allemaal leuke lui hoor, en zo goed opgeleid vaak, net als zij. Had ik dat al gezegd..? Dat ze een nieuwe baan heeft aangenomen…..Ja dat heeft ze….’ ‘We moeten er hier uit’ zei de reisgenote die we intussen als Jorien leerden kennen…..Die stond op, pakte haar jas en stond al bij de uitgang van de trein toen de ander nog zocht naar haar mobiele telefoon en haar jas….Het zou een gezellig dagje worden…..dat zag er zo uit,.,…

Zomerse vertrutting..

Zomerse vertrutting..

Ooit wierpen vrouwen de ketens af van de veelal door mannen en kerken over hen heen gelegde deken van grauwheid en zuur ruikende normen en waarden.

Zij kwamen voor zichzelf op en zagen zich niet meer als alleen maar huisvrouwen die moesten doen wat hun mannen of familie van ze wilde en waardoor het werpen van nageslacht ook door hen zelf werd gezien als ultiem levensdoel. Nee, de vrouw zag zich ineens als een volwassen menstype, trots op wat ze bezat en keuzes makend die het midden hielden tussen doorstuderen, geen huwelijk, geen kinderen willen of zelfs die voor de eigen sekse. De schok die dat veroorzaakte duurde toch al snel een jaar of tien. Het werd pas echt heftig toen vrouwen hun beha’s afdeden en al dan niet in de brand staken waarmee ze opnieuw een stukje vrijheid terugkregen. Veel mannen, indertijd veelal voorzien van lang haar en baarden, jubelden over al die vrijheden, want ook voor hen werd de wereld een beetje leuker. Een dame er bij of zelfs een heer als men daar van was, het kon allemaal en de bekende hippie-cultuur maakte dat de verkoop van spruitjes en bloemkool toch minder groot werd dan voorheen. Later ging die ontwikkeling verder. De bikini’s werden kleiner en kleiner, de ondergoedjes volgden die trend, en de monokini werd op het strand gemeengoed.

De vrouw als volwassen menstype die trots was op haar lijf en volledige bruining zag als ultiem bewijs. Daarbij kwamen er ook speciale naaktstranden voor hen die dat wilden, al moesten heel wat kerkelijke leiders en bestuurders van gebieden waar die stranden of bospercelen te vinden waren wel even slikken bij het idee. De mens was volwassen geworden, zeker in onze streken, en liet zich niet meer in een hokje stoppen. Brazilie werd het voorbeeld voor veel kleding van vrouwen, vrouwelijkheid onderdeel van de voort razende revolutie. Het tuinpak maakte plaats voor de minirok en zo meer. Maar er kwam een kentering. De bevolkingssamenstelling veranderde. Immigratie maakte dat de revolutie van vrouwen een abrupte rem doormaakte. De stranden niet meer het domein van de revolutionairen of hippies. Digitale technieken maakten ook dat privacy nog wel eens werd geschonden. Vond men dat eerst niet zo erg, een leven lang bekend staan om je prachtige borsten of meer op het www is anno nu vaak wel een wat al te grote en vooral ongevraagde eer.

De echte onafhankelijke vrouw toonde zich dapper en ging door op de ingeslagen weg. Maar een generatie later zag je al dat dochters van die hippiemoeders zich ingetogener gingen gedragen. Bloot was eng, preutsheid het nieuwe denken. Steeds groter werden de badbroekjes en beha’s gingen niet meer af, zelfs op het strand. Mannen droegen geen Speedo’s meer maar zwemshorts, en in sommige situaties zelfs onder de douche. In de landelijke zwembaden werden boerkini’s toegestaan, in 2021 ontstaan al bewegingen om aparte zwembaden of uren te maken voor islamitische vrouwen die al dat bloot uit onze samenleving verwerpen en terug willen naar onze Nederlandse geschiedenis anno 1950. De vertrutting slaat toe. De boezem verbannen en weer opgesloten in de veilige cocon van de degelijke beha. Marlies Dekker voor de wat oudere vrouwen die nog een beetje sexy willen zijn. Men koestert nog wel, experimenteert, maar showt veel minder. De revolutie is voorbij. De contra-revolutie onder leiding van mensen die ofwel het geloof aanhangen dan wel menen dat zij die geimigreerde geloofsgenoten moeten beschermen tegen al te veel Nederlandse (westerse) vrijheden, in volle gang. En ik, meninggever en toeschouwer kijk vol verbazing en ontzetting toe.

Jezelf inperken om het zelf gekozen nieuwkomers mogelijk te maken het meegenomen geloof dominant te laten zijn, ik zal er me nooit bij neerleggen. Want wat die revolutie duidelijk maakte is nu juist dat mannen en vrouwen gelijke menstypen zijn, ook al verschillen ze dan fysiek nogal. We hebben mekaar domweg nodig. En bepaald niet alleen om het eten klaar te maken en kinderen te baren. Helaas zien we dat laatste nu net in de kring van de vertrutters steeds meer als norm. En ik kreun. Heb de recente geschiedenis meegemaakt. En weet wat dat deed voor de positie van de vrouw en de vrije mens. U bent gewaarschuwd…..(beelden: archief)

Vertrek

Vertrek

O zeker, ook wij zijn wel eens vertrokken, als in verhuisd, maar dan toch veelal onder druk van de omstandigheden als werk of een buurt die toch ineens verloederde.

En ook wij droomden wel eens van een nieuw huis in een omgeving de rustiger zou zijn dan we nu wel eens meemaken, of waar de Duitse bestemmingen die we zo graag aan doen vlak om de hoek liggen. Maar ja, dan daalt het gezonde verstand weer in en besluiten we toch om dat niet te doen. En dat heeft dan weer met de sociale cohesie van doen, je familie, vrienden, het werk, de klanten, noem maar op. Toch zijn er nog altijd mensen die op basis van het idee dat het elders vast leuker is, warmer, meer kansen biedt of wat dan ook, besluiten om huis en haard te verlaten en elders een of andere sloopboerderij om te toveren tot een Bed & Breakfast of zoiets.

De verhalen worden door Avro-Tros over het algemeen en al jaren lang met veel oog voor details uitgezonden. ‘Ik vertrek’…. En ik moet altijd ofwel lachen, dan wel bijna huilen. Want veelal stappen die mensen met een minimaal budget, nul kennis van een businessplan, geen enkel inlevingsvermogen rond de omgeving waarheen men verhuist, in een klusproject dat vaak zo erg is dat een normaal mens er niet aan begint. Dan blijkt dat het vooraf zo bejubelde emigratieland slecht van afspraken is, duurder dan begroot en men de conditie van het pand zelf vooraf niet even heeft opgenomen. Dan verdwijnt al snel het romantisch idee van in de zon al wijntjes drinkend lekker op een terrasje te kunnen zitten.

Van hard werken in Nederland naar keihard klussen en sloven in dat verre buitenland. Nog even los van eventuele COVID-effecten. Men heeft geen vergunningen, maakt onbetrouwbare partners mee, blijft vaak tegen beter weten in geloven dat het allemaal wel goed zal komen, en hoopt dat het op een bierviltje geschreven plan voor ontvangst van gasten binnen een bepaalde termijn kan worden waargemaakt. De resultaten zijn vaak bedroevend en zeker zeer confronterend in andere gevallen. De familie Meyland nog een zeer positieve uitzondering, want dat blijken slimme mensen die zichzelf in beeld bijna prostitueren om het benodigde kapitaal te vergaren waarmee een aardig leven is op te bouwen. En werken kunnen die lui. Al blijft het voor mij een raadsel dat als zij een lamp ophangen aan een spijker die daar in Frankrijk blijft hangen en bij mij gewoon bij een zuchtje wind van de muur valt. Hoe dan ook…emigratie is niks voor mij. Die magneet die Amsterdam heet blijft dan toch parten spelen, ik hang op dat punt aan een elastiek, maar ik gun eenieder zijn dorpse geluk in Spanje, Frankrijk of pakweg Slowakije. Het maakt aardige televisie. Ook al staan mijn tenen vrijwel altijd krom van de ergernis of verbazing over zoveel naiviteit. Wie van jullie is zelf ook wel eens verhuisd of met emigratieplannen rondlopend alsnog niet gegaan?? En waarheen zou je dan willen voor een definitieve vestiging?? (Beelden: Internet)

God…

God…

In tijden van nood mag en moet men dopen of bidden. De afgelopen maanden van dit bijna voorbije jaar 2020 maakten wel duidelijk dat in sommige stromingen een crisis leidt tot grenzenloze behoeften om in kerk of gebedshuis samen te komen en de persoonlijk vereerde Heer (nooit een dame) te aanbidden en hulp te vragen.

Want daar zijn we als mensen goed in. Als we denken dat we het zelf niet kunnen redden moet die alles ziende en beheersende God (of hoe hij bij al die stromingen heet) oplossingen bieden. God als marionettenspeler voor mensen die menen nog steeds een uitverkoren ras te zijn dat uniek is binnen een schepping die slechts dient ter lering en vermaak van ons mensen. Wetenschappers zijn er aardig in geslaagd te duiden waar al dat godsgeloof vandaan komt.

Het zit in ons aller angst voor de dood. We denken, dus we bestaan, zou dat aardse leven ophouden moet er toch een deel van ons doorgaan op dezelfde basis. De ziel krijgt een eeuwig leven. In alle variaties kom je dit tegen bij de meeste grote geloven. En dat al door de vele eeuwen heen. En er wordt flink gekopieerd door al die geloven. Analiseer ze maar eens en je ziet dat veel is terug te voeren naar oergeloven uit de oudheid en we daar ook de nodige vieringen en vereringen aan danken. Of je dus een boom, rots of de zon aanbidt, het godsbeeld is gelijk. Mensen willen dus kennelijk geloven in iets hogers, verheveners.

Al doet in ons land meer dan de helft van de inwoners helemaal niets met dat geloof. Men ziet het humanisme als leidraad, lost zelf problemen op en gaat uit van het grote zwart na de dood. Gelovigen is dat een gruwel. En die gruwel moet soms met donder en geweld opgelegd aan anderen. Wat ik dan weer niet snap. Want geloof is ook een persoonlijke keuze. Al worden niet voor niets zoveel kinderen op babyleeftijd gedoopt of half gecastreerd om ze zo in te lijven in het gewenste geloof. Godsdienst versus een liefdevolle god. Vroomheid versus zondig gedrag.

De greep op de gelovige mens is groot. Niet voor niets vastgelegd in grote handboeken vol verhalen. De toorn van de Heer is daarin leidraad. Je houdt je aan de regels of…… En daar gaat het dus mis. Kerstening, islamisering, dreiging en geweld. Welke god ook, zo zal het niet bedoeld zijn geweest. Liefde het uitgangspunt. Dat moeten we willen als we dan toch geloven. Dood en verderf zaaien kan niet het basisidee zijn. En zo ja raad ik iedereen aan te stoppen met dat geloof. Want echte bewijzen voor het bestaan van profeten en brandende en pratende braambossen is nooit geleverd.

En om daar nu mensen voor om zeep te helpen….Nee! Die god van al die mensen die daar achter aan sjouwen moet naar mijn idee pure liefde zijn, je moet je er goed bij voelen en vervuld van verlangen om dat gevoel uit te dragen. Zonder zwaard, geweer of bommen. Intussen blijf ik zelf voor dit verhaal en de vergelijking maar liever geloven in zoiets als het naturisme. Ook een prachtig geloof en zeer tastbaar. Maar voor velen ook best een brug te ver. Overigens wie dat gelooft is voor alles vatbaar. Op naar 2021……(Beelden: archief)

Isolatie in de ruimte…

De gemiddelde man of vrouw is niet gemaakt voor lange perioden van eenzaamheid. Denk maar eens aan de vele verhalen die over dit thema verschenen. Onbewoonde eilanden, lijken leuk, in de praktijk kan 99,9% van de mensheid daar niet overleven zonder mentaal ziek te worden. Om het over honger en dorst niet eens te hebben. Een paar maanden niet kunnen winkelen of naar de kroeg in coronatijd maakte duidelijk dat velen al symbolisch tegen de wanden klimmen. Moet je eens indenken dat je dan jaren vast komt te zitten in de oneindige ruimte om ons heen. En oneindig is die ruimte zeker. Zodanig dat we als mensheid vermoedelijk niet veel verder kunnen reizen dan pakweg een deurtje verder in een straat die is gelegen in een stad die weer is gesitueerd in een land zo groot als Rusland en dat dan weer op een wereldbol die eerder zo groot is als Saturnus dan de aarde zoals we die kennen. Lichtjaren weg houdt in dat je met de snelheid van het licht vele jaren zult moeten reizen om ergens te komen. Nou, voorlopig zijn onze raketten voorzien van een technologie die tripjes als die van een slak in een teerton mogelijk maken.

En niet veel meer. Hoe dan ook, we plannen trips naar de Maan (opnieuw nadat we in de jaren 60/70 al eerder die kant op gingen) waarvoor je ongeveer een dikke week moet reizen, maar ook naar Mars. En dat laatste is andere koek., Want een jaar ben je zo onder weg. Enkele reis. Want heen en weer is nog best een oefening. En dus selecteert men mensen die in staat zijn die eenzaamheid in de ruimte te doorstaan, maar ook een verblijf op een zeer mensvijandige planeet vol te houden gedurende een periode van wellicht een normaal mensenleven. Tuurlijk zijn de mannen en vrouwen die dit willen doen van oordeel dat ze dit aan kunnen, maar de vraag is of ze zich wel realiseren wat ze dan bedenken. De trips die astro- en kosmonauten maakten naar en in de ruimte (denk aan het ISS) gaven als resultaat te zien dat een jaar in de ruimte het menselijke fysiek aardig verandert. Ons beenderstelsel geeft het op, de spieren verslappen, hoe zeer we ook trainen, en ook de bloedsomloop is een probleem.

Komen die lui dan weer terug op aarde zijn ze een paar centimeter gekrompen en voelen zich tijdenlang niet lekker. Erger lijkt me de optie dat er bij zowel die lange Marsvluchten of de landing op die planeet misloopt en je roemloos ten onder gaat. Of een noodlanding maakt die grote schade geeft aan jouw vervoermiddel en je dan langzaam aan sterft op die rode planeet. Ik moet er niet aan denken, maar ja, ver weg van de Westertoren begint het al te jeuken. Dus ik ben om diverse redenen niet geschikt. Als je besluit om een kolonie te stichten op Mars, en die plannen zijn er, moet je dus ook mannen en vrouwen sturen om die kolonie duurzaam de toekomst in te leiden. Samen zoveel mogelijk kinderen maken, gezinnen stichten die de missie kunnen voortzetten en de basis daar gevestigd desnoods ontginnen. Met een rood waas voor de ogen en vooral verlangend kijken naar die ene blauwe planeet die heel ver weg in de sterrenhemel te zien is. Het lijkt mij vreselijk. Maar goed, ik hoef ook niet. Nee, met beide benen op de aardse grond. Toch net even plezieriger. Maar wie het aandurft is voor mij wel heen held(in)hoor. Ik wens hen behouden vlucht….(Beelden: Internet)

De boom van de buren…..

Toen wij hier, lang geleden alweer, kwamen wonen kregen we als gratis accessoire bij ons huis een boom bij de buren die elk jaar zo’n beetje in de eerste twee weken van april tot volle bloei komt of kwam. Prachtig! En onze oude buurvrouw genoot daar net als wij intens van. Omdat deze boom een ver familielid kent die bij een overbuur ooit is geplant en daar net even later ook in de bloei komt en dan een andere bloesemkleur laat zien, is het voorjaar voor ons daardoor altijd extra zicht- en tastbaar. Overigens relatief kort. Juist in het voorjaar wil het naast aardig weer ook vaak waaien en regenen en dan is diezelfde boom een bron van wat ergernis. Immers de honderdduizenden blaadjes dwarrelen dan neer als sneeuwvlokken en kleuren diverse tuinen eerst aardig roze, daarna bruin tot zwart. Je veegt je een ongeluk, maar ach, dat heb je er voor over uiteraard. Ik maakte de lezer(es) al eerder deelgenoot dat de oude buurvrouw een paar jaar geleden is gaan hemelen.

Wij vreesden al met grote vreze voor wat er na haar dood komen zou, maar dat viel in eerste instantie wel mee. Een van de dochters, mede-erfgename van de woning, bleef meer dan een jaar wonen in het huis van haar moeder. Deed weinig meer aan onderhoud en tuin, maar dat hield wel in dat de boom bleef staan. Een even fraaie aan de voorkant van het huis was nog bij leven van ‘moeder’ net in de bloei bevroren geraakt en afgestorven. Het leven van een boom in ons grillige klimaat niet altijd even makkelijk. Omdat de oude dame redelijk ‘zuinig’ was bleef de dode boom als een soort relikwie staan. Hoe dan ook, eind vorig jaar werd het huis alsnog verkocht. Een jong gezin uit een belendende gemeente kocht het en ging voortvarend aan de gang. Alles wat hen niet beviel werd in huis afgebroken en opnieuw geinstalleerd. Het mocht iets kosten en de aannemer leek wel bij hen te overnachten. Ook qua geluidsproductie. Dat was niet zo natuurlijk. Maar je wilt een huis toch naar je zin maken. Ik snap dat zeer. Maar ergens dit voorjaar, de bewuste boom in de achtertuin had net knoppen, hoorden we het jonge stel tegen elkaar zeggen dat die boom er echt uit moest in verband met de ruimte’.

Het sloeg ons best om het hart. Ook al ben ik zelf erg van een betonnen plaat met planten/bloemenbakken ter versiering, die boom was altijd wel een anker van geur en kleur. Hij is van hen, zij mogen dat beslissen. Maar we gaan die boom wel erg missen. Nu is het wel zo dat we wel zien dat hij kwalitatief minder wordt. Hij slinkt ook, groeit niet meer. Maar hij bloeit nog wel. Gelukkig hebben we de plaatjes nog. Overigens hebben wij zelf ook diverse bomen en struiken uit de tuin gehaald in de loop van de jaren. Ooit geplant door de vorige bewoners van ons huis. Die kennelijk niet door hadden dat sommige bomen erg groot worden en soms zelfs boven de nok van het huis uit groeien. Wij wel. En dus ging de zaag er in. Kaalslag het gevolg, ruimtegewin ook. En dat zal bij de buren ook wel zo zijn. Oud is leuk, hout ook, maar soms wil je gewoon dat de kinderen kunnen spelen. Dat zal het zijn… (Beelden: Yellowbird 1994/2019/20)