Zakenreizigers zijn veelal efficiënte lieden. Die gaan niet op reis omdat het zo leuk is, maar omdat ze bepaalde doelstellingen moeten behalen voor het bedrijf of de organisatie waar ze actief zijn. Ik maakte in mijn vroegere carrière veel van die trips en ik weet nog hoe moe ik soms was van al dat gevlieg en heen en weer rijden naar de plekken waar die meetings werden gehouden die van belang waren voor het voortbestaan van de bedrijven waar ik voor werkte. Reizen is vermoeiend, verblijven in hotels niet altijd een even groot genoegen. Daarbij trekt het onderhandelen over bepaalde zaken veel energie uit je lijf. Zeker als dat moet in een voor jou vreemde taal en als de tegenpartij taai blijkt. Toch heb ik nog heel wat goede herinneringen aan een aantal van die trips hoor. Je zag ook veel onderweg en leerde het nodige over andere culturen. Daarbij werd eten en drinken in die landen weliswaar verstrekt maar best niet altijd geapprecieerd. Onze smaak is anders dan die in andere delen van de wereld. Hoe dan ook, zakenreizigers zijn doelgericht. Kijken anders naar een reis dan de gemiddelde toerist.
Hoe vroeger je ergens aankomt hoe langer de dag duurt. Dagrandverbindingen dus van belang. Dat geldt voor de luchtvaartmaatschappijen die je benut als de spoorbedrijven die je vervoeren naar plekken die met de auto niet te handig zijn vanwege lastig parkeren etc. Uit onderzoek komt nu naar voren hoe die reizigers tegen bepaalde aspecten aankijken van hun beroepsmatige trips. Daaruit blijkt dat driekwart van alle zakenreizigers tevreden is over de behaalde doelen bij hun reizen en tochten. Kijk, dat maakt vrolijk. De Nederlandse handelsgeest is voor de moderne managers en andere onderhandelaars nog steeds belangrijk. Men vond tijdens die trips ook de hotels naar tevredenheid. De moderne hotels zijn dan ook in veel landen van een behoorlijk niveau. Met wat geluk uitgerust met gratis wifi(bijna 80% van de zakenreizigers wil dit aantreffen in een hotel) etc. zodat je alles wat je moet vastleggen ook kunt doorseinen naar de thuisbasis.
Het rapportcijfer wordt al snel een stuk lager als het over de vervoersvormen gaat. Reizen per vliegtuig komt er nog net met een cijfer 6,1 vanaf. De enorme lange incheck, massaliteit op sommige luchthavens en gebrekkige informatie rond vertrek- en aankomst spelen een rol. Taxi’s zijn een bron van ergernis. Internationaal krijgen taxi’s een rapportcijfer 5,4.. Dat is best laag en geeft voor die branche te denken. Maar ook het vervoer per spoor is geen grote bron voor tevredenheid. Ook niet meer dan 5,4 als rapportcijfer. De reiziger voelt zich niet thuis in rommelige treinen die vertraagd opereren vanaf constant verbouwde stations. Dat de beveiligers op luchthavens het er met 5.0 wel heel slecht vanaf brengen heeft veel te maken met de onpersoonlijke botte wijze van optreden van deze leiden. Of zouden die zakenmensen, gewend aan efficiency deze lieden meer zien als ‘sta-in’-de-wegs’ tijdens hun tocht richting bestemming? Ik kan me daar alles bij voorstellen. Maar men mag zich toch wel eens beter trachten in te stellen op wie nu eigenlijk klant is en wie het salaris van al die medewerkers eigenlijk betaalt. Want daar lijkt het bij veel branches toch wel aan te mankeren. Met uitzondering van die hoteliers dus. Die snappen het meestal wel. Want cijfers liegen niet. (Bron: Zakenreis 476)
Reizen is geen pretje, zélf s niet wanneer je het “voor plezier” doet. Voor mij is het soms een noodzakelijk kwaad om ergens te komen maar voor m’n plezier…? écht niet hoor!
LikeLike
Misschien maken vervoersondernemingen geen haast met verbeteringen omdat de reiziger geen andere keus heeft? Ik roep maar wat hoor, heb er geen lood verstand van.
LikeLike