
Een jaartal? Wat moet dat nu weer betekenen? Waar gaat het over?? Wel, het gaat dit keer over Schiphol en de logische ontwikkeling van dat vliegveld van een vliegweide naar een belangrijke motor voor onze economie en welvaart. Tot 1967 lag Schiphol nog op haar vertrouwde plekje aan de Ringvaart in de Zuidoosthoek van de Haarlemmermeer.

Een plek waar het toen al een kleine 70 jaar was gelegen. Maar zowel de directies van Schiphol zelf, KLM en de omliggende gemeenten waren het over eens dat een betere ontwikkeling van de luchtvaart in de toekomst verankerd moest worden in een ‘Plan voor Schiphol’ dat recht deed aan de groei van de luchthaven die gelijke tred hield met die van de wereldwijde luchtvaart. In 1948 kwam dat eerste plan voor de luchthaven al uit. Het liet een soort spinvormig complex zien met 8 start/landingsbanen die alle windrichtingen zouden kunnen invullen als het ging om het luchtverkeer in de toekomst.

Bedenk daarbij maar dat de toenmalige vliegtuigen veelal nog waren voorzien van propellermotoren en vooral de meer welvarenden er gebruik van maakten. Maar men zag toen ook al dat een grote rol voor de luchtvaart in de toekomst was weggelegd. 15 jaar later was het getekende plan een stuk definitiever geworden en was het aantal start- en landingsbanen terug gebracht naar 5. Alle omliggende gemeenten tekenden mee voor het bouwplan dat dit nieuwe areaal mogelijk moest maken. In 1967 (mei) werd dat uiteindelijknopgeleverd. Schiphol-Centrum werd de nieuwe thuisbasis voor de grote luchtvaart, het oude areaal (Oost) werd nu het domein voor kleine vliegtuigen, zakenkisten en enkele militaire machines.

Vanaf dat moment groeide de luchtvaart flink. Maar dat deden de omliggende gemeenten ook. Die bouwden als dollen nieuwbouwwijken voor de vele economisch aan de regio gebonden bedrijven en hun personeel. Aalsmeer, Amstelveen, Hoofddorp, Nieuw-Vennep, maar zeker ook Amsterdam. Schiphol zorgde voor banen, voor inkomen, voor huisvesting. De toenmalige straalvliegtuigen, soms goed voor 120dB aan geluid, en dat werd door enkelingen gezien als erg heftig. Maar men snapte ook dat zonder Schiphol die zelfde banen en huizen snel zouden verdwijnen. Intussen kreeg Schiphol een vijfde hoofdbaan. De zgn. Polderbaan. Die ontlast gebieden die daarvoor best zwaar belast waren door de overkomende vliegtuigen. Daarmee daalde het aantal vluchten op de Buitenveldertbaan flink, en daar was in de loop der jaren ook fiks gebouwd door de Amsterdamse en Amstelveense bestuurders. Intussen is extreemlinks een verbond aan gegaan met namaakomwonenden en beroepsklagers.

Die laatste groep (150 mensen) goed voor 50.000 klachten over vliegtuigen in een maand tijd. Opmerkelijk is ook dat juist die groepen menen te mogen spreken namens ‘alle omwonenden’ maar dat ze daarmee zelf nooit de confrontatie aan durven. Zeker als ze aangeven na 1967 bij Schiphol te zijn komen wonen ontneemt een type als ik ze al snel alle rechten op hun geklaag. Wie rust wil moet niet naast een internationale luchthaven gaan wonen. Maar dat wil men gek genoeg juist wel. Die paar honderd klagers willen daarbij het liefst dat heel Schiphol verdwijnt. Het bekende gereutel van mensen die hun geschiedenis niet kennen en ook niet willen snappen dat honderdduizenden banen in en rond de luchtvaartsector verloren gaan als zij hun extremistische zin krijgen. Schiphol is iets om trots op te zijn. Net als de haven van Rotterdam bijvoorbeeld. En ik vrees dat ook daar types te vinden zijn die deze havens voor hun persoonlijke rust en bevrediging willen dempen. Als zij maar met rust worden gelaten. Want het ego van deze lieden kent geen grenzen. Net als mijn enthousiasme over Schiphol. Maar ja, ik ken mijn geschiedenis…en die van de luchthaven. Dat maakt veel, zo niet alles, uit…. (beelden: Archief)


Bij het bedrijf waar ik toen werkte lette men soms enorm op de kleintjes. Personeelskosten waren daarvan toch wel een postje om rekening mee te houden. Kwam bij dat de mensen die we in de loods of de bestelauto’s hadden zitten volgens de Haven-CAO werden betaald en dat had soms bijzonder consequenties. Onze chauffeur Jaap was iemand die precies wist hoe dat werkte. Kwam hij na 5 uur in de middag terug van een of ander adres met lading voor mijn exportafdeling, dan moest je hem een blok van vier uur overwerk betalen. Stuurde je hem na vijf uur op pad voor een ritje kwam daar nog eens 50% opslag op het basistarief overheen. Een Schiphol-CAO voor dit personeel bestond nog niet, dus dat was altijd passen en meten. Zo ook op een dag dat we een afsluiter voor olie- en chemieconcern Bayer in Antwerpen Haven binnenkregen die omwille van de urgentie diezelfde avond nog moest worden afgeleverd. Hadden we dit op de normale wijze gedaan kostte dat zoveel aan salariskosten dat we er verlies op zouden lijden. ‘Dus weet je wat’, Ruud Breems zou het ritje zelf wel even maken in zijn Ford Taunus 15M RS. Ik sprak af mee te gaan, leek me wel een aardig avontuur. En vrouwlief die van het plan hoorde haakte aan. En zo werden we thuis opgepikt door baas Ruud, die het loodzware ding (woog iets van dik 80kg) in de kofferbak van zijn persoonlijke vervoer had laten plaatsen. We reden naar het zuiden. Met de koplampen van de zwaar beladen Taunus aardig richting hemel gericht.
Anders dan we tegenwoordig zouden doen hadden we daarbij ook wat minder gelet op de nevel die al rond Amsterdam en Utrecht redelijk zicht belemmerend was. Bij Gorinchem was het zicht teruggelopen naar niet meer dan 30 meter en je werkte indertijd met een wegenkaart een een beurtvaartadres (afleverbewijs) met daarop het juiste adres van de ontvanger en volgde de borden langs de weg. Stapvoets ging het dus van Gorinchem naar Breda en daar via een provinciale weg naar Wernhout/Wuustwezel. Gek genoeg was daar in die pre-EU-jaren een echte grenspost te vinden inclusief douane waar we het bijbehorende document voor de lading moesten laten afstempelen bij een Belgische beambte. Maar ja, er stonden ook de nodige trucks voor de grensovergang en ook die wilden dat verrekte stempeltje. Baas Ruud kende zijn pappenheimers en stopte bij het douanedocument een briefje van 25 gulden. De Belgische beambte zag dat, werkte het weg en gaf een stempel zodat we door konden. Gelukkig was het in Belgie wat minder mistig zodat we relatief snel ons afleveradres vonden.
Dat werd afgeschermd door een beveiligingsbedrijf waarvan de vertegenwoordiger zich wel even over de afsluiter wilde ontfermen, mits wij die ‘even op zijn bureel zouden plaatsen’. Ik heb indertijd nog veel werk gemaakt van het feit dat deze afsluiter wellicht dwars door zijn bureau zou zakken. De man keek me daarbij glazig aan. Tot ik begreep dat zijn ‘bureel’ het kantoor betrof en niet zijn schrijfbureau. Tja. Leeg reden we met gezwinde spoed weer terug richting Nederlandse hoofdstad. Maar dat was buiten de waard gerekend. In Brabant was de mist intussen zo heftig dat ik zonder overdrijving durf te stellen dat we reden met 5-10 meter zicht. Op de tast ook. Ik heb soms onderweg voor de auto gestaan om te zien waar we waren. Een rit die uren duurde zo. Afwisselend sturend, Baas Ruud was af en toe even aan een momentje rust toe, waren we rond drie uur in de nacht weer in Amsterdam. Wat een verhaal, welk een rit. Maar goed om het te hebben meegemaakt. Om 9 uur de volgende ochtend waren we weer (nou ja) fris en fruitig op kantoor. Typerend voor deze branche. Maar we hadden wel veel geld uitgespaard….En ik zal die rit nooit vergeten…(Beelden: Internet/Wiki)
Tja, bekende goede voornemens gaan ook aan mij niet voorbij natuurlijk. Beetje letten op de eterij, wat minder stress, trachten nog meer te genieten, uitkijken naar hoe de toekomst ook dit jaar weer vorm gegeven moet worden. Maar ook op bloggebied zien dat ik de zaken wat in elkaar schuif. Zoals ik een jaar eerder ook al deed toen ik mijn Belgische schaduwblog, waar vooral horeca-ervaringen werden gedeeld, stopte en hier integreerde. De regelmaat van die specifieke berichten nam wel af, maar als het voor komt zal ik het zeker niet laten. Ook ga ik kijken of ik af en toe wat autonieuws hier kan integreren. Het autoblog kreeg het aan het einde van het afgelopen jaar lastig. Althans de overkoepelende organisatie die de vele blogs jarenlang online zette waaronder het door mij verzorgde. Helaas bleek dat men op een of andere wijze ineens problemen kende met de financiering en staakten vele bloggers daarop hun tekstaanbod. Waaronder ik. Afspraak is afspraak. Maar er zijn voldoende verhalen te vertellen over die automobiele wereld.
Goed voornemen om dat zo te houden. En dus wat intensiever te schrijven af en toe. Ik neem me ook voor om zaken eens op te ruimen. Of het er van komt? Ik was dat in 2017 ook al van plan. Kwam niet zo veel van terecht. Maar goed je weet nooit hoe het gaat en wellicht verras ik mijzelf wel op dit punt. Afwikkeling van een bedrijfje zoals ik dat toch een kwart eeuw voerde zorgt ook voor veel administratie en het wordt tijd om die nu eens op te ruimen. Allemaal overbodige ballast. Kortom, mijn voornemens zijn weer goed en nuttig. Hoe zit dat met mijn lezers??? Ook al bezig met wat je jezelf op die 1e dag van het nieuwe jaar had of hebt voorgenomen?? Vertellen hoor!!
Het was ergens in 1975/6. Het bedrijf waar ik voor werkte was van de logistieke soort en wij hadden op Schiphol een aardig netwerk opgebouwd van buitenlandse agenten die ons vaak voorzagen van lading die via Schiphol door moest naar een of andere bestemming in de wereld. Maar wij haalden ook veel handel uit de olieboorindustrie en de aanverwante scheepvaartrederijen. Dat kon dus inhouden dat je bij dag en dauw onderdelen of andere zaken moest versturen die naar een boot moesten met pech of bijvoorbeeld naar de Beurs in Londen. We huurden daarvoor kleinere of grotere vliegtuigen in. Met wat zoeken en speuren kon je vaak wel een carrier vinden die met een of ander kistje dat spul van ons op stel en sprong kon vervoeren. Waren avontuurlijke dagen. Mijn job lag nu net in die chartering in die periode van mijn carriere. Op een dag kwam het verzoek om verwarmingspijpen op te komen halen in Rotterdam en die dan met de grootste haast af te voeren naar Las Palmas. Daar lag een tanker op de rede met een kapotte verwarmingsinstallatie en die pijpen dienden als reserveonderdelen. Maar maatvoering en gewicht maakten dat we die dingen niet even met een lijndienst konden vervoeren. De lokale luchtvaartmaatschappij was Iberia en die hadden daar DC-9’s in gebruik. Prachtige vliegtuigen, maar een laadruim van niks. Kortom, er moest gecharterd worden. Kwestie van rekenen.
Als je het toen normale luchtvrachttarief nam voor dit volume en gewicht en afzette tegen de kosten van een charterkist moest het kunnen. En die chartermachine zou er op tijd zijn. Nu nog even zoeken naar een bedrijf dat goedkoop zou kunnen vliegen en ook een toestel gereed had. Na veel zoeken bleek dat het op Schiphol-Oost gevestigde bedrijf Moormanair een DC-3 had staan die volgens hun (volkomen lege) planbord beschikbaar was. In de periode dat wij per truck die pijpen oppikten zochten zij een vlieger en copiloot om die toch lange vlucht te maken. Voor een DC-3 was het best een eind. Maar het moest kunnen. Tanje Jo, de dame van de planning bij het vliegbedrijf, was normaal slechts bezig met rondvluchtpassagiers maar smeerde voor de bemanning boterhammen en vulde de thermosfles met koffie. Hadden ze de catering alvast maar binnen. Aan het einde van de dag was de DC-3 beladen. Hij vertrok op tijd en verdween ronkend en langzaam klimmend in de avondschemering. De volgende dag zou hij dan op tijd aankomen. Wij informeerden de rederij en de in Las Palmas dienst doende agent. De volgende dag was de DC-3 niet aangekomen. We hadden op de radio niks vernomen over een crash dus hij moest ergens zijn.
Veel bellen naar Schiphol-Oost leverde niet veel informatie op. Tante Jo had geen idee waar de machine was gebleven. ‘Vast een tussenlanding gemaakt’. Dat geloofden we nog wel, maar dan hoefde je slechts de tanks te vullen en door te vliegen toch? Het zat iets anders in elkaar bleek toen wij haar zowat met spijkers aan een muur hadden opgehangen. De crew was gestopt in Tanger. En was in een hotel lekker gaan slapen. Hoezo schema? Alle alarmbellen schoten meteen op rood. Klant boos, rederij boos, agent boos, scheepsbemanning boos. Een tanker met pech op de rede van Gran Canaria kost veel geld! Uiteindelijk kwam er bericht, de oude Dakota was geland in Las Palmas en de spullen waren bij de douane. Woest waren we. Wat een amateurs. De claim die volgde was niet mis. We leidden hem door naar Moormanair. De verzekering zou het vast keurig regelen. Maar ja, klein probleempje, hun tweede DC-3 was ergens bij Londen op zijn buik geland. In de start. Te zwaar beladen met Ajax-fans opgestegen. Het was al snel het einde van deze unieke operatie. De DC-3 die wij hadden gehuurd werd na thuiskomst verkocht aan filmmaker Pim de la Parra. En wij schreven weer een mooi verhaal bij in onze agenda!













