Het leven is soms bijzonder onvoorspelbaar en zeker unfair. Zo voelt het als iemand overlijdt die veel en veel te jong is. En ook nog eens na een lijdensweg van dik een jaar. Zo iemand was Milko. 46 werd hij slechts. Een knokker, hield het vol tot het bittere eind, maar de strijd was zwaar, de tegenstander veel te sterk. Alle medische hulp werd hem verstrekt, maar uiteindelijk won die vreselijke ziekte het van zijn krachtige verzet. Een taaie struik, geknakt in de bloei van zijn leven. Net een nieuwe liefde gevonden, lekker levend op zijn eigen typerende wijze. Maling aan de gevestigde orde, doen wat je hart je ingeeft en desnoods met minder toe dan toegeven aan de vermaledijde burgerlijkheid. Breed georiënteerd, revolutionair, muzikaal, humorvol, alles relativerend. En dat was hij als kind al. Toen wij hem leerden kennen was hij net 6 jaar oud. Een leuk knulletje met een handleiding. Altijd goed voor kleine kinderrampjes waaruit later door ouders en vrienden heel wat verhalen zijn terug te halen. Samen met o.a. onze zoonlief boezemvrienden en de straten en pleinen (zeker meer…) van de nieuwe polderstad onveilig makend. Op een manier die we nu als uiterst beschaafd zouden omschrijven. De revolutionair in hem zat er later aan te komen. Zeker in zijn latere muziek-optredens. Zijn verhalen, teksten, rappen op eigen frasen, niet bang voor het publiek, gewoon leuk en netjes dwars liggen. Passend bij de leeftijd. Vanuit New York verslag doen naar zijn familie toen 9/11 daar plaatsvond. Maar niet in paniek rakend. Relativeren….zo knap. Zoals hij dat ook tot het allerlaatst deed. Nog even op het allerlaatst een tekstje doornemen met vrienden, niets verlangen, niets vragen, zoveel mogelijk zelf blijven doen. Een kanjer. Maar geknakt…uitgewoond, de strijd verloren. Het wordt zeker voor zijn familie, liefde, nabestaanden zoeken naar een nieuwe plek om ook dit verdriet een plek te geven. Zonder te vergeten. Daarvoor was hij veel te bijzonder. Milko….we gaan hem missen. Maar ook bewonderen om wie en wat hij was bij leven. Zoals het hoort. Deze week nemen we afscheid. De verwerking zal lang duren….
Tagarchief: overlijden
John…
Het was door stom toeval dat ik ineens het bericht las van zijn overlijden. Dat was op dat moment al vier maanden geleden. Als ik dit opschrijf zijn we alweer een kleine maand verder.

Maakt op het eeuwige leven natuurlijk niet uit. Maar hij verdient dan wel weer dat ik even aandacht voor hem vraag. Een markant mens uit mijn schrijvende en vliegende verleden. Een man die ik ontmoette tijdens de hoogtijdagen van onze exposities ter promotie van de luchtvaart en de uitgave van het bijbehorende magazine Stabilo. Hoe ik nu precies met hem in contact ben gekomen is me achteraf bekeken niet meer zo duidelijk, wel dat hij ineens met veel enthousiasme zijn kunsten ging vertonen tijdens een van de in het Schipholse Aviodome-museum gehouden tentoonstellingen van onze Stichting. Hij liet zich omhoog takelen met een gehuurde kraan, zelf gekleed in een pilotenpak en schoot na de ‘landing’ allerlei vuurpijlen af om zo de ‘dinghy-drill’ van piloten te demonstreren. Wij en het publiek om ons heen, waren er zeer van onder de indruk. En dat was voor John eigenlijk nog maar een klein beginnetje. Hij was journalist, kende enorm veel mensen, van Prins Bernhard tot Martin Schroder, belde gewoon het hele land door om zijn doel te bereiken en beet zich graag vast in luchtvaart-gerelateerde onderwerpen. Nam ons mee naar recepties of tv-shows, zonder vragen of uitnodiging, reed in een grote Cadillac en had altijd al dan niet geleende apparatuur bij zich. Hij leerde op enig moment zelf vliegen, een passie die hij graag met me deelde, kon prima zeilen, was een prater van jewelste maar had ook maling aan sociaal normaal contact. Niet vreemd opkijken als hij ineens om 10 uur ‘s-avonds bij je voor de deur stond. Hij regelde testvluchten met dikke helikopters of liet zich in een US Navy jet afschieten vanaf het vliegdek van een Amerikaanse carrier in de Middellandse Zee. Toch hing er ook wel een zweem van geheimzinnigheid om hem heen. Hij verzweeg bepaalde dingen uit het verleden. Toen we nog samen in de polder woonden maakten we desondanks veel plezier. Hij altijd in de weer om bij sponsoren van alles los te peuteren, een man die op alle vliegvelden in Nederland bekend was en altijd in voor een gesprek of interview. En veelal in dat bijzondere vliegerspak van hem. Net als zijn oude regenjas een soort uniform. Toen ik een jaar of 25 geleden terugverhuisde naar het oude land werd de relatie verbroken. Ik had het veel te druk met mijn carriere die op dat moment zorgde dat ik me met de Stichting en het magazine niet meer te veel bemoeide en dat verhaal ook mede daardoor stopte. John ging iets anders doen. Verdween uit beeld en verlegde zijn vizier richting andere dingen. Via een andere relatie in de Polder kreeg ik dus onlangs ineens dat verlate overlijdensbericht. Te laat, maar toch. John Assmann, hij werd 82 jaar oud. En bijzonder mens. Maar in de hemel vast allerlei dingen aan het organiseren…..Moet wel…..(Foto: John en ik in een Piper Super Cub voor weer een fotovluchtje..)
Victor….
Als een eik wordt geveld valt hij met veel gekraak. En dat geldt ook voor mensen die een onvergetelijke indruk maakten tijdens hun expressieve leven. Zo’n vent was Victor. Ik leerde hem via vrouwlief en haar collega/vriendin bij de Gemeente Amsterdam kennen. In 1968. Een stoere en voor vrouwen zeker aantrekkelijke vent met een snor en lang haar. Vrijbuiter, verhalenverteller, warm, half Oekrains en met een jeugd die niet meteen bol had gestaan van liefde. Die liefde zocht en vond hij bij het andere geslacht en daar was hij succesvoller dan tien mannen zoals ik bij elkaar opgeteld. Hij had dan ook veel mee. Als vriend was hij trouwens ook noest en sterk. Je wist over het algemeen wat je aan hem had en we beleefden ook heel wat avonturen samen. Vlogen overal in en heen, hij introduceerde me in de wereld van het fotograferen met een SLR-camera. Ik hem in de wereld van de luchtvrachtlogistiek. Hij was daarin een typische olieman. Je kon hem wegsturen naar bestemmingen in het Verre Oosten of Afrika. Altijd regelde hij onze bedrijfszaken prima maar had hij daarbij meestal ook meteen weer nieuwe relaties opgedaan of andere uitgediept. Hij reed in het begin vooral op de motor. Talloos zijn de verhalen die daarover te vertellen zijn. Van onwillige Russische merken tot fraaie BMW’s. Hij verkaste en verhuisde op enig moment.
Naar Nieuw Vennep. Bouwde daar direct weer een nieuwe kring vrienden en relaties op. Zijn brede inborst zorgde voor veel genoegens. Die vrienden werden deels ook weer vrienden van ons. En opnieuw werd er gevlogen en genoten. Samen in een stichting actief die de luchtvaart wilde redden tegen het toen al veel te heftige geblaat van Groenlinkse milieurakkers. Samen een luchtvaartblad maken. Met nog meer mensen, maar Victor was van de relaties. Dat kon hij als de beste. En fotograferen. Of luchtvaartavonden organiseren waarbij hij half Schiphol thuis uitnodigde en die mensen dan zijn zelfgemaakte films liet zien. En als het even kon ook zijn collectie Laurel & Hardy films. Want ook dat was een passie. Hij bleef in die luchtvaartsector actief, ik koos voor de auto’s. Onze levens bleven verbonden via de passie voor de luchtvaart maar de carrieres volgden een ander pad. Deden nog wel wat leuk was. Tentoonstellingen, bladen maken, vliegen.
In 1990 herintroduceerde hij mij bij het bedrijf waar hij toen op Schiphol werkte. Een rommelige toko en Victor trachtte het hoofd boven water te houden in die zaak. Heftig soms. Reed overtuigd Harley-Davidson en kocht die motoren ook overal en nergens voor de handel. Ik bleef maar kort bij die zaak actief, hij nog iets langer. Tot hij ineens besloot met een nieuwe liefde richting Frankrijk te vertrekken en heel wat schepen achter zich te verbranden. Echt afscheid nemen kon niet meer. Hij begon opnieuw! Ik zag hem nog een keer in 2000 bij het definitieve afscheid van vliegvriend Wim. Het was hartelijk en plezierig als voorheen. Daarna werd het stil. 18 jaar lang. Veel te lang. Onlangs bereikte me het bericht dat hij plotseling was overleden. In Frankrijk. Waar hij ook werd begraven. Uit de vele reacties op Schipholse Facebook-groepen maak ik op dat hij zeer wordt gemist. Gek genoeg komt dat verlies ook bij mij stevig binnen. Te veel meegemaakt samen, te zeer genoten. Een man vol passie viel ineens om. Een eik geveld. Ik hoop oprecht dat hij daar waar het universum ruimte biedt voor ons allen, opnieuw mag beginnen. Het is hem zeer gegund. En ik wens alle nabestaanden en vrienden van vroeger en nu sterkte bij dit verlies.
Cuba!
Welk gesprek we in de afgelopen 25 jaren die we hier nu wonen met haar begonnen, het eindige steevast met een soort wereldbeschouwing waarbij zij als positief voorbeeld Cuba noemde. Daar was alles goed. Althans als ik mijn lieve buurvrouw G moest geloven. Een keer in haar leven op dat Castro-eiland op bezoek geweest. Zij was onze naaste buur ter rechterzijde. Toen wij hier kwamen wonen als redelijk jong stel was zij al bezig met haar gepensioneerde echtgenoot een iets rustiger leven te leiden. Die echtgenoot was toen net fulltime thuis en deed de hele dag vrijwel niks. Dat stoorde haar, maar gaf haar ook het alibi om er af en toe eens lekker uit te breken. Naar de P.C. Hooft of Beethovenstraat in onze mooie stad. G. was een stevig karakter. Gemengd bloed waarmee ze een zekere felheid opbouwde die zijn weerga niet kende. Ze was een knappe verschijning, daarbij ook slank bij het magere af. Vegetarisch, maar kookte voor anderen de meest heerlijke gerechten. Je zag dan ook vaak mensen langs komen voor een maaltje. En als zij dan de keukendeur openzette rook het bij ons in de tuin zalig. Diepgaande contacten tussen ons bestonden overigens niet eens. Af en toe even, voor een probleempje bij haar in huis. Lekkage onder het huis, kapot gevroren leidingen, iets met de oven. Overal had ze haar mannetjes voor. Zeker toen ze haar man had laten weten dat het huwelijk wat haar betreft voorbij was. Ze wilde gewoon verder leven en niet amechtig achter de denkbeeldige geraniums zitten. Gymnastiek met een vriendin, bezoeken aan de (volwassen) kinderen. Ze ergerde zich als een van de oorspronkelijke bewoners van ons schone straatje aan sommige ‘nieuwkomers’ die hun auto steevast voor haar deur mikten. Te beroerd om even verderop een eigen plekje op te zoeken.
Die nieuwkomers kwamen meestal uit de wat aardiger buurten in Amsterdam-Zuid hier wonen omdat wij nog een huis met tuin te bieden hebben ipv de bekende etage-woning. Ze ergerde zich aan de gemeente die allerlei lasten oplegde waar zij na de scheiding toch best financiele problemen door kreeg. Maar het meest ergerde ze zich aan de Haagse regering. Het maakte niet uit welke, het was allemaal niks. Asociaal, niet bezig met de burgers maar met zichzelf. Gesprekken over mierenoverlast in de tuin konden zomaar uitlopen op een inhoudelijk politiek gesprek van drie kwartier. Toen ze alleen woonde werd ze ook nog wel eens geplaagd door jochies van een jaar of 12-14 die belletje trokken of in haar voortuin klooiden. Omdat zij altijd woest reageerde hadden die bengels daar de meeste lol om. Tot ik als buurman ingreep. Het gaf enige beroering, daarna was dat gepest over. Als het sneeuwde maakte ik meestal ook even haar straatje schoon, ze liet nooit na me daarvoor te bedanken. Kleine moeite. ‘En jij bent ook al zo lief voor je auto, nog liever dan voor je vrouw..’ was een van haar gevleugelde uitspraken als ik mijn Tsjechische vierwieler weer eens poedelde. Vorig jaar ging het ineens mis met haar gezondheid. Ze werd broos, kwetsbaar, kwam vrijwel niet meer buiten. Moest worden behandeld door dokters, specialisten en zo meer. Het hielp niet veel. Haar kinderen kwamen haar verzorgen. Elke dag, trouw! Petje diep af voor de jongelui! Maar afgelopen zondag was het over. In haar eigen bed ingeslapen om niet meer wakker te worden. Het was ‘op’. Rond dit weekend wordt ze begraven. Een van die eerste bewoners van dit hofje, met wie het goed toeven was. Karakteristiek. Met niveau! Haar parkeerplek voor de deur zal door anderen worden ingenomen. En niemand die er meer iets van zal zeggen. Zelfs de politie op Cuba niet. Zij ruste in vrede. Het is haar meer dan gegund!
Farrah
Ze is helaas al weer een paar jaar hemelen, maar ik kwam haar naam onlangs weer eens tegen en vond het best een goed idee om er wat schrijfwerk aan te wijden; Farah Fawcett! In de jaren 70 en 80 een grote Amerikaanse ster die haar carrière ooit begon als model voor shampoo en scheerzeep. Opvallend, maar zeker, zij had een haardos die er zijn mocht. Amerikaanser kon je ze bijna niet krijgen in die tijd, qua sterrendom dan. Farrah behoorde niet tot de rondborstige soort tv- of filmsterren. Daar zaten haar talenten niet. Wel in haar schitterende glimlach, mooie stem en haar sexy uitstraling. Ze werd pas echt beroemd toen ze opdook in de reeks ‘De man van zes miljoen’ waarin ze haar toekomstige man Lee Majors tegenkwam. Toen een grote meneer in het Amerikaanse TV-landschap. Weer later werd ze hoofdrolspeelster in de reeks ‘Charlie’s Angels’. Vanaf 1976 trad ze daar in op en dat maakte haar niet alleen tot een sekssymbool, haar weelderige kapsel maakte haar ook tot voorbeeld voor veel vrouwen over de hele wereld.
Die lieten zich qua haardracht door Farrah inspireren. De samenwerking met Lee Majors leidde tot een huwelijk dat duurde van 1973 tot 1979. Daarna scheidde ze van haar man en begon een relatie met acteur Ryan O’Neal die haar weliswaar tot een huwelijk wilde verleiden, maar waar ze nooit mee is getrouwd. Ze kregen samen wel een zoon, Redmond. Haar carrière staakte aan het begin van deze eeuw al nam ze nog heel wat rollen en rolletjes aan in vooral Tv-series. In 2006 kreeg ze helaas een ernstige ziekte waarmee ze drie jaar lang vocht. Tot ze in 2009 helaas overleed. Slechts 62 jaar oud geworden. Mooie meid, maar zo gaat het vaak. Dacht er goed aan te doen even wat aandacht voor haar te vragen…..Hoop dat jullie haar ook nog ken(d)nen en wellicht iets hebben van ‘o ja….die!’…
1 jaar na Yde
Op de 25e juni vorig jaar verruilde onze grote vriend Yde het tijdelijke voor het eeuwige. Zijn overlijden kwam als een grote schok. En anders dan je wel eens meer hebt bij dit soort gebeurtenissen, ebden de schokgolven niet zo maar weg. Nee, hij bleef intussen een jaar lang onderdeel van het dagelijkse leven. Gesprekken, anekdotes, data. Hij bleef in onze gedachten. Dat is toch wel typerend voor iemand met een grote wijsheid en interesse. Iemand die oprecht bezig kon zijn met de wereld om ons heen en daar een mening over vormde die weliswaar stellig, nooit in beton gegoten was. Het afscheid van Yde maakte ook duidelijk dat zelfs de grootste en stevigst gewortelde eik kan worden geveld door zoiets akeligs en afschuwelijks als de ziekte waaraan hij leed. Een strijd die door allerlei complicaties niet te winnen bleek. Afscheid nemen was niet echt mogelijk, hij vertrok zonder enig overleg. Niks voor hem. Altijd plande hij zijn reizen goed, dacht na, nam veel bagage mee, en liet weinig aan het toeval over. Zijn laatste reis was minder gepland en dat zorgde ook voor die beschadigingen bij allen die hem wat beter kenden, de familie uiteraard op de eerste plek. Onlangs was er een feestje in die familie. Goed georganiseerd, geweldige gastvrijheid, leuke sfeer. Maar wat misten we hem. Altijd goed voor een verhaal, voor een grap, voor een overweging over de ‘Fransen’ die de wereld al heel snel beter zouden kunnen maken ‘als…’. Zijn stoel staat nog steeds in huis. Ik heb er sindsdien nooit meer in gezeten. Past niet bij het eerbetoon. Een jaar geleden alweer. En nog steeds doet het pijn. Is dan het bewijs niet echt geleverd dat de man behoorde tot de intieme vriendenkring waarvan een gemiddeld mens er vaak maar zo weinig heeft? We nemen een glaasje op zijn herinnering. En houden zijn herinnering in ere! Salut!
Het einde van het rekbare leven…
Een van de dingen waar wij mensen maar niet goed mee om weten te gaan is de dood. Nu is de ellende ook dat van alle mensen die ons voor gingen over de drempel van het tijdelijke naar het eeuwige, niemand is terug gekomen om even uit te leggen wat die dood nu precies voor ons allen in petto heeft. En dus gissen we er op los, koesteren ons in een of ander geloof dat het na de fysieke dood nog een tijdje door zal gaan ten bate van onze ziel of vrezen we dat einde omdat we dan niet meer onder dierbaren kunnen verkeren. Feit is dat heel veel mensen bezig zijn om die dood ver van ons te houden. We willen weliswaar allemaal oud worden, liefst in goede conditie en hopen dan op het 100-jarigenschap of nog wat verder, maar het moet wel leuk blijven. Mensen rekken lijf en geest zo ver mogelijk op en door de moderne wetenschap zijn we ook in staat om wat vroeger leidde tot het einde, nu via allerlei kunstgrepen uit te stellen. We bestrijden kwalen, geven onze genen wat extra kunstmest en andere stimulansen mee om langer door te gaan en weten nu al dat de volgende generaties moeiteloos naar de 100 jaar zullen gaan, mogelijk zelfs 120 jaar verder kunnen.
Bedenk daarbij maar eens dat aan het begin van de 20e eeuw die gemiddelde leeftijd eerder bij 60-65 lag dan bij de huidige 78/80. Kortom, het leven is rekbaar, de dood komt uiteindelijk zelfs voor de oudste bewoners van deze aardkloot als een onafwendbare beslissing op ons af. Dan doen we ons best om dat voor hen die het treft zo goed en rustig mogelijk te laten verlopen en herdenken daarna hen die ons ontvallen. We trachten herinneringen vast te houden en ook via tastbare zaken te zorgen dat de overledenen recht wordt gedaan. Over tien jaar is die herinnering al aardig vervaagd vrees ik. Meestal gaat dit zo en na een paar decennia ben je als mens ook op dat punt verdwenen. Opgegaan in het stof van de vele miljarden mensen die ons voor gingen in die weg naar het einde.
Schilders, schrijvers en componisten maken nog wel eens kans herinnerd te worden, mits talentvol, en een enkele dictator ook nog wel. Maar de gemiddelde mens? Vrees van niet, ook al doen sommige nabestaanden van min of meer bekende mensen nog zo hun best om die nagedachtenis in leven te houden. Onlangs zag ik een programma over oude toneelspelers. Grote namen uit het verleden bleken bij hen nog te leven, maar bij een jonger publiek, de huidige 30-40-jarige waren die namen compleet onbekend. Opgegaan in het verleden, verdwenen in het grote niets. Net als geldt voor normale mensen. Wellicht dat er over 100 jaar weer eens over wordt nagedacht. Maar de kans daarop is klein. Je moet dus bij leven aan je eigen imago werken en dan genieten van alle loftuitingen die je passen. Want eenmaal over en uit is men je zo vergeten….