De keuzes van de ouders…

De keuzes van de ouders…

Hoewel bij jongere generaties het typische ‘merkgevoel’ rond vervoermiddelen aan het afnemen is, zijn er toch mensen die op basis van ervaringen uit het verleden toch steeds weer kiezen voor dat wat ze in hun jeugd thuis op dat gebied meemaakten. Ik ben daar wel een duidelijk voorbeeld van. Een lekker gevoel bij een merk dat leasepa in de handel wegzette maakte dat zelfs een deel van mijn carriere maar zeker mijn persoonlijke keuzes op het gebied van auto’s in eigen beheer sterk verbonden raakten met dat ene merk. Maar dat ik ook ooit viel voor de geneugten van de grote Amerikanen omdat ik zelf ook wel eens wilde ervaren hoe dat zou zijn nadat in mijn jeugd het merk Studebaker nog wel eens voorbij kwam.

Bij anderen zie en hoor ik dan dat men gaat voor Ford omdat ‘Pa’ daar altijd in reed of nog sterker, Opel. Een merk waarin heel wat Nederlanders werden vervoerd van/naar de camping of vakantieadres. Weer anderen praten vol liefde over ervaringen in een Fiat of een VW. Bedenk het maar en je ziet dit kopieergedrag daarna optreden. In de diverse groepen op Facebook of zo kom ik ze altijd weer tegen. En zeker weten dat die eigen merkkeuze en die van ‘Pa’ beter was dan die van de buren of de verdere familie. In onze familie was dat ook zo. De zus van mijn moeder had een echtgenoot die niet echt wilde deugen. Nou ja, niet dat de man crimineel was of zo, maar aan hard werken had hij een broertje dood. Dat moest mijn tante maar doen.

Maar hij sprak altijd over auto’s alsof hij er verstand van had. In werkelijkheid hield mijn leasepa zijn toenmalige vervoer veelal rijdend. En dat kostte vaak veel moeite want de man kocht van het weinig geld dat ze binnen kregen het liefst Engelse wagens. Indertijd niet de beste keuze. Dus een Vauxhall of Hillman zaten daar regelmatig in de familie. Groot voordeel voor de latere generaties, die wagens stonden meer stil dan ze reden en als ze dat al deden was het vaak reden voor grote ellende onderweg. Mijn leasepa rukte heel wat keertjes vloekend en mopperend uit met een van zijn Skoda’s om de familie ergens te redden.

Een straatvriend van mij zelf had een vader die ook ‘alles beter wist’ op autogebied. Dus die kocht op enig moment een Simca Aronde van een paar jaar oud. En nam ons op een zondag in de geschiedenis als jonge pubers samen met het verdere gezin mee voor een tripje naar het oostelijke achterland van dit fraaie Nederland. Op de terugweg een grote klap….de motor liep vast. En daar stonden we. Na vele uren opgehaald door iemand uit hun familie…. En ik kwam midden in de nacht thuis bij boze ouders die me meteen verboden ooit nog met die lui mee te rijden….Ach ja….als je uit een autogezin komt is alles daarbuiten amateur of niet slim genoeg om de juiste keuzes te maken. En als ik kijk hoe ik zelf in het leven sta……dan heb ik dat toch een beetje in de genen meegekregen. Dus vooroordelen zijn mij op autogebied niet vreemd.. Wie het meent beter te weten mag het hier over proberen….Maar of het lukt??? 🙂 (Neem het niet te serieus hoor, het is maar een leuk verhaaltje voor het weekend..)

Smiley-geluk…

Amerikaanse formule voor een tv-serie…..Je pikt iemand uit om een grap mee uit te halen en doet bijvoorbeeld net of een levend iemand in een doodskist naar het crematorium wordt gebracht, deze daarop verwoede pogingen doet om uit die beperkte ruimte te komen voor het echt fout gaat en de hoofdpersoon daarbij alles en iedereen beweegt om de procedure te stoppen. Op het allerlaatst lukt dat, die hoofdpersoon zowat in shock en met een  half hartinfarct achter latend. ‘Smile…you’re on Candid Camera’. En dan allemaal lachen. Want we moeten altijd vrolijk en gelukkig zijn. Whatever happens. Nou, dat is niet iedereen gegeven. Zelfs de meest chronische optimisten zijn soms een keer somber. Ik ben er zo een. Eigenlijk altijd op zoek naar oplossingen of het positieve van een situatie. En ik heb heel wat van die momenten gekend dat het optimisme even plaatsmaakte voor ….wat moet ik nu? Of dat de lach plek maakte voor tranen. Dips waren voor mij regelmatig gewoon in het verleden. Meestal op maandag, de meest ellendige dag van de week, zonder overigens een aanwijsbare oorzaak. Soms, als ik nog wel eens (zeldzaam geworden) somber heb ik een paar uur nodig om de weg terug te vinden op het pad naar de lach of het licht.

Maar ik realiseer me tegelijkertijd dat veel mensen niet zoveel reden hebben om te lachen. Gezondheid kan een reden zijn om je vrijwel altijd zorgen te maken. Of een diepe economische depressie die zorgt voor werkloosheid of onzekerheid. Rond deze coronacrisis kan zelfs een combi van deze ellende veroorzaken at de gemiddelde lacher toch even de hoop verliest op betere tijden. Op TV komen ook andere series voorbij. Sommigen daarvan laten mensen zien die van 30-50 euro in de week rond moeten komen. Veelal met een gezin. Oorzaak zijn schulden of scheidingen. Bij veel van die lui zie ik dat men doffe ogen heeft van het zoeken naar kleine stukjes geluk. Veelal eerder voor hun kinderen dan voor zichzelf. Geluk dus niet standaard voorhanden, je moet er voor werken. Je moet er geluk voor kennen, maar niet iedereen is voor het geluk geboren. Gouden lepels of wiegjes met gouden dekens zijn slechts aan weinigen voorbehouden.

Kortom ook met minder moet dat geluk te vinden zijn, mits je mensen om je heen hebt om van te houden, dieren om te knuffelen, en net voldoende geld om de boel draaiend te houden zonder zorgen. En dat alles in goede gezondheid. Dat staat los van karakterstructuren natuurlijk. Want je hebt ook geboren pessimisten. Elke wolk aan de hemel zorgt voor regen bij hen die zo geboren zijn. Zij weten ook zeker dat de hele wereld tegen hen is en doen al op voorbaat negatief over alles wat op hun pad komt. Ook op sociale media kwam en kom ik die mensen zeker tegen. En als ze al geen kwalen vertonen bedenken ze die wel om  maar ongelukkig in een hoekje te kunnen wegkruipen. Soms zou je willen dat al die lieden eens kennis konden maken met die Amerikaanse tv-makers….Smile….You’re on Candid camera. Wie zich herkent mag het zeggen. Ik blijf echt glimlachen. Zolang ik dat nog kan want optimisme maakt toch gelukkiger dan al dat negatieve gedoe… (Beelden: INternet)

Bijzondere reis in een IFA stationwagen…

Toen ik een paar weken terug het Oostduitse merk IFA even onder de aandacht bracht van de lezers hier, vermeldde ik al dat daar nog een aardig persoonlijk verhaal over te schrijven viel. Dat werd al een keer aangetipt in mijn vervolgverhaal over dat leven met de Vliegende Pijl. Maar hier dus nu wat uitgebreider. In die jaren waarover ik spreek deed mijn leasepa in auto’s. Altijd wel een paar verschillende merken voor de deur die moesten worden verkocht, en voor eigen gebruik dan even een paar weken een auto die op naam werd gezet voor uitstapjes en korte vakanties. Mijn wat oudere broer was toen in de leeftijd dat hij al brommer mocht rijden en die had een exemplaar gekocht bij de ooit hier ook al eens gepasseerde ‘Ome Leo’, een goede vriend van de ouders met een eigen fietsen- en brommerzaak naast een investeringsbedrijf voor panden in hartje centrum Amsterdam.

De brommer van mijn broer was overtuigend van lijn en kleur, leek het meest op een TT-racer met 50cc blokje en was voor normaal gebruik uitgevoerd met een bagagedrager achter de buddy-seat. Broerlief, helemaal 16 jaar oud, besloot om op dit ding samen met een aantal vrienden met soortgelijke vehikels naar Limburg af te reizen voor een feestelijke vakantie. Best avontuurlijk natuurlijk. De diverse ouders waren niet al te enthousiast maar broerlief had een karakter dat nog eens extra eigenwijs was door de situatie thuis, dus uiteindelijk mocht en vertrok hij. Leasepa richtte intussen zijn pijlen op de handel. En kocht zich een IFA Stationwagen in een muisgrijze kleur die in meer dan goede staat van dienst verkeerde, maar qua banden wel een opknapbeurt verdiende. Maar ja, handel….dus dan was dat niet het eerste wat je verving.

Na een dag of wat kwam er een telefoontje. Broerlief was gestrand. De brommer had het opgegeven. Deed niets meer. En hij zat in een tentje ergens te kleumen in de toen ook al veel vallende zomerse buien en matige zomers. Hij wenste ‘Ome Leo’ een enkele reis Timboektoe, want die had het tweewielertje toch echt nog nagekeken voor broerlief was vertrokken. Kortom, nood maakte deugd. Ons gezin pakte noodzakelijke dingen in de IFA die werd omgetoverd tot auto van dienst en we vertrokken met de pruttelende DDR-tweetakt naar het zuiden van Limburg. Na een verder ongestoorde reis kwamen we tegen de avond aan in Valkenburg en zochten broerlief op. Die kampeerde in de constante regen ergens op een modderig stukje land bij een boer in Bergh-Terblijt. Was blij ons te zien.

Maar ja, terug naar huis om dit uur was ook niks. Dus we sliepen als gezin in de IFA (ruimte zat) en hij in zijn tentje. Volgende ochtend werd de brommer met behulp van de vrienden die waren gebleven om broerlief te helpen naar het station gesleept om met de NS naar Amsterdam te worden afgevoerd. En wij stapten in de IFA en reden richting huis. Maar dat duurde niet lang. De IFA hing na een paar kilometers wel erg scheef naar rechtsachter. Onder de last van vier personen en de extra bagage was een van de banden lek geraakt.

Geen nood, reserve-exemplaar er onder. Die hield het uit tot net onder Roermond. Toen was het ook met die band over en uit. En omdat nergens hulp te halen viel en de Wegenwacht nog lang niet zo georganiseerd was als nu, zaten we opgescheept met twee lekke banden en een IFA die dus eigenlijk niet meer kon rijden. Leasepa was niet vrolijk maar loste het praktisch op. Van een van de velgen haalde hij de band weg en zette de velg weer onder de auto. Zo reden we richting een benzinestation een paar kilometers verderop. Onderweg een spoor in het asfalt achter latend. Maar we kwamen er wel. De velg ging er weer af, de andere band geplakt en met de vingers over elkaar reden we verder. Thuis was het avontuur iets wat we nog jaren vertelden tijdens verjaardagen. De IFA maakte het niet meer mee, die was een paar dagen later verkocht. Zonder nieuwe banden, dat spreekt. Maar wel met een nieuwe reservevelg. Want die was wel erg scherp geworden van dat rijden over de Limburgse straten. En de relatie met ‘Ome Leo’ was nooit meer helemaal dezelfde….althans wat mijn broer betrof.(Beelden: Internet/Yellowbird)

Tranen met tuiten om zoveel humor…

Onlangs ontdekte ik dat op YouTube een hele reeks films te vinden is van en met Laurel & Hardy. Voor veel jonge mensen zegt dat wellicht niks meer, maar deze filmkomieken behoren voor mij tot de ultieme vormen van humor, timing en genoegen. Binnen de kortste keren zat ik bij het kijken in mijn eentje te schateren van de lach. Wat een geweldig duo die twee al zo lang geleden overleden komieken. Voorbeeld voor velen. En ongeëvenaard in hun slimme humor en scripts. Tuurlijk, sommige films 80/90 jaar oud, maar nog steeds geweldig om te zien. Want het op de camera werken, de gespeelde wanhoop soms, de slimmigheden, maar vooral ook de onschuld. Het is zeer plezierig kijkwerk. En dan te bedenken dat ik als kind al van die lui genoot. Toen waren ze overigens ook al uit een ander tijdperk afkomstig. Immers van voor de oorlog. Maar in veel bioscopen nog steeds te zien.

Later leerde ik hen opnieuw waarderen door goede en helaas overleden vriend Victor die alle films op Super 8 kon afdraaien. Samen met wat vrienden en genodigden altijd goed voor een hoop hilariteit. Daarna zette ik zelf veel films op video, nog later kocht ik ze op DVD. Maar een aantal van hun films was niet te vinden. Rechtenkwesties wellicht. Blij dus met die YouTube films. Af en toe even relativeren in spannende tijden. Wat los van hun humor zo goed werkt is dat hun verhalen zich afspelen in een wereld die niet meer bestaat. Een onschuldige wereld. Een wereld zonder dreiging en terreur. Boeven zagen er als zodanig uit. Vreselijke vrouwen werden ook zo afgeschilderd, de charmante exemplaren dito. Winkeliers nog echte middenstanders en de materiele zaken van een bedenkelijke kwaliteit. Het moest wel stuk en dat was voor deze twee komieken uit de humor-eredivisie dan ook geen enkel probleem. Na hun filmoptreden was er altijd wel iets totaal gesloopt. Over gevolgen denk/dacht je niet na. Maar altijd hilarisch.

De geweldige kop van Laurel, geboren in Engeland en de geniale bedenker van veel van hun scripts, de mimiek van Hardy die soms zo hulpeloos in de camera keek na weer een aanslag op zijn lijf of leven. Het kan mij niet erg genoeg. Pure ontspanning. Kom daar maar eens om bij de moderne ‘komieken’. Ik krijg er wel eens een glimlach bij op de geplooide lippen, maar zelden een schaterlach. Soms zie ik in de wereld waarin we nu leven voorbeelden van zaken die best zouden hebben gepast in de verhalen van Laurel & Hardy. Een straatmuzikant die niet veel meer dan ‘ploing..ploing’ uit zijn gitaar weet te krijgen doet me denken aan Hardy die bas speelde op die manier in een van de bekende scenes. Een klungelende doe-het-zelver is archetype voor dat wat mijn geliefde komieken ook altijd zijn. Nooit komt het goed, altijd gaat het fout. Er was echter een film die ik minder vond. Daarin sjouwen ze ergens een piano vele vele trappen op. En uiteindelijk komen ze helemaal nooit boven en ligt de piano in duizend stukken alsnog beneden. Nee, dat vond ik minder. Maar dat geeft alleen maar aan hoe geniaal die lui waren of nog zijn in de rest van hun oeuvre. YouTube bedankt voor deze geweldige bijdragen. Ik weet nu weer even waar ik mijn stemming indien nodig kan opwaarderen….(Beelden: Archief/Internet/YouTube)

Gelukkige Nederlanders…

WP_20150610_019Onlangs verscheen bij het CBS een rapport waaruit bleek dat de gemiddelde Nederland buitengewoon gelukkig is met zijn/haar leven. Mannen wat meer dan vrouwen, maar die laatsten zijn dan ook altijd aan het mijmeren over hun echte liefde, kinderen, de was, schoonmaak en of ze morgen wel op tijd zijn bij de kinderopvang nu de fiets een lekke band heeft. In het westen van ons land is men wat gelukkiger dan in het noordoosten, maar in Flevoland is men over het algemeen dan weer wat minder gelukkig als blijkt uit het landelijk gemiddelde. Ook al zijn dat maar nuances hoor. Want Flevoland is best een leuke provincie, al zijn de files er langer dan waar ook in Nederland. Hoe dan ook, de gemiddelde Nederlander is gelukkig, en dat wijkt ten positieve af van veel andere landsbewoners elders. Komt natuurlijk omdat we meestal in redelijke omstandigheden verkeren, de sociale voorzieningen voor veel mensen ver weg en bezit een mens ook gelukkig kan maken. Nu is het ook zo dat wij geen echte oorlogsdreiging meer kennen en de recente crisis slechts ‘anderen’ in de WW stortte of failliet deed gaan.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Als ‘ik’ het maar goed heb, de rest zal me ‘bommen’. Geluk delen is best lastig en als je zoekenden naar dat geluk onderdak moet geven wordt het allemaal al wat kritischer. Wij Nederlanders zijn nogal pragmatisch ingesteld. Werkbijen en wat minder krekels die leven op kosten van anderen. Daar moeten we niks van hebben. Dus hebben we ook wat minder inlevingsvermogen als het gaat om hen die aan de onderkant van de maatschappij verkeren. Om welke reden ook. Sommige mensen zijn niet voor het geluk geboren. Laat ze een trap op- of aflopen en ze breken een enkel, ze merken de tram niet op, of vallen van hun fiets. En dan moeten ze nog beginnen. Als ze dan al een partner zoeken en vinden is het steevast de verkeerde, geven ze het geld dat ze verdienen uit aan de verkeerde dingen, roken, drinken, eten te veel en zijn wellicht verslaafd aan nog meer zaken die het leven niet veraangenamen. Die partner blijkt een niksnut, er worden over en weer tikken uitgedeeld of al die bazen begrijpen ‘me’ niet. En dus komen ze thuis te zitten.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Als je zo’n leven leidt is geluk vaak te vinden in het kleine of blijft het uberhaupt afwezig. Geld groeit niet aan de bomen, liefde vindt je niet bij de Wehkamp en in de kroeg maak je foute vrienden. Opvallend vond ik ook dat in die cijfers zelfs mensen in het door aardbevingen getroffen Groningen en Drenthe best gelukkig bleken te zijn met een gemiddelde score van boven de 60%. Nu nog eens zien dat mannen hun vrouwen gelukkiger maken. Wellicht moeten ze die lekke banden eens wat sneller plakken, helpen bij de schoonmaak of aandachtig luisteren naar hun partner i.p.v. de zoveelste voetbalwedstrijd opzetten. Het zit in kleine dingen. Tijd voor een beetje aandacht. Wellicht worden we dan nog gelukkiger allemaal. Zou dat kunnen?

Geluk…

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Onlangs bedacht ik me ineens dat ik in mijn leven heel wat keertjes bijna het loodje legde en me achteraf gelukkig mag prijzen dat er in die jaren dat dit zich afspeelde lieden waren die me van de dood redden toen dat nodig bleek of de eigen constitutie die in staat bleek opgelopen schade snel te herstellen. Toch vreemd dat je dan ineens beelden terug krijgt van die keren dat het bijna mis ging. Ik was een kleine urk toen me dat voor de eerste keer overkwam. Ergens in de buurt van de Amsterdamse Haarlemmerweg. Daar was toen een opgespoten gebied waar een nieuwe buitenwijk voor de hoofdstad werd gepland. Samen met mijn broer zwalkte ik op de korte pootjes over het opgespoten land. Tot er ineens een plek bleek waar je niet kon lopen. Drijfzand. Ik zat er meteen in en muurvast. Dat spul trok me naar beneden.

1)Leo - 1e klas L.S. Scan10039Ik zette het op een brullen en mijn broer was toen gelukkig in staat om me te helpen. Had die er niet geweest? Ik had dit niet kunnen schrijven. Geldt ook voor de keer dat ik bij mijn pa op bezoek was op diens toenmalige werk. Aan de rand van het (alweer) opgespoten terrein van Buitenveldert. Nu in mijn eentje, weer over dat zand aan het zwalken toen ik een mooie balk zag. Die wilde ik wel hebben. En hup, daar zat ik weer in het drijfzand. De balk hielp me de bol boven het water te houden. Gelukkig was Opa N. me kwijt en op zoek. Die haalde me uit die natte kledder. Lesje geleerd?! Nou voor wat betreft dat drijfzand wel. Ik waag(de) me er nooit meer op. Maar ik stak wel eens de straat over zonder kijken. Klabang…op 8-jarige leeftijd aangereden door een bestelauto. Grote paniek maar mijn fysieke schade beperkte zich tot een fikse hersenschudding. Twee weken plat in het donker. Het viel niet mee.

leo gebroken schouder 020407 002 (2)Later kwakte ik nog wel eens tegen de grond bij het brommeren, crossen, dat ene ritje op die speedwaymotor, viel ik van huishoudtrappen bij het klussen, sneed me zowat een vinger af bij het beoefenen van mijn modelbouwhobby en zo meer. En uiteindelijk was er die kans dat ik verdronk in het Almeerse Weerwater toen daar de kano met zoonlief en zwager plus nog wat spullen door de wind en de golfslag omsloeg en we een meter of 500 moesten zwemmen voor ons leven. Dat liep echt maar net goed af. Hoeveel geluk kan een mens afdwingen zou je denken. Intussen doe ik rustiger aan. Vermijd ik de echte gevaren wat en denk soms wat beter na voor ik met een zaag op een wankele stoel ga staan om iets weg te halen. Nee, mijn portie heb ik wel gehad. Al ben ik de gebroken schouder als gevolg van een enkele gemiste traptrede in 2008 nog niet vergeten natuurlijk. Hoe zit dat met jullie beste lezers? Zelf ook wel eens iets meegemaakt wat de haren te bergen doet rijzen? Laat eens weten dan! Ben daar best benieuwd naar…..

Sturing van boven…

OLYMPUS DIGITAL CAMERATwee gesprekken over zaken die ik het liefst zou betitelen als interessant en constructief zorgen voor een blogverhaal dat ik hier met de lezer wil delen. Het eerste ging over hoe je omgaat met een flinke tegenslag als je gelooft dat er een hogere macht is de alles regelt en jou niet zal loslaten maar juist begeleiden op een nieuwe weg. Ik ben zelf van de ‘aanpakgeneratie’. Dus, knokken om te krijgen wat je nodig hebt voor een goed leven, je niet zomaar aan de kant laten zetten en altijd de discussie aan gaan met hen die menen de wijsheid in pacht te hebben maar daarbij nooit veel meer ervaring in de strijd weten te brengen dan wat ze zelf hebben meegemaakt of oppikten tijdens een cursus psychologie voor amateurs van de LOI. Meestal werden of worden die lui niet mijn beste vrienden. En ook niet mijn meest geliefde collega’s. Ik geloof nog in het ‘met de poten in de klei staan principe’ voor je echt weet hoe de wereld in elkaar steekt. Zal vast dom zijn, zeker vanuit de ogen van hen die alles met het handboek soldaat willen oplossen. Met de man over wie dat eerste onderwerp ging besprak ik zijn situatie zoals ik er naar kijk.

Is de paus in dienst van het geloof, of is het omgekeerde het geval...Arbeidsconflict, waarbij hij naar mening volkomen in zijn recht staat. Maar dat recht niet pakte, omdat hij zich wilde laten leiden door de wijsheid van zijn Schepper. Gelukkig had ik net daarvoor flink gewandeld en zat het vel wat strakker om de binnenkant van mijn lijf, anders was ik ter plekke ontploft. Knokken moet je in zo’n situatie, vechten, je gelijk halen, want dat heb je! De berusting aan de andere kant van de tafel was prachtig. Maar voor een mens als ik ben niet te snappen. Het tweede gesprek wat ik voerde had ook een geloof als uitgangspunt, maar wel een ander als dat wat het eerste gesprek zo stuurde. In de tweede situatie sprak ik met iemand die je tegenwoordig een nieuwkomer zou moeten of mogen noemen. Iemand met het geloof in die andere god. In zijn ogen ook  een heel goede. Hij legde uit dat je met tegenslagen in je leven moet omgaan als een leermoment. Je pikt er altijd iets positiefs uit op.

OLYMPUS DIGITAL CAMERAHij gaf als voorbeeld dat als wij Nederlanders een pechgeval met de auto meemaken we meestal eerst beginnen te vloeken, dan ongeduldig worden en maar weinig opsteken van zo’n moment. Hij zag die momenten als sturing. Er werd van je verwacht om je leven dan aan te passen aan de omstandigheden. En daar leerde je veel van. Wat wij toeval noemen was voor hem de aansturing van het hogere gezag. Twee geloven, twee min of meer dezelfde insteken. Immers, het hogere boven ons gesteld, was voor beide gesprekspartners belangrijker dan al die aardse zaken. Ik voelde me in dat gezelschap een echte atheïst. Immers, ik wil alles zelf regelen en heb niemand die even iets voor me overnam of neemt. Moet wel constateren dat ik het een prachtige gedachte vind hoor. Niks mis mee….en het verrijkte mijn denkwereld weer even. Relativeren is ook een vak…. Kortom, ook voor mij leermomenten. De dankbaarheid is richting beide mensen die ze uitten groot….

Rammelgevoelig

1044759_403165286467631_2147198073_nZet mij in een of ander vervoermiddel en ik hoor altijd wel ergens een rammeltje, piepje of kraakje. Beroepsdeformatie, zeker,  al had ik dat vroeger ook al. Ik kan er niet tegen dat een met zorg in elkaar gestoken vervoermiddel ineens aan doet als een door een stel malloten afgebouwde wasmachine te keer gaat. Wellicht iets wat ik van thuis mee kreeg. Mijn stiefvader was een techneut van de bovenste plank en die hoorde als het er op aan kwam elke rammel in de carrosserie of motor snel en wist meteen waar het zat. Die gave nam ik over. Ik hoorde dingen die hij niet hoorde. Zoals versleten spoorstangen of knikjes in schokdemperbenen. Rammels in het dashboard zijn mij geen gruwel. Maar vooral die in het rijdende huis van een auto, daar waar de inzittenden verblijven, storen me mateloos. Ik had dan ook, toen ik nog beroepsmatig in het ‘vak’ zat, veel begrip voor klanten die ‘gek werden van een rammel’. Waarbij het me opviel dat juist monteurs die rammels niet hoorden. Ook een vorm van deformatie, selectieve doofheid. En men vond mij een zeurpiet. Immers, een auto die rammelt ‘leeft’. Jaja, mar als je daar al je spaargeld aan hebt besteed wil je echt een rammelvrije auto. Nu waren de toleranties van toenmalige auto’s bepaald minder streng bepaald. Dus er rammelden heel wat auto’s. De een wat meer dan de ander maar toch. Soms kostte het tien proefritten over klinkerwegen om de klacht weg te werken. Kostte veel tijd, maar de klant was koning. Waarbij die techneuten mij, als commercieel ingesteld type, maar weinig vertrouwden op mijn woord of waarneming.

Model Renault 4 Fourgonette altAkASJFAzzNvVQTUMv9j9HnsDPzzV_0hsSYPiwv5jvS94Nee, men ging vaak zelfstandig aan de slag om het euvel te verklaren en evt. op te lossen. Soms lukte dat, vaak niet. Luisteren naar een klant is vaak een weinig voorkomend talent van graag met hun handen werkende ambachtslieden. En dus kreeg je een bepaalde auto soms drie, vier keer terug in de werkplaats en werd er veel geklaagd. Is dat veranderd? Nee! Ook nu nog blijkt het lastig te zijn om een rammelklacht te duiden. Terwijl de moderne auto geen rammelbak meer is. Veel van die carrosserieen worden gemaakt met behulp van robots, die kennen geen ‘maandagochtenden’ of afleiding door het kijken naar leuke vrouwelijke collega’s. Nee, een auto hoeft niet meer te rammelen en als je naar de aanschafprijzen kijkt zou het zelfs gewoon ‘verboden moeten worden’. Toch is er af en toe een moment van twijfel. Zoals ik onlangs had. Een resonantie ergens vanonder de auto vandaan die zich alleen voordoet op extreem ongelijke wegen. Op elke andere straat of weg hoor je niks. Maar toch….. Al een keer na laten kijken, men ‘had het gevonden’. Maar op de terugweg naar huis bleek die rammel er nog steeds te zijn. Vervelend, maar vooral omdat je dan niet helemaal serieus wordt genomen. Dus we gaan nog een keer langs bij de dealer die verder zijn werk naadloos doet waar het vraag en aanbod betreft. Hoor ik een paar dagen later van een goede vriend in een soortgelijk model een bijna gelijk verhaal. Rammeltje, vooral op hobbels, onderkant auto, terug geweest en zonder resultaat. Is dat niet toevallig? Zit 200 kilometer tussen die dealerbedrijven en de merken (sub van een groter Duits)verschillen ook. Toch familie?  Rammels, het kan vervelend zijn.. Vooral als ze niet worden gevonden…..Ik ga even fietsen…..zit trouwens een tik in….ook zoiets…..