Lijnvliegen…

Lijnvliegen…

En voordat je denkt dat dit een verhandeling wordt over het vliegen in passagierstoestellen, nee, daar gaat het dit keer niet over, wel over hoe je vliegtuigen aan een lijntje kunt houden, althans dat was ooit de bedoeling. Het begon allemaal in het jaar 1966, voor velen heel lang geleden, toen ik als jong mens met een kring jonge mede-enthousiasten om me heen een club vormde die zich bezig hield met het imiteren van de echte luchtvaart op schaal.

De een was daar serieuzer in dan de ander. Een van die mede-clubleden besloot op enig moment dat hij meer techniek wilde toevoegen aan die miniatuur luchtvaart wereld waarin wij leefden en kocht zich een lijnbestuurd echt vliegtuigmodel. Die dingen waren best prijzig, onder de 7 tientjes (was echt veel geld in die periode) waren ze niet te koop.

Hij trok met zijn lijnvliegtuig heel wat toenmalige ‘vrienden’ naar zich toe. Niet zo gek, want die machientjes werden aangedreven door echte gloeiplugmotoren met een jankend geluid en een propeller die zijn werk met veel plezier deed. Al snel kocht ik mij ook zo’n ding. Gemaakt van kunststof dat tegen een stootje kon, een handvat met dunne nylon lijnen, een startbatterij en de nodige vloeistof om die motor aan de gang te brengen en te houden. Het waren heel wat handelingen voor je zo’n toestel vliegwaardig kon maken en het was al vlot duidelijk dat de straat waar wij toen in woonden niet geschikt was als nabootsing van een vliegveld. Nadat ik diverse malen de gloeiplugmotor had laten draaien (de buren waren me niet dankbaar..) besloot ik dat ik wel genoeg gestudeerd was om de kist te laten vliegen.

Om geen risico te lopen dat ik na een vlucht een crash zou meemaken en geen vliegend vliegtuig meer in de vloot zou bezitten, kocht ik er een tweede exemplaar bij. Na de Douglas Dauntless van de eerste aankoop kwam er een Bell Kingcobra die net als de eerste in schaal 1:20 was uitgevoerd en een chromen laklaag combineerde met een stoer uiterlijk. Ook daarvan draaide de motor fantastisch dus het werd tijd om als groep aan de slag te gaan op een net ten zuiden van de toenmalige bebouwing van onze stad gelegen grasveld in een meestal rustig parkje. De vloten van de leden werden ingepakt en meegenomen en daar op dat grasveld uitgestald. Als ware Anthony Fokkers in de dop deden we alles volgens het (meegeleverde) boekje en hadden assistenten voor de ware ‘take-offs’. In het midden van een cirkel stonden wij als piloten klaar met onze plastic handvaten. De motoren werden gestart, de posities ingenomen….. Maar net op het moment dat we de lucht in zouden gaan werd vlak achter ons langs de Amstel een piepklein hondje overreden door een wat snel passerende auto. Het ging om een puppy. Vreselijk geluid, totale chaos en paniek. We konden het niet meer over het hart verkrijgen alsnog op te stijgen. Te veel emoties. De vloot werd weer ingepakt en meegenomen naar huis. Kort daarna verhuisde ik en kregen de echte vliegtuigmotoren af en toe nog een zgn. propcheck achter ons toen nieuwe woonadres. Altijd sensationeel. Maar vliegen deed ik niet meer. De eerste machine kreeg van mij een nieuw kleurenschema mee geleverd, de tweede werd begin jaren zeventig van de hand gedaan (geruild voor nog te maken kits) met een verre vriend. Het oudste modelvliegtuig met echte motor, de Dauntless hangt nog aan mijn plafond in de mancave. Als bewijs voor mijn zelfvertrouwen om echt te gaan vliegen op schaal. Maar ook als waarschuwing dat je met enthousiasme alleen nog geen piloot wordt. Lijnvliegen zette overigens nooit echt door. Je ziet tegenwoordig de meest fraaie nagebouwde modelvliegtuigen radio bestuurd dingen doen die veel lijken op hun echte voorbeelden. Daarbij vergeleken is mijn Dauntless maar een relikwie. Net als de meninggever….Past dus wel….(beelden: Prive/Internet)

20 december…

20 december…

Ooit, lang lang geleden alweer, bedacht ik als jongeling dat die intrigerende luchtvaart die mij als Amsterdammer van geboorte altijd in het dagelijks leven begeleidde, in miniatuur moest kunnen worden nagebootst. Met mijn toenmalige beperkte middelen maar grenzeloze fantasie zette ik een van luciferdoosjes en bijbehorende stokjes een vliegveld in elkaar op de huiskamertafel en bouwde een vloot vliegtuigen op waarmee ik naar alle werelddelen kon uitvliegen. Die fantasie speelde daarbij een dominante factor. Een kinderhand snel gevuld. Maar het idee werd een passie, de kleine amateur al snel een jong volwassen professional. Samen met wat vrienden bouwden we een miniatuur luchtvaart wereld op en reden per fiets of latere brommer de straten en steden rond de onze af op zoek naar nieuwe aanwinsten om onze vliegvelden en vloten sterk uit te vergroten. Voorbeelden voor dit alles op fiets (later brommer)afstand van huis. Schiphol!

De constante schaal was toen 1:250. Dat was zo gekozen omdat speelgoedfabrikant Siku uit Duitsland een groot aanbod van dit vliegende spul bood met een constante schaal als uitgangspunt maar ook de nodige kwaliteit op gebied van vormgeving en uitmonstering. Veel zakgeld ging bij ons op bij het bereiken van dat doel. We wisten toen nog niet dat Siku (van oorsprong een plastic fabrikant die een gat in de markt had gezocht en gevonden) in de jaren voorafgaande aan onze zoektochten, was gestopt met die vliegtuigproductie omdat men domweg geen personeel genoeg had om alle benodigde afdelingen te bemannen. Later kwam dit voor ons pas aan het licht en moesten we noodgedwongen omschakelen.

Maar niet nadat ik leasepa zover had gekregen om op zolder (indertijd was dat eigenlijk de opslagruimte voor kolen en oude troep) van ons Amsterdamse huis een kamer te bouwen waarin ik een enorm vliegveld beschikbaar kreeg met verlichting en zo meer. Heel wat uurtjes bracht ik daar door met mijn toenmalige vrienden en de gezamenlijke passie. Het werd later groter en groter en zou uiteindelijk leiden tot zaken die gewoon te maken hadden met werk en mijn grenzenloze passie voor alles wat vliegt en mij ook uiteindelijk zo vaak vervoerde. Als een hobby, een idee, uiteindelijk leidt tot werk, studie en inkomen en zelfs de keuze voor bepaalde woonomgevingen moet het wel iets bijzonders zijn toch? En mag ik de datum waarop ik als jeugdig Mokummer vastlegde dat ik mijn eigen luchtvaartwereld officieel in gebruik nam wel even koesteren. De mancave van n u, met alles wat daarin verkeert is allemaal een gevolg van toen. 20 december dus, elk jaar in stilte gevierd. Om die reden neem ik straks een lekker zoetje bij de warme chocolademelk die ik als alternatief drink voor koffie. Maar dat is weer een heel ander verhaal….(Beelden: Yellowbird)

58 jaar passies….

Juist in deze periode van het jaar is het weer de ideale tijd om terug te kijken. Op een bewogen jaar vol nieuwigheden, ervaringen, en in mijn geval ook nieuwe aanwinsten voor het hobbymuseum. Wie veel verzamelt komt nog wel eens iets tegen en in dat geval viel het jaar 2018 niet tegen. Maar ooit, heel lang geleden, op de 20e december van een jaar dat ver weg in de geschiedenis ligt opgeborgen, startte ik officieel mijn hobbygedoetje. Als kind, maar wel al met een missie, een visie en de daarbij behorende doelstellingen. Alles wat ik daarna deed stond op een of andere manier in relatie tot mijn hobbybeleving. Vanuit de miniatuurwereld vertaling zoeken naar de echte wereld buiten en omgekeerd. Ik leerde door die hobby’s mensen kennen die nu nog behoren tot mijn oudste en trouwste vriendenkring en dat is best knap als je bedenkt dat er soms wel meer dan een halve eeuw aan jaren zit tussen de eerste kennismaking en het hier en nu.

Natuurlijk zijn de liefhebberijen iets veranderd van opzet en uitvoering. De dingen die ik in het verleden belangrijk vond, zoals het produceren van zoveel mogelijk zelf gebouwde schaalmodellen, zijn sterk op de achtergrond geraakt, terwijl andere zaken daarvoor in de plaats kwamen. Neemt niet weg dat als ik om me heen kijk in mijn creatieve ruimte, ik zie hoe mijn leven toch deels is verlopen. Keuzes die ik ooit maakte vertaalden zich in wat ik nu zie als de invulling van een deel van mijn levensvreugde. Want voor die liefhebberijen reisde ik tot en met dit jaar heel wat af. Ieder land of stad(je) heeft wel weer iets nieuws te bieden en het moet gek zijn wil ik tijdens de strooptochten niet iets tegenkomen dat ik in de eigen omgeving niet kan vinden. Ook bij de beroepskeuze zorgde mijn liefde voor alles wat vliegt en rijdt voor carrièrestappen die een ander niet zo snel zou hebben genomen. Soms was die keuze minder gelukkig dan op andere momenten, maar geleerd heb ik er veel van en dat helpt me tot op de dag van vandaag met zo’n beetje alles wat ik doe, adviseer of uitvoer.

Zelfs de naam van mijn enige tijd geleden gesloten adviesbureau had een verbinding met die liefhebberijen uit vroeger jaren. Als je ergens het fenomeen creativiteit leert kennen dan toch wel in de branches waar ik mijn brood verdien(de). En dat alles omdat ik heel lang geleden, op 20 december van dat bepaalde jaar, koos voor een officiële status bij dat wat ik daarvoor nog als ‘speeltje’ had gezien. In 2010 vierde ik het feit dat ik nu al 50 jaar lang bezig was met mijn luchtvaarthobby. Dit jaar al weer acht jaar verder. De rest is er later allemaal aan toegevoegd. De beschrijving van al dat verzamelde fraais deel ik nu in groepen op Facebook. Gewoon omdat daar nog meer gepassioneerden rondhobbelen. Of er nog meer te vieren valt laat ik even afhangen van het fysiek. Want een ding had ik indertijd niet voorzien, dat juist in het jubileumjaar soms een kinkje in de kabel zou kunnen zorgen voor wat onzekerheden. Daar dacht ik indertijd als jong kind niet over na. Er moest een ‘bedrijf’ worden geleid…….En jullie beste en lieve lezer(s)essen, zelf ook lang geleden een geapssioneerde visie gehad die je nu nog nastreeft en die je wel of niet datgene bracht waar je indertijd voor ging? (Afbeeldingen: Yellowbird collectie)

Spotten

WP_20151126_005 (2)Onlangs trakteerde ik mijzelf weer eens op een ‘mannendagje’ zoals ik het zelf noem. Dan gaat een mens als ik niet naar een of ander stadion om daar naar voetballende lieden te kijken hoor. Nee, ik vertrek dan naar het grote vliegveld in mijn achtertuin, dat bij de meeste mensen bekend is als Schiphol. Die wereldluchthaven ligt zo dicht bij onze woonstek dat ik er dagelijks mee geconfronteerd word. Maar ooit ben ik besmet geraakt met het spottersvirus en dat ben ik jarenlang intensief wezen uitzieken. Gewapend met een camera, een opschrijfboekje, en in die latere jaren een luchtvaartontvanger en verrekijker. Heerlijk om dat weer eens te doen. Het komt er domweg te weinig van. In mijn jeugdjaren werd ik al getrokken door dat bekijken van vliegtuigen. Die dingen kwamen indertijd nog wel eens recht over de stad heen als ze gingen landen of juist waren opgestegen en het geluid trok mij als jong mens richting de basis waar al dat spul opereerde. Ik ging eerst op de fiets die kant op.

WP_20151126_004 (2)Zette die dan tegen de heg voor de startbaan neer, klom op de stang van het tweewielige ding en keek naar de vliegtuigen die daar vertrokken of landden. Het was een warm bad al was het best wel eens fris. Later ging ik dan met een kaartje richting de promenades langs het toenmalige platform en deed enorm veel indrukken op. Maakte de laatste propellervliegtuigen mee, de eerste jets, genoot van de geluiden, droomde weg bij het idee dat die kisten naar de meest uitheemse bestemmingen vlogen. Teheran, Ceylon, New York, Helsinki en zo meer. Allemaal op de fiets, later bromfiets. Ik was daarmee best een buitenbeentje want zelfs uit de kring vrienden die aangaven gek te zijn op vliegtuigen waren er maar weinigen die zo gek waren om in januari met me mee te gaan naar de luchthaven als daar sneeuw lag. Of tijdens het Gouden huwelijk van Juul en Benno toen heel wat buitenlandse gasten per vliegtuig arriveerden op Schiphol en dat deden met vliegtuigen die je normaal nooit zag.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Jammer dat ik toen geen echt goede camera bezat. Maar ik schreef trouw alles op in mijn notitieboekjes. In de jaren die volgden zorgde ik altijd voor de nodige tijd vrij die ik kon vullen met mijn passie op dit punt. Maar het werd op enig moment minder. Niet door mijn verlies aan interesse hoor, maar de drukte in de toenmalige werkkringen. Ik werkte op enig moment ook een aantal jaren op de luchthaven en dat hielp niet mee bij het beoefenen van de hobby, hoe tegenstrijdig dat ook moge lezen. Nu ik er al lang niet meer werk kan ik er weer als jochie van vroeger van genieten. De camera met telelens klaar, de radio op de torenfrequentie, brood in de tas, verrekijker en notitieblok klaar. Check! En dan maar genieten. Jammer dat het zo vaak slecht weer is….maar dat was het volgens mij vrijwel altijd als ik daar stond.

Al weer 54 jaar verzamelgek…

TU-104 CCCP42461 at EHAM in the 70'sHoewel ik sinds een jaar of vijf een apart blog onderhoud dat specifiek is gewijd aan mijn verzamelpassie, neem ik toch de vrijheid om ook hier nog eens terug te gaan naar het begin van die hobby. Intussen precies 54 jaar geleden. Op 20 december 1960 schreef ik als jong ventje een plan waarmee ik mijn toenmalige verzameling (buitengewoon bescheiden) een naam gaf en van daaruit samen met een stel jeugdvrienden een club oprichtte die zou leiden tot alles wat ik nu verzamel. Van die club van toen zijn als verzamelaar nog slechts twee leden over. De rest verdween in feite in vergetelheid. Je zou ook kunnen stellen dat ze andere behoeften kregen, hun hart volgden of de maatschappelijke carriere voor lieten gaan. Bij mij was de combi der dingen altijd van groot belang. Ik kon het ook vaak goed combineren en die beslissing uit 1960 om op bepaalde wijze om te gaan met…heeft me zelfs geholpen aan de loopbaan  zoals ik die heb doorlopen tot nu toe. Omdat wij op schaal indertijd al ‘ondernemertje’ speelden en Zaken als creativiteit, marketing, PR en verkoop op becheiden schaal beheersten.
Leo in gele Citigo 1460120_658370900849958_1230431956_nMet de beperkingen die je indertijd had deed je toch wat je kon om alles wat in het echte leven een grote rol speelde te kopieren. Het waren mooie jaren en ze legden een stevig fundament voor het latere leven. Dat je ook met tegenwind van doen krijgt werd er vanaf die datum in 1960 echt wel ingebracht. Niet alles ging van het bekende leien dakje en dat bleek een prima bijscholing. Toch zijn er ook veranderingen gekomen in de beleving. Was ik in eerste instantie nog slechts ‘luchtvaartgek’, de afgelopen decennia is dat toch iets genuanceerd geraakt en zijn de automobiele geneugten van het leven ook van enig belang (..) geworden. Werken in die branche droeg daar niet in de laatste plaats aan bij. Mijn jeugdige interesse voor Oost-Europa, opgewekt door een vriend uit het toenmalige clubje die ‘iets had’ met de Sovjet-Unie en haar luchtvaartmaatschappij Aeroflot, bracht me op enig moment aan boord van een enorme Tupolev 104.

HPIM7861_editedEn die Russische mensen daar aan boord waren zo aardig en gastvrij voor ons kittens, dat ik dat nooit ben vergeten. Toen ‘Pa’ dan ook nog eens Skoda’s ging verhandelen en we op enig moment zo’n auto als ‘bedrijfsvoertuig’ gingen benutten, was de link geboren. Het zou me altijd bij blijven en mijn keuzes voor een belangrijk deel bepalen. En dat alles doordat ik met Oost-Europese vliegtuigen en auto’s altijd iets meer heb gehad dan met bijvoorbeeld een standaard westers type. Het mysterieuze bleef me trekken en dat zorgde ook voor dat deel van mijn kennis wat me nu niet meer kan worden afgenomen. Niet iedereen gaat vanuit zijn hobby richting professionaliteit op de wijze waarop ik dat heb kunnen en mogen doen. 54 jaar geleden allemaal begonnen met een velletje papier, waarmee de verzameling een naam kreeg en mijn mini-museum werd gestart. Soms verzucht vrouwlief wel eens hoe het toch moet als ik er niet meer ben…..tja, geen idee. Misschien dat ik voor die tijd een deel afstoot zoals ik al eens eerder deed met de enorme stapels bladen  op luchtvaartgebied. Je weet maar nooit. Voorlopig neem ik nu een glaasje op mijn professionele hobbyisme, gestart door een ventje waarin ik met enige moeite nog wel mijzelf ontdek. En da tis vaak de kern voor een jeugdige geest toch??