Ooit…

Was ze jong en wild geweest. Haar lijf was al vroeg door anderen gekoppeld aan verleiding en seks. Thuis hoorde ze al dat ze een lichaam had ‘waar alles op de juiste plek zat’. Later ontdekte ze zelf de geneugten van dat bezit. En wist ze dat verleiding ook kon zorgen voor een inkomen. Want ze schreef zich in bij diverse agenturen die jonge meiden als zij begeleidden naar een carriere in de fotografie of wereld van de films. In haar geval was het in eerste instantie modellenwerk voor fotografen en bladen met een grote mate van aandacht voor rondingen en knappe koppies. En zij was geliefd. Ze deed wat werd gevraagd, zeurde niet en trok uit wat voor een reportage noodzakelijk was. Dat er af en toe een fotograaf tussen zat die al dat fraais ook eens in handen wilden hebben nam ze op de koop toe. Bladen vroegen haar voor allerlei werk. Ze deed badkleding, lingerie, prees zonnencremes aan of zaken die een ingeslapen huwelijk leuker moesten maken. En ze verdiende prima. Leefde als een godin, kocht zich een leuk flatje, later een eigen huis, had een auto en de nodige relaties. Toch kwam ook voor haar het moment dat de opdrachten wat uitbleven. Haar lijf werd ouder, haar gezicht kreeg kleine rimpeltjes, de altijd zo pronte borsten zakten iets weg. Op dat moment ontdekte ze de wereld van het vloggen en ging zelf filmpjes maken over onderwerpen die zij persoonlijk en als vrouw belangrijk vond, maar wel in het verlengde stonden tot wat ze in het verleden ook al had helpen verkopen. Ze danste voor de camera, schudde wat met haar billen en boezem. Ze liet een en ander liften, liet zich botox verkopen en raakte daaraan verslingerd. Ze had de nodige volgers en toch kwam het moment dat zelfs haar naaktheid niet meer echt verkocht. Ze moest constateren dat alles relatief is, ook haar vrouwzijn. Ze werd ouder, ze had genoeg van dat geschud en zocht een serieuze partner. Maar ontdekte dat velen haar kenden en haar een etiket als losbandig type opplakten. En dus bleef ze alleen. En mijmerde voor zich uit. Wat had ze toch gemist onderweg….wat had ze niet goed gedaan. Ze belde maar weer eens naar de Picnic en bestelde zich de nodige boodschappen plus een paar flessen wijn. Ze ging het gezellig maken. Met zichzelf… Kon ze zich aardig op verheugen….

Te vroeg geboren…

Te vroeg geboren…

Voordat de gemiddelde lezer(es) nu denkt dat dit mij letterlijk is overkomen….neuh. Het is meer een constatering rond wat ik had kunnen doen met de huidige foto-apparatuur toen de wereld er nog uit zag zoals ik hem indertijd om me heen spotte. En dan letterlijk. Dat spotten dan. Want ik zat als kind veel op Schiphol. Keek naar de toenmalige vliegtuigen, schreef alles op wat relevant was en genoot van de geluiden, de geur en dynamiek van de luchtvaart. Maar op de foto zetten was er nog niet bij.

De eerste consumentencamera’s van toen nog aardig aan de prijs, dus onbereikbaar voor een jong mens als ik, je had er rolletjes in zitten voor 12 hele foto’s en die dingen waren veelal ook zwartwit. Pas toen ik een meer volwassen status bereikte kwamen er handige pocketcamera’s die je mee kon nemen naar waarheen je wilde. 12-16 foto’s of dia’s en nu in kleur kwamen beschikbaar, maar wie details wilde vastleggen moest domweg dichtbij het onderwerp gaan staan.

Kon niet op de meeste luchthavens in ons land, dus de kwaliteit van die eerste beelden was niet best. Pas toen ik mij waagde aan mijn eerste Spiegelreflex-camera, een stoere en zware van het merk Practica uit de DDR, waarop je wat telelenzen kon schroeven voegden de beelden wat toe aan wat ik zag. Gelukkig waren die vliegtuigen nog steeds interessant genoeg om ze vast te leggen wat ik ook heel regelmatig deed. Het spotten en ‘platen’ een geweldige afleiding voor de drukke banen die ik indertijd vervulde.

Ik kijk nu soms met verbazing naar al die foto’s en dia’s die ik toen schoot. Maar meteen ook in de constatering dat alles wat daarvoor op Schiphol te zien was niet op de plaat gezet was. En juist die machines waren interessant. Omdat ze veelal werden aangedreven door motoren waarop men toen nog propellers monteerde die elke machine extra interessant maakte en ook vaak zeer onderscheidend. Die oude kisten die vaak nog stamden uit de Tweede Wereldoorlog en daarna een succesvol lange carriere invulden.

Maar die machines weer afgewisseld met splinternieuw materieel uit die periode als de Britse Trident, de Franse Caravelle of de eerste DC-8 van KLM of Boeing 707 van Pan American. Ik kon soms wekelijks uren langs het platform zitten, bij weer en wind, zomer of winter. Maakte niet uit. Later, ik werkte zelf al op de luchthaven, waren de sessies vaak verplaatst naar de start/landingsbanen waar ik dan bij de ‘heg’ staand de dynamiek van die vluchtfase vastlegde. Tegenwoordig doe ik dit nog sporadisch. Wel digitaal, goede camera er bij, Flightradar-app aan zodat ik zie wat wanneer komt en of ik er al dan niet een foto van wil maken, de auto achter me, net als de broodjes en het drinken. Gewoon ouderwets genieten. En mijmeren over die kisten die ik wel zag, noteerde maar nooit fotografeerde. En dan constateer je dat je toch te vroeg geboren bent. Maar ja, aan de andere kant, ik geniet er nu dubbel van…ook iets waard…. (Foto’s archief)

Gemiste selfies…

Gemiste selfies…

Ik ben vast een roepende in de digitale woestijn als ik aangeef niks te zien in series beelden waarop ik zelf als onderwerp of lijdend voorwerp acteer. Hele volksstammen zijn met niets anders bezig zo lijkt het wel eens. Ze kopen daarvoor de meest geavanceerde foto-apparatuur of nog potentere smartphones met 45 MP’s, maar benutten ook filters in de software om er vooral zelf zo goed mogelijk uit te zien. Het fenomeen had al eerder mijn aandacht. Maar het is best confronterend als ik tijdens mijn zoektocht door de analoog opgeslagen diabeelden ontdek dat ik indertijd ongeveer alles en iedereen op foto of dia zette, maar zelf niet in beeld verscheen.

Ik weet ook nog wel dat ik daar indertijd echt geen behoefte aan had, of het moest een hoger doel dienen. Zo werden er nog wel eens professionele beelden geschoten voor artikelen in vakbladen of rond weer een opening van een nieuw dealerbedrijf waar ik bij betrokken was. Dan moest het wel. Maar verder zette ik toch vooral fraaie vliegtuigen, auto’s, vrouwlief of de rest van de familie en de toenmalige leuke en lieve huisdieren op de foto. Dat was op zich al leuk, want nu ik ze regelmatig scan komen ook herinneringen terug aan een totaal ander tijdperk en dieren die weer even aandacht krijgen omdat ze dat ook verdien(d)en. Wat ik natuurlijk ook zie is hoe snel een leven eigenlijk door je handen glipt.

De glans van de jeugd, de mensen die er niet meer zijn, de vakantiebestemmingen die je al dan niet in de herinnering bleef koesteren en sommige bestemmingen van toen die eigenlijk uit de hersenkrochten waren verdwenen maar je nu weer terug haalt. Zonder zelf in beeld te komen. Het blijft knap. Nou ja, ook weer niet, want anders dan met die huidige apparatuur die zelfs voor en achter foto’s kan schieten had die toenmalige SLR van Praktika of Minolta de narigheid in zich dat je die moest instellen op afstand en licht, en dan voor je gezicht zou moeten houden om tot een plaatje te komen. Grote kans dat je dan je buik in beeld had, of een oor, maar niet je hele gezicht. Tuurlijk had zo’n ding een zelfontspanner, kon je alles op een statief instellen, indrukken en dan heel hard rennend een positie innemen voor de klik van de camera je vastlegde voor later. Nou, ik heb er weinig gebruik van gemaakt. Niet veel veranderd. Tuurlijk sta ik wel eens op de foto nu, maar toch te weinig interessant om dat hier regelmatig met jullie te delen. Maar OK, voor deze keer een paar uit afgelopen digitale jaren. Ik was, ben en zal namelijk nooit zo selfie-gericht zijn. Dat laat ik toch meer aan hen die het ego boven alles doen gaan. Daartoe schrijf ik mijn verhalen. Helpt mij in ieder geval beter. (Beelden: eigen archief)

Rooie Rogers…

Rooie Rogers…

In mijn vroege jeugd waren de cowboyfilms en dito helden niet te tellen. In die jaren waren die cowboys toch de helden van een nieuw tijdperk en net zoals de geallieerden volgens de toen aangeboden cinematrografische beelden die vreselijke Moffen en Jappen hadden aangepakt en verslagen, maakten de grote en kleine filmverhalen van toen duidelijk hoe je afrekende met tegenstanders van het ‘barbaarse’ type. Indianen moesten er dus altijd aan geloven en de helden reden met hun paarden aan het einde van de film richting de prachtige zonsondergangen die het Wilde Westen kenmerkten al dan niet in gezelschap van een bloedmooie cowgirl die ze soms uit de klauwen van die koppensnellende indianen hadden gered. Een van die helden was de man met de bijzondere naam ‘Rooie Rogers’.

Dat was natuurlijk de vertaling die wij er als actieve straatcowboys met onze klapperpistolen en vilten cowboyhoeden aan gaven. Wist je veel. In het echt was dit een held van het volk. Op elke uitingsvorm van gedrukte publicaties kwam hij voor. Van plakplaatjes bij de kauwgum tot uitvouwposters in bladen die speciaal over filmproducties gingen. Films die niet zoals nu werden gedraaid op een of andere streamingsdienst, nee je moest er voor naar de bioscoop. Toen ik dat een keer deed werd mijn beeld van Roy Rogers, zoals hij in het echt van die films heette, aardig geweld aan gedaan. Want in plaats van indianen te bestrijden met zijn colts deed hij dat al zingend met zijn gitaar. Mijn hemel welk een deceptie.

Toch bleef de man een fenomeen. Geboren in 1911 als Leonard Franklin Slye in Cincinnati speelde hij samen met zijn echtgenote, Dale Evans, in vrijwel elke film die men rond het duo uitbracht. En dat waren er tientallen. Zoveel dat hij voor het Amerikaanse publiek een all-American-hero werd en allerlei ereprijzen kreeg voor hij in 1998, intussen 87 jaar oud, overleed. De meeste van zijn films zijn afkomstig uit de periode 1935-1959, dus toen ik die films zag was hij eigenlijk al een oudgediende en teerde vooral op oude roem. Roem die hij zelf graag tot het einde overeind hield. Een beetje zoals John Wayne later deed. Was het een goede zanger? Nou ja in het wilde westen van de VS vast wel. Nu oogt het allemaal erg oubollig en je mist die slachtpartijen van indianen natuurlijk… Maar een fenomeen dient aandacht te krijgen, en deze broeder was voor mij als kind toch een belangrijke ster. Zingend of niet. (Beelden: Internet/Getty)

Klassieke schoonheid…

Klassieke schoonheid…

Ze is intussen de 70 gepasseerd, heeft vier huwelijken achter de rug, kreeg vier kinderen, maar staat mij vooral bij om haar jeugdige schoonheid tijdens de jaren van haar acteercarriere; Jane Seymour.

Kind van een Pools-Joodse vader met een Engels paspoort en een Nederlandse moeder was haar geboortenaam Frankenberg en werd haar naam door de filmcarriere bepaald. Beide ouders waren bekendheden in hun eigen beroep en een goede opleiding was wat Jane derhalve meekreeg. In 1969 debuteerde ze in een muzikale komedie, later was ze te zien in de Onedin Line (ook hier een bekende TV-serie) en de James Bondfilm ‘Live and let Die’. Haar uiterlijk en spel waren zodanig dat ze lovende kritieken oogstte en in verschillende producties voor tv of filmdoek mocht aantreden. East of Eden was er zo een, The Woman he Loved uit 1988 een andere. Maar ze was ook te zien in de mateloos populaire tv-serie ‘Battlestar Galactica’ waar ik haar zelf door leerde kennen.

Later speelde ze o.a. ook in ‘Dr.Quinn, Medicine Woman’ een tv-serie die maar liefst zes seizoenen duurde en haar de nodige prijzen opleverde. Talloos haar vele rollen daarna. Haar uiterlijk prachtig, klassieke schoonheid en dan gecombineerd met dat typisch Britse wat ook Amerikanen zo aanspreekt. Intussen verliep ook haar priveleven niet zonder slag of stoot. Haar partnerkeuze niet altijd even logisch, al bracht het haar vaak wel weer in bekende acteerkringen via familiebanden. In 2005 koos ze voor de Amerikaanse nationaliteit. Handiger voor wat ze allemaal intussen deed of nog van plan was. Ze bemoeit zich met charitatieve instellingen, schreef diverse boeken waarmee ze andere mensen kon helpen die motivatie zochten voor werk of het priveleven.

Ze ontwikkelde een eigen modelijn, gaf liefdesadviezen (logisch, want ervaringsdeskundige), vond haar weg in een juwelenlijn en kreeg zelfs een enorme blauwe diamant naar haar genoemd. Ze vliegt nog steeds de hele wereld over voor haar nieuwe werk. In films en tv-series zien we haar nog maar zelden. Reden is simpel, de rollen voor wat oudere actrices zijn nauwelijks te vinden. De laatste dateert nog wel van dit jaar. Maar is nog nergens in onze streken te zien geweest. Hoe het ook zij, ze kan terugkijken op een enorme lijst van rollen die ze wel mocht spelen. Ik vond er in het vooronderzoek van dit blog alleen al zo maar ruim 100. En dat doen veel actrices haar niet na. En die schoonheid bleef. Een klassieke uitstraling, prachtig! (Beelden: Internet/Wiki)

Totale vrouw…Ida Engvoll!

Totale vrouw…Ida Engvoll!

In de afgelopen maanden bekeken we door die lockdown en avondklokmaatregelen regelmatiger series op Netflix.

Door onze voorkeuren richting Scandinavische films of series kwamen we haar daarbij regelmatig tegen. En telkens maakte ze indruk. We kenden haar al uit de zeer aan te raden reeks ‘Het Restaurant’, waarin ze een beetje valse rol speelt als ambitieuze schoonzuster Ester van de hoofdrolspelers, maar een hoofdrol in de serie ‘Liefde en anarchie’ zette haar voor mij op geheel andere wijze op de kaart. En wat je daar zag was dat zij bijzondere emoties meer dan vrijmoedig en openhartig kan neerzetten. Ida Engvoll, Zweedse, 36 jaar oud intussen, 1.65mtr lang en bekend uit een reeks Zweedse series en films. Altijd met die helblauwe ogen waarin tranen, opwinding, boosheid of andere emoties een plek vinden.

Ze kan van diepe dalen tot hoge toppen wegzetten alsof het haar eigen ziel betreft. De ietwat lange voortanden een typerend kenmerk. Ze speelde in de (ook aan te raden) series The Team, Rebecka Martinsson, en is op Netflix dus een vaste waarde. Voor mij is zij Zweeds zoals vrouwen uit dat land moeten zijn. In het land waar het soms nooit licht lijkt te worden een personage neerzetten dat veelal lijdt onder stemmingswisselingen, twijfels over partners of liefde, altijd op zoek naar iets wat haar gelukkig kan maken.

Intussen natuurlijk bedrijven reddend, boeven vangend en misdrijven oplossend, dan wel hele families uit elkaar spelend zoals in die schitterende Restaurant-reeks. Ik ben dan gevangen door haar natuurlijke manier van acteren. Dat ze in de serie over Rebecka Martinsson dan ook nog in een Skoda Octavia rondrijdt maakt haar uiteraard extra aantrekkelijk. Ida Engvoll werd geboren in een klein dorpje vlak bij het Zweedse Soderhamm, werd tot actrice opgeleid door een grote toneelschool in Stockholm en kwam vanaf 2009 in het acteerwereldje terecht. Naast films en series speelt ze ook op het toneel. En doet ze nu ook aan produceren. Volgens mijn informatie was de erg vermakelijke reeks Love and Anarchy mede aan haar wensen te danken om tegelijk te produceren en te acteren. Die reeks speelt zich af in de wereld van de uitgeverij en is zeer aan te raden. Gewoon ontspannen ook al zitten er dan (voor sommigen) confronterende scenes in. Ida Engvoll, een Zweedse actrice die volgens mij nog wel een grote carriere zal maken. Ik ben een fan van haar. Al was het maar om die ogen….met al die uitdrukkingen…..(Beelden: Internet)

Bijzonder type; Laura Dern!

Bijzonder type; Laura Dern!

Het was tijdens een recent weekend dat we een eerder gekochte maar nooit afgekeken DVD draaiden dat we Laura Dern als actrice (her)ontdekten. Lang, blond, toen nog jong en slank en in zekere mate sexy. De borsten nog pront in beeld, want een film van David Lynch die wel hield van confronteren. De film ‘Wild at Heart’ waarin ze de figuur Lula Fortune (..) speelde maakte duidelijk dat zij wel een bijzonder type was. Nicolas Cage haar tegenspeler en zij totaal over the top een jonge dame neerzettend met allerlei frustraties en bijzondere zaken uit haar beladen verleden. Een ding was wel duidelijk, ondanks het vage script van Lynch, acteren kon deze dame.

En dat bewees de blondine al in Mask, samen met Cher, Blue Velvet en samen met haar moeder (Diana Ladd) in Rambling Rose. Ze ontving Golden Globes voor o.a. de TV film Afterburn, schitterde in Jurassic Park van Stefen Spielberg en trad op in bekende tv-series als Frasier, Ellen en The West Wing. Dern is intussen 53 jaar oud, kind van acteur Bruce Dern en actrice Diana Ladd, en achterkleinkind van een gouverneur uit de staat Utah die later ook nog minister van oorlog werd. Dern ging ook nog regisseren tijdens haar carriere, maar produceerde ook andere films en series. Een vrouw met vele talenten die niet onterecht ook nog eens een ster kreeg in de beroemde Hollywood Walk of Fame, samen met haar ouders. Haar vele talenten koppelde ze overigens ook aan een flink aantal relaties. Vanaf 2000 kwam ze in rustiger persoonlijk vaarwater.

Ze vond haar geluk bij musicus Ben Harper en kreeg met hem twee kinderen. Daarna trouwden ze en maakten hun geluk wettig en overtuigend bezegeld. De lijst van films waarin ze speelde (55) en tv-series (11) is lang en indrukwekkend. Haar laatste dateert uit 2019. Over 2020 is mij niets bekend maar gezien de vele lockdown-problemen, ook in Hollywood is de kans groot dat ze even op haar fraai gevormde achterste dat jaar heeft doorgebracht. Laura Dern, opvallend in haar rollen, onopvallend qua in de publiciteit treden. En die film waardoor ik haar weer leerde (her)kennen….? Die namen we maar voor lief… (Beelden: Internet)

Voorloper van de EU – Oostenrijk-Hongarije!

Wie de kaart van Europa denkt te kennen anno nu, moet die toch eens vergelijken met dezelfde kaart van eind 19e eeuw! Totaal andere wereld. Naast het enorme Russische Rijk en het Franse, maar zeker ook het Pruisische was daar dus ooit het gecombineerde keizerrijk Oostenrijk/Hongarije. Aangestuurd door een zeer rijke adelijke toplaag die vooral zetelde rond de Keizer in Wenen en wellicht nog een beetje bekend door de bekende boeken- en filmreeks over Sissi. In werkelijkheid was dit Rijk een optelsom van allerlei koninkrijken en adeldommen die zich verenigden onder de Habsburgse dynastie. Ooit samengeklonterd in de schaduw van de Franse expansiepolitiek een halve eeuw eerder. Oostenrijk-Hongarije was officieel een dubbel-koninkrijk waarbij Wenen en Boedapest, maar ook Praag,  zustersteden werden, maar in werkelijkheid toch vooral Oostenrijkse belangen diende. Sterker nog, men zag in Wenen al die Slavische volkeren als zigeuners, niksnutten, zeer geschikte hoeren, dieven en zo meer. Daarbij was anti-semitisme een officiele vorm van besturen. Hoe groot was dit rijk? Nou groot! Het omvatte delen van Polen, Oekraine, Roemenie, Bulgarije, de Balkan, het huidige Tsjechie, Slowakije, Oostenrijk, Hongarije en een noordelijk stuk van Italie, waaronder Venetie.

Van 81 toenmalige losse staten kreeg het nieuwe rijk er nu drie in combinatie, en men bouwde het imperium indertijd op de fundamenten van het oude Roomse Rijk. Dat het geloof daarbij een grote rol speelde, zal duidelijk zijn. Voor de Keizers die dit enorme imperium aanstuurden was Duits de voertaal, dus dat gold ook voor alle onderdanen. Omdat Hongarije nooit deel had uitgemaakt van dat Roomse Rijk kreeg dit deel van het land binnen de nieuwe combinatie een status-aparte, iets wat ook weer leidde tot de overheersing vanuit Oostenrijk. En die overheersing ging er stevig aan toe. Men schroomde niet eventuele ‘opstandelingen’ in dat land der Magyaren een kopje kleiner te maken en vrouwen te verkrachten of ze mee te nemen naar Wenen voor opname in de staatsbordelen. Het Rijk vocht diverse oorlogen uit, veelal zonder veel succes. Toch voelden de militairen zich onder hun keizer vrijwel onaantastbaar.

Het leger was van de ouderwetse soort, de vloot ondermaats in vergelijking met andere grote staten uit die dagen. In het gebied waarover men heerste zaten overigens wel grote industrieen die we nu nog kennen als vooraanstaand. Denk maar aan de Staal- en wapenfabrieken van Skoda in Bohemen. Ook veel autobouwers van het eerste uur opereerden juist in deze omgeving en leverden veel van hun eerste vehikels aan de rijken uit Oostenrijk-Hongarije. Toen de overheersing door de Oostenrijkers dictatoriale vormen aan begon te nemen kwamen bepaalde volkeren in opstand. Met name nationalisten wilden hun oude land weer terug, streefden naar onafhankelijkheid en koesterden hun eigen volkscultuur en taal. Dat uitte zich in de moord op Keizer Franz Ferdinand in Sarajevo, de dader een Servier. En dit werd uiteindelijk oorzaak voor de Eerste W.O. Daarbij verloren de Oostenrijkers het grootste deel van hun oude imperium.

Italie veroverde haar eigen grondgebied weer terug, net als Tirol, Polen werd weer vrij, terwijl als Tsjecho-Slowakije de deelstaten Bohemen, Moravie en Slowakije bij elkaar bracht. Maar ook de Balkanlanden en uiteindelijk ook Hongarije verkregen hun vrijheid. Van het oude rijk bleef vrijwel niets meer over. Dat het later nu juist een Oostenrijker was die als Duitse Fuhrer weer streefde naar toevoegen van al die oude gebieden aan zijn rijk is een bitter deel van de erfelijke geschiedenis. Ook al faalde hij uiteindelijk gelukkig in zijn pogingen. Die oude gevoelens t.o.v. landen in oost en west bleven bij veel volkeren in deze hoek van Europa wel leven. De huidige politiek van de Oost-Europese landen binnen de EU is deels daaruit te verklaren. En dat is maar een stukje van het verhaal natuurlijk. Kortom, Groot-Europa is een droom die we in heel wat stukken van onze gezamenlijke geschiedenis terug zien komen. En veelal in weinig opwekkende beelden of verhalen. Samen sterk, zeker, maar nooit onder centrale leiding of erger nog, dictatuur. Dat heeft de geschiedenis ons toch wel geleerd zou ik denken. (Beelden: Wikipedia)

Het ligt aan mij…

Als regelmatige kijker naar films of series (maar ook als boekenlezer) kan ik mij soms verwonderen (ik vermijd nu de termen ergeren of storen..) aan het gebrek aan realisme in veel van die zelfde verhalen. Laten we wel zijn, de Nederlandse school op het gebied van films(series)maken was heel lang dat je dat realisme wel liet of laat zien. Maar daarmee was Nederland een eiland in de wereld. Want overal elders maken ze verhalen waarbij bepaalde normaal menselijke zaken buiten beeld worden gehouden. Zo zie ik heel vaak dat mensen die ‘s-morgens wakker worden omdat ze worden gebeld door iemand anders die een belangrijke bijdrage aan het bekeken verhaal levert, uit bed springen, in de kleren schieten, een boterham of koffie naar binnen gooien en meteen in actie komen.

Ik weet niet hoe dat jullie vergaat, maar ik moet altijd tenminste even plassen, vind een wasbeurt ook wel even lekker, poets de tanden, trek schone kleding aan, scheer me even en ga dan pas naar buiten. Kan snel, maar zeker niet zoals het in die films vaak toe gaat. Omgekeerd vind ik het knap dat met name dames vol in de make-up op bed gaan liggen en niets afgeven op hun kussensloop. Zelfs lipstick en plakwimpers blijven op de bestemde plekken aanwezig. Ondenkbaar. Nadat men een ongekende vrijbeurt heeft meegemaakt (veelal knap dat men daarbij het ondergoedje aan weet te houden..) houdt men bij nagesprek de lakens om de weke delen heen vast alsof de ander niet mag zien waar hij/zij net zijn/haar zinnen zette. En blijkt dat veel (Amerikaanse) vrouwen tijdens de slaap een beha onder hun (nacht)hemdjes dragen.

Ik geef toe, details, maar voor mij verstorend. Als er al kinderen meedoen in verhalen zijn ze ofwel godsgruwelijk ‘wijs’ dan wel maken ze er een zodanig chaotische rommel van dat je zou denken dat een beetje tucht en orde op zijn plek zouden zijn. Ook aardig is, overigens iets heel anders, dat hoofdpersonen die iets doen bij de politie, altijd een lastig gebied of zelfs gevaarlijke omgeving in hun eentje bezoeken. Komt in het eggie niet voor, altijd met tenminste twee personen. En als het goed gaat slaan ze dan ook nog twee slagen in een klap. Knap hoor, maar toch. Ik weet wel dat vertrutting op de loer ligt natuurlijk en dat in de VS bloot zo goed als taboe is. Maar dat geldt kennelijk ook voor Engeland waar men ook erg bang is voor het naakte menselijk lichaam. En dan heb ik het nog niet over verkeerde auto’s, muziek of kleding voor een bepaalde periode.

Foute vliegtuigen of helikopters in oorlogsverhalen. Allemaal simpele dingen als je iets van vooronderzoek doet. Ik moet altijd wat lachen als ik in Amerikaanse series zie hoe sommige mensen het door de Duitsers bezette Europa tijdens WO2 in en uit reizen alsof ze via een reisbureau een georganiseerde trip boekten. Kon niet, kan niet en oogt meteen lachwekkend. En dan zijn er de blunders. Verhalen die zich afspelen in de Middeleeuwen of soortgelijk, waarin plotsklaps het horloge van een van de hoofdrolspelers zichtbaar wordt…Of stukjes film die niet goed zijn gemonteerd waardoor een bepaald karakter dat eerder al werd gedood ineens weer rondloopt. Ik geef toe, het ligt aan mij….ik kijk te kritisch. Al die jaren al. Soms wordt ik verrast. Klopt er veel, zo niet alles. En dan ben ik meteen positiever over zo’n verhaal of reeks. Maar dat van die mensen die zo maar uit bed stappen en hup aan de slag zijn…dat blijft een dingetje. Of verwijt ik mijzelf nu dat ik dat niet kan noch kon??? Wellicht ben ik menselijker dan menig hoofdpersoon dan. En doe ik daarom al die bij een kwetsbaar mens passende handelingen.. (beelden: Yellowbird archief)

Prachtig gemaakt – Aston Martin!

Dacht je nu echt dat de Brexit ook maar iets verandert aan het beeld van de Britten ten aanzien van de wereld? Echt? Nou bij de klassieke automerken op dat grote eiland kijkt men al heel lang niet naar buiten maar naar binnen. Britser dan Aston Martin is het dus bijna niet te vinden in autoland. Een sportief automerk dat al voor de oorlog (1914) faam opbouwde met goed presterende auto’s voor de Rich and Famous. Maar pas na de oorlog ook elders klanten wist te trekken. Met de bekende DB-reeks, genoemd naar toenmalig eigenaar David Brown, die het verlies makende merk kocht. Zelf was hij een tractorenman, maar hij wist van dat toch wat bijzondere automerk best iets te maken.

Nu peperdure klassiekers die eerste DB’s, maar met de DB-5 kwam de echte doorbraak. Niet door de goede reclame of PR, meer doordat deze wagen een hoofdrol speelde in de James Bond filmreeks. Inclusief schietstoel, oliewerp-installatie en mitrailleurs. Een auto ook die anno 1963 goed was voor 235 km/u. Nou, de gemiddelde VW Keverrijder of Opel Kadett-coureur kon daar alleen maar van dromen. Een open versie was helemaal een filmsterrenauto en doet nu gigantische bedragen in het klassieker-circuit. Toch is het de zgn. Shooting Break die de echt grote bedragen trekt.

De stationachtige uitvoering, niet moeders mooiste ook nog werd maar voor 12 klanten gebouwd. En schaars maakt duur. Een geweldige ontwikkeling was de V8-motor die Aston Martin zelf bouwde en in haar toenmalige DBS lepelde. Met een beetje auto van dit type kwam je anno 1970 al voorbij de 260km/u. En dat in smoking en baljurk. Kom daar maar eens om in je gemiddelde Porsche of Ferrari. En over dat gevoel….ik bezocht de fabriek van dit merk aan het einde van de jaren negentig en kan je verzekeren dat merkgevoel hier echt op nummer 1 stond.

Men was apentrots op wat men bouwde. Iedere motor door een enkele monteur in elkaar gezet, het plaatwerk niet zo maar gemonteerd maar eerst dagenlang uitgeklopt, glad gemaakt en daarna zodanig geschuurd dat de lak er als een huid van een mens overheen lag. Klasse meneer of mevrouw. Waarvoor je wel iets moet over hebben. Een heel bijzondere auto was de Lagonda uit 1976. Lang, hoekig, elektronisch dashboard, V8 motor en gezien als een sportieve Rolls Royce. Alles wat je in de toenmalige ruimtevaart-capsules verwachtte aan digitaliteit verpakt in een joeper van een auto. Maar o wee, wat een storingen ook. Onderschatte klassieker! In de periode dat ik de overigens zeer bescheiden fabrieksgebouwen bezocht bouwde men daar ook de DB7. Een auto met een carrosserie van Jaguar, voorzien van techniek uit eigen stal. Men vond het zelf maar een soort ‘Volkswagen’. Het huwelijk met Ford van toen zorgde voor deze ontwikkeling, maar de Britten waren er niet gelukkig mee. Het merk is later verkocht door Ford en weer in andere handen terecht gekomen.

In de huidige tijd bouwt men naast bekende modellen als de Vantage (intussen met een V12 motor) ook de DB11, Vanguish, Rapide en Valkyrie. Allemaal wagens die hun clientele vooral vinden bij zeer rijken in Engeland zelf of bij de Sheiks in het Midden-of Verre Oosten. Wie Aston Martin rijdt kan het zich veroorloven. En neemt sommige typisch Britse eigenaardigheden op de koop toe. Klasse merk. En gelukkig nog steeds Made in England.  (Beelden: INternet/Yellowbird)