Ongemakkelijke communicatie…

Ongemakkelijke communicatie…

In de afgelopen maanden zond RTL4 net als Videoland een reeks uit onder de titel ‘B&B vol Liefde’. Uitgangspunt van dit tweede seizoen was een reeks mensen met een (soms soort van..) Bed & Breakfast in den vreemde. Veelal qua karakter bijzondere lieden die daar waar ze neerstreken in Frankrijk, Italie, Oostenrijk of Portugal, redelijk succesvol waren in het uitbaten van hun nieuwe bron van inkomen, maar soms nog steeds in de opbouwfase van dat gebeuren verkeerden.

Terwijl ze daar al dan niet hard werkend aan de slag waren ontdekten ze ook dat ze de liefde misten. Een partner aan hun zijde, een maatje, zowel voor de uitbating van hun B&B als ook in bed. Nou het programma liet zien hoe slecht Nederlandse mannen en vrouwen zijn in zgn. partnercommunicatie. Ze luisteren niet, kwekken over koetjes en kalfjes en zelfs dat niet, maar zijn niet meteen verkopers van hun eigen gevoelens. Daarbij komt dat de kandidaten(s) die zich inschreven om het eens te proberen bij die B&B-eigenaren soms ook van een empathisch niveau zijn dat je echt meteen de conclusie kunt verbinden dat ze daarom vaak als single door het leven gaan.

Horkengedrag, een zekere domheid, totaal geen interesse in die andere mens behalve dan wellicht het feit dat je door zo’n serie ineens kunt opduiken als ‘BN-er’ in andere formats. Mijn tenen staan er krom bij. Want net als ik al eens eerder schreef in ander verband, dat je de liefde zoekt maar er niets voor wilt doen. Oftewel eens vraagt wat die potentiele andere mens in jouw leven leuk vindt, graag eet of weet ik wat interessant vindt, ik kan er met de pet niet bij. Zijn we dan zo slecht opgevoed? Is de liefde ons totaal vreemd geworden, moet het op een presenteerblaadje worden aangereikt zonder tegenprestaties? Dan snap je wel dat op enige termijn relaties stuk lopen.

Mannen die wel aan hun eigen plezier denken maar de veelal vrouw in de relaties vergeten. Vrouwen die het materiele interessanter vinden dan de passie maar vooral menen dat de zon slechts op hun lijven zal schijnen voor de rest van hun leven. Daarbij zie je ook dat men zich nauwelijks realiseert dat het leven in een of ander Frans gat echt iets anders is dan wonen in de grote stad midden in Nederland met je familie en vrienden om je heen. Het kan best zijn dat het allemaal via een script zo in elkaar is gestoken maar mijn handen jeukten soms om die lui eens flink door elkaar te schudden en aan te reiken hoe je bepaalde zaken hoort te doen in een wedstrijd om een relatie. Een van de meest botte lui uit de reeks, ene Richard, was in al zijn onverstaanbare geschreeuw wel het meest duidelijk. Hij hield van vrouwen met lang haar en ronde stevige billen en had een grote passie voor klussen en motorrijden. Met die ogen (vrouwen moeten me niet aan de kop zeiken..) bekeek hij de kandidates. En die hadden het daar in de meeste gevallen best lastig mee. Maar bleek in de finale een hartje van goud te bezitten. Het was in zijn totaliteit echter een en al rariteitenkabinet, maar wij hebben ons er wel mee vermaakt. Omdat je meteen ziet dat veel mensen buitengewoon matig zijn in welke vorm van communicatie ook. Zouden er daarom zoveel gescheiden zijn geraakt dan wel al jaren lang single gebleven? Vast….. (Beelden: Internet)

Chinese logica..

Chinese logica..

Een periode terug, voor de Corona-ellende, maakten wij samen met onze Soester vriendjes na een lange stadswandeling met museumbezoek gebruik van de diensten van een Chinees restaurant aan de Amsterdamse Zeedijk. Ik was toen, ook hier, nogal lyrisch over de keuken, de bediening en iets minder over de staat van het toilet. Best een aardig cijfer nog gegeven. Onlangs waren wij daar opnieuw. Twee maal zelfs. Eerst samen met vrouwlief, een week of wat later opnieuw met de Soester vrienden. Dat heerlijke typisch Chinese eten, onvergelijkbaar met die bekende Chinees om de hoek zoals je ze overal in Nederland tegenkomt, en de atmosfeer deden verlangen naar een herhaling van wat we toen meemaakten. Nou, die eerste keer met vrouwlief alleen, bleek het zelfs nog beter te kunnen dan voorheen.

De boel lijkt overgenomen, de toiletten keurig netjes en vernieuwd, de bediening nog steeds aardig, maar de taal ook nu een dingetje. Want toen we bij een bepaald gerecht ‘noodles’ bestelden om zo de maaltijd wat op te fleuren (..), kregen we een extra gerecht vol vlees en zo meer. Zalig hoor, daar niet van, maar wel wat veel allemaal. We sloegen ons er kranig doorheen. Het was de lieve jongedame die ons alles serveerde niet uit te leggen dat we net als een schaaltje witte rijst zonder inhoud verder, ook noodles wilden. Het was een gerecht of niets, zo bleek de logica, dus laat maar. Na een wel erg copieuze maaltijd zijn we daarna maar een lange wandeling gaan maken door de mooie binnenstad om het wat te laten zakken. Met onze Soester vrienden ging het kort daarna eigenlijk ook een beetje zo. De bestelling werd duidelijk doorgegeven aan een voor ons nieuwe, Nederlands sprekende en duidelijk hier geboren jonge man. Voorgerecht, hoofdgerecht, water, rijst etc. Onze vriend H wilde een apart gerecht met veel pepers, hij kon er tegen stelde hij, en dus vertrok de man die ons verzorgde richting keuken. Al snel nadat we in een als altijd humorvol gesprek zaten kwamen de gerechten. ‘Huh?’ Waar is het voorgerecht?? ‘O ja, vergeten…’. Dus dat kwam ook op tafel tussen al die andere zaken die er zo heerlijk uitzagen. En smaakten.

De kwaliteit is hier echt consequent prima voor de bakker. Maar dat speciale gerecht voor H bleek wel even een dingetje. Al snel zagen we hem zuur kijken. En dat zat niet in de scherpte van het gerecht. Hij zat op iets te kauwen wat hij niet weg kreeg. Even later weer. Het bleek dat de pepers die in het gerecht zaten verwerkt zo hard waren als karton. Niet weg te krijgen. Eigenlijk ook niet eetbaar. De rest van het maal was prima te doen, maar H had al snel een stapel op zijn bord liggen dat te vergelijken viel met wat een mosseleter aan schelpen opzij legt. Beetje jammer, en zonde van de centen. H was geprikkeld, en dat kwam niet door de gepeperde smaak. We vroegen de jongeman uit de bediening hoe dit gerecht in elkaar stak, want een dergelijke situatie hadden we nog nooit meegemaakt. Hij ging het navragen in de keuken. Bij terugkomst daar vandaan meldde hij keurig netjes dat het zo bedoeld was. Je moest die pepers uitkauwen en dan opzij leggen. ‘Tja, maar waarom leggen jullie dat dan niet even uit bij de bestelling??’ was de terechte vraag. De man had er geen antwoord op en putte uit in excuses. Maar de sfeer was wel wat bedorven. Net als dat gerecht. Je wilt een volledig gerecht en ook meer uitleg. Dat ging die eerste keer dat we hen bezochten toch beter. Zo zie je maar, elke verandering is niet meteen een verbetering. In dit geval zeker niet. Volgende keer nemen we wel een een Chinees woordenboek mee, wellicht dat dit helpt de communicatie te verbeteren. Overigens barst het hier elke keer van de Aziatische eetgasten. Die zullen het wel begrijpen….wij niet. (Beelden: Prive)

Weesper moppen…

Weesper moppen…

Een lekkernij, vast, maar in overdrachtelijke zin toch even iets anders.

Als het niet zo wrang zou zijn. Weesp is een buurgemeente van Amsterdam, ligt op pakweg 12 km van het centrum van de hoofdstad achter het Amsterdam-Rijnkanaal en heeft sinds een paar jaar besloten onderdeel te willen worden van de socialistische buurgemeente. Dat op zich is nog wel te snappen, net aan de overkant van het kanaal ligt o.a. Driemond en dat is al onderdeel van Amsterdam, dus de aansluiting is gevoelsmatig zo gemaakt. Nu moet ik wel even toelichten dat Weesp voor ons een bestemming is waar we al jarenlang met graagte vertoeven.

Het stadje is een beetje Amsterdam in het klein, ligt aan de Vecht, heeft via kanalen een directe verbinding met de grote buurman, maar er wonen ook de nodige oud-Amsterdammers die wel de sfeer niet de nadelen van de hoofdstad willen meemaken in hun leefomgeving. Wij komen er al meer dan 40 jaar met graagte en genieten van de kleinere winkels, de sfeer langs het water en evenementen als de Sluis- en Bruggenfeesten. Helaas is ook Weesp tegenwoordig zo duur qua woningaanbod dat een evt. verhuizing onmogelijk lijkt. Maar daar komt nu toch een groot nadeel bij, men nam de parkeergekte van de hoofdstad over en doet dat zonder enige aankondiging of duidelijke bebording. Van het ene op ander moment voerde men dat betaalde parkeren in en ging net als in Amsterdam het geval is over tot een meer dan strikte handhaving. De automobilisten die parkeerden waar het alleen nog maar betaald mocht hadden domme pech. Een dikke boete het gevolg. En ja hoor, het overkwam ons ook. Gewoon de auto neergezet aan de rand van het centrum waar we al die jaren al parkeerden en waar wij de meters niet hadden opgemerkt omdat die ergens verscholen aan het einde van de straat waren geplaatst.

Gewoon niet mee bezig. Weet je ook veel als buitenstaander. Nou dat kostte geld, want toen we een week later weer hier kwamen en de auto wilden neerzetten werden we door omstanders gewezen op dat betaald parkeren. En dat deden we dan maar, verrast, maar toch. Weesp trok te veel om dan maar over te slaan. Maar die week eerder was het bingo. Of we maar even ruim 6 tientjes naheffing (uurtarief E.1,20 en ik had volgens de beschrijving E.1,50 hebben moeten betalen..) wilde overboeken. Tuurlijk niet. Bezwaar maken en met reden. Uit de lokaal verschijnende krant bleek dat vele boetes waren kwijtgescholden omdat sommige mensen diverse bekeuringen hadden gekregen, net als wij onwetend van dit typisch Amsterdamse onheil dat ook Weesp heeft bereikt. Of we gelijk krijgen van de gemeente is de vraag, op moment van dit blogverhaal is de uitslag nog niet duidelijk. Onwetendheid als excuus?? Zal vast niet kunnen. Amsterdam is autovijandig geworden door de linkse doctrine die daar nu het stadhuis heeft ingenomen. Weesp zal die ellende wel overnemen. Als dat zo is zal het inhouden dat we het stadje aan de Vecht minder zo niet helemaal nooit meer zullen aandoen. Ondanks de aantrekkelijkheden. Maar dit beleid is niet klantvriendelijk en zonder echt veel uitleg te snel ingevoerd. Een mop kan ik het niet noemen. En door die boete kunnen we het gelijknamige snoepgoed ook niet meer betalen (..). Het kan verkeren…

Jarige JOB

Jarige JOB

Ik was een jong en zeer onstuimig ventje toen ik vrouwlief leerde kennen. Zij een jaar jonger en in mijn ogen zeer interessant omdat ze al snel deed wat ik leuk vond in alle opzichten. Zo ging ze mee op de brommer naar het winterse Schiphol om vliegtuigen te kijken, een van mijn passies indertijd. We konden ook altijd over van alles een hele boom opzetten. Kwekkerdekwek. Wandelden door de stad, kilometers lang. Het gaf een band. Veel zaken uit de individuele jeugd waren soms met dezelfde meetlat te meten. In die jaren niet zo gek, ouders toch een beetje geschuffeld na de oorlog in onze ogen. We werkten allebei bij een bankinstelling, ik een jaar langer dan zij. In die afdeling waar wij zaten waren de ‘dames’ toch een beetje spannend maar ook door de indeling van dat gebouw afgezonderd. De oude tijden maakten die scheiding der seksen nog noodzakelijk. Er werd ook streng op toegezien. Gelukkig vonden we altijd een plekje om ons even terug te trekken. Dat gaf een band. En die band werd vastgelegd. We trouwden jong. Niet omdat het moest maar omdat het mocht. Samen tegen de wereld, een nieuwe start. En zo knokten we ons omhoog vanuit een soms wat beladen verleden. Zij de vrouw met het overzicht, liefdevol, een eigen carriere. Ik de man die zocht naar erkenning via het harde werken. En ook die altijd weer een rol spelende carriere. Het moest en zou er van komen. Inmiddels hebben we heel wat stormen samen genomen. Niet altijd zonder averij, kan ook niet, maar gelukkig nog wel steeds pratend met elkaar. Over van alles en nog wat, en die wandelingen zijn er ook nog. Vandaag is ze jarig. Vrouwlief, na al die jaren. We zitten in de leeftijd der risicovollen bij dat verrekte virus. Gezondheid dus belangrijker dan wat ook. Al is geluk dan best een aardige bonus. Op Dierendag vierden we dat samenzijn, helaas op veel bescheidener wijze dan we wel eens gewend waren. Moest van de premier, dus dat doen we dan. De verjaardag zal vermoedelijk ook wat rustiger verlopen. Neemt niet weg dat we nog wat jaartjes verder willen in gezondheid en geluk. Ik wens het haar natuurlijk zeer toe. Waarmee ik dat ook voor mezelf veilig stel. Want zo zit dat na al die jaren…PROFICIAT SCHAT!

Spoedkliniek – tegen een prijs…

Als je echt op zoek gaat (of moet) naar een spoedkliniek voor dieren kom je zonder het te willen letterlijk en figuurlijk in een wat andere wereld terecht. Een wereld waarin je maar weinig van die voorzieningen zult vinden. Wij mogen blij zijn dat in onze omgeving een tweetal van deze klinieken te vinden is. Een daarvan benutten we net aan het begin van de corona-ellende voor een probleem met onze grote en trotse maar nog zo jonge kater Presley. Doorgestuurd door de dierenarts die er geen heil in zag zelf echt onderzoek te doen. Het kostte ons uiteindelijk 700 Euro om het diertje te kunnen laten behandelen, maar de uitkomst was dat men eigenlijk niet wist wat er loos was. Dier knapte op, we namen ons verlies en gingen verder met ons leven. Gelukkig deed Presley dat ook. Een andere kliniek zit in Amsterdam-Sloterdijk. Zat vroeger aan de Weesperzijde in onze stad en heeft een aantal ‘experts’ in huis op diverse terreinen.

Komt de gewone dierenarts er niet uit, of wordt jouw dier net ziek in het weekend dat de jou bekende dierartsenkliniek niet open is, ‘mag je’ naar de spoedkliniek. En dan is het te hopen dat je saldo op de rekening toereikend is. Zo niet? Jammer maar helaas. Onlangs maakten wij iets soortgelijks mee met een kat van een familielid. In de nacht ziek geworden, de dierenarts pas om 9 uur beschikbaar voor een afspraak (ben je nog niet binnen want afspraak maken) dus verwezen naar de dierenkliniek in Amsterdam. De woonplaats van het familielid is Almere, je zou toch verwachten dat men daar ook zo’n voorziening heeft intussen, maar nee, dus ik diende als spoedambulance in de vroege ochtend die door alle perikelen in het verkeer (Almere en files, het blijft een dingetje) lang deed over de weg heen en weer naar de hoofdstad. Eenmaal daar werd het dier aangenomen, een rapportje opgemaakt over de conditie van het (jonge) diertje en de kat meegenomen.

De baasjes mochten door de corona-protocollen niet mee naar binnen. Maar hopen dat men goed had begrepen wat er loos was. Wij konden vertrekken. In de middag belde een internist. Moest nog aan het onderzoek begonnen en wilde even weten wat er loos was. Geen rapport gelezen. Leek wel een mensenziekenhuis. Lang verhaal kort, volgende dag (diertje moest overblijven) mocht de trotse kater weer worden opgehaald. Men had van alles en nog wat gedaan, maar een echte conclusie over oorzaak en gevolg bleef uit. De hoogte van de rekening zodanig dat je daar een aardige tweedehandsauto van kunt kopen, zij het zonder garantie. Geen persoonlijk gesprek, vragen stellen moet via mail.

Dat laatste was nodig, omdat het dier eigenlijk nog steeds het euvel vertoonde waarvoor hij eerder al eens bij deze kliniek was geweest. Maar de mailvragen bleven lang onbeantwoord. Ach…voor dat geld… Het is jammer dat er zo weinig van deze klinieken bestaan. Ook dat dit allemaal zo peperduur moet zijn. Want laten we wel zijn, niet iedereen is bij machte deze goede vorm van zorg voor huisdieren te betalen. En zal wellicht besluiten om een ziek dier dan maar niet te laten nakijken met alle gevolgen van dien. Maar een gemiddeld maandsalaris besteden aan een kat, hond of ander klein huisdier is best een beslissing. En omdat er weinig van deze klinieken bestaan is er ook geen concurrentie. Kortom, het was even een dingetje allemaal. En iets om goed over na te denken. Wellicht dat dierenartsen zelf de boel eens wat kunnen opwaarderen en niet alleen meer onderzoeken zelf gaan doen, maar ook de openingstijden wat kunnen verbreden waardoor je als ‘baasje’ van huisdieren niet meteen wordt veroordeeld door de gang naar zo’n duur en exclusief instituut. Zelf ook ervaringen op dit punt? Ik ben benieuwd. (Beelden: Yellowbird archief)

Telefoon…

In de tijd dat we altijd en overal bereikbaar willen zijn, althans zo lijkt het, is nauwelijks voorstelbaar dat we ooit een periode kenden waarin mensen thuis GEEN telefoon bezaten. Slechts zij met een belangrijke (..) functie hadden zo’n verbinding met de buitenwacht in huis. En zij die er geen hadden, maakten vaak gebruik van de PTT-lijn die bij omringende winkeliers voorzien van een open oog voor klantvriendelijkheid tegen betaling beschikbaar stond voor derden. Voor een dubbeltje of een kwartje kon je dan de dringende zaken afwikkelen. Bij ons thuis was dit ook heel normaal. De een paar huizen verderop gelegen winkel van de ‘sigarenboer’ ‘Ome Jaap’ was ons contactpunt en de afspraak was zodanig dat mijn leasepa zelfs op zijn visitekaartjes, nodig voor zijn handel en wandel, het telefoonnummer van die winkelier mocht vermelden.

En hoe vreemd ook, dat functioneerde prima. Later, het ging goed in de handel, kwam er een eigen telefoonlijn thuis en mijn moeder was daar vooral zeer verguld mee. Niet dat er nu zoveel mensen waren om mee te bellen, maar toch. Die telefoon en bijbehorende lijn behield ze tot haar eigen dood in ere. Lease-Pa was al veel eerder gaan hemelen, de telefoon zweeg toen al vaker dan hij werd gebruikt, maar hij moest blijven uiteraard. Voor…’je weet maar nooit’. In mijn eigen verdere leven bleef de telefoon gewoon altijd aanwezig. Waar ik verder ook woonde of werkte, altijd speelde de telefoon een belangrijke rol. Een enkele lijn, meerdere, en in het eerder beschreven dealerbedrijf waar ik actief was zelfs via vijf verschillende lijnen, noodzakelijk door de diverse bedrijfsonderdelen. Telefoon, telex, fax, internetmodem, het werd door de jaren heen een steeds breder gamma aan verbindingen en dat het functioneerde mag soms een wonder heten. Zeker die laatste dingen waren kwetsbaar en maakten ook nog een rotherrie bij het inbellen. Intussen is de vaste lijn er nog wel, hangt aan een pakket van de kabelaar, maar het meeste gebel en ander gecommuniceer vindt plaats via de smartphone. Overal bereikbaar. En de sigarenwinkels intussen zowat uitgestorven. De wereld verandert in rap tempo. We appen, mailen, bellen nog maar zelden. Maar zijn wel altijd bereikbaar. Het waarom ontgaat soms. Alsof we onmisbaar zijn. Nou dat is een illusie natuurlijk. Dat kunnen al die gehemelden ons haarfijn uitleggen. Gemist door hun geliefden wellicht, maar hun relaties zijn ze snel vergeten. Tot er een lijntje naar boven komt….of naar beneden. Het is maar waar je in gelooft…

Hoe lang ook al weer…?

Dat huwelijk en de relatie er voor van ons dateren al van zo lang geleden dat je bijna op de eeuwkalender moet kijken om terug te rekenen hoe ver we al samen terug gaan in de tijd. En dat is al heel lang. Vandaag weer gevierd. Op bescheiden wijze. Zoals wij in elkaar steken. Niet zo uitbunding, nooit in het middelpunt van de belangstelling. Wij deden samen deze fusie der geesten, wij consumeerden, wij zorgden voor elkaar en het nageslacht. Wij beheren de veestapel (nou ja, drie katten..), werkten hard voor het eigen thuis en lieten geen schulden toe die verontrustten. Samen deelden we lief en leed, soms in warmte en enkele maal in onmin. Twee sterke karakters. Maar wel vol gehouden. En neem van mij aan dat de voorspellingen vanuit zgn. ‘experts’ aan het begin van deze reis niet positief waren. Men wist vrijwel zeker dat het voor ons vanaf de geplande start tot mislukken gedoemd was.

Mijn achtergrond, gebroken huwelijken in de familie meer regel dan uitzondering, bij vrouwlief zo links en rechts ook wat verbroken of lastige relaties als decor. Waar wij elkaar vonden was in de oprechte gedachte dat wij het anders zouden doen. Wij praatten veel met elkaar. Kilometers lang wandelend door onze stad. Met grote dromen voor waar we heen zouden willen, maar vooral ook samen. Het leidde tot een heel vroege breuk met ons beider verledens, tot een wens (ingewilligd door mijn toen nog levende schoonvader met groot inzicht en veel naastenliefde..) samen onafhankelijk in een piepklein onderkomen onze herstart te maken. Wat prima lukte. Hard werken, veel sparen, soms een uitstapje. Maar wel bouwend aan een toekomst die uiteraard nooit helemaal over rozen ging maar wel samen werd gevonden.

Schouder aan schouder, soms wel meer dan dat. Diepe dalen overstekend met een zelf gebouwde brug, hoge bergen nemend of die niet bestonden. Het huwelijk als houvast. ‘Kon niks worden, zo jong’ was de gedachte van anderen, maar wij dachten dan ‘ach’. Samen sterk en wat de een niet wist daar had de ander wel een antwoord. Mijn discipline was leren en werken. In het zweet des aanschijns. Vrouwlief deed de extra zaken als haar eigen werk, en de huishoudelijke taken die ik vermoedelijk nooit zou leren. Had zij een klusser gewild, was ze beter aan mij voorbij gelopen. Maar ik zorgde voor de gesprekken, overleg, diepgang bij zaken die er toe deden. Samen naar luchtvaartshows, auto-tentoonstellingen, zelfs de kleine jongen die er intussen was meenemend op die trips. Intussen zijn we weer zoveel jaar verder. We vieren het dus bescheiden. Zoals we dat meestal doen en deden. Morgen is er weer een dag. Gaat de toekomst gewoon weer verder. Nog steeds samen, in warmte gekoesterd. Maar vandaag even een hapje en drankje. Dank u voor de belangstelling. Vanaf morgen is dit theater weer als vanouds geopend….

Leven met de Vliegende Pijl – hoofdstuk 60 – Coaching en training!

Aan het einde van het jaar 2000 begon zo de nieuwe fase in de professionele aanpak van mijn werkzaamheden. Ik kreeg uiteindelijk na lang onderhandelen met Hoekstra een contract om via LEX- en communicatietrainingen de organisatie van Skoda in ons land verder te optimaliseren. Als externe adviseur. Ik had al sinds 1991 immers dat eigen communicatie-adviesbureau, keurig ingeschreven bij de KvK, dus dat paste mooi. De regeling zette me als professional goed op de been, en ik kon mijn werk voor het zo geliefde merk blijven doen. Want samen met Hans Bovee ging ik nu een paar dagen per week het land in om coachings en trainingen te geven op het gebied van LEX-denken. Maar ook hoe dealers om zouden kunnen gaan met een meer eigen publiciteitscampagne en klantenwerving. Daarnaast was het de bedoeling om een nieuw dealer-automatiseringsprogramma, WinCar geheten, uit te rollen waaraan Skoda op dat moment de voorkeur gaf en waarmee de toenmalige verkopers veel sterker dan voorheen pro-actief nieuwe kopers konden (en moesten)werven. Die begeleidingssessies waren vaak heel intensief.

Hans Bovee en ik reden bij nacht en ontij heel wat kilometers in die periode en ook vaak tot in de late uurtjes om de boodschap van het nieuwe Skoda te brengen. Intussen werd de nieuwe en grote Superb geintroduceerd en was men bij de Tsjechen alweer bezig met het volgende model, de Roomster! De organisatie moest daartoe dus steeds sterker worden. Kaf en koren strikter gescheiden, de opdrachten waren duidelijk. Een jaar na mijn vertrek verliet ook Hoekstra Skoda. Hij kreeg een conflict met het management van het merk in Tsjechie en werd niet meer gezien als ‘acceptabel’. Omdat men bij Pon niet zo snel een opvolger kon vinden werd Seat-baas Van der Nat aangesteld om ‘orde op zaken te stellen’. Voor de externe werkzaamheden maakte dat vooralsnog niet veel uit, maar het sloeg wel een gat in de organisatie. Want in het kielzog van Hoekstra verdwenen meer mensen uit het voormalige MT en rest van de organisatie en al snel zat ik soms voor overleg tegenover mij compleet nieuwe en vreemde gezichten. Ergens in 2003 kwam de echte opvolger van Hoekstra in dienst.

Dick de Rooy, voormalig marketeer bij Seat werd door v.d. Nat naar voren geschoven en zowel door Pon als Skoda geaccepteerd. Ik kende hem nog wel uit de tijd dat we als collega’s bezig waren geweest ‘onze’ merken te promoten. Het gaf wat rust in de organisatie, maar veel gedenkstenen voor revolutionair denken zijn er niet voor hem geplaatst. Intussen kreeg Skoda steeds meer vat op de gang der dingen in ons land. En werd ook duidelijk dat het nuttige LEX plaats ging maken voor het abstractere ISO. Klantvriendelijkheid werd ook bij Skoda ingeruild voor administratieve procedures. Het hield in dat mijn werk en dat van Hans Bovee enorm uit elkaar zouden gaan lopen. Hans moest met interne collega’s gaan ‘schouwen’ om dealers naar ISO te krijgen, ik trachtte nog steeds die dealers te leren zelfstandigheid bij de communicatie vast te houden en op eigen naam en faam imago een omzet op te bouwen. In 2003 werd dat werk echter steeds lastiger. Ik zwierf intussen wat tussen importeur en dealers en kreeg te weinig input vanuit Leusden om echt te snappen wat er op dat moment allemaal speelde. Dat had men bij Pon ook wel door en de Rooy wilde wel van het contract met mij af. Dat paste mij eigenlijk ook wel omdat ik intussen ook was gaan werken voor een uitgeverij die interim-hoofdredacteuren zocht voor diverse bladtitels in het B-to-B segment. Daarnaast ontwikkelde zich mijn advieswerk aan andere klanten redelijk rap. Mijn ‘leenauto’, een Fabia Combi TDi in de meest luxe uitvoering nam ik dus zelf maar over en eind 2013 was mijn status compleet onafhankelijk. Met een aantal dealers van toen bleef het contact overigens ronduit goed en daar heb ik tot vele jaren later nog steeds baat bij gehad. Pon zelf bleef intussen bezig met reorganiseren. Men verjongde de organisatie, zette steeds meer in op integratie met Pon’s Automobielhandel en deed dit ook bij de Skoda-dealers. Dealers en mensen uit de opbouwperiode werden massaal ingeruild voor VW-dealers die Skoda erbij gingen doen, en alleen daarmee al in staat waren om de landelijke omzet op te krikken. De Amsterdamse dealer S-Point, lid van het A-Pointteam wat op zich weer een onderdeel is van het holdingbedrijf Pon-dealer, zette in een jaar tijd net zoveel Skoda’s om in de Amsterdamse regio als alle 80 Skodadealers landelijk deden in een jaar als 1992 toen ik bij Pon binnenstapte. De Utrechtse Pon-vestiging deed daar trouwens niet zo veel voor onder. En zo ging dat maar door. Met een mooi gamma en een steeds sterkere organisatie bleek het merk ineens flink volwassen te kunnen worden en mee te tellen bij vooral zakelijke rijders. Vervangende trots was nog steeds mijn deel toen ik in 2004 overging tot een andere orde van de dag. (Fotos: Yellowbird/Skoda/Internet)

 

Zwijgzame relaties…

Een paar jaar terug schreef ik ook al eens over stellen waar het vuur uit de relatie is verdwenen. Waar de communicatie verdwijnt is naar mijn mening eigenlijk alles verdwenen. Nu zijn wij in huize Meninggever nogal praterig ingesteld en delen we wellicht wel eens wat te veel kleine en grote emoties. Je moet het ook niet overvoeren natuurlijk, maar echt zwijgzaam door het leven gaan, waarbij je ziet dat mensen langs mekaar heen kijken als ze net als wij op terras zitten, en dat gewoon 30-50 minuten vol houden, ik snap er weinig van. Tuurlijk wil je wel eens even ‘niks’ maar na een kwartier is die stilte te schouder drukkend. Waar komt die zwijgzaamheid dan toch door?  Is dat een zekere vermoeidheid? Is het iets van de oudere generaties? Is de lol er na pakweg 25 jaar samen vanaf, de kinderen volwassen en de deur uit, de doelen bereikt en de liefde uitgeblust??

Ík ken voldoende voorbeelden van mensen waar dit niet zo is. Waar het vuur soms oversloeg in explosieve discussies of zo, maar dat is dan toch wel beter dan die zwijgzaamheid die wellicht voortkomt uit een totaal gebrek aan interesse voor de ander. Ik observeer het zo vaak als ik ergens zit te eten of een bakkie doe. Dit soort stellen. Mensen die me een saai leven lijken te leiden. Wat doe je nog samen, wat bindt je dan nog!? Of zijn er mensen die me kunnen claimen dat ook zwijgende partners gelukkig zijn samen?! Wat ik zie is dat met name jonge mensen vaak heel veel babbelen. Die dromen nog en geloven dat het leven met die ene (..) geweldig gaat worden. Maar hoe weet je dat? Nergens garanties te verkrijgen hoor. Wat nu zo leuk lijkt is over een paar jaar wellicht dood- en doodsaai. Of de versierder van ooit blijkt later een gedegen praatjesmaker die zijn verhalen vooral deelt in de kroeg of op het sportveld. Alles is mogelijk. Een timide meisje nu kan later dodelijk saai blijken, die meid die voor zichzelf opkomt later een feeks. Probeer het midden maar te vinden bij die bewerkingen. Hoe dan ook, ik zie het vaak voorbij komen. En verbaas me. En praat of schrijf erover. Opdat we tot in lengte van jaren iets hebben om over te communiceren. Want dat laatste moet! Zo staat het in de wetten van de Meninggever beschreven…. (Beelden: Yellowbird/Internet) 

Gerommel op internet…

aircargo-distri-hkgNiets zo gemakkelijk als bestellen per internet. Zo wordt mij telkens verteld door vaak jongeren die daar de hele dag mee bezig zijn. Men Markplaatst, Bol.comt, of Amazont wat af in dit land. De omzetten van die tenten groeit de pan uit. Niet dat ik er geen ervaring mee heb hoor. Ook ik viel voor de verleiding van het internetkopen. In veel gevallen naar grote tevredenheid. Een nieuwe tv, een wasmachine, maar zeker ook boeken en modellen kwamen deze kant op. Opvallend was wel dat de keer dat ik vrijwel gelijktijdig iets kocht in Duitsland en ook in ons land, de beide organisaties totaal verschillend hun logistieke systeem aan mij voorlegden. Bij de Duitsers kreeg ik van stap tot stap een berichtje. Ik wist bij wijze van spreken dat de pakjescoureur die mijn bestelling deze kant op zou brengen bij de lokale Mac even een broodje stond te eten. Maar stipt op tijd, binnen twee dagen, was het pakje bij me binnen. Prachtig verpakt, niets op aan te merken. Het Nederlandse pakketje bevatte ook een cadeautje.

pannenset‘Vandaag besteld, voor de feestdagen in huis’, was de claim. Omdat ik een cadeautje voor vrouwlief had gevonden dat echt net uit was en zij graag wilde hebben, besloot ik die stap te zetten. We hadden tenslotte nog vijf dagen te gaan. Alles was op voorraad volgens de internetaanbieder, dus ook dat kon geen problemen geven. Tot ik had besteld. Het eerste bericht wat ik kreeg was dat men twee van de artikelen niet op voorraad had. Ging even duren. Maar men deed zijn best om voor de feestdagen…… Nou…dat lukte dus niet. Het pakje kwam na de feestdagen binnen. Jammer, maar helaas. OK, kan gebeuren. Een jaar later bij dezelfde organisatie, een van de grootste van ons land, nog maar eens geprobeerd. Paar modellen, die men naar eigen opgave op voorraad had. Opnieuw volgens procedure besteld, alles klaar.

calculatingEn ja hoor, weer twee items niet op voorraad. Het eerste item, wat men wel had, was er binnen een dag. De rest liet 8 dagen op zich wachten. En die rest zou volgens opgave op de leverdatum voor halfzes ’s-middags worden afgeleverd. Ook dat lukte niet, de chauffeur kwam om halfnegen in de avond. Tja, daar moet ik dan enthousiast over worden. Het doel heiligt de middelen, maar ik ga toch maar eens kijken of mijn Duitse vrienden het voortaan wel goed voor elkaar brengen. Internet moet echt op kunnen tegen fysieke winkels. Wat er niet is mag je niet verkopen. Dan weet ik dat. Maar me pas informeren als de order binnen is blijft me storen. Nou ja, u snapt me wel. Er moet nog wat worden geoefend. Of bestel ik nu net de verkeerde artikelen? Kan hoor, want ik hoor ook vaak dat andere mensen hun hele hebben en houden op Marktplaats verhandelen waar ik in de afgelopen drie jaar geen enkel artikel voor een redelijke prijs kon verkopen. Maar dat is weer een ander verhaal.