Schaapjes tellen…

Schaapjes tellen…

Toen ik op 29 november vorig jaar berichtte over de komst van onze vierde kat in huis, Pepper, wisten we nog niet hoe leuk hij zou zijn. Zijn ras staat bekend als sociaal en speels. Nou, ik kan je verzekeren, dat is de kleine man. Binnen de kortste keren pakte hij de twee oudere katers en die ene poes inl. Hoewel dat in het geval van die poes wel ging met hangen en wurgen. Knokt(e) hij er met de twee grote katers op los vanuit zijn speelsheid, de witte poes Pebbles moest in eerste instantie niks van hem hebben en mepte af en toe van zich af.

Dat zat hem toch ook in het feit dat ze het kleine ding best wat eng vond. Daarbij stapte hij als een soort Dappere Dodo op al die grote katten af om kopjes te geven en af en toe in hun nek te springen. Onze grootste kater Pressley vond dat best. Prins Percy werd plotseling zo dartel dat hij mee ging bewegen en heerlijk lag te rollebollen met de kleinere nieuwkomer. Maar voor de poes was het allemaal te veel. Al die agressie… Wel opvallend, bleef ze normaal op een van de bovenetages liggen voor haar eigen ramen of om er wat te dommelen, sinds de komst van Selkirk Pepper kwam ze beneden liggen. We zouden haar eens mogen vergeten. Zo leek het. Dat zorgde er voor dat de kleine nieuwkomer na een tijdje toch in een boog om haar zit- of ligplek heenliep. ‘Als jij niet wilt spelen dan doe ik net of je er niet bent’ was kennelijk in de kleine katerhersentjes de boodschap. Het werkte prima want na een paar maanden (Pepper is nu bijna 5 maanden in huis) gaat zelfs de witte poes overstag. Wie weet is die als kool gegroeide grijze kater toch wel leuk…

Die vijf maanden zijn op de weegschaal goed terug te vinden. Pepper eet als een bootwerker, niet zo gek want hij is meer dan actief, groeide van net geen 2 kilo bij binnenkomst naar 3.3kilo nu. Zijn kenmerkende gekrulde vacht wordt steeds zachter. Hij heeft een relatief korte staart, miauwt keihard en een beetje schor als hij wenst te worden vermaakt. We hadden al een kapitaal aan speeltjes, mandjes, balletjes en zo meer in huis waar de andere katten af en toe nog gebruik van maakten, maar dat werd door geschenken en zelf gekochte uitbreiding van het assortiment nog wat breder en het wordt ook regelmatig benut. En je lacht je dan gek hoe zo’n dier als een clown met al dat speelgoed omgaat. Hij dartelt als een klein schaap door de kamer. Past dan wel weer bij zijn uiterlijk. En wat we extra leuk vinden, de andere katten doen met hem mee. Om onze Pressley met zijn 8.5 kilo grote lijf achter balletjes aan te zien rennen is een waar genoegen. Nee, het is een aanwinst die kleine Lekkerkerker…. Kost wat maar dan heb je ook iets leuks in huis. (Beelden: Prive)

Reinheid…

Reinheid…

Toen ik ooit het verhaal hoorde dat de fraaie bepoederde dames aan het Hof van Versailles hun ingewikkelde jurken en rokken met daaronder baleinen maar geen echt ondergoed, gewoon optilden als ze iets kwijt moesten uit blaas of darmen kreeg ik toch visioenen over hoe het in dat paleis moet hebben gestonken. Bij een bezoek aan dat Paleis een aantal jaren geleden zag ik wel op de trappen allerlei wonderlijke sporen, uitgebeten door…ja wat eigenlijk. Daarnaast kende men speciale stoelen op de eigen kamer waar je de darminhoud kwijt kon om daarna weer lekker te gaan slapen… De fantasie sloeg op hol. De geschiedenisboeken vertellen het verdere verhaal. Anders dan wij nu denken stonken mensen in die dagen van Louis een uur in de wind. Lekker badderen deden ze wel een keer in de fontein of zo, eens per jaar. De voeten werden nog wel door een bediende gewassen wellicht…maar verder..?. Intussen groeide en bloeide er van alles onder die op zich prachtig uitziende kleding. Men bepoederde zich, deed een pruik op de vol luizen zittende vette haren en zag er respectabel uit. Bij arbeiders was het in die tijd niet veel anders. Een toilet bestond nog niet, dus een houten emmer ergens in of achter het huis de plek om je te ontlasten. Stank en ongedierte zorgden voor een bijzondere atmosfeer, zeker bij warm weer. In sommige steden was men gewoon om die potten gewoon uit het raam leeg te mikken of desnoods in de aanwezige grachten. Het water sterk verontreinigd en wie daar van dronk wist dat zijn/haar einde snel in zicht zou zijn. Bier verving dat drinkwater dan en dat maakte na consumptie de boel niet schoner, maar de fysieke weerstand wellicht groter. Een stinkende massa mensen dus, ziekten sloegen dan ook heftig om zich heen en een wondje was al snel een heftige zweer. Pas ergens in de 19e eeuw ontdekten we dat persoonlijke hygiene wel eens van enig belang kon zijn. Zeep en tobbes warm water een keer per week luxe.

In de 20e eeuw kregen stedelingen de beschikking over badhuizen in hun eigen buurt. Voor een kwartje even douchen met heet water en alles een keer goed poedelen. Naaktheid kon weer. In de jaren zestig de echte kentering. Douches kwamen ook bij normale arbeidershuizen in zwang, aardgas maakte dat warm water geen luxe meer was, en de dagelijkse reiniging van lijf en leden een verplichting. Daarmee samenhangend toch ook een steeds langere levensduur. In ons huidige tijdsgewricht zie je weer de adviezen om ten behoeve van ‘het klimaat’ vooral minder te douchen, wassen bij sommigen weer een soort luxe die eens per week of maand zou moeten. Gas onbetaalbaar, de alternatieven niet in staat om een zekere mate van comfort te garanderen. Gaan we nu dus weer op weg naar die tijden van Louis? De wereld redden door onszelf te kort te doen en een uur in de wind te stinken. Als ik soms in winkels rondloop krijg ik wel de indruk. De geur van ongewassen oksels en meer hangt soms een meter om bepaalde mensen heen. Ingepakt, maar zelden uitgepakt laat staan gereinigd. En wie daarbij ook nog rookt maakt de stankkring nog wat groter. Ik vind het vies, vond het in Versailles al onvoorstelbaar dat iemand zo ooit wilde leven.

Maar anno 2022, bij een beetje warm weer….? Dus, hup, wassen die hap en schone kleding aan. En stop ook meteen eens met dat vreselijke gerook…. Zeker als ik in de buurt ben…. Zij die zich overigens omwille van wat ook ook maar een keer in de maand poedelen…laat maar weten. En zeker als je ook nog een ton voor de behoeften achter het huis hebt staan…… Ben benieuwd… (beelden: internet)

Contra-evolutie

In de afgelopen periode waren er weer wat selfiedames in de media te vinden die meenden dat het tijd werd om de klok terug te draaien naar de tijden van voor de verzorgingsevolutie. Omwille van aandacht of ecologische gekte besloten zij dat wat de Schepper had bedoeld als bescherming van oksels en overige delen van het menselijk lichaam, niet meer te verzorgen of te verwijderen maar er juist weer flink mee te koop te lopen. Tegen de modetrends in. Maar je valt er wel mee op en dat lijkt me, ondanks de aandacht die de dames zochten, toch een tamelijk slecht signaal. Beharing die overal uitsteekt, onverzorgd is en bijdraagt aan het simpele feit dat bepaalde bijna uitgestorven diersoorten als schaamluizen weer in de pootjes wrijven van genoegen lijkt mij niet passen in een modebeeld anno 2019. Ik ben er niet van, ik heb dat in het verleden nooit onder stoelen of banken gestoken. Voor sommigen is het ultieme uitingsbeeld van ‘volwassen zijn’ dat je de jungle onverzorgd toont aan de goegemeende om je heen. Sommige culturen vinden dat wellicht prachtig, ik niet. En gezien het aantal lasersalons waar je ook terecht kunt voor wax/harsbehandelingen ben ik kennelijk en gelukkig niet de enige. Tuurlijk, als je valt op oermensen heeft het nog iets. Vroeger was de geur van ongewassen lijven voor beide sexen vaak ook een groot genoegen.

Maar we leerden sindsdien dat esthetiek iets anders anders is dan struiken of stoppels op zichtbare plekken. Kaal op veel plekken staat er tegenover, ik snap dat niet iedereen daar van is, maar onverzorgd door het leven? Toch ook niks? Ik gun de meiden die de oksels en meer zwart begroeid laten hun lolletje hoor. Ze vinden vast partners die als Tarzan of Jane door het leven gaan en van liaan tot liaan een weg banen naar ultiem geluk. Maar ik ben er (nogmaals) niet van en zal er verder geen blik meer op richten. Zoals ik in mijn vorige blogverhaal al aangaf ben ik ook niet van het bakken. Maar uitgegroeide haarbossen zouden me zelfs misselijk maken als ik dat op het strand of elders tegenkom. Hou de boel binnenboord, show er niet mee en we blijven vrienden. Heus! En die 95% van de mensheid die wel iets snapt van tonderen, ontharen en verzorgen….ik ondersteun die evolutie. En dank u voor het inzicht richting uw medemens…..:) (Beelden: Internet)

Hygiene

Douchen......Kijk, soms ben je verbijsterd. Maar dat ligt vooral aan mij omdat ik nogal gevoelig ben op dit punt. Ik gruw van luchtjes, vieze luchtjes wel te verstaan, en dat bepaalt zeker mede of ik mensen al dan niet accepteer of een bepaald soort eten lust. Wie of wat stinkt, krijgt van mij geen positieve aandacht. En reken maar dat je in de moderne tijd nog steeds mensen tegenkomt voor wie het gebruik van zeep of deodorant kennelijk onbekend is en douchen iets voor de domme. Onlangs las ik er nog een stukje over op MSN. Mannengedrag, waarbij een van de items was dat veel mannen het douchen gewoon overslaan. Zeker als de kans groot is dat ze dit in hun eentje moeten doen en er niet ineens een naakte Doutzen Kroes naast ze opduikt of zo. Overslaan van wassen of douchen, en wellicht ook vergeten om met zeep bepaalde onderdelen eens lekker te poedelen.

Penislengte metenBrrrr. Ik moet er niet aan denken. Mijn discipline op dit punt komt voort uit de jeugd. Wassen in een keuken, niks douche, warm water eerst even in een ketel verzorgen en dan klooien. Toen we eindelijk een douche kregen stond ik er elke dag langdurig onder, tot groot ongenoegen van mijn ouders. Later is het badderen en schoonhouden een dagelijks ritueel geworden. Het oermensgedrag is mij vreemd. Ga ik ergens naar een hotel of zo moet er een badkamer zijn die er niet om liegt. Liefst met bad, 65cm grote douchekop en spiegels waarin je kunt zien wat je zoal aan stoppels moet wegwerken. Ik ben dus niet van de tenten en caravans, in mijn eigen stank leven is niet mijn ding. Net zo min als de geur van zweetsokken, ranzige oksels en zo meer. Toch kom ik ze nog steeds tegen. En….ook vrouwen die niet lekker ruiken! Niet een beetje vers zweet, nee van die geuren die je doen denken aan een soort hel vol ongewassen types. Geen zeep, deo of parfum tegen aan gegaan, gewoon oud zweet.

Bojo maaltijd RamesStank! Wat zijn dat voor types die dat zo doen? Hebben die helemaal geen idee wat ze hun omgeving aan doen dan? Hebben die geen familie of vrienden die er wellicht iets van kunnen zeggen? Stank is stank, vies is vies en je bent bijna asociaal als je zo leeft. Maar misschien past dit wel bij elkaar ook. Kan best. Niet iedereen heeft die manie van mij. Intussen ga ik binnenkort maar weer eens lekker naar een hotel met al die verwenelementen bij elkaar opgeteld. Waar? Geen idee, kan me minder schelen, zolang ik er maar schoon kan rondlopen……En, lieve lezer, hoe kijk jij hiernaar? Ook een douche-overslaand type??? Of net zo als ik gek op schoon en verzorgd? Heb je een afkeer van bepaald eten door de daarbij behorende geuren? Laat het me eens weten dan? Voel me nu zo vaak alleen…….in mijn mening… (foto’s: MSN e.a.)

Hatishjoehaaaaa

Verkouden....2319538916_faf4ed8523_mWas een aardige vrouw die ik onlangs tegenkwam in een modewinkel waar ik even zat te wachten voor de pashokjes waarin vrouwlief was verdwenen met de potentiele aankopen van haar keuze op die dag. Nou ja, tegenkwam, ze liep me bijna voorbij. Maar omdat alles aan beschikbare hokjes bezet was bleef ze even vlakbij me staan met haar potentieel nieuwe jeansbroek en bijpassend shirt (of zo) over haar armen. Door die houding kon ze wat haar overkwam niet tegenhouden, ik snapte dat wel, maar toch…. Ze moest namelijk niezen, en dat werd een heel stevige. Zo een die oplucht, maar ook de neus van binnen reinigt. Tienduizenden bacteriën vlogen in het rond, want ze deed geen poging die neusinhoud tegen te houden. Kon ook niet, want haar handen vol, en geen kans meer om even naar de zakdoek te grijpen. Ik wenste haar met afgewend gezicht (bang voor een van die vliegende ziektekiemen) ‘gezondheid’ toe. Het bleek niet te helpen, er volgden nog twee enorme niesorgasmes die zijn met een opgelucht ‘he he’ afrondde. Als je daar de griep niet mee verspreidde dan niets. Ze verdween al snel in een van de pashokjes. Ik ging maar even naar buiten.

SpuitJe weet tegenwoordig maar nooit waarmee je aangestoken wordt. Een paar dagen later zat ik op mijn knieën bij een bak vol potentiele aanwinsten voor mijn minimuseum in een rommelwinkel. Een tweede verzamelaar wilde in dezelfde bak kijken, we deelden onze eventuele aanwinsten. Aardige vent, dus waarom niet. Kostte weinig en op een bak zo vol geladen mist men een, twee modellen niet. We spraken wat over de specialisaties en meer. Gewoon prietpraat. Tot ook hij ineens een niesbui kreeg. Hij bleek verkouden, had hij me vooraf niet gezegd en ik ontdekte ook geen echte neusklank bij het praten. Maar de klodders vlogen wel in het rond. Jemig de peemig, had ik dat?!  Als door een adder gebeten stond ik op, en ging een half metertje opzij. Was voor hem het teken om nog een extra duik te nemen in de door mij los gelaten bak. Was dit strategie, kon hij een niesaanvaL gepland op een concurrent los laten? Al eerder schreef ik over het onhygiënische gedrag van veel mensen op dit punt. Geen zakdoek gebruiken, geen rekening houden met anderen, de handen niet wassen. Het is ook logisch dat we met zijn allen griep krijgen of andere besmettelijkheden aan elkaar doorgeven. Is weinig meer voor nodig dan maling hebben aan je medeburgers. Voorlopig blijf ik uit de buurt van verkouden exemplaren. Of zal ik een pakje papieren zakdoekjes meebrengen voor iedereen die zo’n aanval krijgt. Altijd beter dan zelf met een Japans monddoekje om door het leven te moeten. Toch?

Smerige katten…

Poezen maken de dienst uit in huize Pool - 2006 001Zo lang ik me kan herinneren leef ik al met en tussen de huisdieren. Niet van de vreemde of agrarische soort, ik schreef er al eens eerder een stukje over, nee gewoon honden, poezen wat tropische vissen of een verdwaalde parkiet. Allemaal in mijn jeugd meegemaakt en dan krijg je toch iets mee van….ik wil dat ook!  Nu zijn parkieten niet mijn ding en heb ik na een enkele ervaring met tropische vissen in een niet waterdicht aquarium in combinatie met de nodige ziekten dat stukje dierenleven al decennia geleden opgegeven. Het bleef bij diverse katten, poezen en een enkele hond. Dieren die me het leven aangenamer maakten, een huis tot thuis maakten en dat nog steeds doen. Net als wij mensen hebben ook die dieren bepaalde nadelen. De kattenbak is geen genoegen, al is het vrouwlief die zich daarmee het meeste bezighoudt. Dat zo’n diertje af en toe even zijn maaginhoud op tapijt of jouw schoenen deponeert mag ook in het vakje ‘onaangenaam’ worden opgenomen. En de schade die je hebt of krijgt als zo’n dier zijn plek in huis even duidelijk afbakent moet je incalculeren. Doe je dat niet wordt het geen gelukkige samenleving met die viervoeters en zijn beide partijen ongelukkig. Een hond, zo heb ik ervaren, moet gewoon minstens drie keer per dag naar buiten. Of het nu regent, waait, sneeuw of vriest dat het kraakt. Er uit moet je. Valt niet altijd mee.

OLYMPUS DIGITAL CAMERAJuist onlangs las ik een boek waarin levensvragen over allerlei verschillende facetten daarvan worden beantwoord. (Waarom je kat niet mee naar bed mag – Ellen de Visser – ISBN 978-90-351-3957-2) Zoals ‘is het verstandig de kat in bed toe te laten?’. Nou, dat antwoord viel me nogal tegen. Nee! De poes mag never-nooit in bed liggen, niet eens in de slaapkamer aanwezig zijn en je moet na elke aaibeurt je handen uitgebreid ontsmetten. Het verhaal daar achter zit hem in het feit dat poezen eigenlijk vol zitten met agressieve virussen en bacillen, dat ze hun huid likken met een tong die even daarvoor hun poep en plasinstrumenten hebben schoongemaakt en dat daardoor alleen al duizenden enge ziektekiemen jouw leven kunnen verzieken. Tja! Ik heb er nooit last van gehad, al moet ik zeggen dat de meeste poezen die wij hadden of nog bezitten (al zien poezen dat precies andersom..) meestal in hun eigen mandje of stoel de slaap met ons delen. Slechts de nieuwe Pixel is er een van de geborgenheid en die nestelt zich graag tegen ons aan als hij de kans krijgt. Om daarbij ineens uit te groeien tot een kat van twee meter en een gewicht dat een beetje fikse herdershond niet zou misstaan. De auteur van het boek waarover ik het heb, zou het een ware gruwel zijn.

WP_20140905_001Die wil ook dat je een hond buiten de deur in de kou neerlegt, en niet in huis. Allemaal omwille van de properheid. Al die enge haren en zo. Nu was onze Purdy indertijd gewend om beneden te blijven, hij durfde niet eens de trap op naar de slaapvertrekken, maar dat was dan toch nog in huis. Helemaal fout. Huisdieren horen daar niet, die moet je ver van je af houden. Vraag ik me direct af waarom je ze dan uberhaupt zou moeten willen hebben. Het is ook een beetje een knuffeldier toch? En vanavond, als we met boek en Smart op de bank zitten en beide poezen zich dicht tegen me aan nestelen voelt dat buitengewoon goed. Huis wordt er echt thuis door en dat we eigenlijk in dienst staan van die beesten, so be it! En wat die auteur betreft; die houdt volgens mij niet van dieren. Net echt althans. Want laten we wel zijn, ook mensen zijn verspreiders van de meest enge ziektekiemen en soms buitengewoon viezig in hun gedrag. Moet je daarom je partner uit bed mikken of de vriendenkring opschonen? Nee toch? Nou dan!