Stel dat…

Stel dat…

Ik weet soms wel hoe het de gemiddelde lezer van mijn schrijfselen vergaan is tot nu toe, maar ik realiseerde me onlangs weer eens dat veel wat mijn leven of carriere bepaald afhing van het toeval. Al zullen gelovigen er meteen een hogere en sturende macht bij willen halen, naar mijn idee is alles ontstaan door al dan niet gestuurd toeval. Maar dan op menselijk niveau. Het leven is er door gelopen zoals het deed. Het mijne zeker. Zo bedenk ik me dan wel eens (ik mijmer wel eens vaker heel diepgaand..) dat ik op school indertijd eigenlijk geen benul had van wat ik later wilde worden, behalve dan dat ik iets in de luchtvaart wilde doen. Het waarom zat hem in het feit dat ons huis bij toeval vaak werd overvlogen door die oude kisten van/naar het Schiphol van toen.

Daarbij speelde ook een rol dat onze straat in de jeugdjaren een bepaald levendige was en ik er in de praktijk van alle dag ook mijn eerste kennis van het automobiele wereldje opdeed. Opgeteld moest het dus wel iets worden in die hoek, maar hoe daar te komen? Wist je veel als jong mens. Het lot bepaalde anders. Op die school uit de jeugd dus werd ik net als een stuk of wat klasgenoten gewoon geronseld voor een baan op een grote bankinstelling. Inclusief bijbehorende studies en interne opleidingen. Het hield in dat ik op mijn 14e aan de slag ging in de financiele wereld. En op die bank ontmoette ik niet alleen een van mijn nu nog oudste vrienden, maar ook mijn aanstaande echtgenote. Ware ik niet geronseld was dat allemaal niet gebeurd.

Zo ging het ook later. Na de bank kwam de luchtvaart, ik berichtte er al eerder over in mijn verhalen over die wonderlijke carriere. Daarna weer zo’n toevalligheid…. Ergens halverwege moest er een andere auto komen en mijn merktrouw deed me dus zoeken naar een alternatief voor de dealer die me die eerste nieuwe Skoda had verkocht maar nu ineens in Toyota’s deed. Op die zoektocht stonden we niet alleen voor een gesloten deur bij een van die uit een lijstje gehaalde andere verkopers, maar vonden we dat daar ook een echte vieze troep binnen. Door naar de volgende dus. En dat klikte. Het resultaat was dat met die vent de relatie zodanig werd dat ik voor ik er uiteindelijk zelf zou gaan werken de nodige auto’s verkocht aan vrienden en collega’s op Schiphol en ook het bedrijf waar ik toen nog zat voorzag van nieuwe bestelwagens.

Dat leidde weer tot de overstap naar de autowereld waar ik dan opnieuw door toeval iemand leerde kennen die me later naar importeur Pon zou halen. Alles toeval, was ik in het begin een andere kant op gegaan hadden al deze zaken niet plaatsgevonden. Van sommige moet ik nu toch even niet willen bedenken dat ik ze/hen niet had ontmoet of het leven verder mee gedeeld. Van anderen kan ik me voorstellen dat het leven een stuk simpeler was geweest als het toeval me net even anders had gestuurd. Je zou er een filmscenario van kunnen maken. Toeval bestaat wel, zeker! Na die jaren in dienst van anderen kreeg ik opnieuw door toeval opdrachten in de publicitaire en trainingswereld. Ook dat was weer erg aardig en dat deed ik tot ik besloot om na dik 55 jaar hard werken iets anders te gaan doen. Maar ik weet ook zeker dat de gemiddelde lezer(es) soortgelijke ervaringen kan vertellen. Over keuzes onderweg die leidden tot wat men nu meemaakt in het heden en wellicht in de toekomst. Een woonkeuze, werk, liefde, van alles. Kom maar door…. Delen is leuk!! En mijn voorbeelden maar heel beperkt, want er is nog veel meer…..(Beelden: Archief)

Kwart eeuw woongenot!

Eigenlijk zou dit verhaal wat ik nu op u los laat prima passen bij mijn vervolgverhaal dat elke zondag uw deel is. Want had ik niet de stappen gezet waarover ik u later nog zal berichten had ik deze regels helemaal niet hoeven of kunnen schrijven. Het was in ieder geval zo dat door de later nog te benoemen oorzaken, een afspraak moest worden gemaakt om van woonstek te wisselen. Wij woonden precies 25 jaar geleden nog in Almere. Hadden er daar toen 11 jaar opzitten en zaten in een woonwijk vol oorspronkelijke Amsterdammers van verschillende pluimage waarmee het goed samenleven was. Daarbij hadden we een behoorlijk ruim huis en ook nog eens een met een apart staande eigen garage voor de deur. Een zegen als het sneeuwde of vroor. Maar de latere werkgever vond de afstand die ik moest forenzen van/naar de werkplek van toen, dicht tegen Den Haag aan, echt te gek. En omdat hij de kosten van mijn vervoer betaalde, onderdeel van de overeenkomst die was gesloten, bedong hij ook dat wij binnen een jaar na aantreden in de nieuwe functie zouden verhuizen naar een plek die dichterbij dat werk zou komen te liggen.

Mentaal was dat best een zware last, maar toen ik een paar maanden op en neer had gereden snapte ik de opdracht wel. Tussen die twee plaatsen stonden toen elke ochtend en avond kilometers lange files en het duurde soms twee uur om op de zaak dan wel thuis te komen. Zonde van je tijd en zeer stressvol. Een lieve vriendin van ons woonde indertijd in een flat en woonplaats op het oude land waar in de buurt vrijwel nooit iets te koop of te huur kwam, maar zij hoorde het verhaal aan en vergat het niet. Als wij wel eens bij haar op bezoek waren dwaalden de gedachten wel eens af naar…’het zou toch mooi zijn als we hier…’. Maar ik liet het verder ook wat op zijn beloop. Twaalf maanden om precies te zijn. Tot de chef van toen me in een stevig maar zakelijk gesprek herinnerde aan de gemaakte afspraken. Verhuizen moest ik, of ik er nu moeite mee had of niet. En hij had al iets gezien in Hazerswoude-Rijndijk….. Dat was ons echt letterlijk en figuurlijk een brug te ver. We gingen eerst maar eens op vakantie en zouden dan later aan de slag gaan om iets te zoeken dat ook, zij het figuurlijk, nog zicht had op de Westertoren.

Onze vriendin B. haalde ons van het vliegtuig toen we heerlijk ontspannen door Schotland en Engeland hadden gereisd en vroeg in de auto niet naar die vakantie. Nee, ze had een huis voor ons! Bij haar om de hoek. Een collega van haar had precies dezelfde afspraak met diens baas en moest verhuizen naar Arnhem. ‘Morgen meteen gaan kijken, hij heeft al 10 andere belangstellenden…’. Dat deden we. En het huis had de juiste warmte en uitstraling. Nu hadden we geen enkele ervaring met huizen kopen, we huurden liever duur tot dat moment, dus werd het een paar dagen rennen, vliegen, stressen en financieren. De Baas anno 1993 vond de plek helemaal OK, en wij gingen mee in de vraagprijs. Onderhandelen was niet handig. Veel kapers op de kust! In de laatste week van 1993 kregen we de sleutels en waren we weer terug op het oude land. Nu precies 25 jaar geleden. En dat is meteen de plek geworden waar we het langst hebben gewoond. Alsof we hier nooit weg waren. En dat vieren we bescheiden. Het huis waar zoveel herinneringen aan hangen. In een buurtje met veel soortgelijke mensen, dichtbij Schiphol, de uitvalswegen van de grote stad om de hoek, maar ook met de nodige wandel- en fietsplekken. Het was een goed besluit. En dat al weer een kwart eeuw geleden genomen. Onder een vorm van dwang, maar dat zien we nu maar als iets positiefs…. En o ja, het bedrijf waar ik toen werkte verhuisde drie jaar later van Voorschoten naar Leusden. En dat bleek dichterbij Almere dan de nieuwe woonstek. Het kan verkeren…(Beelden: Yellowbird Photo archief)

 

50 jaar Bijlmermeer

Onlangs las ik ergens dat de Amsterdamse wijk ‘de Bijlmermeer’ in deze periode van het jaar precies 50 jaar bestaat. Of het reden is voor een feestje weet ik niet, maar ik zal het zeker niet meevieren. Mijn herinneringen aan die wijk zijn te zeer gemengd op dat punt. Daartoe even een stukje achtergrond. De Bijlmermeer werd in de jaren zestig gepland aan de Zuidoost-kant van Amsterdam op grondgebied van buurgemeente Ouder Amstel. Die kreeg voor de grond een aardig bedrag, maar dit besluit zorgde er meteen voor dat Amsterdam in feite een wig dreef tussen twee onderdelen van die buurgemeente zelf, Duivendrecht en Ouderkerk a.d. Amstel. Het polderlandschap waar Amsterdam haar zinnen op had gezet zou daarna in rap tempo worden omgevormd tot een grote wijk waar mensen die een wat hogere huur konden en wilden betalen zouden gaan wonen in hoogbouw die luxe moest zijn en comfortabel, maar ook omgeven door groen. Veel groen! Dat lukte aardig. De eerste bewoners woonden overigens nog een tijdje in een zandbak, maar dat schijnt niet anders te kunnen bij vaderlandse nieuwbouwwijken. Ook wij werden indertijd getriggerd door wat de Bijlmermeer te bieden had. Je kon er voor 245 gulden per maand (prijsniveau 1970) een splinternieuwe driekamerflat huren met CV, een opbergruimte op de begane grond en op termijn een parkeerplek in een van de nog te bouwen garages. (Wachtlijst voor woningen in de oude stad was op dat moment tenminste 7-10 jaar)

Een binnenstraat in de vaak enorme gebouwen zou de flatbewoners met elkaar in contact brengen en daarin zouden dan winkels komen waardoor je in feite in eigen omgeving alles zou vinden wat je zocht. Anno 1970 leek dat aardig te gaan lukken. Jammer dat men geen wegen aanlegde van enige importantie. De Bijlmer zou verhoogde straten en wegen krijgen, maar die waren op moment van oplevering flats nog (lang)niet klaar. Ook was er een magere buslijn naar het centrum van Amsterdam en beperkte het winkelaanbod zich tot een enkele supermarkt. En die kwamen nooit in die binnenstraten te zitten. Maar de eerste Yuppen (de term bestond nog niet, de soort bewoners wel..) meldden zich voor dit grootste avontuur op woongebied dat de stad te bieden had. Voorspoedig bouwde men de hele omgeving vol. De wegen kwamen er na enige tijd, net als de parkeergarages. De flats bleken in de praktijk aardig gehorig te zijn. Het liefdesleven (of het tegenovergestelde) van de buren was soms letterlijk te volgen. Maar de ruimte en de CV maakten veel goed. Langzaam aan verbeterde ook het winkelaanbod en kwam er wat beter openbaar vervoer. Wij settelden ons in onze splinternieuwe driekamerflat. In 1974 ruilden we die om voor een veel grotere op een andere etage van het zelfde gebouw. Vijf volwaardige kamers, een extra inpandige bergruimte die zo groot was als een slaapkamer en dan gespiegeld aan de buitenkant van onze flat nog een. Het kon niet op en het uitzicht op die negende etage van het gebouw was fabelachtig.

Tot…1975. Met de aankondiging van onafhankelijkheid van Suriname nam de halve bevolking daar per vliegtuig de benen en zocht vooral de sociale zekerheden in ons land. Een deel van hen werd opgevangen in de Bijlmer. Met huursubsidies die ons als reguliere en oospronkelijke huurders niet werden gegeven, bewoonde men soms met hele families flats en verbouwde die naar eigen behoefte. Met die intocht kwamen ook de echte problemen. Onveiligheid, criminaliteit, opvallend genoeg ook fysiek ongedierte als kakkerlakken en zo meer, die zich in die gebouwen waar het altijd warm was, nestelden alsof ze in de jungle zaten. De Bijlmer zuchtte. Veel van de eerste bewoners vertrokken. Zochten hun heil ergens anders. Voor die huur kon je immers in andere steden of dorpen rond Amsterdam een mooi eengezinshuis vinden. Veel van mijn toenmalige Schiphol-collega’s deden dat. Wij zaten het zelf nog even uit. Tot ook onze bergruimten werden geplunderd, de auto’s ontdaan van radio’s en zo meer en de politie vaste gast was in ons flatgebouw. Brand bij de Surinaamse buren, afval en tv’s die naar beneden werden gemikt, het ongedierte. Op enig moment was de maat vol en vertrokken ook wij. Richting het nieuwe land, waar je zoveel meer woongenot kreeg voor hetzelfde geld. De Bijlmer verloederde in rap tempo. Meer dan 100 nationaliteiten, drugsoverlast! Tot er een Boeing van ElAl op neer kwam in 1992 en de Gemeente Amsterdam ineens doorhad wat hier allemaal speelde. Voordien hadden achtereenvolgende colleges weggekeken en doofheid voorgewend bij rapportages over deze ‘prachtwijk’. Het resultaat werd meer reden voor een feestje. Veel economische activiteiten, afbraak van veel hoogbouw, verwijderen van al dat fraaie groen dat vooral zorgde voor veel onveiligheid, aanleg van meer normale straten en huizen. Een onherkenbare wijk waar nog steeds enorm veel van de bewoners zitten uit die periode waaraan ik niet graag herinnerd wil worden. Maar wellicht is het er nu wel weer goed toeven. Als ik er doorheen rijd moet ik trouwens goed kijken waar wat te vinden is.

De Metrolijnen maken me daarbij vaak duidelijk waar bepaalde van die vroegere plekken terug te vinden zijn. Een metro die overigens vanaf 1977 ging rijden en de Bijlmer nog eens extra blootstelde aan alle (drugs)ellende die een grote stad te bieden heeft. Ook in haar buitenwijken. Die overigens tegenwoordig meer onder eigen naam dan onder die verzamelnaam bekend staan. Zuidoost, Holendrecht, Gein, en zo meer. 50 jaar Bijlmermeer. Of hoe een stadsbestuur uiteindelijk de juiste weg wist te bewandelen om een onleefbaar gemaakt woongebied weer tot aantrekkelijk geheel om te vormen. Maar voor mij gaat dat niet meer op. Ik ben er zelf al 37 jaar helemaal klaar mee…

1987

Moet je ook eens doen. Terugkijken in je eigen leven en dat dan doen met wat mijlpalen uit je persoonlijke geschiedenis. Tien, twintig, dertig of meer jaren terug. En dan kijken hoe je leven er toen uitzag en in die periode er na veranderde (of juist niet). Maar ook hoe de wereld om ons heen anders werd. Ik neem vandaag als uitgangspunt en slechts ten voorbeeld, het jaar 1987. Dertig jaar is veel op een mensenleven en zeker ook als je naar de toestand in de wereld kijkt. In dat jaar bestond de Berlijnse Muur nog en waren Oost en West nog volkomen van elkaar vervreemd. Kernwapens op elkaar gericht en de mensen in Midden- en Oost-Europa opgesloten achter een IJzeren Gordijn. Gorbatschjow de grote man van de Sovjet-Unie, Reagan in het Witte Huis. Vonden we toen een vreemde snuiter. Een acteur tenslotte die democratisch president was geworden. Nederland ontworstelde zich in dat jaar net aan de economische malaise van het tijdperk. Het internet bestond slechts op een of andere universiteit. We belden nog met telefoons aan een draad, hadden maar net aan de faxmachine uitgevonden en de Televisie kende nog geen commerciele partijen.

Mijn persoonlijke leven speelde zich in dat jaar af in het toen nog relatief kleine Almere waar we indertijd net vijf jaar woonden. Groot huis met veel ruimte voor de hobby’s en daarnaast voldoende vierkante meters over voor de rest van het gezin… De buurt was gezellig, we kwamen er tenslotte aan het begin van dat decennium allemaal vanuit Amsterdam wonen en de onderlinge verhoudingen waren en bleven in ons buurtje bijzonder plezierig. Ik publiceerde in 1987 met een aantal vrienden al een aantal jaren een luchtvaartblad en daardoor werd er ook regelmatig gevlogen. Testvluchtjes, eerste keren met een bepaald type, maar daarnaast ook leuke tripjes met het gezin naar Londen of die eerste maal naar de VS, waar we in Florida met de mond open van wat we zoal observeerden, rondkeken en reden.

Mijn werk werd toen al een jaar of tien bepaald door het autovak waar ik als dealer-vertegenwoordiger een paar merken bediende, waaronder het Tsjechische Skoda dat zo trots was op haar nieuwste model, de Favorit, dat men ons dealers in november 1987 al naar Praag transporteerde in een Belgisch chartervliegtuig om die nieuwe auto te komen aanschouwen. Die vlucht zal ik niet snel vergeten. Want veel vertraging op de heenweg, een verkort programma in Praag, en dan weer terug. Om te ontdekken dat de Belgische vlieger niet op Schiphol wilde landen vanwege de dichte mist. We vlogen door naar Brussel. Om vandaar weer in een bus naar Schiphol te reizen en dan weer met de auto naar de resp. thuisadressen.

Het werd daardoor dik nachtwerk. Grappig is dat die nieuwe Skoda pas in 1989 op de RAI zijn officiele debuut zou maken en ons bedrijf zou storten in een soort van interne crisis omdat er keuzes tussen de gevoerde merken moesten worden gemaakt. Maar het resultaat daarvan lag nog drie jaar voor me in 1987. Ik weet nog wel dat ik ook toen al elke dag in ‘pak’ naar het werk ging en dat we als bedrijf de grootste dealer van Nederland werden met het Tsjechische en bijna de grootse met ons tweede merk, Daihatsu. Die strijd was indertijd buitengewoon belangrijk voor me. Ambities konden me toen bepaald niet worden ontzegd. En in 1987 ontmoette ik ook een nieuwe collega die later zou worden tot een van onze beste vriendinnen. Maar ook dat wisten we toen nog niet. Veel te druk. En dat ging nog wel even door….. Hoe zijn jouw herinneringen aan 1987? Of is dat intussen in de vergetelheid geraakt?! Ben benieuwd….(Fotos: Yellowbird/Cedok)

Stop met mekkeren….en verhuis desnoods…

Weet je wat ik nou echt vervelend vind? Nou?? Mensen die gaan klagen over hun leefomgeving terwijl ze er zelf bewust voor hebben gekozen om daar te gaan wonen. Of werken, net hoe het uitkomt. Bedenk maar eens mensen die in onze trotse en mooie stad komen wonen en dan beginnen met mekkeren over de grote drukte of nog erger, het verkeer! Dat snap ik echt niet. Weet je toch van tevoren? Blijf dan in dat dorp waar je vandaan komt maar verhuis niet naar een grote stad. Mijn tante H woonde ooit in Amsterdam Oost. Vlak voor haar huis lag de spoordijk die het Muiderpoort- met het Amstel Station verbond. Elke paar minuten denderde daar, ook toen al, een trein voorbij. De ramen trilden. Maar zij merkte het nauwelijks meer op. Wij woonden in een straat waar veel bedrijvigheid was. Garages, middenstanders, altijd drukte. Het ontging ons min of meer, gewend als we er aan waren. Kwesite van instelling en acceptatie. Zo zit het naar mijn idee ook met de krankzinnige discussies die momenteel lopen over het al dan niet toelaten van ‘vervuilende’ auto’s in de steden.

Of het beperken van het luchtverkeer. Of het wegwerken van de economische kracht van een havengebied naar halverwege de Noordzee. Vaak wordt dit gedaan door mensen die omdat ze geen andere argumenten meer kunnen verzinnen het milieu erbij halen of het woongenot van inwoners van straten en buurten waar zij zelf ook graag verkeren. Vaak kennen ze de geschiedenis van die ‘vervuilers’ of ‘lawaaimakers’ helemaal niet. En waren ze dat in hun oude woonomgeving ook niet gewoon. Neem nu Schiphol. Dat werd ooit, 100 jaar geleden, opgezet op een fikse afstand van de stadsgrenzen van Amsterdam. Je moest echt een aardig stukje reizen om er te komen. Dat vliegveld lag er vijftig jaar geleden nog steeds. Op precies dezelfde plek. Maar de stad was intussen met enorme snelheid richting dat vliegveld opgeschoven. En dat gold ook voor randgemeenten als Amstelveen, Badhoevedorp of Zwanenburg. Toen Schiphol onder druk van de omstandigheden doorontwikkelde en met nieuwe start- en landingsbanen trachtte bij te blijven in de vaart der volkeren kregen die nieuwe buurten last van de geluiden die startende en landende vliegtuigen nu eenmaal veroorzaken. En moest Schiphol maar weg…..

Mensen die je nu aantreft bij GroenLinks en D66 gilden het hardst. Dat zo’n vliegveld goed was voor meer dan 200.000 directe banen speelde geen rol. Men wilde rust! Net zoals men dat wil langs de drukke wegen en straten waar men het liefst elke automobilist direct een boete zou geven voor zijn of haar moed om dat ding überhaupt in beweging te zetten. En intussen bouwt men maar door. De steden groeien naar elkaar toe, de grote Randstad lijkt een economische eenheid met wat specifieke hoogtepunten ertussenin. Door het steeds meer bebouwen van alle beschikbare groen wordt de lucht steeds vuiler, mits je alle onderzoeken op dat punt zou willen geloven. Zelfs als we alle gemotoriseerde vervoer aan banden zouden leggen, we onze huizen niet meer zouden verlichten of verwarmen, en zouden leven als in de Middeleeuwen gebruikelijk, bleef die vervuiling groot. Gevolg van globalisering en een steeds maar groter wordende wereldbevolking die overal en nergens neerstrijkt met het idee dat alle natuurlijke en kunstmatige bronnen moeten worden gedeeld. Hoe leuk dat laatste ook is, daardoor krijg je ook dat we de boel niet meer schoon zullen krijgen. Dat lukt pas als we eens stoppen met expansie van ons denken. En niet blijven bouwen op plekken die bij oplevering al zorgen voor veel overlast door omgevingsfactoren. Walletje en schuurtje, gewoon realisme. En stop nou eens met dat gemekker. JIJ bent híér of DAAR gaan wonen. Had je maar onderzoek moeten doen vooraf….

De M van Maakbare Maatschappij

Vooral in linkse politieke kring bestaat het idee dat je alles kunt veranderen wat ‘is’ en nu niet goed lijkt. Vooral als het proces zelf wordt betaald door anderen (lees de belastingbetaler) is veel mogelijk. Toch is de grootste verandering die onze maatschappij recent meemaakte vooral die waarbij het kapitalisme en neo-liberalisme de overhand kregen en de sociaal-democratie volkomen aan invloed en waarde verloor. Een beeld dat je in veel landen om ons heen ook ziet. We gaan ‘participeren’ en verschuiven de sociale druk naar de private sector.  Ooit begonnen met het onzalige plan om de ziektekostenverzekering onder te brengen bij de verzekeraars in ons land die daar goede zaken mee konden doen. De overheid doet stappen terug, verschuift de verantwoording naar een lagere sector zoals de gemeenten die dan met een kwart minder aan voorheen beschikbaar budget maar moeten zien dat ze dezelfde vormen van ondersteuning en zorg bieden die voorheen in ons sociale paradijsje kwam van de centrale overheid. We hebben in een paar jaar tijd de arbeidswetten vrijwel volledig gesloopt, het ontslagrecht compleet ontmanteld.

Wie nu wil gaan werken krijgt vermoedelijk nooit meer een vast contract. Werkgevers maken meer winst dan ooit, werknemers hebben weinig zicht op loonsverhogingen. Daarbij zie je een ontmanteling van de ouderenzorg, worden leerkrachten opgezadeld met een overdaad aan regels die niets met de eigenlijk opleiding van leerlingen van doen hebben en worden zaken als lichamelijke opvoeding en zwemmen afgeschaft. De resultaten zien we elke dag terug. Want onze maatschappij is niet maakbaar zoals de socialisten geloofden, hij is onderdeel van een evolutie. En in die evolutie wordt ook ons landje overspoeld door mensen van buiten die afkomen op de sociale voorzieningen die wij in het verleden opbouwden en daar gretig gebruik van maken. Al is het slechts bed, brood, en bad, dan nog is het meer dan je krijgt in een kansloze positie op het Afrikaanse platteland. Vraag is wel wie die kosten draagt voor deze onverwachte opvang.

Want naast de Afrikaanse immigratie is er ook de vluchtelingenstroom (…) uit veelal islamitische landen, gezinsherenigingen en zo meer. Elke jaar schrijven zich 80-100.000 nieuwe mensen zich in als inwoner van dit land. Daardoor stijgt het aantal inwoners (te)snel en raken zaken in de samenleving uit balans. De gevolgen zien we elke dag in de media. Oproer, onrust, populisme van links en rechts, een lastig te vormen coalitie. En sociale media die soms ontploffen en bepaald geen voorbeeld zijn van een maakbare maatschappij met begrip voor het ene of andere standpunt. Ik denk ook dat de politiek nog steeds niets heeft geleerd van bewegingen die onder Fortuyn en later Wilders zijn ontstaan en gegroeid.

Men beslist nog steeds het liefst over de hoofden van bewoners van land en stad of dorp heen en vindt het vreemd dat steeds beter opgeleide burgers een andere mening verkondigen. Weg zetten als islamofoob of racist is dan een onfatsoenlijke benadering van de discussie. Maakbaar is een maatschappij waarin je zaken erkent, benoemt, maar ook waar je zorgt dat zaken die niet deugen worden opgelost. Met zalvende woorden alleen kom je er niet. En als iemand zijn oma uit een verzorgingshuis wordt geknikkerd vanwege de bezuinigingen en in een of ander tuinhuisje haar laatste participatiedagen moet slijten is het bouwen van nieuwe huizen voor asielzoekers wel wrang. Dat vraagt uitleg, fatsoen, begrip en wellicht ook het inzicht dat niet alles maakbaar is en dat je soms rekening moet houden met mensen die anders aankijken tegen de gevolgen van massa-immigratie of globalisering. En dat onbegrip is een gevolg van het falen bij de sociaal-democratie in mijn ogen. Had men daar meer opgelet was dat maakbare gewoon gebleven. En de splijting der geesten niet zo diep geworteld geraakt. Want dat brengt niks. Daarbij, toegeven moet geen eenzijdig proces zijn, maar van twee kanten komen. Pas dan wordt die maatschappij weer een beetje maakbaar…

De eerste keer…

5317528Samen zaten ze op de bank. Ze waren jong nog, de relatie net begonnen. Het was zeker gezellig en modern ingericht, haar idee. De warmte van deze bijzondere zomer maakte hem onrustig. Ook zij schoof heen en weer. De kleding luchtig, te warm in huis voor al te veel bedekking en dat leidde soms enorm af. Plotseling ging hij rechtop zitten. Keek haar liefdevol aan met zijn bruine en heldere ogen. Zij keek hem terug aan. Smolt zowat. ‘Zullen we het een keer proberen?’ vroeg hij op rustige toon. ‘Het lijkt mij heerlijk en het moet er toch een keer van komen’. Ze kromp ineen. Het idee dat het hier en nu ineens zou komen tot een enorme dadendrang beangstigde haar. Daarbij, ze was er niet op gekleed. ‘Kunnen we daar niet nog even mee wachten? ‘ Ik weet niet of ik het wel wil, ik ben er niet klaar voor en heb er ook geen enkele ervaring mee’ stelde ze oprecht en met haar klaterende stemgeluid vast. O wat hield hij van haar. Zeker als ze hem afwees, dan werd ze extra aantrekkelijk. Hij ging dan proberen om haar te overtuigen te doen wat hij graag wilde, te laten zien wat hij lekker en aantrekkelijk aan haar vond, maar hij wist dat ze dan een extra barrière zou voelen om hem tegemoet te komen.

‘Ik weet dat jij het ook wilt en dat je eigenlijk, heel stiekem, er net zo naar verlangt als ik. Daarbij, je weet van onze vrienden en familie dat die allemaal een keer overstag zijn gegaan en dat ze na afloop zeer tevreden en bevredigd waren…toch?’ Ze keek hem nu verwonderd aan. Was dat zo? Had hij hierover met zijn vrienden en de familie gesproken. Ze kleurde, schaamde zich, wist dat ze zich soms en op sommige punten als een non kon gedragen, maar om dat nu meteen met iedereen te bespreken. Hij was een flapuit, kon soms enorm zitten pochen met zijn eigen vrienden, maar bij de familie was hij veel ingetogener. Het verwonderde haar dus dat juist dit onderwerp door hem was besproken in een kring waarin zij onderwerp van gesprek kon zijn. Ze werd er lichtelijk boos om. Dit besprak je toch niet. ‘Heb je dat echt besproken met onze vrienden en familie? Echt? Dat meen je toch niet he, die dingen houd ik toch ook voor me’. Het kleuren in haar gezicht zette door. En als zij kleurde hield het in dat ze haar opgewonden emoties maar moeilijk de baas kon. Ze zweeg vervolgens een paar minuten om zichzelf onder controle te krijgen. Hij keek haar op enig moment weer aan, ze smolt toen hij dat deed, en zei: ‘Kom nou, doe nou even lief en laten we samen gaan genieten van het gebodene’.

Zuchtend kwam ze overeind en liep naar hun slaapkamer. Daar trok ze haar dunne topje en wel erg kleine zomerbroekje uit en hulde zich in een aantrekkelijk zomerjurkje. Hij pakte intussen de zaken die hij nodig had voor die eerste keer. Zij keek nog even naar haar make-up, hoe haar kapsel er uit zag en of haar jurk niet te veel doorscheen. Daarna liep ze de kamer weer in en pakte hem bij de hand. ‘OK, laten we het doen, we gaan naar de Action’. Hij lachte breed, altijd lastig die eerste keren, maar het moest er eens van komen. Behoedzaam kuste hij haar op haar fraaie lippen en deed de deur naar buiten voor haar open. Het grote avontuur kon beginnen.

 

Maarse en Kroon

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Leyland Tiger bus Maarse en Kroon…

Het was in die tijd best lastig om vanuit mijn woonstek in hartje Amsterdam, naar het toenmalige Schiphol te komen waar ik in die jaren werkte. Met de fiets of de brommer was het een kilometer of tien enkele reis wat in de meer lenteachtige of zomerse maanden niet zo’n probleem was, maar in de winter? Nee, dan moest ik maar met het openbaar vervoer. En dat was indertijd best anders georganiseerd dan nu het geval is. In de stad reed het Amsterdamse GVB, maar er waren ook consessies voor busbedrijven van buiten de stad. Een daarvan was het uit Aalsmeer afkomstige bedrijf Maarse en Kroon. Die hadden de vergunning om naar/van Schiphol te rijden en deden dat vanuit diverse omliggende plekken, ook Amsterdam. En hun buslijnen startten dan bij het Centraal Station. Maar wel op een plek die ver weg lag van de opstapplekken voor tram en bus van het GVB. Vast bewust gedaan denk ik. Hoe dan ook, ik moest dan met de tram (lijn 4)van mijn/ons woonadres naar het CS en daar dan het hele stationsplein oversteken om bij die bus van Maarse en Kroon te komen. Lijn 9 was de dienst die me naar Schiphol zou brengen. Nu had je er een die onder dat nummer direct doorreed naar Schiphol. In Amsterdam zelf zonder haltes (want men mocht geen mensen vervoeren binnen de stad) zodra we over de grens met Amstelveen kwamen stopte hij regelmatig.

Amsterdam - Van Woustraat met tram 4 552Van die lijn 9 was ook nog een afgeleide, de 9K. Die reed een iets andere route, via de Karsselaan. Scheelde iets van tien minuten. Was ik dik op tijd maakte het niet uit, was je al wat laat (in de winter hadden ook de trams van het GVB moeite met sneeuw en ijs) nam je liever niet die 9K lijn. Toch zorgde Maarse en Kroon met haar creme/blauw gespoten bussen in de meeste gevallen wel dat ik redelijk comfortabel en op tijd bij mijn werkstek aankwam. Dan moest ik nog wel van het busplein naast de ingang van het toenmalige Schiphol dwars over het platform heen lopen, wat met veel sneeuw ook weer ietsjes minder was, maar dan nog. Het waren avonturentochten in die jaren. Dat eindigde toen ik mijn rijbewijs haalde en de toenmalige werkgever een VW busje kocht voor vervoer van de spullen van onze klanten. Die mocht ik dan als ‘verst wonende’ mee naar huis nemen als de dienst er op zat. Was het busje pas laat ‘thuis’ stapte ik alsnog op de bus en liet me naar huis vervoeren. Maarse en Kroon bleef nog een paar jaar actief, fuseerde later met een hele reeks andere bedrijven en is nu volkomen verdwenen in R-Net van Connection. Nog steeds met geweldige verbindingen van/naar de luchthaven. Want die erfenis nemen ze die niet af. Alleen is bus 9 er niet meer. Die is bijgeschreven in de geschiedenisboeken. Waarvan ik er onlangs eentje kocht…..

Inconsequent geklaag

Schiphol - oud beeld..Scan10213Terwijl ook ik aandacht gaf aan het eeuwfeest voor onze nationale luchthaven wil ik een aspect van een luchthaven als deze van enorme omvang toch niet onvermeld laten; geluid en de eventuele overlast die deze bezorgt aan hen die er niet ver vandaan wonen. Daarbij is het van groot belang te bedenken wat lawaai eigenlijk is en waarom sommigen mensen er wel en anderen geen last van hebben. Kijk, ik zelf vind het geluid van vliegtuigen geen enkel probleem. Logisch, ik koos immers zelf voor een woonomgeving die niet zo gek ver van die luchthaven af ligt. Altijd al in stedelijk gebied gewoond, en dat was dus nooit echt stil. In mijn buurt worden veel huizen verkocht aan nieuwe bewoners. De oudere trekken weg, gaan in appartementen wonen elders in de stad of wellicht daarbuiten. De nieuwe bewoners doen er alles aan om hun net verworven onderkomens te voorzien van voldoende isolatie.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

En wie dat niet doet kijkt weleens boos naar boven. Als er weer een vliegtuig of politie-heli voorbijkomt. ‘Al dat lawaai…’. Dat is opmerkelijk want wie in deze omgeving verkiest te wonen heeft altijd wel lawaai om zich heen. En moet dan niet gaan klagen. Je ziet hetzelfde bij mensen die ervoor kozen vlakbij de uitvalswegen van een stad te gaan wonen of niet te ver af van doorgaande snelwegen. Die klagen als ze thuis zitten over dat verkeerslawaai, maar maken wel gebruik van diezelfde wegen om er hun zakelijke of sociale leven mee op gang te houden. Geldt ook voor spoorwegen, of zelfs voor het wonen aan een kanaal of rivier waar schepen voorbijkomen. Wel eens langs gezeten? Als het een beetje druk is hoor je heel wat gestamp van motoren of geklots van de (boeg)golven. Klagen zit veel mensen in het bloed en Nederlanders klagen al over het weer dat het een lieve lust is.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Daarbij snap ik niet dat overheden en ontwikkelaars in het verleden wel in staat zijn gesteld om bebouwing toe te staan in de omgeving van lawaai of andere overlast producerende bedrijven of infrastructuur om daarna via allerlei procedures weer bezig te gaan om die overlast te beteugelen. Bouw er dan niet zou ik denken. Overigens zijn er natuurlijk ook woonbuurten waar diezelfde overheid snelwegen, treinenbanen of wat ook vlakbij aanlegde waardoor een voorheen stille buurt ineens barst van het lawaai of de stank. Dat je dan protesteert snap ik eerder dan in die eerdergenoemde situatie. Dat er dan ook nog wat vage en soms leugenachtige actiegroepen of zelfs politieke partijen streven naar een wereld zonder lawaai, het liefst een zonder tastbare economie, maakt het probleem niet kleiner. Ooit hadden wij hier buren die stemden op GroenLinks. Opvallend waren de posters bij hen aan de ramen, tegen Schiphol en de lawaaiproductie, maar beiden maakten zowel zakelijk als privé wereldreizen naar mooie oorden of plekken waar arbeid weinig hoefde te kosten. En dat meerdere malen per jaar. Kijk, tegen zoveel inconsequentie kon zelfs ik niet op. Maar vrienden werden we nooit. Al was het maar omdat ze er ook nog twee auto’s op nahielden van de aardig vervuilende soort. Kortom, van die steen en vrij zijn van zonden speelt dan ook een rol. Zelf wel last van overlast? Zin om daar iets over te schrijven in dit verband? Kom maar op!

48 jaar

altAqk0jUetbhiiLsLyZkF5GGIlNW1VgsGIZ_mgHiKc1a1VOnlangs vierden we hier onze trouwdag. De 48e alweer. Blijf je zelf dan maar zien als jong en dynamisch…. Nou ja, we kunnen nog best mee al heeft de leeftijd af en toe het fysiek aardig in de greep. Eerlijk gezegd voelt dat lange verbonden zijn niet als een enorme last. Komt wellicht omdat een mens in de loop van de jaren ook allerlei fasen door maakt. Het roze begin blijft relatief kort bestaan, daarna komt toch echt de periode van aan elkaar aanpassen, water bij de wijn doen en zorgen dat er brood op de plank blijft komen. Heel basaal, maar zo zit het leven wel in elkaar. Wij streefden beiden naar een leven in redelijke welvaart en geluk,  maar niet naar echte rijkdom. Dat scheelt veel in hoe je met elkaar door het leven gaat. Daarbij zijn we beiden niet met een gouden lepel in de mond geboren. Er moest gewoon hard worden gewerkt voor wat we wilden bereiken en dat deden we. Dat vrouwlief dan voor 80% het huishouden voor haar rekening nam en ik die 70/80-urige werkweken maakte in branches die volkomen opslokten was een verdeling waarmee indertijd goed te leven viel.

WP_20150618_016Vakanties geen probleem, waar we meestal heen wilden was financieel mogelijk, al beperkte dat zich toch tot niet zo heel ver van huis. Heel Europa en een stukje VS gezien, maar we waren allebei ook graag weer thuis. Kind, dieren, familie, vrienden, het was allemaal (en is dat nog) heel belangrijk. Maar ik denk dat we onze lange periode van samenzijn vooral danken aan de communicatieve vaardigheden die we beiden bezitten. Vanaf moment een wordt er veel gepraat. Geen misverstanden, discussiepunten, uitpraten! Ook over…. Dus naast de wereldse ook geestelijke zaken komen al die jaren veelvuldig voorbij. We schuwen de discussie daarbij niet. Helpt veel kan ik u als lezer(es)melden. Zwijgen is soms goud, maar ik ben toch meer van het zilveren deel van het bestaan. Wij wandelen ook veel. Zoals we dat vroeger al deden als jonge lieden. Gewoon door de stad, kilometers lang en dan observeren en met elkaar bepraten. Dat schept een band. En die band is best sterk. Zitten er geen rafelrandjes aan? Vast wel, maar die zijn niet meteen zichtbaar en waar  nodig worden die zo goed en zo kwaad als het kan hersteld.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Onze eerste woonstek….

We kunnen ons een leven zonder elkaar nauwelijks voorstellen. Los van de liefde die toch een basis vormde voor ons verbond is er dat gevoel dat het ook prettig is om met mekaar door het leven te hobbelen. Al snapt eenieder dat weinig rozen worden gevonden zonder wat kleine en prikkende doornen. Ook dat hoort er bij en wie met mij moet leven mag van goeden huize afkomstig zijn. Een beetje Meninggever is geen doetje. Integendeel. Dus het grootste compliment gaat naar vrouwlief die haar leven aanpaste aan het mijne, mijn carrière liet voorgaan, en mijn liefhebberijen tolereerde. Heb ik zelf dan ook wat bijgedragen? Vast wel. Maar een echte Meninggever zwijgt daarover. Maar dat is dan ook meteen het enige….Verrek….loop ik weer naast mijn schoenen zeg…..