
Het was in het jaar 1991 dat ik de stap zette om ‘iets’ voor mij zelf op te zetten. Een adviesbureau moest het worden, marketing/reclame/PR als disciplines. Het eerste diploma op dat gebied zat net in de binnenzak en ach, kwaad kon het niet. De fase waarin ik mij toen bevond stond toe om eens goed rond te kijken naar wat er nog meer voor mogelijkheden bestonden. De naam haalde ik uit mijn hobbybeleving van voorheen. En inspireerde o.a. doordat het een vrije vogel gevoel gaf en wat mogelijkheden om de kleurstelling van de huisstijl af te laten wijken van alles wat in dat wereldje van reclame en marketing toen gebruikelijk was. Ik ben niet zo van de afkortingen, maar achter de naam van het bedrijfje kwam alsnog A.S.A. te staan, waarmee ik mijn Advertising and Sales Agency een internationaal tintje gaf. En dat was niet zo gek als je zag dat mijn eerste klant een bedrijf was in ‘Office Supplies’ en de tweede een Aziatische ‘Airline’.
De startstappen waren gezet en door de jaren heen zou ik er met wisselend succes een stukje omzet en (extra)inkomen uit kunnen peuren. Dit jaar op 1 april bestond de naam officieel 25 jaar. Best een tijd. Maar dat vierde ik toch maar niet echt. De beslissing was al gevallen om de stekker er wat betreft het advies geven uit te trekken. Genoeg van het gewerk, het gelobby, het zoeken naar klanten. De wereld is veranderd. Mensen bij bedrijven doen veel dingen zelf. En voor de echte communicatieve vaardigheden zoeken ze hulp bij een gratis stagehulp of het neefje van het nichtje in de familie die ook een printer heeft. Daarbij is het maken van een website voor velen een fluitje van een cent geworden. Blijft de creativiteit, de kennis op het gebied van klantentevredenheid/vriendelijkheid en de tekstuele vaardigheden. Dus blijf ik schrijfactief. Maar vanuit het reclamevak worden die zelden meer gevraagd. Malaise in de bladenwereld mocht ik in al die jaren trouwens ook nog ervaren. Print raakte uit, digitaal in. Dat kon ik aardig bijbenen gelukkig.
Toch menen veel mensen zelf wel een tekstje te kunnen bedenken. Je ziet het overal om je heen, die zelfwerkzaamheid. Niks mis mee, als het goed gebeurt. Hoe dan ook, ik stopte met het bureau. Vanaf 8 oktober is het bedrijfje uitgeschreven bij de KvK. De domeinnaam blijft bestaan, de mailadressen, de kennis, de schrijverij maar niet meer de wil om overal soms tegen beter weten in achteraan te hollen. En de herinneringen aan een kwart eeuw leuk werk waar ik het nodige plezier aan beleefde. Maar het is ook mooi geweest. De reddingsboot van 1991 is nu opgeborgen. Bijgeschreven in de herinnering en het digitale archief. Nu nog even die papieren dossiers opruimen. Want die staan me intussen aardig in de weg…..

In die jaren waaraan ik nu even refereer verging het ons bedrijf wat minder goed. We waren dealer van het Tsjechische automerk met die lange traditie, maar de pers fakkelde zowat elke dag alles af wat die Tsjechen zoal produceerden. Dat was wellicht voor een deel nog te verklaren, maar ik kwam er later achter dat er achter de schermen ook wat rekeningen werden vereffend met vertegenwoordigers bij de importeur door de mannen die zichzelf zagen als ‘goden’ in dat vakgebied. Als dealer moest je wat dus we zochten naar expansie via andere kanalen. En op dat moment kwamen we in contact met een automerk dat we nu wellicht kennen, ik had er zelf nog nooit van gehoord toen de eerste vertegenwoordigers van wat later de importeur zou worden, voor ons bedrijf stopten. Men vertelde enthousiast over Hyundai. Een nieuw Koreaans merk waar wij zeker dealer van zouden kunnen worden als we de moed hadden te geloven in een toekomst die ons zeker zou voeren naar winst en succes.
We reden even proef in het eerste exemplaar van het technisch kunnen dat de Koreanen in Nederland importeerden, de Pony sedan. Een auto waar de gemiddelde Europese (lees Nederlandse) man maar moeizaam in paste. Maar hij was opgebouwd uit onderdelen van Mitsubishi en Ford en de vormgeving was van Italiaanse snit. Het bordeel paarse interieur nam je dan maar op de koop toe. We zagen er wel iets in en gingen in zee met de nieuwe importeur. Die waren zelf gezeteld in een piepklein kantoor achter een caravanhandel in Leidschendam, maar de sfeer was er goed en de service vriendelijk. Al snel stonden de Koreaantjes in onze showroom en reden we rond in een demonstratiewagen. Wat lastiger was, voor de meeste Nederlanders was die naam onbekend, maar ook onuitsprekelijk.
Wij zelf maakten er Hie Joen Dai van, maar onze collega-dealer in Amsterdam-Centrum noemde zijn merk Joen Dai en de Koreanen spraken het uit als Oendee of zo. Gelukkig heette dat eerste model dat ze jaren zouden voeren gewoon Pony en dat was voor veel mensen wel uit te spreken. Tot die ene keer dat er een plat Amsterdams sprekende potentiele koper binnen stapte en mij op luide toon vertelde dat hij wel eens wilde proefrijden in een ‘Hundie Ponnie’. Kijk, toen wisten we dat er nog veel werk te verrichten viel. Het succes en zeker de winst werd ons uiteindelijk niet gegund met en door Hyundai. De match was er niet meer toen het merk naar een nieuwe importeur overging en die daarop zulke eisen stelde dat wij daaraan gewoon niet konden maar vooral ook niet wilden voldoen. Intussen waren we wel veel wijzer geworden. En ik leerde zelf in die jaren dat als je klanten iets wilt verkopen de naam van het merk tenminste herkenbaar en uitspreekbaar moet zijn en de communicatie op dit punt overduidelijk. Maar als pioniers waren we daar toen nog lang niet zo mee bezig.
Wie mij kent en al regelmatig volgt hier op mijn mening blogs weet dat ik iets heb met startups. Met name omdat we in de moderne tijden al zo vaak horen of lezen over faillissementen van voorheen toch bekende bedrijven. Jonge mensen die dan de uitdaging aangaan om een eigen onderneming opzetten en hun ziel en zaligheid er in leggen kunnen rekenen op mijn steun in zekere zin. Een van die mensen is Tamara Mol. Ik heb haar ooit in een werkzaam verleden leren kennen als een steun en toeverlaat bij een reclamebureau dat zich bezighield met allerlei vormen van promotie maken. Tamara was daar accountmanager, maar ze blonk uit door haar inzicht, rust en talent om lastige situaties goed op te lossen. Een talent op zichzelf dus, met de nodige managementkwaliteiten. Ze leerde zich de rug krom om haar kennis en basis nog wat te vergroten. Sportte, maar hield ook van feesten. En wie organiseerde dan daarna de betaalbare taxi’s? Juist!
Ergens in 2006 scheidden onze wegen. Zij trok verder, werkte voor een paar bureaus waar ze nog meer dan voorheen organiseerde en groeide uit tot een onderneemster. Vorig jaar zette ze de stap. Op het juiste moment in haar leven. Ze richtte TOOS op, een naam die gewoon aanhoort maar staat voor Tamara’s Office Ondersteuning & Secretariaten. Ze biedt haar diensten aan bij branche- en ondernemingsverenigingen of projecten voor bedrijven en overheidsinstellingen op gebied van marketing en reclame. Als ze haar secretariaatswerk aanbiedt doet ze dat voor o.a. het behandelen van mail, post, telefoon, website, social media-accounts, maakt ze nieuwsbrieven (en verstuurt ze uiteraard) organiseert bijeenkomsten en zorgt dat ze de spin is in het web van bedrijven en ondernemingen die juist om zo’n duizendpoot verlegen zitten.
In tijden van kostenbesparing op FTE’s een geweldig alternatief. Tamara gelooft er heilig in dat dit een succes wordt, en guess what? Ik ook! Want zo’n TOOS wil je in huis hebben hoor. Het ontlast ondernemers of besturen van die ondernemingsverenigingen die hun werk er vaak bij doen. TOOS komt alles oplossen en naar ik begreep tegen zeer acceptabele tarieven. Haal je geen fulltimer voor in huis. Wel een buitengewoon gedreven onderneemster die werkt voor drie en ook nog eens een fraai plaatje biedt. Uiteraard bied ik haar een paar platforms. Dat verdient ze, al was het maar om wat ze voor mij en mijn werk in het verleden heeft betekend. Voor elke bolleboos een eigen TOOS zou ik denken! Wie meer wil weten moet maar even kijken op haar leuke website:
Er is geen talkshow te bedenken of er komt wel een auteur voorbij die een of ander boek heeft geschreven waarmee de gemeenschap weer wat kan. Juist in deze tijd zijn de stapels nieuwe uitgaven groot. Of ze nu zijn geschreven door een of andere BN-ner die een kookboek baseerde op de gerechten van opa en oma, over getemde sprinkhanen in het circus of masturbatie voor vrouwen die de weg naar hun eigen lustorgaan niet kunnen vinden. Alles wordt uitgebreid gepromoot. Alsof we daarop met zijn allen zitten te wachten. En die zelf benoemde experts komen vaak nog even een minuutje of tien dure zendtijd invullen om over hun expertise te oreren. Schaamteloos wat er dan soms over tafel gaat. Niet dat ik zelf nog met de oren toeter hoor, ik kan wat hebben intussen, maar of het een ander doel dient dan die boekverkopen bevorderen is de vraag. Soms heb ik wel eens het idee dat sommige van die lui niet veel meer zijn dat spiegelkijkers die menen dat de wereld zonder hun adviezen niet verder kan.
Vandaar al die boeken. Kijk, als het nog ergens over gaat, maar je moet eens zien hoeveel ‘expertise’ er zoal voorbij komt. Noem een onderwerp, bijvoorbeeld lastige kinderen die het leven van anderen verzieken, en er is een expert te vinden die als ‘’ettertjes-van-kinderen-opvoedkundige’ door het leven gaat. Zo was er onlangs bij Umberto de Vlaamse sexuologe Goedele Liekens te zien, niet van ons vaderlandse scherm te rammen lijkt het soms, die het onderwerp van de vrouwelijke masturbatie aan de orde stelde. Aan de overkant van de tafel zaten de machorockers van de Golden Earring. Mannen van in de zestig die keken of ze het in hun concertzalen hoorde donderen. In de zaal medestandsters van het fenomeen ‘doe het vooral zachtjes en neem je tijd’ aangevoerd door een mevrouw die alleen al door haar oogopslag niet te vertrouwen leek, maar wel haar boek en praktijkcursussen op dit punt zat te verkopen.
De ene dame wist nog meer te vertellen over het onderwerp dan de andere en ze kregen van de presentator die het allemaal erg spannend vond, ruim de tijd. Als voorlichtingsfilmpje wellicht interessant, maar voor anderen slaapverwekkend. En dan kom je als oudere jongere tot de conclusie dat in feite niet het onderwerp maar de promotie van de boekjes en trainingen het meest schaamteloos waren om naar te kijken en luisteren. Waar zijn de boekenprogramma’s als je ze nodig hebt. Kennelijk dringend nodig, want ook bij DWDD zie ik hetzelfde, net als bij superpresentator (Volgens Sonja Barend dan..) Pauw. Ordinair komt eerst. Maar dat is mijn mening en die wordt daar zelden gevraagd. Terwijl ik die graag had gegeven toen ik bezig was met de promotie van mijn eigen boekwerkjes….Die zijn uiteraard nog steeds bestelbaar of te koop…..Juist nu een leuk cadeau voor de Kerst…..(ISBN 978-90-484-2862-5)








