Modelbouwer…

Modelbouwer…

Toen ik onlangs, rond 20 december vorig jaar, meldde dat ik alweer 60 jaar bezig ben met mijn verzamelingen, gaf ik niet meteen aan waar die hobby’s ooit mee startten.

Met name plastic modelbouw speelde daarbij toch een cruciale rol. Mede doordat mijn oudere broer nog wel eens in de weekenden werkte aan een oorlogsschip of een of ander vliegtuigtype werd ik geinspireerd om daar ook eens iets mee te doen. Nu kostten die eerste plastic modellen niet zo veel. De Engelse firma Airfix leverde indertijd plastic zakjes met een bouwtekening opgevouwen als afsluiter. Vouwde je die uit kon je als jong iemand al snel een Spitfire of Stuka bouwen. Maar ze hadden ook auto’s en boten in de aanbieding en dat spul kostte niet de wereld.

Met wat zakgeld kon je er mee aan de slag. Naast kant-en-klaar gekochte modellen op een wat kleinere schaal, kocht ik de meeste van die kits als puber in schaal 1:72. En schilderde dan met zgn. Humbrolverf de hele reeks in mijn eigen camouflagekleuren. Later kwamen er grotere modellen bij. Zoals dat ging in die tijd waren de meeste kits weergaven van toestellen die nog maar kort daarvoor actie hadden gezien tijden W.O. 2. En zo leerde ik ook het nodige over al die toestellen die toen elkaar bevochten. De wonderlijke Duitse toestellen, of die lichte Japanse jagers. Maar ik had natuurlijk het meeste op met de Amerikanen en Engelsen.

Aan Russen dacht ik toen nog niet. Modelbouwen werd een passie en soms kon ik er wel drie per week in elkaar zetten toen de inkomsten dat toelieten. De collectie groeide en al snel maakte ik van oudere modellen weer nieuwe door ze samen te voegen of qua beschildering te verbeteren. Was ik op school een van de slechtste leerlingen op handenarbeid-gebied, dit ging me goed af. Door de jaren heen kwamen er van overal en nergens nieuwe modellen op me af. Een echte modelbouwer heeft altijd voorraad staan en komt nooit tekort. Wat wel akelig is, op de schalen waar ik bouwde, waren die kant en klare modellen soms wel sta in de weg’s. Want een Spitfire in 1:72 is wel iets anders dan een B29, of een (latere) Tupolev 114 verkeerskist die ooit het grootste verkeersvliegtuig ter wereld was.

Op schaal steekt zo’n ding al snel een centimeter of 80 uit. Dus dat werd scharrelen om al die kisten op te slaan. En anders dan veel bouwgenoten gooide ik ze niet weg na een bepaalde periode. Nee, ik koesterde. Want er zat soms erg veel werk in en vertegenwoordigden toch een bepaalde waarde. Ik werd lid van een wereldwijde club van modelbouwers, zelfs voorzitter van de Amsterdamse afdeling van die club, maar dat was uiteindelijk toch niks voor mij. Andere mensen, vreemde mentaliteit en veel afgunst. Het duurde een paar jaar, toen was ik weer gewoon zelfstandig modelbouwer. Later heb ik ook nog wel eens auto’s gebouwd.

Dat ging prima, maar beviel me toch minder. Wat ik wel erg leuk ben gaan vinden is om oude en afgeragde automodellen weer te restaureren en ze dan als bijna nieuw weer uit te stallen. Ik combineer niet bij elkaar horende modellen die anderen weg gooiden weer tot iets aardigs. Restaureerde mijn oude Dinky Toys en geniet weer van hun glans en uitstraling. Zeker in tijden van lockdowns en erger zijn dit liefhebberijen die me bezig kunnen houden. Velen zal die lol wel voorbijgaan. Mij niet. En dan die jacht op speciale zaken. In de hele wereld gedaan. Zelfs de buitenlandse relaties moesten er soms aan geloven. Voor geplande tentoonstellingen een speciale kit mee laten nemen naar Nederland, in ontvangst nemen (na betaling), snel bouwen en schilderen en dan uitstallen. Het is me vaak gelukt. En de Tsjechen wisten het ook al. Als die malloot uit Nederland kwam moest hij ook langs bepaalde winkels….. Zij soms lachen, ik ook, van geluk. Als ik weer iets nieuws kon toevoegen wat hier niet te vinden viel. Kortom….Leuke hobby….en tijdloos, dan wel niet leeftijdgebonden. Zelf ook een hobby die al in de jeugd begon?? Ben benieuwd! (Beelden: Yellowbird collectie)

Stilte…

Geboren en in de grote stad Amsterdam maakt dat ik het begrip stilte niet met de paplepel kreeg ingegeven. In de wijk waar ik woonde in die jeugdjaren was het een en al economische bedrijvigheid. Er zaten winkeliers die werden bevoorraad, maar ook zelf leveringen uitvoerden met hun toenmalige vervoermiddelen. Er zat een groot garagebedrijf in die straat met transportdivisie er achter en die lui verhuurden ook nog auto’s. Een stuk verderop zat een verhuisbedrijf met grote trucks. Daarbij was een doorlopende straat die verbonden was met de snelweg A2 (toen net nieuw) de hoofdader van de wijk, en reden daar ook nog eens een paar tramlijnen doorheen. Over ons hoofd kwamen de vliegtuigen die van/naar het toenmalige Schiphol vlogen en je snapt dat stilte iets was wat we slechts ontdekten tijdens tripjes naar de Veluwe of zo.

In de grote basiliek die centraal in onze wijk gelegen was kon je tijdens het gebed nog wel eens genieten van de cocon waarin een gelovig mens zich daar bevond. Het geluid van buiten drong niet door tot binnen de gewelven van deze mastodont. Alleen daardoor al geloofde je als kind dan in de bescherming God’s. Hoe dan ook, zoals ik al beschreef in de diverse verhalen over mijn werkende leven, drukte was normaal, stilte schaars. Ik heb er nooit last van gehad. Integendeel, ik kan nog steeds niet echt goed tegen stilte. Isolement is niks voor mij. Alleen daarom al niet geschikt voor een kloosterbestaan, laat ik de liefde voor het vrouwelijk schoon maar even daar waar het hoort…. Trouwens, stille vrouwen ben ik zelden tegengekomen. Maar dat is vast een persoonlijke observatie. Nederland is een klein land en stilte een groot goed.

Zijn er gebieden waar je die stilte kunt vinden. Zeker en vast. Op sommige eilanden van Zuid-Holland tot Zeeland, in de Betuwe of de hoogveengebieden van Drenthe of Groningen. Zo stil dat je er echt tegen kunt leunen. Waar een slaande kerkklok op 35km afstand te horen valt. Waar de rollende container van de buren op 200 meter afstand klinkt als een harmonieorkest. Maar dan zonder ritme of dirigent. Overal waar mensen wonen is lawaai te bespeuren. Toch zijn ook in mijn grote stad, Amsterdam, hele wijken waar je gewoon in stilte kunt leven. Die zijn er echt.

Maar wij zijn een lawaaiige soort met zijn allen en of je nu van kerncentrales of windmolens houdt, lawaai maken we allemaal. Wel eens naast of onder zo’n wanstaltig windmolengedrocht van de moderne energieopwekking gestaan? Het is een ellende. Maar ja, ook selectief natuurlijk. Mijn geluidsbelasting uit de jeugd maakte ook dat ik er goed tegen kan en niet meteen in de shock schiet als er een vliegtuig voorbij komt of een auto met een race-uitlaat.

Ik kan je dan wellicht zonder op of om te kijken nog vertellen wat er vliegt of rijdt ook. Stilte is een groot goed voor de een, een frustratie voor de ander. De enige echte plek waar ik stilte zocht of zoek is mijn bed. Daar wil ik geen overlast van anderen horen. Zeker niet van buren die menen dat half 1 in de nacht een aardige tijd is om de schuur op te gaan ruimen of om 11 uur ‘s-avonds nog even een gat gaan boren om een schroef in te draaien die moet dienen om de kettingen mee vast te zetten voor het liefdesspel (ik overdrijf..). Ik maakte dat in onze vorige woning nog wel eens mee. Lawaaiige buren! Dat vond ik persoonlijk erger dan het geluid van verkeer of vliegtuigen. Selectief natuurlijk. Net zo selectief als sommigen geluid benaderen dat zij niet willen maar domweg behoort tot een ‘fact-of-life’. Lawaai is een kwestie van perspectief. Kom je uit een stil dorp hier wonen is deze omgeving lawaaiig. Omgekeerd is het voor anderen weer oorverdovend stil in zo’n dorp. Bij elkaar komen zal zelden lukken. En dus doen we soms het zwijgen er maar weer toe….. (Beelden: Internet/Yellowbird archief)

Kwart eeuw woongenot!

Eigenlijk zou dit verhaal wat ik nu op u los laat prima passen bij mijn vervolgverhaal dat elke zondag uw deel is. Want had ik niet de stappen gezet waarover ik u later nog zal berichten had ik deze regels helemaal niet hoeven of kunnen schrijven. Het was in ieder geval zo dat door de later nog te benoemen oorzaken, een afspraak moest worden gemaakt om van woonstek te wisselen. Wij woonden precies 25 jaar geleden nog in Almere. Hadden er daar toen 11 jaar opzitten en zaten in een woonwijk vol oorspronkelijke Amsterdammers van verschillende pluimage waarmee het goed samenleven was. Daarbij hadden we een behoorlijk ruim huis en ook nog eens een met een apart staande eigen garage voor de deur. Een zegen als het sneeuwde of vroor. Maar de latere werkgever vond de afstand die ik moest forenzen van/naar de werkplek van toen, dicht tegen Den Haag aan, echt te gek. En omdat hij de kosten van mijn vervoer betaalde, onderdeel van de overeenkomst die was gesloten, bedong hij ook dat wij binnen een jaar na aantreden in de nieuwe functie zouden verhuizen naar een plek die dichterbij dat werk zou komen te liggen.

Mentaal was dat best een zware last, maar toen ik een paar maanden op en neer had gereden snapte ik de opdracht wel. Tussen die twee plaatsen stonden toen elke ochtend en avond kilometers lange files en het duurde soms twee uur om op de zaak dan wel thuis te komen. Zonde van je tijd en zeer stressvol. Een lieve vriendin van ons woonde indertijd in een flat en woonplaats op het oude land waar in de buurt vrijwel nooit iets te koop of te huur kwam, maar zij hoorde het verhaal aan en vergat het niet. Als wij wel eens bij haar op bezoek waren dwaalden de gedachten wel eens af naar…’het zou toch mooi zijn als we hier…’. Maar ik liet het verder ook wat op zijn beloop. Twaalf maanden om precies te zijn. Tot de chef van toen me in een stevig maar zakelijk gesprek herinnerde aan de gemaakte afspraken. Verhuizen moest ik, of ik er nu moeite mee had of niet. En hij had al iets gezien in Hazerswoude-Rijndijk….. Dat was ons echt letterlijk en figuurlijk een brug te ver. We gingen eerst maar eens op vakantie en zouden dan later aan de slag gaan om iets te zoeken dat ook, zij het figuurlijk, nog zicht had op de Westertoren.

Onze vriendin B. haalde ons van het vliegtuig toen we heerlijk ontspannen door Schotland en Engeland hadden gereisd en vroeg in de auto niet naar die vakantie. Nee, ze had een huis voor ons! Bij haar om de hoek. Een collega van haar had precies dezelfde afspraak met diens baas en moest verhuizen naar Arnhem. ‘Morgen meteen gaan kijken, hij heeft al 10 andere belangstellenden…’. Dat deden we. En het huis had de juiste warmte en uitstraling. Nu hadden we geen enkele ervaring met huizen kopen, we huurden liever duur tot dat moment, dus werd het een paar dagen rennen, vliegen, stressen en financieren. De Baas anno 1993 vond de plek helemaal OK, en wij gingen mee in de vraagprijs. Onderhandelen was niet handig. Veel kapers op de kust! In de laatste week van 1993 kregen we de sleutels en waren we weer terug op het oude land. Nu precies 25 jaar geleden. En dat is meteen de plek geworden waar we het langst hebben gewoond. Alsof we hier nooit weg waren. En dat vieren we bescheiden. Het huis waar zoveel herinneringen aan hangen. In een buurtje met veel soortgelijke mensen, dichtbij Schiphol, de uitvalswegen van de grote stad om de hoek, maar ook met de nodige wandel- en fietsplekken. Het was een goed besluit. En dat al weer een kwart eeuw geleden genomen. Onder een vorm van dwang, maar dat zien we nu maar als iets positiefs…. En o ja, het bedrijf waar ik toen werkte verhuisde drie jaar later van Voorschoten naar Leusden. En dat bleek dichterbij Almere dan de nieuwe woonstek. Het kan verkeren…(Beelden: Yellowbird Photo archief)

 

Huizenprijzen

Ooit legde de toenmalige directeur van de Nederlandse Bank ons bij een bezoek aan zijn kantoor uit dat een belangrijk deel van onze economische groei te danken was aan de indertijd alsmaar stijgende prijzen voor onroerend goed. Dat was nog voor de economische crisis. Toen die toesloeg in de VS en de bankenwereld vooral bleek te bestaan uit blaaskaken en over het paard getilde figuren die van modder goud probeerden te maken stortte die prijzen voor onroerend goed in en daarmee ook de economie. Een crisis die heel wat schade aan richtte en waarvan de gevolgen nu nog steeds zichtbaar zijn. Maar intussen zijn we weer een paar jaar verder en wat blijkt, juist die huizenprijzen schieten weer door het plafond. Deels omdat het ons allen weer wat beter gaat, maar ook omdat de vraag naar huizen het aanbod al decennia overschaduwt. Nieuwbouwprojecten worden wel opgezet, maar je kunt toch lastig elk weiland in ons druk bevolkte stukje Nederland vol zetten met bewoonbare huizen van beton en stenen. De milieufanatici zien je komen.

Nee, het moet anders. Maar hoe? Geen idee. Dus doen we weinig tot niets, de druppels op de gloeiende plaat verdampen en de prijzen voor bestaande bouw vliegen de pan uit. Qua niveau zijn die prijzen weer terug op dat van september 2008 toen we ook meenden als burgers min of mer miljonair te zijn. Alleen al in april dit jaar gingen die prijzen voor bestaande bouw met bijna 9% omhoog t.o.v. vorig jaar. Gestage stijgingen dus en dat is best goed nieuws voor hen die in de lastige tijden de schuld hoger zagen stijging dan de waarde van hun huis. Wie toen verkocht hield er een aardige extra schuld aan over en moet hard werken om dat terug te verdienen. Al die waarden zijn natuurlijk ook gemetselde luchtbellen.  Maar neemt niet weg dat wederom onze economie die het volgens de overheid zo goed doet vooral wordt voorgesleept door die onroerend-goed-sector. Waarbij de gekste prijzen worden gevraagd voor een ‘hok’ van pakweg 30m2 in de grote steden. Wie houdt van vibraties in het leven kan nog betaalbaar terecht in Groningen, maar elders is het oververhitting wat de klok slaat. En dat is geen goed nieuws voor starters. Of voor doorgroeiers zoals ik.

Een betaalbaar appartement vinden op enig niveau in een even leuke omgeving als ik nu tot de mijne reken is een illusie aan het worden. Onlangs bekeek ik een website waarop men dit soort woningen aanbood in een buurgemeente. Het was een moooi project, moet nog gebouwd worden, oppervlakten van 85-125m2. De goedkoopste uitvoering kostte ‘slechts’ 495.000 Euro. De grotere kwamen al snel 2 ton hoger uit. Ben je dus opnieuw miljonair. Nou ja, omgerekend in de goede oude guldens dan. Het kan verkeren..Overigens is het einde van de hausse nog niet in zicht, al vlakken de prijzen in Amsterdam momenteel wat af. Er ontstaat een gat tussen vraag en aanbod. Het wordt te duur. En dus vertrekken potentiele kopers richting Haarlem of Almere. En dat zal Amsterdam niet helpen aan een verbetering van haar inwonerniveau. Van alleen sociale woningbouw kan een stad ook niet leven. Maar wie het wel kan betalen blijft uiteraard graag hier wonen. Al was het maar om de voorzieningen en de gezelligheid…. (Afbeeldingen: CBS, Yellowbird)

Stop met mekkeren….en verhuis desnoods…

Weet je wat ik nou echt vervelend vind? Nou?? Mensen die gaan klagen over hun leefomgeving terwijl ze er zelf bewust voor hebben gekozen om daar te gaan wonen. Of werken, net hoe het uitkomt. Bedenk maar eens mensen die in onze trotse en mooie stad komen wonen en dan beginnen met mekkeren over de grote drukte of nog erger, het verkeer! Dat snap ik echt niet. Weet je toch van tevoren? Blijf dan in dat dorp waar je vandaan komt maar verhuis niet naar een grote stad. Mijn tante H woonde ooit in Amsterdam Oost. Vlak voor haar huis lag de spoordijk die het Muiderpoort- met het Amstel Station verbond. Elke paar minuten denderde daar, ook toen al, een trein voorbij. De ramen trilden. Maar zij merkte het nauwelijks meer op. Wij woonden in een straat waar veel bedrijvigheid was. Garages, middenstanders, altijd drukte. Het ontging ons min of meer, gewend als we er aan waren. Kwesite van instelling en acceptatie. Zo zit het naar mijn idee ook met de krankzinnige discussies die momenteel lopen over het al dan niet toelaten van ‘vervuilende’ auto’s in de steden.

Of het beperken van het luchtverkeer. Of het wegwerken van de economische kracht van een havengebied naar halverwege de Noordzee. Vaak wordt dit gedaan door mensen die omdat ze geen andere argumenten meer kunnen verzinnen het milieu erbij halen of het woongenot van inwoners van straten en buurten waar zij zelf ook graag verkeren. Vaak kennen ze de geschiedenis van die ‘vervuilers’ of ‘lawaaimakers’ helemaal niet. En waren ze dat in hun oude woonomgeving ook niet gewoon. Neem nu Schiphol. Dat werd ooit, 100 jaar geleden, opgezet op een fikse afstand van de stadsgrenzen van Amsterdam. Je moest echt een aardig stukje reizen om er te komen. Dat vliegveld lag er vijftig jaar geleden nog steeds. Op precies dezelfde plek. Maar de stad was intussen met enorme snelheid richting dat vliegveld opgeschoven. En dat gold ook voor randgemeenten als Amstelveen, Badhoevedorp of Zwanenburg. Toen Schiphol onder druk van de omstandigheden doorontwikkelde en met nieuwe start- en landingsbanen trachtte bij te blijven in de vaart der volkeren kregen die nieuwe buurten last van de geluiden die startende en landende vliegtuigen nu eenmaal veroorzaken. En moest Schiphol maar weg…..

Mensen die je nu aantreft bij GroenLinks en D66 gilden het hardst. Dat zo’n vliegveld goed was voor meer dan 200.000 directe banen speelde geen rol. Men wilde rust! Net zoals men dat wil langs de drukke wegen en straten waar men het liefst elke automobilist direct een boete zou geven voor zijn of haar moed om dat ding überhaupt in beweging te zetten. En intussen bouwt men maar door. De steden groeien naar elkaar toe, de grote Randstad lijkt een economische eenheid met wat specifieke hoogtepunten ertussenin. Door het steeds meer bebouwen van alle beschikbare groen wordt de lucht steeds vuiler, mits je alle onderzoeken op dat punt zou willen geloven. Zelfs als we alle gemotoriseerde vervoer aan banden zouden leggen, we onze huizen niet meer zouden verlichten of verwarmen, en zouden leven als in de Middeleeuwen gebruikelijk, bleef die vervuiling groot. Gevolg van globalisering en een steeds maar groter wordende wereldbevolking die overal en nergens neerstrijkt met het idee dat alle natuurlijke en kunstmatige bronnen moeten worden gedeeld. Hoe leuk dat laatste ook is, daardoor krijg je ook dat we de boel niet meer schoon zullen krijgen. Dat lukt pas als we eens stoppen met expansie van ons denken. En niet blijven bouwen op plekken die bij oplevering al zorgen voor veel overlast door omgevingsfactoren. Walletje en schuurtje, gewoon realisme. En stop nou eens met dat gemekker. JIJ bent híér of DAAR gaan wonen. Had je maar onderzoek moeten doen vooraf….

Hier en daar…

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Als je eenmaal ‘daar’ bent heb je eigenlijk geen goed beeld meer van hoe het ‘hier’ is of was. Typisch verschijnsel voor vakantietripjes waarbij je verder weg bent dan pakweg een uurtje rijden. Ga even wat vliegen en reis naar een land dat op een paar duizend kilometer van thuis te vinden is en ‘daar’ wordt al snel ‘hier’ en ‘hier’ vanzelf ‘daar’. Vreemd verschijnsel. Het overkwam mij meerdere malen als ik weer eens ergens heen was gevlogen voor zaken of prive. En zo vergaat het me nog steeds. Het zal te maken hebben met loslaten. Als ik hier de straat uit rijd om weer eens op stap te gaan naar een of ander leuk oord, vind ik het in eerste instantie vreselijk. Denk dan aan de poezen, aan het huis, maak me zorgen of alles wel goed gaat. Maar eenmaal op de snelweg zakt dat vanzelf terug naar een soort achtergrondruis en wordt wat voor me ligt belangrijker. Net zo lang tot het eigenlijk alleen nog maar over de bestemming, rit, vlucht of wat ook gaat.

\Griekenland - 2 - AtheneEenmaal op die vakantiebestemming aangekomen krijg je zoveel nieuwe indrukken dat thuis ineens heel ver weg is. Net zoals ‘veilig’ een relatief begrip is. Zo gaat dat ook met verhuizingen. Ik maakte er in mijn  leven wel een paar mee, zowel prive als voor en met werkgevers. Het was verbazingwekkend hoe snel de nieuwe omgeving weer kan worden ingericht als ‘thuis en vertrouwd’. Is dat nu iets wat ons mensen allemaal treft of zijn er ook die daar helemaal niet mee om kunnen gaan? Gek genoeg vind ik het ook vervelend als geliefden, vrienden, familie ergens heen gaan waar ik ze niet kan bereiken. Zoals in deze periode als lieve vriendjes richting Griekenland vertrekken, anderen naar Turkije en weer anderen naar Frankrijk. Kijk, Zeeland, Hardenberg, of zelfs de Eiffel, allemaal prachtig. In geval van nood ben je daar zo, maar in die verweglanden is dat een stuk minder eenvoudig. En dan ga je ze heel erg missen.

SAMSUNG

SAMSUNG

Ook al weet je dat als zij gewoon thuis zijn, ze alsnog op zodanige afstand wonen dat je er niet elke dag even op de stoep kunt liggen. Vrouwlief en ik zouden dat soms graag anders zien zeggen we wel eens. Het liefst hebben wij iedereen om ons heen. Lekker in de buurt, bakkie doen, afspreken, samen. maar ja, waar vindt je zoiets? Geen idee, of er moet ergens een klooster te vinden zijn waar iedereen in past en nog comfortabel en ruim kan wonen ook. Wie weet wordt het dan wel zo gezellig dat we helemaal niet meer weg willen. Zou dat een reden geweest zijn om die orden vroeger te stichten? Bijkomend voordeel, grote zolders, leuk voor de collecties…..Toch eens gaan zoeken en dan die vrienden en familie zien te overtuigen….

Krekels en mieren…

OLYMPUS DIGITAL CAMERAHet verschil tussen mensen is soms best leuk om te bestuderen. De een is spaarzaam, koopt niets overbodigs, maar wat men koopt is dan bedoeld om een leven lang mee te gaan. Ketens als Action, Kruidvat of Blokker worden door hen gezien als een gruwel. De ander is veel meer van door het leven heen dartelen en genieten van de momenten van geluk die de aankoop van zelfs maar iets onbenulligs kunnen opleveren. Laat ik nu eens vaststellen voor het gemak dat beiden vooral moeten doen wat ze willen, er zit nergens een veroordeling in van welk gedrag ook. Maar wat je wel vaak ziet is dat die eerste groep er financieel vaak wat beter uitspringt dan de tweede. De mensen met de mooie en dure huizen, de fraai onderhouden tuinen en de auto’s van grote bekende merken zijn meer hun deel dan je bij die tweede groep vaak aantreft. Daar zijn de huizen kleiner, gezelliger, rommeliger ook vaak en meestal kom je er een grote liefde voor huisdieren tegen. Ook die kunnen zorgen voor daggeluk. Het is maar net wat je kiest. Ik weet nog goed dat dit fenomeen ook al zichtbaar was in mijn jeugd. Onze straat was een mengeling van mensen die het ‘goed konden doen’, middenstanders en arbeiders.

Voor de sfeer..... Allemaal op zoek naar het grote(re)geluk. Juist in die jaren dat Nederland veranderde zag je ook de scheuring ontstaan in de bevolking van die straat. Zij die spaarzaam waren verhuisden, veelal naar de betere buurten. Het nieuwe Buitenveldert, naar een van de tuinsteden in het westen van Amsterdam en soms zelfs naar plaatsen buiten de hoofdstad. De middenstanders sloten vaak de poorten van hun nerinkje en gingen rustig leven van wat ze aan spaargeld hadden vergaard. Soms een baantje als portier of nachtwaker ergens, maar nooit zo hard werken als die arbeiders die sappelden voor elke cent die ze konden verdienen. Die waren min of meer gedwongen in die buurt(en) te blijven wonen. Maar richtten hun huizen wel in met alles wat het moderne leven te bieden had. Televisie, radio, tapijtjes op tafel, een beetje aardige keuken met douche en huisdieren…. Op 40-60m2 samenleven was nooit een groot genoegen met een heel gezin, maar met dieren er bij al helemaal niet. Soms kom je nog wel eens wat van die lieden tegen.

Nog steeds chique, maar ook dicht...Zoals ik onlangs deed. Ik liep door de hoofdstraat van wat ooit mijn leefomgeving was geweest (ik verhuisde toen ik 18 was naar een andere buurt) en zag een vent lopen die vroeger altijd al wat ouder was geweest dan ik. Beetje meer de generatie van mijn oudere broer. Vroeger het playboytype, haartjes in kuif, mooi pak. Reed op flashy brommers, versierde de meiden. Ik volgde anno nu zijn spoor. Keek waar hij heen liep en zag dat hij nog steeds in die oude straat woonde. Dat pak droeg hij nog, het haar nog bijna in gelijke snit. Nooit verhuisd, nooit de behoefte gehad. Spaarzaam geleefd of alles er doorheen gejaagd? Een uitzondering, dat wel. Maar wat ben ik blij dat ik ooit die stappen zette om de wereld toch eens van een andere kant te bekijken. Kostte wat, maar dan heb je ook wat. Nu nog eens zien dat we die villa bereiken met een Ferrari voor de deur….Zouden ze die bij de Action ook verkopen?

Buurt-BBQ

WP_005956Het was al weer zeven jaar geleden dat we hieraan ook al eens deelnamen. En sindsdien is er het nodige veranderd in de samenstelling van onze directe woonomgeving. Buurtjes verhuisden, nieuwe mensen kwamen, ouderen maakten plaats voor jongeren. Onze buurt is een soort van enclave in een wat wonderlijke omgeving zoals dat in de grote stad gebruikelijk lijkt te zijn. Waar wij wonen is het veelal een combinatie van ‘oerbewoners’ die deze wijk nog hebben zien bouwen en mensen die er door de aantrekkelijke woonomgeving naartoe verhuisden. Vaak komt men dan uit de chiquere straten van Amsterdam-Zuid, vanaf een etagewoning daar omdat het bij ons nu eenmaal een wijk is met huizen die nog een voor Amsterdamse begrippen grote tuin voor en achter bezitten. Dat trekt vooral mensen met een nog steeds aardige baan en een drang naar uitbreiding van het gezin.

WP_005957Anderen trokken juist weer door naar nog chiquere plekken of zochten vanwege de komende vergrijzing nu alvast een plekje in een verzorgingshuis of mooi appartement. Wat zeven jaar geleden nog mee deed aan de Buurt-BBQ  is dus deels verdwenen en al die nieuwelingen wilden zich wel eens aan elkaar en ons voorstellen. Op die zaterdag in augustus dat overdag de hemelse sluizen nog regelmatig open hadden gestaan bleek dat de uitgekozen namiddag en avond straalblauw verliepen. Kil, maar met een terrasheater op standje tien lukte het prima om onder de opgebouwde partytenten toch een zomerse sfeer op te roepen. Het lekkere eten, de wijn, de vriendelijke atmosfeer, het was een leuk uitje zo vlak om de hoek en we spraken met oude en nieuwe buren. Mooie gelegenheid. Je hoort de verhalen van anderen eens aan en doet zelf ook nog wat duiten in het buurtzakje.

WP_005955Niet overal groeien de bomen in de hemel, heel raar, men kent vaak dezelfde problemen, angsten en dromen als wij. Alleen verschilt het soms wel per leeftijdsgroep. De jongeren zijn vooral bezig met hun kinderen, het gezin, de auto, carriere of de vakanties. Je schrikt soms als je hoort waar mensen allemaal naartoe zijn geweest. Ver, ver weg. Anderen zijn al blij dat ze dit jaar voor het eerst sinds vier jaar weer eens ergens heen kunnen. Maar dat zijn dan wel vaak ouderen. Wij zelf wonen hier nu twintig jaar naar volle tevredenheid. Langer woonde ik zelf nog nergens zo lang, zelfs niet bij mijn ouders vroeger thuis. Dan moet het buurtje wel iets te bieden hebben toch? En nu weet ik weer iets over die buren en buurtbewoners en als het een beetje mee zit onthoud ik hun namen ook weer eens….ook handig. Maar daarover schrijf ik graag in een volgend blogje nog het een en ander….