Ongemak…

Ongemak…

Bij toeval viel ik onlangs bij SBS-6 in een staartje van een programma met de titel ‘Liefde op het eerste gezicht’…Daarin laat men totaal vreemde mannen en vrouwen (of er andere combinaties worden benut is mij ontgaan) met elkaar kennis maken in een prachtige villa vol geneugten als een buiten-whirlpool etc. Die mensen hebben kennelijk vooraf aangegeven dat ze open staan voor een date met iemand die ze als ideaal zien voor een toekomstige relatie. De redactie maakt dan (kennelijk) een theoretische match en zet twee kandidaten dan ‘in the blind’ bij elkaar om te zien wat er van komt. En dan staan de camera’s (verstopt in de achtergrond) vol aan en hoor en zie je hoe het allemaal ver- en afloopt.

Want het is de gedachte bij deze formule dat die mensen na een nacht bij elkaar (vaak de een op de bank en de ander in het comfortabeler bed) besluiten of ze samen verder gaan of niet. Nou wat ik er van zag (latere uitzendingen ook wat stukjes gezien) komt dat in 80% van de gevallen niet goed. En dat is ook niet zo gek want wat missen veel mensen toch het talent om aardig met iemand van de andere sekse om te gaan als het er op aankomt. In het beste geval klappen ze dicht en zwijgen minuten lang, wat voor de ander een ramp is. Maar nog erger zijn de kandidaten die op voorhand al aangeven wat ze van de ander vinden. Zoals de man die na het zien van de vrouw die binnenstapt en haar jas uittrekt aangeeft meer een ‘billenman’ te zijn en die bij haar mist. Of de vrouw die aangeeft dat ze niets ziet in iemand van haar eigen leeftijd en dan tegenover een man komt te staan de 10 jaar jonger is maar ouder lijkt.

En die mensen maar ingestudeerde lijstjes afwerken over hobby’s en zo meer. Of met voorgekookte kaartjes antwoorden van de ander trachten te ontlokken. Was er een jongen bij die aan het meisje tegenover hem vroeg of zij ‘hield van sex’ waarop zij met bijna rode konen bekende dat ze dat ‘heel lekker vond’ maar dacht dat het bij hem niet zo te halen viel. De stiltes die daarna vallen zijn oorverdovend. De volgende dag is nog leuker. Dan is er altijd een die de andere kandidaat echt leuk vindt en dat aangeeft om dan te moeten aanhoren dat die ander de betrokkene ‘echt niet zijn/haar type te vinden’ en de koffer pakt om naar huis te gaan. De tranen vloeien dan vaak bij de afgewezen kandidate, want helaas het zijn vaak de vrouwen die afgewezen worden. Niet zo gek als je die mannen eenzijdig naar de bank hebt verwezen en die echt een gebroken nacht meemaakten. Hoe dan ook, bij alles wat ik er van zag constateerde ik dat een gebrek aan basiskennis van wat aantrekkelijk is een groot probleem kan opleveren. Hoe een man zich zou moeten gedragen in de aanwezigheid van een vrouw met wie hij denkt eventuele verdere plannen te maken. Of hoe omgekeerd, charmant gedrag van een vrouw richting man, vaak totaal mankeert. En dat daarom die ‘match’ in hun leven er niet is of zal komen. Openstellen voor wat er op je afkomt en accepteren dat je wellicht niet behoort tot de eredivisie van wat schoonheid, elegantie of intelligentie normaal in zich heeft, gecompenseerd kan worden door leuk en lief gedrag. De ander als een prins of prinses behandelen. ‘Rozen, rumbonen en rode wijn, dat moet voor elke vrouw toch voldoende zijn’, zong Van Kooten ooit in een persiflage van een serieuze Don Juan. Nou zelfs tot die drie basis-elementen kennen kandidaten in dit programma niet. Maar het was en is smullen voor iemand zoals ik…..(Beelden: Archief)

Vrolijke kunstenaar…

Vrolijke kunstenaar…

Ware het niet gegaan via een tip van mijn polderzus Thamara (in blogland nog steeds bekend ook al zit ze tegenwoordig vooral op de andere sociale media) of ik had nooit van het bestaan van deze kunstenaar afgeweten. Over wie gaat het dan Meninggever? Nou om Marius van Dokkum. Een vrolijke Frans die in de stijl van oude meesters niet alleen leuke platen maakt die je zo aan de wand kunt hangen, maar ook stripboeken vult met zijn tekeningen. Maar ook kaartspelen, kalenders of legpuzzels maakte. De man werd geboren in 1957 (bron Wiki) en is nu dus een dikke zestiger. Ooit geboren in het Noord-Hollandse Andijk volgde hij een christelijke opleiding in Kampen en ging een tijdje werken in Ughelen als ontwerper bij een papierfabriek. In die periode ging hij ook schilderen. En zijn stijl ontwikkelde snel een leuke humoristische uitstraling en inhoud. Zijn werk is vaak geexposeerd in diverse musea, hij verkoopt zelden iets, maar dat komt meer door zijn eigen terughoudendheid na een zeer slechte ervaring met een galeriehouder die hem oplichtte.

Nadat hij uitgebreid aandacht kreeg tijdens een expositie die werd gehouden in Harderwijk (2015) en daarbij ook de nodige bezoekers zijn werk leerden kennen kwam het initiatief op gang om een specialistisch Marius van Dokkum-Museum in te richten in die dol fijne vissersplaats van vroeger. Dat museum ging in 2018 open. Het zal duidelijk zijn dat ook ik dat toch eens moet bezoeken als we daar in de buurt zijn. Het werk van Marius van Dokkum heeft veelal realisme in zich met een grote knipoog. Met name ouderen en trouwe kerkgangers zullen wellicht iets moeten slikken bij het zien van zijn blik op de mensen uit die kringen. Maar een beetje zelfspot moet je natuurlijk wel gewoon hebben. Is uberhaupt beter. Al dat serieuze gedoe… Van Dokkum zelf maakt naast werk in opdracht of om de kassa te spekken ook vrij werk waarin hij zich naar eigen zeggen nog wat beter kan uiten. Het is leuk werk en als stripliefhebber kan ik het zeer waarderen. Vandaar even aandacht voor deze kunstenaar. Ik hoop dat jullie het ook kunnen waarderen, en anders glimlach je maar…(Beelden: Thamara/internet)

Humor!

Humor!

Nou beste mensen, deze oudere jongere kan nog steeds keihard lachen om humor die hem raakt.

Opgevoed met films van Laurel & Hardy (toen al klassiekers) ontdekte ik al snel dat subtiel en over-the-top me veelal over de drempel van de gulle lach heen trekken. Gekkigheid in woord en beeld. Sommigen hebben dit aan de kont hangen. Nu is niet alle Britse humor is per definitie leuk. Juist waar de teksten scherp zijn en de mimiek van topniveau komt het beter over dan als men leuk doet om de lach. De Schutters een voorbeeld, ik lachte me daar gek om, vooral omdat Britten soms zichzelf compleet bespottelijk kunnen maken met behoud van hun traditionele gevoel de wereld te beheersen. Fawly Towers, de eerste reeksen Are You Being Served, Tommy Cooper. Maar die reeks van ‘On the buses’ al snel vervelend, net als Benny Hill.

Het pakte me dan niet. In Nederland zie ik Andre van Duyn als een echte komiek, zoals dat ook gold voor Johnny Kraaikamp Sr. Cabaretiers alleen als ze ook echt leuk zijn en niet als ze anderen fel bespottelijk maken. Ik ben dus niet zo van Youp van ’t Hek, meer van Hans Teeuwen of Guido Wyers. Omdat ik geen onderscheid wil zien in het bashen van sommige lieden. Polcor-humor is geen humor. En wij Nederlanders zijn slecht in het spiegelen van wat fout zit bij ons zelf. Wie dat wel doet kan rekenen op groot publiek.

Maar wie doet dat nog?? Bang voor van alles en nog wat en vooral van kritiek uit (on)verwachte hoek. Humor is soms tijdloos, maar er waren ook vroeger al humoristen die ik niet kon waarderen. Chaplin was er zo een. Ik zag er niks in. Veel te serieus en te overtuigd van zijn eigen leukigheid. Dat was nu net de kracht van Laurel & Hardy. Altijd zelf uiteindelijk het slachtoffer. Sloebers soms en niet bang voor een emmer water of een zaag op de bol. Ook geweldig vond ik ‘Keeping up Appearances’ met die geweldige actrice die Mrs.Bucket speelde (Mrs Bouquet….in haar jargon) waar de stijl van de middenklasse t.o.v. de onderklasse zo goed werd weergegeven.

Humor is dus ook persoonlijk, laat ik daar duidelijk over zijn. Wat ik leuk vind zal voor een ander niets betekenen. Mensen kopen massaal kaartjes voor Freek de Jonge of Claudia de Breij of soortgelijke lieden. Moet toch wel iets zeggen. Wellicht over mij?? Kan zo maar. Want ik kan mijzelf nog in de spiegel aankijken en om dat koppie lachen dan. Wie kan dit ook. Schroom niet hoor…..ik lach je niet uit… (Beelden: Internet/archief)

Leven met de Vliegende pijl – 37 – aanpak reclame en PR!

Ook op reclame- en PR-gebied moest in die periode een enorme inhaalslag worden verwezenlijkt. We hadden op enig moment na mijn aantreden, ook op mijn verzoek, het oorspronkelijke uit de Binckhorsttijd stammende reclamebureau al vervangen. Er moest aandacht komen voor de nieuwe generatie Favorits middels een campagne die zou binnenkomen als een mokerslag. Maar met alleen een beetje reclame was je er nog niet. Onderzoek wees uit dat veel potentiële klanten ons merk nog nauwelijks meenamen als ze een nieuwe auto overwogen en de Favorit als model in zijn klasse bepaald niet bekend bleek. Daarbij behoorden we nog steeds tot de ‘Oostblokmerken’ en waren de vooroordelen daaromtrent niet van de lucht. Daarbij hielp ook het feit niet dat het autojournaille bepaald minder positief over het merk schreef. Zelfs regelmatig gemaakte reisjes naar het land van herkomst waar men de VW-invloed goed kon bekijken waren niet overtuigend genoeg geweest om deze lieden hun kennelijke vooroordelen te laten bijstellen. Het mankeerde nog maar aan het feit dat men durfde beweren dat bij Skoda galeiboeven die wagens in elkaar staken. Als er iets bezijden de waarheid was dan toch wel dat, elke keer als ik in Tsjechië was zag ik de enorme veranderingen en ook hoe de van VW afkomstige Duitse managers vooral de fabriekshallen schoon en efficiënter maakten.

Er was dus aanleiding genoeg om de boel publicitair eens op te frissen en ook op reclamegebied wat meer aandacht te vragen voor onze producten. Waarbij we ook in acht moesten nemen dat we werkten met zeer beperkte budgetten en de Tsjechen ons in hun denken over het eigen merk weinig konden helpen met goed of in Nederland bruikbaar reclamemateriaal. Bij een marktaandeel in eigen land van 55% was het nauwelijks mogelijk begrip te vragen voor een andere aanpak in Nederland die paste bij een zeer grote bescheidenheid. Hoe dan ook, na enig zoeken en onderhandelen vonden we dus een leuk nieuw Amsterdams reclamebureau waar men na bestudering van de voorliggende problematiek in staat bleek een aansprekende slagzin (Staalhard Skoda!) te combineren met een spot die de Favorit zeer duidelijk onder de aandacht zou brengen. Het idee was om een nieuwe Favorit Monomotronic te laten ’molesteren’ door een zestal sportschooltypes in een soort van Blues Brothers outfits en dan aan te geven dat die wagens daar goed tegen konden. Immers…staalhard! Natuurlijk waren de gebruikte auto’s vooraf geprepareerd, motordeksel en kofferbak moesten tenslotte probleemloos op en neer worden bewogen en ook de portieren kregen deze behandeling. Het resultaat was schokkend overtuigend. Zelfs de grootste ‘baas’ van Pon Holdings op dat moment, de heer Wim de Grefte, vond het desgevraagd aansprekend en verfrissend. Vroeg zich alleen wel af hoelang we zouden kunnen doorgaan met deze slogan, immers, de nieuwe modellen uit Tsjechië zouden van een andere soort en aard zijn. Maar goed, ‘for the time being’ moest het kunnen. Het imago werd in ieder geval verbeterd, de spot viel, ondanks de relatief lage frequentie van uitzenden, op en de dealers voelden zich gesteund. Al was het maar omdat de afsluiter ‘Volkswagen-Groep’ hen het idee gaf dat ze nu ineens behoorden tot de eredivisie van het merkenland.

Onderliggend werkten we ook aan dealerondersteuning waartoe we een ander bureau aanstelden dat dealers kon helpen met lokale advertenties die tenminste in de stijl van het merk bleven. De Skoda-dealers neigden er namelijk toe om ongeveer alles aan te grijpen zich te profileren, mits het maar niet te veel moeite hoefde te kosten. Dus adverteerde men met veel knip- en plakwerk in de lokale sportkrantjes, op het voetbalveld of in de regionale weekbladen. Veelal met naamsvermeldingen die nog stamden uit de oude Binckhorstdagen, maar ook met een toevoeging rond de VW Groep die groter werden afgedrukt dan de merknaam Skoda zelf. Wij stelden op indicatie van de fabriek regels vast waaraan onze dealers zich op dit terrein moesten confirmeren. Dat lukte maar met mate. Ondanks alle ondersteuning was het toenmalige korps een ratjetoe van zelfstandige en kleine ondernemers die ongeveer ‘alles beter wisten dan de toenmalige importeur‘. Als die importeur nu maar voor vele tonnen reclame zou maken, kwam het bij hen met die verkopen vanzelf wel goed…. Jaja. Helaas brachten ze in de verste verten de winst niet die had kunnen leiden tot die gevraagde investeringen op reclamegebied. Rest nog om in dit stadium aan te geven dat de Favorits die we terugkregen na de opnamen van de spot, meteen naar de schadeafdeling konden waar we een totale schade van zeven duizend gulden mochten noteren. De heren figuranten hadden iets te driest de boodschap willen brengen en zo Staalhard bleken die Favorits onder die wel erg extreme omstandigheden kennelijk nu ook weer niet te zijn……

Maar we deden nog meer. We ontdekten op enig moment bij een bezoek aan een Lada-dealer ergens in het land die we wilden omvormen tot een vertegenwoordiger van het ’ware geloof’ dat de Lada-importeur een eigen krant uitgaf voor de rijders van het Russische merk. Dat vonden we een leuk initiatief en besloten dat wij dat ook moesten doen. Maar dan in magazine-vorm, iets chiquer en vol informatie over alle transformaties die Skoda in zich had op dat moment. Skoda Vizier was geboren. Het kwam goed aan bij zowel de Skoda-rijders als de dealers. Het was een aardig blad en het heeft nog jarenlang daarna bestaan. We deden om de kosten te drukken, zelf de redactie. Maar laten we niet vergeten dat er ook enkele dealers waren die wel zeer pro-actief bezig waren klanten te binden, zoals het toen bekende dealerbedrijf van Lakeman uit De Rijp. Brutaal als de beul en met veel steun van Jaap van Rij die de financiele onderbouwing in elkaar stak, leverde Lakeman een zestal Favorit Pickup’s via een lease contract en met metalen opbouw aan de lokale PTT. Voor de postbezorgers een stap vooruit, voor Lakeman en Skoda een aardig stukje publiciteit dat wij niet verloren lieten gaan. Los van de afgunst bij sommige collega-dealers die meenden dat zij dit op deze wijze ook konden, was het toch vooral een positieve benadering die ons allemaal een steun in de rug was. En dat we er in Skoda-Vizier veel aandacht voor hadden spreekt voor zich. Overigens gaf de PTT na deze deal met Lakeman direct een instructie af dat Skoda niet behoorde tot de preferente aanbieders van vervoer voor deze postbestellers. Dat was indertijd namelijk Renault. We waren gewoon door de mazen van de binnen het bedrijf geldende regels op dat gebied geglipt. Met dank aan onze eigenwijze Noord-Hollandse dealer die zijn markt wel actief bewerkt had. In het verlengde van dit verhaal mag niet onvermeld blijven dat ook een dealer uit Enschede, Kuster, in staat was om een reeks Pickups te verkopen aan zijn lokale gemeente. Ook een prestatie die we de nodige aandacht gaven. Overigens moet ook nog even worden vermeld dat in de jaren voor Pon importeur werd het contact tussen fabrikant, land en gebruikers bij Skoda zelf werd onderhouden via een heel leuk gemaakt en overtuigend magazine, dat onder de naam Motor Revue verscheen. Je kreeg er als dealer maandelijks een paar geleverd die we niet alleen in die jaren helemaal stuk lazen maar ook op de leestafel in de showroom neer legden. Zoveel steun kreeg je niet, dus alle hulp was welkom. Wordt vervolgd – (Beelden: Yellowbird archief/Skoda/Pon/internet)