Teilgenoegen…

Teilgenoegen…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkujip-zinken-teil-img_1455.jpg

Ik stam nog uit de tijd dat je in het gemiddelde huis binnen onze woonbuurt geen badkamer of zelfs douche aan trof. Dat was voorbehouden aan huizen in wat duurdere wijken, maar in onze buurt met vooral arbeiders, burgers en mkb-ers was bij de schoonmaakbeurt vooral een rol weg gelegd voor een zinken teil die met ketels vol warm water en het nodige Sunlight zeepschuim veranderde in een plek waar je als kind het blote lijf zag opgloeien en na afloop glimmen van het gladde gevoel. Dan met een handdoek stevig afgedroogd, schone kleren aan, haartjes gekamd en klaar voor de nieuwe week.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkuip-2.jpg

In de meeste gezinnen werden de oudste kinderen als eersten en de kleinere als laatsten gedaan, in enkele gevallen in omgekeerde volgorde. Het bleef behelpen met al dat gewas. Want meer dan koud water kwam er niet uit de kraan, de douche en aanverwante gasgeiser was iets van pakweg begin jaren 60 van de vorige eeuw. In de tussenfase elk weekend op zaterdag naar het badhuis in de buurt, maar dat beschreef ik al eens. Welk een genoegen gaf die douche thuis, wat een schoon genot. Elke dag onder lauwwarm water. Het kon niet op…. Nou ja, dat kon het wel, want dat systeem baseerde in de typische huurwoningen van toen op een boilervat dat door de geiser opgewekte warm water opsloeg maar niet oneindig uiteraard.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkuip-4.jpg

Waren andere huisgenoten eerst gaan douchen bleef er maar verrekte weinig water over voor de types die als laatsten naar school of kantoor moesten. Behelpen, maar met een zeker luxe element. Ik ben nadien (ging al vroeg het huis uit) nooit meer verstoken geweest van het warm water wascomfort, en voel me nog steeds het meest senang in een heerlijk bad waar ik best een half uur of zo in kan liggen terwijl ik geniet van een boek, blad, glaasje of wat ook.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkuip-6.jpg

Jammer dat we in de moderne tijd weer zien dat bepaalde groepen willen dat we minder douchen, minder zeep gebruiken, ja dat we eigenlijk terug gaan naar de Middeleeuwen en die teil maar weer van stal halen. Nu kwam ik er onlangs bij een Kringloopwinkel eentje tegen. Er zat geen ‘lekgarantie’ op en hij verdiende wat onderhoud, maar in het kader van de voorbereiding op de nodige crises kon dat wel eens een goede investering zijn. En indien niet nodig zullen er ongetwijfeld ook geraniums of viooltjes in kunnen bloeien. Altijd leuk om daar dan een studie van hun groei aan te wijden… Maar intussen geniet ik van de badgeneugten anno 2025. Die nemen ze me niet meer af…. (Beelden: Prive/internet)

Contact…of niet…

Contact…of niet…

Hoe vreemd het (mij) ook lijkt, er zijn stellen die prima samen kunnen leven zonder echt contact met elkaar te maken. Ze leven ieder hun eigen leven en komen (denk ik) mekaar weer tegen aan tafel of in bed. Maar ze delen weinig van hun dagelijkse beslommeringen of gedachten. Naar mijn mening is dat een ongewenste situatie maar echt er zijn psychologen of mediators die in de theorie van de gedachtenscheiding geloven. Voor mij is dat ondenkbaar maar ik ben dan ook een communicator. Met velen, maar zeker de vaste partners. Daartoe ben je met elkaar samen gaan leven is mijn idee, en alles wat je daarna met elkaar kon of kunt delen is bonus.

Ik kijk en observeer als meninggever regelmatig om me heen en schreef al eens eerder over paren die ik dan tegen over elkaar zie zitten en die consequent langs elkaar heen kijken en er het zwijgen toe doen. Wellicht past dit bij enige leeftijd en het idee dat ‘alles al is besproken’, maar als mensen jonger zijn en elkaar nog zouden moeten ontdekken….nee, vreemd. Toen wij onlangs met onze vriendjes in Amsterdam bij dat leuke en besproken Argentijnse restaurantje zaten en rond keken zagen we een dergelijk paar achter ons. Met enige regelmaat viel ons (je moet leren kijken zonder dat het opvalt..) op dat de stoere jonge vent die daar zat met een aantrekkelijk blonde schone juist dit gedrag vertoonde. Meer dan een half uur was er diepe stilte en keken ze intens langs elkaar heen.

Niks te vertellen? Niks meegemaakt vandaag? Niets te melden over de (op het oog) lekkere drankjes, het menu, keuzes of over haar uiterlijk? Pas toen de bediening van het restaurant naar hen toe kwam om de bestelling op te nemen zagen we dat ze niet echt met stomheid geslagen waren. Daarna werd het weer stil. Je vraagt je dan als observator af waarom mensen bij elkaar zijn. Dat is toch ook bedoeld om te delen? Om elkaar de liefde te verklaren of duidelijk te maken dat je juist op vakantie of zo de zin hebt om samen dat verblijf nog intenser te maken? Thuis wacht dan vaak de sleur, zo hoorde ik onlangs een van tv bekende seksuoloog uitleggen. En omdat die sleur op de loer ligt, komen er veel scheidingen voor (1 op 3) na vakanties. Want als men dan al fysiek contact maakt tijdens de vakantie of stedentrip doet men van beide kanten zijn/haar/hun best het fraaiste van zichzelf te geven of te schenken. Maar ik denk dan toch dat er iets aan vooraf moet gaan.

Complimenten, sfeer verhogende daden, aanrakingen, cadeautjes desnoods, maar duidelijk meer dan een zwijgzaam verlopen diner.. Tuurlijk, het is en blijft mijn persoonlijke mening. Maar genoemde observaties die middag en avond maakten dat wij er als vriendenstel uitgebreid over spraken. En dat ook zij (communicatief even sterk) zich iets dergelijks niet konden voorstellen. Pas als de koek op is valt het praten stil was onze conclusie. En dan moet je niet meer samen op vakantie gaan maar juridische hulp zoeken om de boel uit elkaar te halen zonder al te veel fricties…Moet je over de verdeling van de spullen of huisdieren dan wel de kinderen toch weer met elkaar praten. Maar ja, ook dat zal dan wel via diverse adviseurs gaan. Want als je gewend bent te zwijgen en de eventuele liefde omslaat in haat moeten andere mensen de boel redden. Nou voordien heb ik wel verteld wat ik er van vind. Jullie ook?? (Beelden: Archief/Internet)

Ter Peer…

De Minister vergaderde elke week meerdere malen met haar ambtenaren. Over dat enorme probleem dat zich de afgelopen maanden ontvouwde in het Opvangcentrum Ter Peer. Daar ving men normaal wat asielzoekers op die vluchtten voor een oorlog in hun land. Maar tegenwoordig kwamen er hele groepen totaal andere lieden deze kant op. Doorgestuurd door andere EU-staten die met de ideologie van deze nieuwkomers niets van doen hadden. ‘Ga maar naar Nederland, dat is het paradijs voor mensen zoals jullie’ werd er vaak in die zes of zeven veilige landen aangegeven. En zo trokken deze mensen in caravaan dwars door Europa naar Nederland. Het was in deze periode zinderend warm, ze zuchtten, steunden en zweetten dat het een lieve lust was maar ze zetten door. Nederland hun doel. Daar zouden ze vinden wat ze zochten. Een tent, een bed, wat geld en wellicht een eigen strand. Volgens de berichten die zij bij hun overtocht naar ons land hadden gehoord was dat Nederland liberaal, was er godsdienstvrijheid maar ook een verder open en vlotte moraal. Prachtig waren de verhalen over hun voorgangers die in dat kleine landje aan de zee met open armen waren ontvangen en door hobbygenoten verder waren geholpen om dat nieuwe eigen paradijs te kunnen opbouwen tussen mensen die weliswaar niets van deze traditie wilden weten maar anderen wel die vrijheid gunden. De Minister wist niet hoe er mee om te gaan. Alles in haar wilde deze grote stroom nieuwkomers indammen, immers de omwonenden van al die opvangplekken hadden best moeite met de manier van doen bij deze mensen. Maar aan de andere kant, je kon ze moeilijk terug sturen en de koude winter naakte, en de energierekening was al zo hoog volgens verwachting. Opvallend was wel dat juist deze lieden buiten wilden slapen. Een klein tentje was voor hen genoeg. Totaal anders dan zij gewend was van en bij die andere asielzoekers…. Wellicht werd het tijd om wat experts uit te nodigen. En zo belegde zij een vergadering voor komende week maandag….Het thema; hoe om te gaan met overtuigde nudisten en hun gezinnen…. Want dat dit probleem impact had op de samenleving was wel duidelijk….

Reinheid…

Reinheid…

Toen ik ooit het verhaal hoorde dat de fraaie bepoederde dames aan het Hof van Versailles hun ingewikkelde jurken en rokken met daaronder baleinen maar geen echt ondergoed, gewoon optilden als ze iets kwijt moesten uit blaas of darmen kreeg ik toch visioenen over hoe het in dat paleis moet hebben gestonken. Bij een bezoek aan dat Paleis een aantal jaren geleden zag ik wel op de trappen allerlei wonderlijke sporen, uitgebeten door…ja wat eigenlijk. Daarnaast kende men speciale stoelen op de eigen kamer waar je de darminhoud kwijt kon om daarna weer lekker te gaan slapen… De fantasie sloeg op hol. De geschiedenisboeken vertellen het verdere verhaal. Anders dan wij nu denken stonken mensen in die dagen van Louis een uur in de wind. Lekker badderen deden ze wel een keer in de fontein of zo, eens per jaar. De voeten werden nog wel door een bediende gewassen wellicht…maar verder..?. Intussen groeide en bloeide er van alles onder die op zich prachtig uitziende kleding. Men bepoederde zich, deed een pruik op de vol luizen zittende vette haren en zag er respectabel uit. Bij arbeiders was het in die tijd niet veel anders. Een toilet bestond nog niet, dus een houten emmer ergens in of achter het huis de plek om je te ontlasten. Stank en ongedierte zorgden voor een bijzondere atmosfeer, zeker bij warm weer. In sommige steden was men gewoon om die potten gewoon uit het raam leeg te mikken of desnoods in de aanwezige grachten. Het water sterk verontreinigd en wie daar van dronk wist dat zijn/haar einde snel in zicht zou zijn. Bier verving dat drinkwater dan en dat maakte na consumptie de boel niet schoner, maar de fysieke weerstand wellicht groter. Een stinkende massa mensen dus, ziekten sloegen dan ook heftig om zich heen en een wondje was al snel een heftige zweer. Pas ergens in de 19e eeuw ontdekten we dat persoonlijke hygiene wel eens van enig belang kon zijn. Zeep en tobbes warm water een keer per week luxe.

In de 20e eeuw kregen stedelingen de beschikking over badhuizen in hun eigen buurt. Voor een kwartje even douchen met heet water en alles een keer goed poedelen. Naaktheid kon weer. In de jaren zestig de echte kentering. Douches kwamen ook bij normale arbeidershuizen in zwang, aardgas maakte dat warm water geen luxe meer was, en de dagelijkse reiniging van lijf en leden een verplichting. Daarmee samenhangend toch ook een steeds langere levensduur. In ons huidige tijdsgewricht zie je weer de adviezen om ten behoeve van ‘het klimaat’ vooral minder te douchen, wassen bij sommigen weer een soort luxe die eens per week of maand zou moeten. Gas onbetaalbaar, de alternatieven niet in staat om een zekere mate van comfort te garanderen. Gaan we nu dus weer op weg naar die tijden van Louis? De wereld redden door onszelf te kort te doen en een uur in de wind te stinken. Als ik soms in winkels rondloop krijg ik wel de indruk. De geur van ongewassen oksels en meer hangt soms een meter om bepaalde mensen heen. Ingepakt, maar zelden uitgepakt laat staan gereinigd. En wie daarbij ook nog rookt maakt de stankkring nog wat groter. Ik vind het vies, vond het in Versailles al onvoorstelbaar dat iemand zo ooit wilde leven.

Maar anno 2022, bij een beetje warm weer….? Dus, hup, wassen die hap en schone kleding aan. En stop ook meteen eens met dat vreselijke gerook…. Zeker als ik in de buurt ben…. Zij die zich overigens omwille van wat ook ook maar een keer in de maand poedelen…laat maar weten. En zeker als je ook nog een ton voor de behoeften achter het huis hebt staan…… Ben benieuwd… (beelden: internet)

Prins…

Daar lag ze dan…in haar korte zijden nachtjapon, in haar als altijd fraai opgemaakte bed. Haar verder naakte lijf huiverde. Ze vermoedde wel dat er iemand anders in haar buurt was maar ze hield de ogen gesloten. Immers, ze had geen idee wie dat was. Wilde het eigenlijk ook niet weten. Plots hoorde ze een stem, zacht, mooi, die haar vroeg hoe ze had geslapen en of ze wellicht in bad wilde. Tuurlijk wilde ze dat. Lekker wegzakken in warm water. Ze stapte uit haar bed in klaargezette muiltjes, liep rozig achter die man aan die tegen haar had gesproken. Breed van schouders, een lendendoek van een of ander duur materiaal. In de badkamer was het bad voor haar al gevuld. Het schuim lag er dik op en ze rook de heerlijke geur van een of ander opwekkend soort schuim. De jonge man, wat een knappe vent zeg, pakte haar nachthemd aan en keek naar haar lijf. ‘Mooi’ stemde hij in met het beeld dat ze zelf ook in de spiegel aan de overkant van het bad zag. Ze was strak van vel, had rechtopstaande borsten, een schoot die nog ongerept was en verlangde naar zijn aandacht. Langzaam liet ze zich in het water zakken. Achter haar knielde die atletische jonge man neer en begin haar schouders en nek te kneden. Het voelde heerlijk aan, ze ontspande helemaal, zalig… En het voelde dan ook als heel normaal toen hij met zijn handen lager en lager kwam en haar het gevoel gaf dat wat er ook moest komen het allemaal fantastisch zou zijn en op haar gericht. Toen hij langzaam aan naast haar zat om zijn handen nog wat beter hun werk te kunnen laten doen keek ze hem aan en nodigde hem uit bij haar in bad te komen zitten. Langzaam maakte hij zijn vernuftig vastgemaakte lendendoek los. Wat ze zag deed haar huiveren…zo mannelijk, zo groot…als dat maar…. Net toen ze huiverde van genoegens en genot hoorde ze in haar oren een geluid dat haar geluk verstoorde….dat geluid werd steeds luider en het deed haar ontwaken….Naast haar stonden twee van haar vier kinderen. Die wilden dat ze uit bed kwam….ze moesten naar school, en wilden eten. Schaamte maakte dat ze haar opgetrokken katoenen nachthemd snel om zich heen trok, en meteen uit bed stapte. In haar goedkope sloffen….Haar man was al onderweg naar zijn werk, in de spiegel zag ze haar wat pafferige gezicht, de dikke buik, haar al wat hangende borsten…. Jeminee, het leven was haar niet goed gezind geweest. Gelukkig waren er die dromen. Elke paar dagen per week kwamen die terug en voelde ze zich weer even een jonge meid. Die wel werd gewaardeerd en begrepen, en die vol passie was…net zoals vroeger….

Geluk…

Geluk…

Voor veel mensen is een gevoel van geluk toch dat ze vol liefde naast een partner zitten, dan wel een onstuimige liefde beleven waarbij liggen belangrijker is dan zitten.

Maar als dat liggen chronisch blijkt is dat geluk al snel ongeluk. Betrekkelijk dus dat geluksgevoel. Velen streven dit na door het materiele in te voeren als onderdeel van het gelukkig zijn. Steeds groter wonen, duurder, rijker, zelden denkt men in termen van gezondheid als ultiem geluk. Toch moet je best goed gezond zijn om van dat geluk te kunnen profiteren. Valt er een boom om en net naast jou op straat heb je meer dan zo maar wat geluk, krijg je hem op de bol had je even wat minder geluk. Een andere betekenis maar toch niet onbelangrijk. Mensen die net ontsnappen aan een of ander groot onheil denken nog wel eens in die termen. Geluk gehad…. Maar wie heeft groot geluk gekend en is dat intussen kwijt? Ongelukkigen zijn dat toch. Ben je voor een dubbeltje geboren is het kwartje wellicht te hoog gegrepen, maar sommigen zijn met dat dubbeltje meer dan tevreden. Het waarom ligt in de vraag of ze met helemaal niks ook gelukkig zouden zijn.

En dat is niet zo. Maar veel mensen zijn met weinig gelukkig. Leven in een klein huisje met de spullen die er toe doen om zich een, houden huisdieren die dat geluksgevoel versterken en als het een beetje meezit partners en/of kinderen die dat persoonlijke gevoel helemaal afronden. Voor anderen is het duidelijk dat ze meer nodig hebben om dat geluksgevoel te verkrijgen. Een tweede huis in Frankrijk, een boot, zwembad en waar nodig een vriendin of minnaar die de aandacht geeft die men in de normale situatie zo ontbeert. Wat is dus bepalend voor dat geluksgevoel? Waar komt het vandaan? En hoe kijken we er zelf naar? Ik denk persoonlijk dat veel van dat geluksgevoel ook afhangt van het feit of je al dan niet jaloers bent op anderen. Is een ander beter af dan jij en valt daar mee om te gaan?

Of ben je gewoon compleet van de leg als je merkt dat oude vrienden het verder schopten dan jij, beter opgeleid raakten, mooiere banen (en vrouwen of mannen)kregen en ook nog eens met geld smijten waar jij zelf een beetje op moet letten met je uitgaven. Als je dat laatste in de genen hebt zitten komt het niet goed met dat geluksgevoel en blijf je altijd mekkeren over de kansen die je worden/werden onthouden. Al dan niet met de identiteitskaart daaraan gekoppeld. Ik ben niet gelukkig want….. Persoonlijk heb ik geen enkele last van jaloezie. Nergens is het 100% geweldig, en Nederland is een prachtig lang. We leven hier relatief lang, gezond en op de gelukskaart van Europa scoren we als volk heel hoog. Logisch want we verdienen hier gemiddeld aardig de kost en hebben een samenleving waarin voor een ieder die wil kansen gebakken zitten. Is die villa dan de norm?

Of is een dak boven het hoofd en wonen waar het niet al te slecht is qua demografische samenstelling net genoeg? Vertel het maar. Ik ken mensen die van alles mankeren maar toch gelukkig zijn en anderen die hartstikke gezond zijn en welvarend en toch zoeken naar dat ontbrekende stukje wat het geluk kan bevestigen voor ze. Is dat geluksgevoel of de lage drempel daarheen iets wat je van thuis meekrijgt of moet je dat gewoon zelf leren?? Vragen, vragen, maar feit is dat geluk niet geheel verklaarbaar is maar wel een heerlijke deken kan zijn waarin je je dan als mens kunt wentelen. Waarbij wentelen in een bubbelbad ook gelukzalig kan wezen of juist dat samen genieten van wat ons tot mensen maakt die van elkaar houden. Wie er een mening over heeft moet het vooral hier even uiten. En laat ook eens weten wat jou het ultieme geluksgevoel geeft of zou kunnen geven. Dank bij voorbaat voor het delen. Je maakt me er extra gelukkig door… (Beelden: Archief/Internet)

Ridder Brandewijn droomt en treedt op…

Ridder Brandewijn droomt en treedt op…

Nadat de dame zich had gelaafd aan de spijzen en het bier en Ridder Rogier zich afvroeg wanneer hij haar zou kunnen veroveren, hij vond zelf dat elke vrouw hem toebehoorde zodra ze de kasteelbrug over waren gestoken, hield hij zich toch ook in en bood aan om haar zich te laten opfrissen en wellicht van kleding te wisselen. Haar oude plunje kon dan worden verbrand.

De aantrekkelijke vrouw ging graag op zijn aanbod in. Een van de dienstmaagden nam haar mee naar de ‘badkamer’ voor de vrouwen die in een van de gewelven was ondergebracht en waarbij men via een inventief stelsel van buizen die langs de open haarden werden geleid warm water kon verzorgen voor in de tobbes. Hij verlangde dat zijn personeel zich net zo goed verzorgde als hij zelf deed. Toen de vrouw was verdwenen ging Ridder Rogier kijken bij haar vader. De geneesheer had hem verzorgd en meldde dat de man best wel veel kwetsuren had over gehouden aan de ontmoeting met de struikrovers in het bos. Hij stelde wat vragen en wist al snel dat dit tweetal was overvallen door de bende van Bart Boverie, een beruchte schurk uit de omgeving die nog nooit had gewerkt, maar wel altijd geld nodig had voor hem en zijn troep. Als ridder en man van adel kon Rogier er niet omheen dat hij weer eens moest optreden. Nu was die vrouw die hij nu gastvrij ontving er nog goed vanaf gekomen, maar eerdere gevallen van ontering waren hem al vaker ten ore gekomen. Tijd om die Boverie eens een lesje te leren. Hij verzamelde dus een groep van zijn mannen, veelal gehard in de vele conflicten die hij had uitgevochten, maar ook die soms met hem naar het Heilige land waren getrokken om daar de christelijke waarden te verdedigen tegen islamitische indringers. Hij had er zin in, het bloed stroomde weer door zijn lijf. Een gevecht aangaan met rovers als deze bende van Boverie gaf hem een extra stimulans. Hij voelde zich weer jong. Dus trok de geharde ridder zijn gevechtstenue aan, deed daarover heen zijn metalen harnas, pakte zijn altijd scherp geslepen zwaard en zocht zijn paard op. Uit de verhalen van de gasten wist hij wel waar hij die boeven zou moeten vinden. Maar voor hij vertrok keek hij nog een keer om en zag tot zijn verbazing de vrouw die hij had opgevangen in een prachtige jurk achter een van de ramen naar hem kijken. Ze bleek goudblond haar te hebben, een schitterend figuur en een mooie glimlach. Nu wist hij waarvoor hij het deed. Deze vrouw moest van hem worden. En daartoe zou hij desnoods doden. Even later gaf hij zijn paard de sporen. Zijn mannen volgden hem..op weg naar de bossen van Rosendael waar die smerige Boverie zich vast zou hebben verstopt. De vrouw keek hem inderdaad na en voelde haar lijf gloeien toen ze zijn brede figuur in wapenuitrusting de poort uit zag rijden. Hoog op zijn paard, zijn mannen om zich heen. Zou ze dan wellicht niet het klooster in hoeven, zoals haar vader had besloten?? (Verhaal uit de fantasie ontsproten…dus geen geschiedkundige onderbouwing)

Kamperen…

Nu geen middel onbeproefd lijkt om ons met zijn allen in eigen land vakantie te laten vieren en we bepaalde buitenlanden niet meer mogen of kunnen bezoeken, lijkt het er op dat veel mensen de tent weer in ere doen herstellen en daarmee op stap gaan. Je kwakt zo’n ding zo achterin je auto of op het dak, dan wel in de overhaast aangeschafte aanhanger, en hup…op weg naar Texel of Vaals. Ter plaatse lekker uitpakken, je tentje opzetten (uuuuuren werk) en dan maar hopen dat het niet gaat regenen of dat je net die ene plek uitzocht waar ook een op grasniveau gebouwde wereldstad te vinden is vol bosmieren of steekmuggen. Dan ga je koken op een gasstelletje, of je neemt je Action-bbq en doet je best om dat aan het branden te krijgen. Elke keer dat je moet toiletteren loop je langs tientallen andere tentbewoners naar het vaak centraal gelegen sanitaire gebouwtje waar het natuurlijk altijd stinkt en plakt. Ook het eventuele douchen mag je daar doen. De uitzonderingen daargelaten is dat het beeld wat ik zelf kreeg van campings of wat daar voor doorgaat.

En ik heb het niet van een vreemde. Ooit, in mijn vroege jeugd, besloten mijn ouders dat een kampeervakantie wellicht een leuk (en betaalbaar) idee was met de kinderen samen. Nou, die kinderen waren klein, maar zagen er weinig in. Toch werd met een geleende tent het plan doorgezet en stonden we na een paar uur (door)rijden in het Limburgse Berg & Terblijt in een boomgaard tussen andere tenten te genieten van de kwetterende vogels en het lekkere weer. Ik ruik nog het spiritusstelletje waarop werd gekookt en de vriendelijke glimlach van mijn moeder die vond dat het eigenlijk wel meeviel met dat gevreesde gebrek aan comfort. We hadden nog niet geslapen natuurlijk. En dat kwam er ook niet van want midden in de nacht brak een onweer los dat het midden hield tussen een wolkbreuk en het einde der tijden. Omdat mijn leasepa ook niet meteen een kampeerder was had hij geen gleuven gegraven rond de tent, dus stond binnen de kortste keren het water op het grondzeil.

Drijfnat werden we. En wij kinderen mopperen. Gelukkig mochten wij in de auto slapen, wat we graag deden. Die was tenminste droog en veilig. Mijn ouders hielden het nog even hozend en gravend vol. Maar ‘gek genoeg’ werd de volgende dag, het was opnieuw prachtig zomerweer geworden en de tent weer snel gedroogd, besloten dat de kampeeroefening voorbij was en checkten we in bij een fraai maar best prijzig hotel in Valkenburg. Nu werd de glimlach van ma toch een stuk groter en mijn leasepa vond alles best als hij maar niet weer in die tent hoefde. Sindsdien was kamperen geen enkele optie meer. Altijd in hotels of logementen waar je comfort kreeg en lekkere ontbijten. Er werd een jaar lang voor gespaard, maar dan had je ook wat. En ik nam die gewoonte over. Meer dan mijn oudere broer die altijd iets is blijven houden met dat avontuurlijke van kamperen. Met de tent of caravan, hij smult er van. Ik niet, voor mij is het een gruwelijk idee als er geen bunkerachtige betonlaag zit tussen mij en de buitenlucht tijdens een verblijf in een ander dan mijn eigen bed. Nu ben ik op dat punt een lastige slaper, maar veel hotels bieden me voldoende comfortabele bedden en rust dat het alsnog na een tijdje lukt. Kortom, zoals ik al aangaf in mijn blogverhaal over tripjes (19-6-20), ik ga voor de steden en de hotels. Kort maar krachtig, en vol comfort. Het mag iets kosten, maar dan denk ik er ook vaak met meer plezier aan terug dan rond dat kamperen. Niks voor mij. Wie er wel van houdt moet het maar zeggen. Ik lees met plezier…of afschuw….Net hoe de pet staat….(Beelden: Internet/Archief)

Het ligt aan mij…

Als regelmatige kijker naar films of series (maar ook als boekenlezer) kan ik mij soms verwonderen (ik vermijd nu de termen ergeren of storen..) aan het gebrek aan realisme in veel van die zelfde verhalen. Laten we wel zijn, de Nederlandse school op het gebied van films(series)maken was heel lang dat je dat realisme wel liet of laat zien. Maar daarmee was Nederland een eiland in de wereld. Want overal elders maken ze verhalen waarbij bepaalde normaal menselijke zaken buiten beeld worden gehouden. Zo zie ik heel vaak dat mensen die ‘s-morgens wakker worden omdat ze worden gebeld door iemand anders die een belangrijke bijdrage aan het bekeken verhaal levert, uit bed springen, in de kleren schieten, een boterham of koffie naar binnen gooien en meteen in actie komen.

Ik weet niet hoe dat jullie vergaat, maar ik moet altijd tenminste even plassen, vind een wasbeurt ook wel even lekker, poets de tanden, trek schone kleding aan, scheer me even en ga dan pas naar buiten. Kan snel, maar zeker niet zoals het in die films vaak toe gaat. Omgekeerd vind ik het knap dat met name dames vol in de make-up op bed gaan liggen en niets afgeven op hun kussensloop. Zelfs lipstick en plakwimpers blijven op de bestemde plekken aanwezig. Ondenkbaar. Nadat men een ongekende vrijbeurt heeft meegemaakt (veelal knap dat men daarbij het ondergoedje aan weet te houden..) houdt men bij nagesprek de lakens om de weke delen heen vast alsof de ander niet mag zien waar hij/zij net zijn/haar zinnen zette. En blijkt dat veel (Amerikaanse) vrouwen tijdens de slaap een beha onder hun (nacht)hemdjes dragen.

Ik geef toe, details, maar voor mij verstorend. Als er al kinderen meedoen in verhalen zijn ze ofwel godsgruwelijk ‘wijs’ dan wel maken ze er een zodanig chaotische rommel van dat je zou denken dat een beetje tucht en orde op zijn plek zouden zijn. Ook aardig is, overigens iets heel anders, dat hoofdpersonen die iets doen bij de politie, altijd een lastig gebied of zelfs gevaarlijke omgeving in hun eentje bezoeken. Komt in het eggie niet voor, altijd met tenminste twee personen. En als het goed gaat slaan ze dan ook nog twee slagen in een klap. Knap hoor, maar toch. Ik weet wel dat vertrutting op de loer ligt natuurlijk en dat in de VS bloot zo goed als taboe is. Maar dat geldt kennelijk ook voor Engeland waar men ook erg bang is voor het naakte menselijk lichaam. En dan heb ik het nog niet over verkeerde auto’s, muziek of kleding voor een bepaalde periode.

Foute vliegtuigen of helikopters in oorlogsverhalen. Allemaal simpele dingen als je iets van vooronderzoek doet. Ik moet altijd wat lachen als ik in Amerikaanse series zie hoe sommige mensen het door de Duitsers bezette Europa tijdens WO2 in en uit reizen alsof ze via een reisbureau een georganiseerde trip boekten. Kon niet, kan niet en oogt meteen lachwekkend. En dan zijn er de blunders. Verhalen die zich afspelen in de Middeleeuwen of soortgelijk, waarin plotsklaps het horloge van een van de hoofdrolspelers zichtbaar wordt…Of stukjes film die niet goed zijn gemonteerd waardoor een bepaald karakter dat eerder al werd gedood ineens weer rondloopt. Ik geef toe, het ligt aan mij….ik kijk te kritisch. Al die jaren al. Soms wordt ik verrast. Klopt er veel, zo niet alles. En dan ben ik meteen positiever over zo’n verhaal of reeks. Maar dat van die mensen die zo maar uit bed stappen en hup aan de slag zijn…dat blijft een dingetje. Of verwijt ik mijzelf nu dat ik dat niet kan noch kon??? Wellicht ben ik menselijker dan menig hoofdpersoon dan. En doe ik daarom al die bij een kwetsbaar mens passende handelingen.. (beelden: Yellowbird archief)

Over Wifi en een regendouche…

Ik weet nog goed dat wij vroeger als we een reisje maakten altijd letten op de luxe van een hotel. Mijn moeder was van die dingen. Thuis werd er een jaar lang gesappeld voor een redelijk inkomen en als ze dan een paar dagen vrij was moest er iets van luxe zweven rond die vakanties. Meestal in het Limburgse land waar ze zo gek op was en waarmee ze ons, als kinderen, ook besmette. Maar dat gold ook voor de hotels. Er moest een goede kamer zijn, met een bad faciliteit die beter was dan thuis, een restaurant dat in staat was een paar meer dan acceptabele maaltijden te verzorgen waarbij het ontbijt een feest moest zijn. Toen ik zelf op een leeftijd kwam dat ik reisjes ging maken was de vereiste voor de logeerplek min of meer gelijk. En nog steeds! Ik ben niet van de magere armoede. Een kamer moet ruim zijn, schoon, voldoen aan de laatste criteria en er moet als het even kan een bad in zitten.

Tv is leuk en als er ook nog iets van uitzicht bij zit vind ik dat wel een plus. Dat er een ontbijt wordt geserveerd dat je als overdadig mag beschouwen is een normale verwachting. Ik betaal ervoor dus wil dat dan ook geserveerd krijgen. Toch iets dat in de genen is meegegeven. Nieuw op het verlanglijstje, gratis en goede Wifi op de kamer of tenminste in het hotel. We maakten een paar maal mee in de afgelopen jaren dat die Wifi lastig te vinden was of tegen betaling voor een beperkt aantal MB’s. Een afrader van jewelste. Kom ik echt niet meer terug. En ik ben niet de enige zo blijkt uit een recent onderzoek door het vakblad ‘Zakenreis’. Welke voorzieningen wilt u op uw kamer zien was de vraag en het antwoord verbaasde me niet.

Veilig Wifi staat helemaal bovenaan bij 70% van alle reizigers en dan ook nog een van de beveiligde soort. Dat geeft wel aan dat de moderne reiziger heel anders onderweg is dan de vroegere. Daarnaast wil men ook een comfortabel bed (80%), een goed uitzicht telt ook mee. Dat een kwart van al die deelnemers aan het onderzoek een regendouche wil snap ik nog wel. Het laatste hotel dat wij benutten, afgelopen maart, had zo’n ding en ik moet zeggen, zalig! Als er dan geen bad is, dan liefst wel zo’n douche die zorgt voor een groot comfortgevoel. Onze eisen veranderen, hotels passen zich aan. Zelfs budgetketens als Fletcher doen aan upgrading. Die ervaring met zo’n hotel van die keten in Limburg ruil ik graag in voor een veel betere in het Brabantse land, waar bleek dat men bij Fletcher goed snapt hoe de eisen zijn veranderd. Comfort is alles en daar behoort dat Wifi gebruik net zo bij als een goede badkamer met alle luxe. Al was het maar omdat we thuis ook zo verwend zijn geraakt. Al moet ik dat bad nog eens bouwen. Met ingebouwde Wifi wellicht….