
Bedenk een onderwerp dat je aanspreekt, iets waaraan jij je stoort of bijvoorbeeld een gevoel veroorzaakt dat jij je minder moet voelen dan een meerderheid om je heen en je weet vrijwel zeker dat je in dit land een meute medestanders achter je aan krijgt. Mensen die kennelijk onze samenleving haten, er wel de voordelen maar zeker niet de nadelen van willen ondervinden. Zo zit dat ook in elkaar bij die lieden achter Kick-out-Zwarte-Piet. Een aantal bij elkaar gegaarde wat werkschuwe types die deels uit onze voormalige overzeese gebiedsdelen afkomstig zijn en na 1975 hierheen verhuisden voor de sociale voorzieningen plus Afrikanen die vrijwel allemaal om dezelfde reden deze kant op kwamen. Eenmaal hier ontdekten (..) ze al snel dat wij in dit land aan de Noordzee al eeuwen lang via Zwarte Piet ‘onze afkeer propaganda verspreidden rond zwarte lieden’. Zonder zich te verdiepen in de culturele achtergrond van het fenomeen wierpen zij zich op als hoeders van de rechtschapenheid en met in hun rug de steun van de BLM-beweging, een deel van de VN-organisatie maar zeker ook een fikse subsidie van de toen door linkse stromingen geindoctrineerde overheid verstoorden en frustreerden zij bewust Sinterklaasintochten door het hele land.

Tegenstromingen werden weggezet als racistisch of erger zodat iedereen die niet koos voor een ongekleurde Pieterman-assistent het wel uit zijn/haar bol zou houden om actie te voeren. Het fenomeen ZP werd zo discussiepunt voor volwassen mensen. Radicalisering en een scherpe scheiding der geesten het gevolg. Maar daarmee is het nog niet klaar. Want ook die figuur van Sinterklaas zelf is nu onderwerp van discussies. Weer een andere minderheid, die der Mohammedanen, stoort zich aan het grote kruis op de mijter van de Goedheiligman. Ook ‘weer zo kwetsend voor andere gelovigen’. Die overigens wel vooraan staan als het uitdelen van snoepgoed en cadeautjes start, maar dit terzijde. En dus zag ik ook afgelopen weken opnieuw dan Sinterklaas in bepaalde (links bestuurde) steden met een neutrale mijter op de bol zijn intrede deed. En als het nog niet erg genoeg is, een burgemeester van Groenlinkse herkomst verbood de aankomst van de Sint met zijn stoomboot vanwege ‘de uitstoot’ en er zijn ook al intochten geannuleerd omdat de Sint het waagde op zijn aloude schimmel te arriveren. Zo zielig voor dat diertje… Kortom, het afnemen van tradities van onze eigen bevolking is verheven tot strategie en links beleid. Inleveren maar. Wat nog meer zal volgen is wel in te vullen en simpel te voorspellen. En hoe linkser het bestuur, hoe meer er gebogen wordt voor al die minderheden met hun eisen en verlangens. Ik ben benieuwd wat er nog over zal zijn van onze typisch Nederlandse gewoonten over pakweg 25-30 jaar. Ik zal het vermoedelijk niet meer meemaken, maar ik vrees er wel voor. Intussen wens ik jullie allemaal morgen een prachtige Sinterklaasviering. Geniet er van zolang het nog kan. Het is zo voorbij in dit land. (Beelden: archief)


















Ik beschreef eerder al; (blog van 4 augustus jl) het streven van sommige linkse en opgehitste lieden naar een revolutie op basis van wraakzucht en vermeend lijden. Om daar toch nog eens iets tegenover te stellen even een persoonlijk verhaal dat veel duidelijk maakt over wat ik aan ervaringen opsloeg in het geheugen en mijn mening over bepaalde zaken mede vormde. Het was in 1970 dat wij als familie besloten te verhuizen naar de splinternieuw gebouwde wijk Bijlmermeer. Net ten zuidoosten van Amsterdam, fraaie flats, veel ruimte, CV, Kabel-TV en een balkon om U tegen te zeggen. Amsterdam zorgde indertijd ook al niet zo goed voor haar eigen inwoners. Woningen waren schaars en als je geen 20 jaar inschrijving bij het CBH (Centraal Bureau Huisvesting) kon aantonen was je gedoemd op een zoldertje te blijven leven of zoals wij, inwonend bij de (schoon)ouders in een op zich aardig historisch maar slecht te verwarmen pand in het centrum van onze stad. Het was mijn schoonvader die ter verbetering van de situatie na een paar jaar stappen zette en plotseling kregen we binnen de particuliere huurmarkt een schitterende flat toegewezen in die nieuwbouwwijk die lonkte. De maandhuur was 50% van wat wij verdienden, maar goed, je kreeg er een heel mooi en nieuw eigen huis voor terug.
En zo genoten we van het comfort en de omgeving, we zagen de wijk steeds verder opbouwen, en om ons heen woonden veel mensen die ik van Schiphol (zie mijn vervolgverhaal) kende. Niveau, het mocht iets kosten. In 1973, we kregen gezinsuitbreiding en in dat flatgebouw bleken vijfkamerwoningen regelmatig beschikbaar te komen. Doorstroming deed haar werk, dus kozen ook wij voor verruiming van onze woonoppervlakte. En hoe. Prachtige flats, voor de hobby’s geen ruimteproblemen meer, en we waren gewend geraakt aan de hoge huur, waarbij ook de carriere zorgde voor een wat betere betaalbaarheid. Alles was wel bij ons aan boord. Rustig ook. Tot 1975! Suriname werd onafhankelijk. Prachtig zou je denken. Maar daar dacht de helft van de bevolking in die voormalige kolonie toch anders over. Ze werden als Rijksgenoten hier gezien als Nederlanders en konden dus als ze snel waren genieten van de gratis sociale voorzieningen in ons land. Mits ze in Nederland zouden wonen. En dat deed men. Massaal! Vliegtuigen vol kwamen deze kant op, een emigratiestroom die Nederland nog nooit had meegemaakt. En men zocht dus onderdak. Voor Amsterdam was er kennelijk maar een wijk die in aanmerking kwam voor dat opvangdoel, de Bijlmermeer.
De grote flats lonkten en omdat men door de wat hogere huren minder Nederlandse huurders vond voor de steeds maar weer nieuw opgeleverde gebouwen zette men de Surinamers er in die soms rechtstreeks uit de jungle afkomstig leken. Demografisch een rampzalige beslissing, voor de er al gevestigde samenleving ook. Deze nieuwe bewoners kregen bijstand en huursubsidie maar helaas vervielen er velen toch vrij snel in de drugshandel en criminaliteit. De Bijlmer kleurde zwart. Om ons heen zagen we ook ons ooit zo keurige, door een katholieke WBV geexploiteerde flatgebouw veranderen. Was die woningbouwvereniging waar wij huurden indertijd naar ons toe nog heel erg streng geweest met haar toelatingsbeleid, nu werd men onder druk van de omstandigheden gedwongen iedereen toe te laten met een Surinaamse achtergrond. Het werd een ramp. Onveiligheid, vervuiling, alles kwam over de wijk en onze flat heen. En diens bewoners van het eerste uur. Die nergens heen konden. Want volgens de Gemeente Amsterdam liet je bij optionele verhuizing naar andere delen van de stad ‘geen betaalbare huurwoning’ achter voor nieuwe bewoners. Kortom, klem! Voor veel Nederlanders bleef slechts de weg naar elders. Men verhuisde. Naar Hoofddorp, Leimuiden, Roelofarendsveen desnoods, maar men bleef niet zitten in de Bijlmer. Een Bijlmer woonwijk die steeds verder verloederde. Persoonlijk maakte ik enorme overlast mee van buren, vuurtjes op het balkon, live muziek die zo hard was dat je echt zat te trillen op je stoel, de auto werd leeg geroofd, fietsen gestolen, boxen op de begane grond compleet ontruimd zonder verzoek daartoe en schoonmama op straat overvallen. De linkse gemeente keek de andere kant op. Gaf de Bijlmermeer en haar inwoners gewoon op.
Als het gaat om de smaak van automobilisten in ons land, laten we wel zijn, die wordt maar voor een deel bepaald door de particulier, zeker ook door leaserijders, blijkt dat men gek is op Made in Germany. Niet onterecht natuurlijk. Want de meeste merken die daaronder vallen zitten op veel terreinen op de eerste rij qua kwaliteit, comfort, luxe en veiligheid. We zijn er gek op, en dit al jaren. Van alle verkochte nieuwe auto’s in ons land was vorig jaar 37% Duits. Mercedes, Audi, BMW, Volkswagen, Opel, we zijn er gek op. En dat was eigenlijk al vrij snel na de oorlog zo. Want die Duitsers snappen veel van wat de gemiddelde automobilist zoal zoekt in zijn vervoermiddel. Maar vooral de betrouwbaarheid die spreekwoordelijk is voor een Duitse auto, sprak aan. Plus de relatief hoge inruilprijzen nog steeds.

Op plek drie, Japan. Vrijwel constant rond de 15% marktaandeel voor alle merken. En die merken hebben tegenwoordig veelal een wat grillige modelpolitiek en een breed gamma. Japanse auto’s zijn ook niet meer per definitie goedkoop. Je valt nu voor uiterlijk, uitrusting, techniek of baseert je keuze op ervaringen in de praktijk.
Een soortgelijke situatie zien we bij de Koreanen. In principe kent men uit die hoek twee grote merken, Hyundai en haar dochter KIA, een enkeling zal ook Ssangyong nog kunnen noemen. Koreaanse merken doen na wat de Japanners 50 jaar eerder deden. Op prijs en uitrusting trachten te scoren, maar sinds de invoering van EuroNCAP-botsproeven en de wens om op fatsoenlijke stoelen te kunnen zitten in zulke auto’s, zijn de prijzen bepaald niet meer laag te noemen. Fatsoenlijke auto’s zijn het veelal wel en de kwaliteit begint aardig op te lopen. Maar veel merkgevoel stralen die merken nog steeds niet uit. Je koopt er vaak een die je leuk vindt of aantrekkelijk lijkt qua uitrusting, dan wel om de nieuwe milieuvriendelijke aandrijftechniek. Enorm gegroeid is het aandeel Amerikanen in ons land. Vorig jaar steeg dat van 2,2% naar 7,2. En waar kwam dat door? Tesla! Fiscale voordelen op hun Model 3 zorgen voor flinke aantallen registraties. Of dat zo blijft? Ik betwijfel het.
Waaronder dan ook nog Alfa-Romeo moet worden geteld. Niks meer van over. De ware liefhebber zal er voor blijven gaan en al het andere maar saai noemen, maar het zegt toch wel iets over de veranderend markt. Lancia totaal verdwenen, Ferrari alleen voor de echt rijken, net als Lamborghini of Maserati. Liefhebbersauto’s. En dat is best kniezen. Zeker als je ziet dat een vroeger submerk van Fiat, SEAT nu in haar eentje bij ons twee keer zoveel auto’s verkoopt als het vroegere moederbedrijf. Het kan dus verkeren. Zeker in de marges….(Beelden: Yellowbird archief)
Ik miste ooit (gelukkig) de Tweede W.O. maar maakte wel andere mijn persoonlijke wereld bedreigende situaties mee. Laten we wel zijn, in 1953 verdronk een belangrijk deel van ons land tijdens de Watersnoodramp. Mensen, dieren, huizen etc. Duizenden doden en nog veel meer mensen in de nodige ellende achter zich latend. We maakten de invasies mee van de Sovjet-Unie in Hongarije (1956) en Tsjecho-Slowakije (1968). Maar ook de Cubacrisis (randje WO3) en de moord op President Kennedy. Het was indertijd vooral voor de mensen in generaties boven ons duidelijk dat de wereld zou vergaan. Zeker omdat het communisme (en vanuit die hoek achter het IJzeren Gordijn bezien het kapitalisme) de wereld zou overnemen. We hebben alle toekomstscenario’s voorbij zien en horen komen. Rampspoed en ellende zou ons deel zijn. De nieuwe ijstijd kwam er aan in de jaren zeventig, zure regen volgde in de jaren tachtig, de Ozonlaag vertoonde gaten in de jaren negentig en in deze nieuwe eeuw wordt ons voorspeld dat het klimaat zodanig verandert dat we al heel snel met een meter meer water in de oceanen moeten rekenen. Wat we daarna kregen was de golf van terreur uit islamistische hoek. 9/11, Londen, Madrid, etcetc. Het leven zou nooit meer hetzelfde zijn.
De lezer kan zelf wel inschatten wat van al die voorspellingen is uitgekomen. Maar een onverwacht ongenoegen bleek toch dat van vleermuizen op mensen overgesprongen Coronavirus. Klein maar zeer venijnig. Waren we eind februari nog wat terughoudend over de mogelijke negatieve gevolgen voor ons land en volk, intussen is wel duidelijk dat de totale menselijke beschaving onder druk is gekomen door de enorm besmettelijke en in sommige gevallen dodelijk aard van dit virus. In Nederland, maar zeker ook omringende landen, vielen of vallen de doden met honderden per dag. Het is dus bepaald geen grapje en het openbare leven kwam door allerlei beperkingen abrupt tot stilstand. Geen cultuur meer, geen reizen, geen winkels, geen samenscholingen, geen kerk, geen familie en ook geen vrienden. We zijn van elkaar vervreemd geraakt en hebben niet veel meer contact dan via de telefoon, app of mail. Ontwennen van onze collega’s omdat er zoveel thuis wordt gewerkt en krijgen als gezin ook nog eens de taken van onderwijzers toebedeeld.
Enkele groepen daargelaten houdt iedereen zich aan de opgelegde maatregelen. Maar bij mooi weer toch even wandelen of fietsen, liefst in groepsverband, anders zien we niemand meer. Jaja. Ellendig is het vooruitzicht. Want dit virus is niet zomaar verdwenen bij een wat hogere temperatuur of zo. Onzin, want delen van de wereld kennen bij onze kilte juist zomerse temperaturen en ook daar sloeg het Coronavirus toe. Doctrines bleken er ook niet tegen bestand. Ook zwaar gelovige christenen of moslims moesten er aan geloven en zelfs in het communistische Noord-Korea kwam het virus voor al wilde men het in dat streng bestuurde land niet weten. Mensen blijken zeer kwetsbaar voor dit soort dingen. Meer dan we willen toegeven. En je ziet ook meteen dat een samenleving als de onze waar het winstmodel gaat voor het sociale en het principe van de solidariteit, uiterst kwetsbaar is. De zorg uitgekleed, zoals de defensie voor mei 1940, en je weet dat je het niet redt tegen de bedreigingen van buiten.
En stel dat we van dit virus op enig moment zijn verlost, hoe ziet de wereld er dan uit? Ik voorspel een en al economische ellende. Zoveel bedrijfstakken die nu op Point Zero zijn neergezet dat er faillissementen zullen regenen. Ondanks staatssteun. De waarde van onze welstand zal dalen. De huizenmarkt weer onder druk. En pak weg….800.000 werklozen? Het zou zo maar kunnen. En dan is duidelijk dat een piepklein virusje sterker is dan alle vijanden of doctrines waarover wij als mensen beschikken. En dan heb ik het nog niet eens over alle sociale contacten die zijn verdwenen. Want ik vermoed dat we straks ook vriendschappen of collegiale banden zullen zien verbleken. Het wordt weer ieder voor zich en God voor ons allen. En wie God is bepaalt de toekomstige mens helemaal zelf…Ik wens u allen sterkte…op afstand…dat wel!
Mij werd onlangs gevraagd om toch eens iets te schrijven over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van automotive, opdat we wellicht met zijn allen kunnen besluiten over te stappen op alternatieve vervoersmogelijkheden dan wel aandrijflijnen voor ons vervoer. Ik schreef daar tien laar lang over op het internet, maar dat was aan de betreffende waarnemer vast voorbijgegaan. Welllicht omdat ik niet meteen stond of sta te springen van enthousiasme bij de toekomst met elektrische of zelfs zelfrijdende auto’s. Het antwoord zit besloten in de techniek. Stel je eens voor dat de huidige vloot van 9,5 miljoen Nederlandse voertuigen ineens elektrisch zouden moeten gaan rijden. Weet je wat er dan met ons elektriciteitsnet moet gebeuren? Dat moet dan verdrievoudigd worden qua capaciteit. De huidige centrales kunnen deze vraag niet aan. Windmolens al helemaal niet en je auto volplakken met zonnecellen is ook geen optie. Nee, dan gaan we richting kernenergie of moeten we elektriciteit gaan kopen bij de buurlanden.
Waar zich een soortgelijk probleem voor doet. En over die buurlanden gesproken, ons land staat na Portugal en Denemarken op de derde plek van schoonste landen als het gaat om de uitstoot van CO2. En dan alleen gemeten langs de meetlat van het personenwagenpark. Wij kopen en rijden schone auto’s. Heel iets anders dan bij de omringende landen. Waar naast de laag geplaatste Baltische staten, Engeland en Duitsland tot de meest vervuilende naties behoren. En die vervuiling blijft niet in eigen land hangen. Die waait met heersende winden ook bij ons binnen. Hoezo zuivere metingen? De gemiddelde Nederlander rijdt 13.000 km per jaar. Haal je daar de leaserijders uit, zal dit getal nog wat omlaaggaan. Maar in die kilometrage zit dan wel weer de jaarlijkse vakantietrip die Nederlanders graag in Frankrijk of Italië beleven, met een caravan achter hun familievervoer. En daar zit meteen een extra probleem voor die elektrische wagens.
Je kunt er niet echt mee over de grens vanwege de extreem korte actieradius en trekken van een caravan of klapwagen helpt daar bepaald niet bij. Kortom er is veel af te dingen op die toekomstige auto’s, zeker in het licht van de historie. Want ruim een eeuw geleden reden er ook al elektrische auto’s en die deden het qua prestaties nauwelijks slechter dan hun huidige soortgenoten. Maar die conclusie zal wel weer als zuur en conservatief worden ervaren. Voor dat doel heb ik even een praktijktest uit oktober jl. voor de dag gehaald. Door het Duitse autoblad Autobild uitgevoerd. Met vergelijkbare auto’s die draaiden op Diesel, benzine, waterstof, aardgas, een hybride en een puur elektrisch rijdende Tesla. Over een afstand van 2000km, op een dag rijdend van Hamburg naar München. Net of je voor een afspraak die kant op moet, zoals veel Duitse zakenlieden doen. Welke brandstof of aandrijving is daarbij het efficiëntst. Waarmee verlies je de minste tijd onderweg? Wel, de resultaten spraken boekdelen. De Diesel was veruit de meest efficiënte brandstof en de auto die er op reed ook het snelst van de testvloot. Hij verbruikte over deze lange rit, met wat tussenstops voor eten en drinken, slechts 60 liter brandstof.
Na ruim 6 uur was hij in reeds in München. En de gebruikte auto zelf voldeed aan de laatste nieuwe Euro6d normen qua uitstoot. Schoon dus! 17 minuten later is de tweede auto in München. De benzineauto, die duidelijk meer brandstof verbruikte maar ook aardig snel zijn doel bereikte. Als derde de auto die op aardgas reed. Deed er door het zoeken naar tankstations toch 45 minuten langer over. Hij versloeg daarbij wel de Waterstof-auto die er nog eens twintig minuten langer over deed. Ook al door de zoektocht naar schaarse distributiestations voor dat spul. Best een dingetje. Maar is daarmee toch sneller dan de Toyota-hybride die er nog eens 50 minuten langer over deed. Als absolute hekkensluiter komt de Tesla binnen. Vier uur (!!) later dan de dieselauto. Door het onderweg telkens moeten bijladen. Noem dat maar toekomstgericht dan. Tot we nieuwe accu’s krijgen en een veel grotere betaalbaarheid voor die wagens zie ik nog weinig toekomst voor de elektrische auto. Of het moet in of rond de stad zijn. Want dan komt deze techniek echt nog wel tot zijn recht. Voor de rest een aardige gimmick waarvoor met name de ‘progressieven’ uit de grachtengordel dik gesubsideerd wel willen gaan. Ik blijf voorlopig dan maar conservatief. Want ik rijd zelf meer dan het landelijk gemiddelde en daarbij ook heel wat keertjes op en neer naar Duitsland. En om dan constant aan de laadpaal te verkeren? Mijn ongeduldige karakter kan dat niet opbrengen. (Foto’s: Yellowbird archief)