Pijnlijke relativering..

Pijnlijke relativering..

Onlangs kreeg ik weer een klap met een stevige hamer op de kaal geschoren bol. Figuurlijk, niet minder pijnlijk. Ik kwam op die klap eerder al terug terwijl de mixed feelings nu nog maar nauwelijks zijn bedaard. Maar het bracht me meteen ook aan het denken over hoe je langzaam maar zeker afscheid blijft nemen van mensen met wie je toch een al dan niet behoorlijk stuk van je leven bent opgetrokken. In mijn verleden zitten er heel wat met wie ik de nodige avonturen beleefde, die uitzonderlijk waren op hun eigen wijze en soms met een totaal andere levenswijze dan ik die bezat of bezit, maar daardoor juist zo aardig of interessant bleken.

Decennia geleden alweer startte de opbouw van mijn sociale netwerk aan familie en vrienden waarmee ik o.a. in de sfeer van interesses of beroep heel wat van die leuke zaken beleefde. Op oude beelden komen er veel van voor. Maar net als ik werden of worden ook die nu wat ouder en verliezen soms de nodige glans. Mankementen, ziekten, zelfs de dood bleven hen niet bespaard en ook veranderde soms hun leven door verlies van een partner of het samenkomen met een nieuwe die net even anders in het leven staat of stond.

Hoe dan ook heeft en had dat gevolgen voor de kring om ons (mij) heen. Van sommigen had ik het idee dat die straks na mijn eventuele verscheiden een rol zouden spelen bij de verdeling van mijn hobby-gerelateerde boedel aan museale collecties (deels al opgeslagen). Maar het lot maakt soms dat al die plannen vermoedelijk totaal moeten worden aangepast. En dat komt binnen. Zelfs bij mij. Ik ben door de jeugd uitgerust met een aardig pantser dat zo nodig de negatieve emoties buiten de deur houdt en waar dat niet lukt kakel ik het van me af bij of met mensen die dat aankunnen. Maar onder dat pantser knagen die emoties toch ook aan mijn optimisme en zelfvertrouwen. En dat bleek onlangs weer aardig pijnlijk toen die mokerslag van een heftig verlies me trof. Mijn zekerheden onderuit, mijn plannen verstoord, mijn controle even kwijt. Daar kon mijn ingebouwde creativiteit voor een paar momenten niet tegenop. Oude foto’s bewezen opnieuw hoeveel van de toenmalige groep lieden uit de tijden van Miniatuur Luchtvaart Wereld, de Stichting ter promotie van de Luchtvaart (Fidimo), dat aardige luchtvaartblad (Stabilo) dat we toch maar liefst 25 jaar uitbrachten, en zo meer, allemaal zijn gaan hemelen. Soms helemaal niet zo oud geworden als ik dat zou wensen. Anderen op wat hogere leeftijd. Stuk voor stuk lieden waarmee het goed vertoeven was. En waarmee ik soms ook de nodige vlieguurtjes door bracht. In binnen- en buitenland. Allemaal verdwenen. Net als die familieleden die je niet kwijt wilt maar toch uit je leven vertrokken met niet eens een gevulde koffer bij zich. Het leert relativeren. De mens wikt, de natuur beschikt. Maar dat maakt het niet leuker of acceptabeler….Integendeel.(beelden: prive)

Vakantie…

Vakantie…

Nee, ik doe er niet echt meer aan. We doen wel eens een dagje dit of dat, maar lange perioden weg naar een of ander ver oord, het is er niet meer bij. Al was het maar omdat ik het idee dat ik onze drie langharige kinderen alleen moet laten en ik zeker weet dat die niet zonder ons kunnen. Daarbij, ik ben op zoveel plekken geweest. Interessant, warm, mooi, stil of druk, steden, stranden, bergen, ik heb het allemaal gezien.

Tuurlijk is de interesse er nog wel hoor, maar het gedoe van reizen maakt me op voorhand al moe. Zeker nu met al die corona-ellende, dat geplan, het inpakken, de reis op zich, nee, het is niks voor mij meer. Als het op een paar uur rijden ligt van huis is het mij wel genoeg. Daar spreken ze vaak nog mijn taal en eten ook dingen die ik lekker vind. Maar ik koester natuurlijk wel al die reizen en vakanties uit het verleden.

Enige reislust was me in het verleden bepaald niet vreemd en ook tijdens de vele zakelijke trips binnen en buiten Europa wist ik van de meeste momenten ook aardig te genieten. Het begon allemaal trouwens al in de jeugd. Mijn moeder was erg reislustig. Met de beperkte middelen van toen en laten we wel zijn, wonend en werkend in de hoofdstad, genoot zij intens van tripjes naar Limburg, Belgie of (hoogst illegaal want geen paspoort) Duitsland. Wij moesten als kinderen natuurlijk mee, want je kon niet vroeg genoeg beginnen met om je heen kijken.

Ze kon er vaak weer een jaar tegen als we weg waren geweest, en dat was dan vaak toch een dag of wat, net zo lang het budget het kon dragen. Later, we hadden vrijwel altijd een auto uit de ‘voorraad’ beschikbaar, werden die trips wekelijks. De Veluwe, Betuwe, bedenk het en er werd even heen en weer gereden. En met de toenmalige wegen waren dat soms best lange ritjes. Ik nam die gewoonten naadloos over. Verkende Nederland, de omringende landen en ontdekte toen dat het elders ook mooi was. Mijn interesse in de luchtvaart en carriere deden de rest.

Vliegen naar hier en daar, en altijd die verrassing van wat je nu weer aantrof of zag. De wereld is prachtig. Maar ik hoef niet zo nodig naar landen waar het volgens mij vies is of vijandig. Enige controle en regelmaat, maar zeker ook veiligheid op gebied van voedsel en water maar zeker terrorisme of criminaliteit wil ik graag in het pakket hebben zitten. Maar neemt niet weg dat ik nu dus niet meer zo nodig hoef. Al laat ik hen die dat wel zo willen graag vrij. Ga je gang, geniet er van en doe wat je wilt of kunt zolang het nog kan of mag. Enige vliegschaamte of reisvoorbehoud is mij in dat kader totaal vreemd.

Niet voor niets dik 55 jaar keihard gewerkt, dus moet kunnen. Meer iets wat in mijzelf zit tegenwoordig. En dan heb ik nog iets meegekregen van vroeger, ik heb niks met tenten, caravans of dat soort overnachtingsmogelijkheden. Ook niet met boten…Laat maar. Kortom…ik word wat saaier….vast de leeftijd. Maar ben wel nieuwsgierig, wie herkent dit?? Zonder politieke insteek, maar gewoon omdat je al zoveel hebt gezien. En geef eens aan wat je het meest imponeerde in dat opzicht? Waar was het extra mooi, kom je nu nog graag, of was het eten zo heerlijk dat je dat zelfs thuis nog wel eens tot je neemt!? Ik ben benieuwd….wie weet kan ik er iets van opsteken…(beelden: Archief)

Herfst…

Herfst…

Vandaag begint officieel de herfst.

Dan gaan we weer op weg naar een periode van schemering en koude. De zon zakt steeds verder af naar het zuidelijk halfrond, waar men daarom juist vandaag viert dat de lente begint. Die herfst hier in onze streken kan vaak heel mooi zijn. De Nederlandse omstandigheden zorgen voor natte bossen waar op enig moment de blaadjes hele bodems bedekken, waar de aanwezige dieren hun voorraden gaan opbouwen voor de komende winter. Elk jaar weer, een vast patroon. Mensen kijken vooruit, maar weten ook dat de voorraden niet meteen hoeven worden aangevuld omdat de supermarkten dat al voor ons doen. De gemiddelde mens in ons land heeft het goed, leeft in zekere vrijheid en kan of mag nog zeggen wat hij/zij wil.

Bedenk maar dat het wat dat betreft in andere landen gewoon constant winter is. Symbolisch benaderen wat zo natuurlijk lijkt. Zal zitten in de bui die ik op moment van schrijven van dit verhaaltje heb. De herfst is ook in deze tijden weer de periode van plannen maken voor leuke dingen die komende maanden over ons heen gaan komen. Als alles gaat zoals we willen dat het gaat, en blijft zoals we het graag zien. Praktisch gesproken kijken we naar de CV Ketel en of die wel op niveau voor het in de winter gevraagde warme water staat. De auto moet over een maand naar de dealer, de winterbanden kunnen er weer onder, want de Duitse ritjes vragen er om.

We verzetten de automaten voor de verlichting in huis, en denken terug aan de tijd dat in mijn vroegere vakgebied die laatste maanden van het jaar altijd moesten zorgen dat er nog even 40% van de jaaromzet uit moest worden geranseld. Veel autokopers van toen kochten graag in het najaar iets anders. Ze waren op vakantie geweest met hun oude karretje en waren al dan niet met pech onderweg gestrand en zochten nu naar een betrouwbare nieuwe of jongere tweedehands. Dat waren mooie tijden. Daarnaast planden de toenmalige fabrikanten het nieuws voor volgend jaar, veelal werden die modellen al vanaf de zomervakantie een jaar eerder in productie genomen.

Tegenwoordig werkt dat toch iets anders. Je mag blij zijn als je een nieuwe auto die je nu bestelt ergens over negen maanden of zo ontvangt. Druk op de ketel en een gebrek aan microchips zorgen daar voor. En opvallend, ik heb in mijn logboek voor de gemaakte vluchten ontdekt dat ik slechts een enkele keer op de 21e september in de lucht was. Precies 9 jaar geleden was dat, met vrouwlief en vriendin Thamara. Van Berlijn terug naar Amsterdam. Verder viel al dat gevlieg nooit op die eerste herfstdag. Als dat geen toeval is. Hoe dan ook, ik wens iedereen een geweldige herfst toe. Moge de verkleuring prachtig zijn…. (Beelden: Archief)

Ontmoetingen…

Ontmoetingen…

De boel ging op zijn gat door Corona (Covid19) en daardoor staakten we als mensen ook zoveel mogelijk het reizen naar andere oorden dan het dorp om de hoek, of de bossen in de eigen achtertuin.

Mensen verlangen naar andere oorden, soms omdat ze het Nederlandse weertype wat minder vinden of omdat ze het nu eenmaal leuk vonden andere culturen te ontmoeten. De vliegerij is dan de aangewezen weg, al gaan jaarlijks ook heel wat vakantievierders met auto en caravan op stap. Sommigen rijden dan tot diep in Frankrijk of nog verder. Zij die naar verre oorden reizen doen dat het liefst met de modernste aller vervoersvormen, het vliegtuig. Logisch. Ik weet nog dat vrouwlief een paar jaar terug naar Hong Kong reisde.

Duurde op de heenweg 12 uur. Lang? Zeker! Maar met de boot had ze er vele weken over gedaan. Nu kon ze vanaf moment uno na aankomst meteen beginnen met verkennen. Een soortgelijke reistijd bracht ons ooit samen (via New York) in Florida. De cultuurschok is dan groot, maar ook ‘lekker’. Je bent eigenlijk binnen een beperkt aantal reisuren in een wereld die zo afwijkt van de onze dat het daardoor alleen al een leerschool is. Een Turkse rondreis leerde ons vele jaren her dat dit volk in eigen land gastvrij en vriendelijk is. Maar ook dat jij je dient aan te passen bij de veelal islamitische levenswijze en ook dat de vrouw in die cultuur toch een wat andere soort mens is dan de man.

Je moet dan wel wel even wennen. Toen we een aantal malen in het Verenigd Koninkrijk waren geweest en daar intussen heel wat van de omgeving en steden hadden bekeken, dachten we dat Schotland wel een aardige aanvulling zou zijn en dat de mensen daar gewoon hetzelfde waren als elders in het VK. Mooi niet. Heel andere mensen, vol humor, aardig in de omgang en het eten….nou ja, even wennen. De Ieren bleken altijd in voor een gesprek over hun eigen geschiedenis of wat dies meer zij. Met de Tsjechen kon ik het prima vinden, maar zag ook dat hun gevoel voor humor totaal anders is dan het onze. Het leed van derden kan hen tot enorme lachaanvallen brengen, waar wij toch enige schroom vertonen bij het zien van hetzelfde.

De trots van de Italianen op hun eigen land zal ik nooit snappen, maar het is wel vermakelijk als je ziet hoe men daar de boel organiseert. En reken maar dat ik het gesprek over bepaalde zaken die ons als Europeanen verbindt of verdeelt graag aan ging of ga. Zijn er ook culturen die je minder positief bij bleven? Jawel! Ik vond de Grieken niet aardig. Hooghartig en zeker niet gastvrij. Ook de Polen konden niet meteen op mijn sympathie rekenen, maar dat kwam vermoedelijk ook door de grauwe laag van het communisme dat die lui toen nog over zich heen hadden liggen. Ook met de Fransen bouwde ik nooit een band op. Met de Duitsers gaat het daarentegen altijd lekker, net als met de Belgen, of indertijd de Portugezen.

Ook met Scandinaviers waren de banden vaak plezierig. En niet te vergeten de Israeliers die ik in mijn actieve jaren ontmoette. Altijd plezierige contacten en gesprekken. Maar ook in eigen land zijn sommige culturen anders dan die waaruit je zelf afkomstig bent. Als geboren en getogen Amsterdammer weet ik dat maar al te goed. En besef ik ook dat die eigen cultuur best uniek is zolang hij blijft bestaan. Een Fries is geen Limburger, een Drent geen Zeeuw en dus een Amsterdammer geen Groninger. Dat (h)erkennen is al heel wat gewonnen. En ook dat je voor al die ontmoetingen niet kunt zonder moderne vervoermiddelen. Met de trekschuit, het zeilschip of de loopfiets doe je niet veel meer tegenwoordig…E n o ja, ik heb nog heel wat landen en culturen niet genoemd. Wil niet zeggen dat ik ze niet leerde kennen uiteraard…U wilt me als lezer wel vergeven. Toch? (Beelden: Archief)

Zussie

Zussie

Dagje eerder dan normaal in mijn blogsessies anno 2020, dit verhaaltje over mijn ‘polderzus’. Vandaag jarig en natuurlijk van harte gefeliciteerd en zo meer. We zullen haar binnen de coronaregels uiteraard nog even met een bezoekje en passend presentje vereren.

En dan weten we vast weer waarom we haar ooit opnamen in de familiaire gelederen en zien als aangenomen zus en zeer goede vriendin. Drempelloos is haar vriendschap en liefde voor anderen. Ze zit vol ondeugd en humor, en was ooit als Thamara een open boek voor veel andere bloggers. Een deel daarvan leest hier nog mee en herinnert zich haar, anderen komen via andere sociale media nog regelmatig met haar in contact. Immers ook zij maakten ooit de stap naar die toen nieuwe digitale media en verlieten het vertrouwde blognest. Thamara leerde ik ooit, lang geleden kennen in die digitale wereld. Haar verhaal was bijna adembenemend. Het grote gezin, geloof, druk van binnen EN buiten. Ze ontwortelde zich, stopte met onderwerping en vocht zich een weg naar buiten. Haar verhalen imponeerden.

Na een ontmoeting bij een blogmeeting (had je toen nog..) ergens in het land was de vonk er. Over en weer. Ik had naar mijn gevoel een jongere zus gevonden. En de partners waren ook leuk genoeg om tot een hechte vriendschap te komen met diepgang. En respect. We maakten veel mee intussen. Verdriet, vrolijkheid, vakanties, tripjes, vierden samen verjaardagen en feestjes maar waren er ook als het even tegen zat. Na al die jaren vaste waarde in ons leven. En wat voor een. Nu dus jarig. Gevierd op de haar kenmerkende wijze. Uitbundig ronder grenzen, delend wat te delen valt en weinig vragend. Nu nog even zien of ze al taartjes haalde bij de lokale banketbakker. Want ook die zijn goed in de polder. Een polder die we intussen mede door haar en ManGoud goed leerden kennen. En koesteren. Net als zussie….

Die tweede vlucht….

Altijd als ik beelden zie van dwarrelende vliegtuigen die bij storm last hebben aan de grond te komen, denk ik terug aan de momenten dat ik zelf in zo’n metalen vogel verkeerde in soortgelijke omstandigheden. heel wat malen meegemaakt. Maar nooit echt ongerust geweest. Wellicht te herleiden naar mijn tweede vlucht ooit, heel lang geleden alweer, als 15-jarige aan boord van een De Havilland Dove rondvluchtkistje van Martinair. Ik was indertijd abonnee van een luchtvaartblad, Cockpit, en dat leverde je elk jaar een kortingbon op voor zo’n vluchtje boven Amsterdam. En na mijn eerste ervaring een paar maanden er voor bij prachtig weer en goed zicht, wilde ik nog wel een keer. Je kon maar beter opschieten met de vlieguren. En zo togen mijn ouders en ik op de fiets naar het toenmalige Schiphol om bij Martin’s Air Charter (want zo heette dat bedrijfje toen nog) aan te melden dat wij wel wilden vliegen. Nu hadden we de pech dat het net op dat moment dievenweer geworden was met regen en onweer waardoor er even geen rondvluchten konden worden gemaakt.

Een zomerse storm was juist toen ons deel. Maar ja onverrichterzake terugfietsen was ook niet alles, dus we namen een bakkie koffie en keken wat rond over het platform. ‘Kom over een uurtje maar terug’ had de prachtige stewardess van de nog zo bescheiden luchtvaartonderneming ons geadviseerd. En dat deden we. Uiteindelijk leek er een gaatje in het wolkendek te ontstaan tussen twee fronten en vond de piloot van de Britse tweemotorige mini-airliner het wel verantwoord om de lucht in te gaan. Om me hen kijkend zag ik niet veel meer dan nevelige regen, maar goed, hij was de baas en ik wilde vliegen. Toen ik ook nog eens naast hem in de cockpit mocht zitten en alles wat de man deed van heel dichtbij meemaakte zorgde dat voor persoonlijke en jeugdige euforie. Vliegen wilde ik. Acht passagiers klommen achter ons in dat smalle toestel, de deur werd gesloten en de piloot startte de twee zuigermotoren. Ik keek professioneel met hem mee of de props wel draaiden. Met gesis van de remmen reden we naar de startbaan. Het regende nog steeds, maar met de ruitenwissers aan was het volgens mij goed te doen. Brullend startten we en draaiden linksom richting Amsterdam.

Hobbelend door de luchtzakken en knokken met de regen en af en toe een onweersflits klommen we naar 300 meter en maakten het verplichte rondje boven de stad. Ik genoot, zag buiten niks behalve wolken en regen, maar lette op de piloot en de instrumenten. Wat een geweldige vlucht. In de landing was het hard werken voor de piloot naast me, maar hij zette de kist uiteindelijk feilloos neer op het zgn. Oostbaantje van Schiphol. We taxieden terug naar de opstelplaats voor het kantoor van MAC. Ik bedankte de piloot en liep naar mijn wachtende ouders toe. Die zagen groen van ellende. Ik snapte het niet. Tot ik van hen hoorde dat op Schiphol tijdens mijn vluchtje groot alarm was geweest voor een Boeing 707 van PanAm die ergens bij Soesterberg in de buurt midden in het onweer was getroffen door de bliksem en ook nog eens rakelings langs een luchtmachtvliegtuig was gevlogen. Chaos aan boord en schade aan de kist het gevolg. Een tussenstop op Schiphol was toen nodig. En mijn moeder zag naar eigen zeggen al visioenen toen ze dacht aan dat kleine vliegtuig met mij er in. Ik was niet onder de indruk. Immers, goede piloot, lekker vliegtuig en ik zat zelf in de cockpit. Kon er gebeuren.? Niks toch? Daarna nooit meer voor iets bang geweest in die kisten. Overigens was de thuisreis op de fiets verschrikkelijk. Het regende intens en we kwamen tot op de draad nat thuis. Vond ik een stuk erger…(Beelden: Yellowbird archief)

Ultralang vliegen…

Voor ik met u, zoals in een vorig blog aangekondigd,  terugga in de tijd, naar een periode waarin vliegen nog was voorbehouden aan een zekere elite in ons land of daarbuiten, nu even een blik in de nabije toekomst. Die morgen beginnende toekomst welke ultrazuinige vliegtuigen zal gaan brengen die ons over enorme afstanden gaan vervoeren zonder enige tussenstop. En de technologie daartoe hebben we al. Eigenlijk al heel lang, maar nooit op een schaal zoals we die nu op ons af zien komen. De vraag is wel of je daar als passagiers in die fraai ontworpen dingen gelukkiger van wordt. Persoonlijk vond ik de vluchten naar/van de VS echt wel een hele ruk. 8u 3 kwartier op je plek blijven of een kort wandelingetje maken aan boord van zo’n kist vond ik persoonlijk best afzien. Maar tegenwoordig draaien sommige maatschappijen zich niet meer om voor ruim het dubbele aantal vlieguren. Men wil zo efficiënt mogelijk met een relatief grote betalende lading van punt A naar B kunnen vliegen en zo geld besparen en gelijk verdienen. Kampioenen op dit vlak zijn Qantas uit Australië en Singapore Airlines.

In een ruk van Londen naar Sydney vraagt het uiterste van reizigers en bemanningsleden. Maar toch kiest men ervoor. De redenen zullen duidelijk zijn. De druk op de luchtvaart vanwege de vermeende uitstoot en ook die van aandeelhouders op zoek naar rendement zorgen voor dit streven. Tuurlijk is een vlucht met allerlei tussenstops ook niet alles. Datzelfde Qantas vloog vroeger vanuit Londen via Amsterdam en nog een hele reeks tussenstations naar haar eigen thuisland. Maar uitgerekend per stoel waren dat dure tickets. Is dat nu anders? Tuurlijk niet. Onlangs oefende men wat met de splinternieuwe en hypermoderne Boeing 787. Normaal goed voor 256 passagiers, nu zaten er slechts 40 in. Die werden aan alle kanten door doctoren onderzocht vanwege het fysieke welzijn. Ook de bemanning werd zo gemonitord.

Moet wel, want je wordt natuurlijk niet alleen moe van het zitten, ook van de droge en toch wat ijle lucht, het geluid (ook al zijn die nieuwe kisten stil) maar ook het passeren van datum/tijdgrenzen. Want bedenk maar eens dat het verschil tussen New York en Sydney 16 uur bedraagt, wat een extra aanslag op je lijf en leden is. Daarnaast is het allemaal nog wel te doen wellicht in de eerste klasse, maar economy?? Met een stoelruimte van 35cm?? Ik denk niet dat ik er snel aan boord zal stappen. Vliegen is geweldig leuk, het brengt je in een paar uur naar verre bestemmingen. Maar om nu een hele dag in zo’n kist rond te hangen…Ik moet er niet aan denken. Wie van mijn lezers wel??? Ben benieuwd. (Beelden: Yellowbird collectie)

Drankvliegers…

Al eens eerder beschreef ik in een blogverhaal dat ik zelf niet zo’n notoire alcoholtanker ben. Maar ik ben vrees ik een uitzondering op de regel dat je toch vooral veel van dat spul naar binnen moet werken om gezien of vooral ook gehoord te worden. Het begint al heel jong en zet door in de volwassen jaren. Soms met heel negatieve gevolgen. Die gevolgen zie je ook in de luchtvaart terug. Nog los van het feit dat men soms piloten betrapt op een te hoog alcoholpercentage in het bloed, stappen ook passagiers soms kacheltje lazarus aan boord. En dat blijft dan niet gezellig of zo, maar soms worden die lui agressief als ze niet nog meer te drinken krijgen dan ze al op hebben. In de steeds maar groeiende luchtvaartsector een probleem dat men op allerlei wijzen tracht te tackelen.

Al was het maar door minder te schenken of er dik voor te laten betalen. Maar er zijn ook non-alcohol-vluchten en als je dan zo’n zuipschuit aan boord krijgt is het snel hommeles. Uit recent onderzoek (Zakenreis 508-2019) blijkt dat het aantal onhandelbare passagiers aan boord van vliegtuigen in 2018 weliswaar daalde maar dat met name in het Verenigd Koninkrijk deze trend niet gelijk op gaat. Britten zijn echte alcoholtankers en je moet met wetgeving komen om ze te weerhouden stomdronken aan boord te stappen. En dat ze kunnen drinken weten we wel uit eigen waarneming. Wie wel eens een ‘vrijgezellenparty’ van Britten meemaakte of observeerde weet dat men pas stopt bij een total loss of control. Zowel mannen als vrouwen en als de tank vol is vallen alle remmen weg. Wonderlijk volk. Ik zag ze ooit eens tijdens een vakantie op Gran Canaria en snapte niet waar men al dat vocht liet.

Maar gek genoeg waren ze overdag dan zo dronken dat uitslapen tot de eerste avonduren nodig was om weer bij te komen. Of men ging al dan niet compleet ‘in the nude’ op het strand liggen waar men dan werd gebakken tot medium rare biefstukken met menselijke attributen. Om de pijn van het verbranden in de zon dan de volgende avond weer weg te drinken. Hoe dan ook, die Britten blijven bijzondere types. Moet je wel even bedenken dat ze qua drankzucht nog een flink eind achter liggen op landen als Duitsland of Tsjechië, dan wel Polen. Daar tankt men nog veel meer, soms honderden liters op jaarbasis. Maar is men toch minder agressief. En dat maakt veel uit. Soort stille drinkers….(Beelden: Internet & eigen archief)

Op reis…

Vrouwlief gaat op reis. Samen met onze schoondochter. Goede combi, kunnen het prima vinden. En ik blijf thuis. Samen hebben ze vast weer veel plezier en de plannen voor dit nieuwe tripje werden al enige tijd geleden gemaakt. Lekker ver weg, een bestemming met grote culturele en toeristische potentie. De opslagkaartjes in hun camera’s zullen er vermoedelijk tot de rand mee worden gevuld. Het is hen helemaal meer dan gegund natuurlijk. Ik ben er ook al wat aan gewend geraakt. Vaker met de familie op stap in de afgelopen jaren en ik blijf dan thuis. Dat laatste is deels een eigen keuze. In mijn carriere heb ik zo veel gereisd en gevlogen dat ik er op enig moment een beetje moe van werd. Daarbij is dat vliegen ook niet meteen comfortabeler geworden. Wellicht nog wel in de lucht, maar zeker niet op de grond. Ik stam nog uit het tijdperk dat als je ging reizen je een ticket kreeg van de airline waarmee je geacht werd te vliegen en dat je dan ging inchecken op Schiphol, je eventuele koffer afgaf en daarna de paspoortcontrole passeerde voor een wandeling richting de Gate waar jouw vlucht op je wachtte. Eventueel nog even ‘taxfree’ shoppen en daarna op het gemakkie een bakkie doen. Alles binnen redelijke tijd voor vertrek.

Zo vloog ik heel Europa door, maar ook naar de VS. Tegenwoordig is alles anders. Je boekt via het internet, print zelf een A4tje uit met je ticketgegevens en checkt ook jezelf in. Bagage meenemen is een oefening waarvoor je moet afstuderen wil je het snappen en de veiligheidsvoorzieningen zijn zodanig streng dat je zowat drie uur van te voren aanwezig moet zijn om op tijd bij die gate te komen. Het taxfree shoppen verloor haar aantrekkelijkheid sinds we in de EU grenzenloos met elkaar omgaan en de prijzen in die winkels vergelijkbaar zijn (zo niet duurder) met die in de hoofdstedelijke Kalverstraat. Als je met een zgn. prijsvechter vliegt moet je zelf maar zien dat je snel aan boord komt als het startschot voor het ‘boarden’ heeft geklonken. Daarna is het ieder voor zich en God voor ons allen. Nee, ik ben daar niet van al weet ik nog steeds goed waar je wel en niet moet zitten in zo’n kist. En op elk vliegveld is de procedure gelijk. De magie van het vliegen voor mij daardoor deels verdwenen. Het vliegen zelf het leukste deel van de reis, alles op de grond vervelend. Daarbij ben ik zelf van het op tijd zijn en kan slecht tegen vertragingen.

Iets wat je bij de moderne luchtvaart toch met een korreltje zout moet nemen. Een probleempje met een los zittend lampje in de cockpit en jouw vlucht gaat een paar uur later de lucht in. Vreselijk! Kortom, ik hoef niet meer zo nodig. Nou ja, wellicht nog eens naar Berlijn of zo. Maar langere vluchten? Nee! En dat voor iemand die zijn hart verpachtte aan die luchtvaart. En dat ook nog steeds is. Maar dat gaat dan meer om die vliegtuigen zelf. Hun uiterlijk, geluid. De magie van het vliegen is er na een paar honderd vluchten wel wat vanaf. Hoe anders was dat toen ik nog aan het puberen was en twee tot drie keer per week op het oude Schiphol kou en slecht weer trotseerde om naar die prachtige vliegtuigen van toen te kijken. Die naar bestemmingen vlogen als New York, Stockholm, Rome of Helsinki. Moskou was er ook zo een, en Praag. Als ik nu in mijn logboek kijk en de bestemmingen zie die ik allemaal vliegend bezocht weet ik intussen dat die magie van toen deels bewaarheid werd. Prachtige steden gezien, dito landen. Leuke mensen ontmoet. Sommige dromen kwamen uit, andere niet. De komende dagen moet ik mijn eigen kostje zien te koken en via de sociale media communiceren met de reizigsters. Die vast enorm genieten. Net als ik. Voor hen. Ik wens ze uiteraard heel veel plezier. En een veilige terugreis. Ik luister met plezier naar de verhalen….

Scheiding tegen wil en dank…

Hij had het als jeugdig mens al gehad. De gave om uit zijn eigen lichaam te kunnen treden en zich dan vrij te bewegen door de wereld om zich heen. Soms was dat spannend, op andere momenten niet veel meer dan gewoon leuk vermaak. Je had er een bepaalde situatie bij nodig. Vreemd genoeg moest het windstil zijn, Nieuwe Maan en mocht er niet te veel elektrische activiteit om hem heen zijn. Een keer was hij bij de overburen aan het gluren geweest en had daar de beide bloot slapende dochters kunnen bekijken in hun bedden. Spannende beelden. Maar tijdens die uitstapjes moest hij wel opletten dat zijn ouders niet ineens de slaapkamer in konden stappen, want dan gaf dat ellende natuurlijk. Als hij ronddwaalde was zijn lichaam bijna in een vorm van coma en dat kon er zorgwekkend uitzien. Dus lette hij goed op dat alles bleef gaan als gepland en hij toch van zijn ‘gave’ gebruik kon maken. Later, hij was intussen jong volwassen, vloog hij uit door de wereld en keek regelmatig overal in het rond. Hij kon warenhuizen bezoeken en daar de nog niet aangekondigde uitverkoop op planborden zien staan, hij las rapporten over zichzelf bij werkgevers en hoorde roddels aan bij zijn schoonfamilie toen hij met Ria verloofd was. Toen hij eenmaal met haar getrouwd was moest hij helemaal opletten, want hij kon moeilijk in die beginperiode een vrijwillig coma aannemen om met zijn geest rond te kijken. Nee, dat was ondenkbaar en Ria wilde in die periode graag dat hij veel aandacht aan haar gaf. Ze moesten samen nog veel ontdekken en dat vond hij ook heel belangrijk en plezierig in die periode.  En zo nam hij voor zijn geestesvluchten even een pauze. Dat zorgde er wel voor dat hij wat minder getraind raakte en de keren dat hij het alsnog probeerde soms uit evenwicht raakte wat zich vertaalde in een fysieke duizeligheid als hij weer terugkwam in zijn stoffelijk omhulsel zoals hij zijn lijf toen noemde… Waar hij ook niet zo goed op lette waren de omstandigheden waar hij gebruik van kon maken. En op die bewuste dag dat hij weer eens zin had in een uitstapje had hij geen idee dat er een onweersbui over zijn woongebied zou trekken. Hij was net opgestegen nadat hij er voor had gezorgd dat Ria in een bevredigende slaap lichtjes lag te snurken en richtte zijn pijlen op het niet ver van zijn huis gelegen nonnenklooster. Aangestuurd door een stuurse moeder-overste die hij wel eens met een van de novicen had ontmoet bij de lokale Albert Heyn. Hij zweefde door de gangen van het oude klooster en keek in de kleine kamertjes naar wat zich daar allemaal afspeelde en genoot van de aanblik van al die onschuldige vrouwen in hun vaak wat te dikke slaapkleed. Een gesloten deur was geen enkele probleem, dus toen hij in de kapel aan was gekomen om daar nog even te kijken naar wat er te zien was, dook hij dwars door de eikenhouten deur heen die een wat donkere ruimte scheidde van het eigenlijke schip van de kapel. Op dat moment sloeg de bliksem in de toren en werd hij getroffen door de ontlading. Hij voelde zich warm en daarna koud worden…. En daarna ging het licht uit. Een paar minuten later hapte de oude abt van het belendende klooster die pas geleden was overleden en in de kapel van de nonnen lag te wachten op zijn begrafenis, naar adem. Hij bezag de wereld om zich heen en bedacht dat hij gevangen zat. In een ander lichaam. Dat voelde heel zwaar, vermoeid. Met inspanning van alle krachten gilde hij het uit….Maar niemand hoorde hem in die afgesloten kist…..