Merk met wereldfaam; Suzuki!

Merk met wereldfaam; Suzuki!

Ver voor Suzuki enige naam kreeg met haar automobielen kenden we het merk hier al als fabrikant van motorfietsen, brommers, buitenboordmotoren en zo meer. In Japan bracht het merk in de jaren vijftig haar eerste piepkleine vierwielers uit die mondjesmaat ook hun weg vonden naar onze streken in die periode. Waren die eerste karretjes voor Japanse mensen nog wel op enig formaat gemaakt, voor de gemiddelde westerling waren ze domweg te klein. Maar toch werden er wel wat van verkocht. Wagentjes met in eerste instantie de motor achterin van de tweetakt-soort. De Fronte was er zo een. Latere exemplaren van dit type waren al heel snel gemoderniseerd en geschikt voor normale benzine.

Kleine mini-karretjes als de N600 deden het hier al beter. De motor zat voorin en de toerentallen daarvan waren adembenemend. De N800 was een mini-coupeetje waarmee je echt onder vrachtwagens door kon rijden maar dat beter niet deed omdat de veiligheid nog niet al te geweldig was geregeld in die periode. Maar toch, Suzuki was op de markt. En dat legde de basis voor wagens als de mateloos populaire Swift die heel wat jonge gezinnen aan zich wist te binden. Een erg aardig ding uit begon jaren zeventig was de SC100GX. Weer zo’n piepklein karretje met de vierpitter achter de zitbank waarmee je 140km/u kon halen.

Voor vier personen niet echt geschikt maar wel om je als skeltercoureur mee te vermaken, want het wagentje haalde zonder problemen de 140km/u. Je zat met je voeten wel achter de voorbumper ongeveer, maar dat had ook wel iets aantrekkelijks. Na die basisjaren kwam de meer volwassen periode. Suzuki kwam met haar 4WD Vitara. Zette een nieuwe Swift neer met een GTi-motor die reed als gif en buitengewoon populair werd bij jonge chauffeurs. Voor ouderen was er de Baleno, een keurige sedan maar wel met een goed presterende motor.

De Alto werd ook geintroduceerd en dat karretje werd bijna de norm in de goedkoopste citycar-klasse. Goedkoop in aanschaf en dito in onderhoud. Latere exemplaren kwamen uit India waar ze in licentie werden gebouwd. Het gamma verbreedde zich ook door de jaren heen, de Swift kwam intussen uit Hongarije, wat de aanschafprijzen nog wat lager hield. De kwaliteit bleef, het sportieve imago ook. Anno nu heeft men de nodige hybride-voertuigen in de aanbieding, wagens met een behoorlijke mate van comfort, dito uitrusting en prijzen die wellicht niet meer meteen baanbrekend moge zijn, maar je krijgt wel veel auto voor je geld. En dat is voor heel wat kopers belangrijker dan een keihard imago.

Niks mis met dat Suzuki. Zo dacht ook VW op enig moment. Men wilde wel samenwerken met de Japanners, maar die dachten daar toch anders over. Men werkte ook al samen met Opel dat in haar toenmalige gamma diverse Suzuki’s onder het eigen merklogo aanbood. Intussen is dat allemaal afgelopen. Suzuki staat op zichzelf. Een bijzonder merk. Maar over de hele wereld bekend….En nog steeds in ons land te koop met een best plezierige prijskaart… (Beelden: Archief)

Franse trots; Renault!

Franse trots; Renault!

Het was al in de 19e eeuw dat Louis Renault in een door hem geconstrueerde auto rondreed. En op basis van die eersteling bouwde de man door de jaren heen een enorme autofabriek op die na WO2 werd genationaliseerd omdat Louis zelf was overleden in de gevangenis. Zijn rol tijdens WO2 was omstreden geweest en de Fransen rekenden hem dat zwaar aan. Hoe dan ook, Renaults waren ook voor de oorlog al bekende wagens en de licenties voor haar modellen gingen ook naar andere fabrikanten.

Ik beperk me wat tot na die laatste Wereldoorlog omdat ik anders domweg te weinig ruimte zou hebben. Renault kwam in 1946 al weer op de markt, met de leuk uitziende Juvaquatre die echter bijna 1 op 1 was gekopieerd van de toen bekende Opel Kadett. Dat wagentje zou het vele jaren lang volhouden. Dat deed ook de 4CV met zijn motor achterin, vier portieren en lekker aantrekkelijk prijsniveau. Het bleek de Franse Kever te zijn en de onderliggende techniek hield het decennia lang vol.

Zo kenden we later de Dauphine. Prachtig van lijn, technisch baserend op zijn oudere voorganger, maar mateloos populair. Zo zeer zelfs dat het wagentje in Japan werd gebouwd als Hino. Reed je een Gordini had je een flink snellere versie van die brave Dauphine. Een sportievere afgeleide qua vormgeving was de Floride (later Caravelle) die je als coupe of cabriolet kon kopen. Altijd met de motor achterin.

Net als bij de R8/10 serie. Voor de iets beter in de slappe was zittenden was er de grote Fregate. Mooie en moderne auto met de 2 liter motor voorin, die je ook met automaat kon bestellen. Maar die ook roestte dat het een lieve lust had. Met de R4, een ware concurrent voor de Citroen 2CV kreeg Renault een miljoenenhit in de showroom. Talloos waren de uitvoeringen, voor gezinnen en kleine ondernemers. Ook weer in licentie gebouwd bij andere fabrikanten en heel lang in productie gebleven. Met de schitterende (maar o zo roestgevoelige) R16 kreeg Renault een klassieker in huis. Slim uitgedacht en bedoeld om mensen bij de concurrentie weg te houden.

De R6 was een R4 met verlengde carrosserie. Ook in ons land mateloos populair. En zo kunnen we door gaan. De R12, ook als Dacia gebouwd en bekend, de leuke R5, de grote R20 en 30, de wat onbekend gebleven R14, net als de R9/11. Allemaal wagens die het merk naar buiten brachten en bij ons in de Lage Landen onderdeel waren van het rijdend decor.

Zoals later de Clio en Twingo, de Megane, Vel Satiz en zo meer. Daarnaast de bestelwagenreeks Trafic, vrachtwagens, bussen, en nu op weg naar een deels elektrische toekomst. Renault produceert in allerlei landen over de hele wereld. In Zuid-Amerika, Rusland, China, Noord-Afrika, Turkije, Roemenie en zo meer. Het is een groot concern en zal voorlopig nog wel even dominant aanwezig zijn.

De roest heeft men wel iets achter zich gelaten, een deel van de vaak hardnekkige technische problemen ook. Bedenk ook maar dat Renault ook vliegtuigmotoren bouwde, scheepsdiesels en zo meer. Een fraai bedrijf waarop de Fransen terecht aardig trots zijn. (beelden: archief)

Het was me het jaartje wel…

Het was me het jaartje wel…

In het algemeen was 2021 eigenlijk gewoon 2020Plus. Dat verrekte virus had ons allemaal van het begin van dit jaar tot het einde opnieuw in de tang. De beloofde verlichting van ons vrije leven zoals we dat voor 2020 nog kenden kwam er eigenlijk niet in dit bijna in de agenda van de geschiedenis bijgezette jaar. Ondanks vaccinaties en zo meer, steeg het aantal patienten ook nu weer naar ongekende hoogten, vierden nieuwe varianten bot op hen die te dicht bij elkaar verkeerden en raakte de wereld daardoor weer extra in onbalans. En die wereld om ons heen lijkt echt in chaos veranderd. Dat begint al in de VS waar de presidentswisseling van Trump naar Biden wellicht leuk is voor de linkse brigades die hier de media bevolken, maar in de echte wereld is het imago van de Amerikanen bepaald niet beter geworden.

Laten we wel zijn, de echte dictatoren van de wereld trekken zich weinig aan van wat de VS allemaal roept of zegt. De Taliban namen moeiteloos het land Afghanistan over en passen hun terreurbewind weer net zo toe als voordat wij uit het westen daar ‘orde op zaken gingen stellen’. Miljarden aan militair materieel werd door de geallieerden daar achtergelaten en men ging de strijd met die barbaren om een of andere reden ook niet aan. Biden durfde niet. Het Afghaanse volk aan haar lot over latend. Net zoals dat al dik 100 jaar lang gebeurde. Verder zagen we dat welke oorlogsmisdaden je ook hebt begaan, een Nederlands paspoort kennelijk een vrijbrief is voor terugkeer naar dit landje aan de Noordzee, waar je dan een schijnproces wacht en hereniging met je soort of cultuurgenoten.

We zagen ook in ons land demonstraties van links en rechts, we zagen plunderingen, vernielingen, mensen die menen dat het recht om te vernielen slechts hen toebehoort. We zagen de loopgraven waarin de tegenstanders zich steeds meer terugtrekken rond thema’s als klimaat, immigratie en vaccinatie. We zagen gelukkig wel weer dat de economie opnieuw aantrekt naar normaal Nederlands niveau. Maar ook hoe veel bedrijven slechts door staatssteun overeind bleven in 2021. Op persoonlijk vlak namen we weer verliezen tot ons. Van nabij, soms verder weg, groot en klein leed dwars door elkaar, bekende namen verdwenen weer, en worden soms zeer gekoesterd. We genieten maar van het kleine als het grote dat niet meer toestaat. En accepteren dat voor velen van ons gezondheid en geluk groter moet worden ingeschat dan principes en verrijking of carriere. Volgend jaar zal vermoedelijk een worden met dezelfde soort optelsom van mooi en lelijk, van oorlog en vrede, van mallotig en onfatsoen, van voor en tegen. Maar het is ook een jaar van nieuwe kansen. Ik hoop oprecht dat we allemaal de ruimte krijgen om die kansen dan ook in te vullen en en waar te maken. En bij goede gezondheid en plezier zal ik mijn mening blijven geven. Dus hoop dat u mij dan weer wilt of kunt volgen…..Dank voor dit jaar in ieder geval!

1921

1921

Moet je ook eens doen, een eeuw terugkijken in de tijd. Gewoon om te zien hoe anders ons land en jouw huidige woonomgeving er toen uitzagen.

Het jaar 1921, het begin van de Roaring Twenties, drie jaar na de eerste W.O. die Nederland weliswaar niet direct, wel indirect heftig had getroffen. Neutraliteit had ons van de ergste oorlogshandelingen gespaard, maar de indirecte gevolgen bleven nog jaren voelbaar. Was de wereld nu rustig en hadden we overal vrede? Nou nee, niet direct. Bedenk maar eens dat de Sovjet-Unie net was opgericht, en de communistische revolutie overal waar het minder goed ging voet aan de grond kreeg. Met name in Duitsland en Italie.

Maar in Duitsland kwam toen ook al het nationalisme opzetten, niet in de laatste plaats omdat de toenmalige geallieerden het land enorm lieten lijden voor haar rol in WO1. Diezelfde geallieerden ruilden hele stukken land met o.a. het huidige Turkije. Door het opgeven van stukken veroverd gebied mochten de Britten en Fransen nu beschikken over Syrie, Rhodos en Tripoli. Het rode leger deed intussen haar best om het Russische Rijk alsnog uit te breiden.

Men lijfde domweg Georgie in, maar ook de Oekraine en delen van Polen. Mongolie scheurde zich intussen los van China en zou dat verder altijd blijven. En waar het over inlijven ging, Amsterdam voegde o.a. buurgemeenten toe als Sloten, Watergraafsmeer, Nieuwendam, Buiksloot, Ransdorp en stukken van Ouder- en Nieuwer-Amstel. Maar ook Diemen en Zaandam moesten er voor een deel van hun grondgebied aan geloven. Omdat Duitsland niet aan haar financiele verplichtingen kan voldoen dreigden de Britten met de bezetting van het Ruhrgebied. Dit feit alleen al was olie op het vuur voor mensen als Adolf Hitler. Die kwam toen al sterk omhoog in de kringen van extreem-nationalistische Duitsers.

Maar werd buiten het land nog niet eens opgemerkt. In Italie komt anno 1921 Mussolini in het parlement. Ook daar een ruk naar rechts dus. De oorlog als aanjager, de gevolgen voedingsbodem. In mei 1921 waren er rellen tussen Joodse en Arabische inwoners van steden als Jaffa (het huidige Israel) waarbij uiteindelijk werd besloten dat er een administratieve scheiding kwam tussen de twee volken in het toen door andere machten bezette gebied. Ook in 1921 vonden medici het hormoon insuline uit en kan men zo diabetici in leven houden die voorheen aan deze ziekte zouden sterven. In september 1921 trokken Griekse troepen op naar de Turkse hoofdstad Ankara en komen tot 50 km van die stad. Een groot deel van het huidige Turkije was daardoor in Griekse handen. Ook aardig, de Volkskrant werd een dagblad. De krant die nu namaakcommunisten en diehard socialisten van ‘nieuws’ voorziet was ooit het blad voor de katholieke vakbonden.

En de Britten en Ieren sloten anno 1921 een vredesverdrag. Zo maar wat feiten uit een jaar dat eigenlijk een sleutelrol speelde in de latere jaren. Immers door alle verschuivingen op geo-politiek terrein en ook de machtspositie van sommige landen (denk aan Engeland, Frankrijk en Rusland) veranderde mede de wereldkaart. De voedingsbodem voor de Tweede W.O. werd 20 jaar eerder al gelegd. Extremisten van links en rechts roerden zich en zochten de absolute macht. En Nederland sukkelde verder onder een door kerken en gelijknamige stromingen bedacht hierarchisch systeem. Geen echte revoluties, maar voor veel mensen armoede en narigheid. Hier komt alles altijd later op gang. En dat bleek aan de ene kant ook wel de charme van dit Maduroland. Het verlangen naar een periode terug in de tijd snap ik dan ook niet zo. Ik schreef dat al eens eerder. Laten we koesteren wat is en niet wat wellicht ooit ook zou kunnen. En o ja, die luchtvaart van toen….stelde nog maar weinig voor. Wel bestond KLM intussen 2 jaar, vloog het bedrijf met Fokkers en navigeerde men nog aan de hand van wegenkaarten en spoorwegen….. (Beelden: Wiki/archief/internet)

Ontmoetingen…

Ontmoetingen…

De boel ging op zijn gat door Corona (Covid19) en daardoor staakten we als mensen ook zoveel mogelijk het reizen naar andere oorden dan het dorp om de hoek, of de bossen in de eigen achtertuin.

Mensen verlangen naar andere oorden, soms omdat ze het Nederlandse weertype wat minder vinden of omdat ze het nu eenmaal leuk vonden andere culturen te ontmoeten. De vliegerij is dan de aangewezen weg, al gaan jaarlijks ook heel wat vakantievierders met auto en caravan op stap. Sommigen rijden dan tot diep in Frankrijk of nog verder. Zij die naar verre oorden reizen doen dat het liefst met de modernste aller vervoersvormen, het vliegtuig. Logisch. Ik weet nog dat vrouwlief een paar jaar terug naar Hong Kong reisde.

Duurde op de heenweg 12 uur. Lang? Zeker! Maar met de boot had ze er vele weken over gedaan. Nu kon ze vanaf moment uno na aankomst meteen beginnen met verkennen. Een soortgelijke reistijd bracht ons ooit samen (via New York) in Florida. De cultuurschok is dan groot, maar ook ‘lekker’. Je bent eigenlijk binnen een beperkt aantal reisuren in een wereld die zo afwijkt van de onze dat het daardoor alleen al een leerschool is. Een Turkse rondreis leerde ons vele jaren her dat dit volk in eigen land gastvrij en vriendelijk is. Maar ook dat jij je dient aan te passen bij de veelal islamitische levenswijze en ook dat de vrouw in die cultuur toch een wat andere soort mens is dan de man.

Je moet dan wel wel even wennen. Toen we een aantal malen in het Verenigd Koninkrijk waren geweest en daar intussen heel wat van de omgeving en steden hadden bekeken, dachten we dat Schotland wel een aardige aanvulling zou zijn en dat de mensen daar gewoon hetzelfde waren als elders in het VK. Mooi niet. Heel andere mensen, vol humor, aardig in de omgang en het eten….nou ja, even wennen. De Ieren bleken altijd in voor een gesprek over hun eigen geschiedenis of wat dies meer zij. Met de Tsjechen kon ik het prima vinden, maar zag ook dat hun gevoel voor humor totaal anders is dan het onze. Het leed van derden kan hen tot enorme lachaanvallen brengen, waar wij toch enige schroom vertonen bij het zien van hetzelfde.

De trots van de Italianen op hun eigen land zal ik nooit snappen, maar het is wel vermakelijk als je ziet hoe men daar de boel organiseert. En reken maar dat ik het gesprek over bepaalde zaken die ons als Europeanen verbindt of verdeelt graag aan ging of ga. Zijn er ook culturen die je minder positief bij bleven? Jawel! Ik vond de Grieken niet aardig. Hooghartig en zeker niet gastvrij. Ook de Polen konden niet meteen op mijn sympathie rekenen, maar dat kwam vermoedelijk ook door de grauwe laag van het communisme dat die lui toen nog over zich heen hadden liggen. Ook met de Fransen bouwde ik nooit een band op. Met de Duitsers gaat het daarentegen altijd lekker, net als met de Belgen, of indertijd de Portugezen.

Ook met Scandinaviers waren de banden vaak plezierig. En niet te vergeten de Israeliers die ik in mijn actieve jaren ontmoette. Altijd plezierige contacten en gesprekken. Maar ook in eigen land zijn sommige culturen anders dan die waaruit je zelf afkomstig bent. Als geboren en getogen Amsterdammer weet ik dat maar al te goed. En besef ik ook dat die eigen cultuur best uniek is zolang hij blijft bestaan. Een Fries is geen Limburger, een Drent geen Zeeuw en dus een Amsterdammer geen Groninger. Dat (h)erkennen is al heel wat gewonnen. En ook dat je voor al die ontmoetingen niet kunt zonder moderne vervoermiddelen. Met de trekschuit, het zeilschip of de loopfiets doe je niet veel meer tegenwoordig…E n o ja, ik heb nog heel wat landen en culturen niet genoemd. Wil niet zeggen dat ik ze niet leerde kennen uiteraard…U wilt me als lezer wel vergeven. Toch? (Beelden: Archief)

Koreaanse gigant; Hyundai!

Koreaanse gigant; Hyundai!

In mijn eerder vervolgverhaal over werken met dat merk waar de Vliegende Pijl een hoofdrol speelt, maakte ik ook gewag van mijn dealerperiode en dat Koreaanse merk dat nog van deur tot deur garages af ging om nieuwe vertegenwoordigers te vinden.

Ik heb het dan over 1978. Hyundai, Koreaans, onderdeel van de gelijknamige industriele groep waar we hier in dit periode nooit van hadden gehoord. Maar gigantisch groot in eigen land, bouwden schepen aan de lopende band, treinen, trams, bussen, trucks en een paar jaar relatief compacte personenwagens. Die laatste tak van sport aangestuurd door Britse ingenieurs die samen met het Italiaanse ontwerphuis Ital Design van meneer Giugiaro een aardig autootje hadden ontwikkeld die de Koreanen als Hyundai Pony in de markt zetten.

Nederland proeftuin voor die nieuwe auto’s. Technisch baserend op Mitsubishi-motoren en bepaalde onderdelen herkenbaar afkomstig uit de Britse auto’s van toen. Simpel, niet meteen geschikt voor grote Nederlanders maar wel loei-betrouwbaar. Hyundai zette voet op Europese grond en expandeerde binnen een paar jaar tijd tot een grote. Na de Pony volgden meerdere modellen die met soms groot, in andere gevallen minder succes werden verkocht. Al snel een budgetmerk, maar daar wilde men qua imago graag snel vanaf. De organisatie steeds strakker geleid, het gamma auto’s steeds breder. Al vlot was Hyundai een gevestigde naam in heel de wereld. Je moet je best doen een land te vinden waar deze wagens niet rondrijden.

Konden wij indertijd als dealer slechts van dromen…. Hyundai heeft ook overal fabrieken staan die lokale of regionale automarkten bedienen. Zo heeft men een fabriek in Tsjechie waar de compacte modellen voor Europa worden gemaakt. Maar ook in Rusland, de VS, China, India, Turkije en Indonesie fabriceert men auto’s van het merk met de schuin geplaatste H in het logo. In totaal nu bijna 10 miljoen auto’s per jaar. En dat is nog niet alles. Toen het concurrent KIA een aantal jaren geleden niet goed ging nam Hyundai het bedrijf voor een deel over. Sindsdien werkt men veelal met gedeelde techniek. Moet je goed kijken om het verschil te zien tussen de ene Koreaan of de andere. Daarnaast zijn er ook markten waar men het minder goed aanpakte. Zoals Japan.

Men maakte daar de nodige marketingblunders en dat leidde er toe dat Hyundai in die lastige markt met haar personenwagens niet meer wordt vertegenwoordigd. Opvallend was ook de breuk van de Hyundai Motor Company met de rest van het concern. Hyundai ging samenwerken met Daimler uit Duitsland, wat er toe leidde dat een eigen ontwikkelingsafdeling in Duitsland werd gevestigd, maar die samenwerking is nu weer verbroken.

Hyundai is intussen allang niet meer dat budgetmerk uit het begin van haar bestaan. De Koreaanse auto’s zijn nu meer normaal van prijs, technisch op behoorlijk niveau en men schuwt bijzondere technieken niet. Elektrische modellen en soortgelijken in de planning en de strenge botsproeven onder controle. In ons land een merk in de top 20, al scoort ‘dochter’ KIA door haar lagere prijsstelling net even beter. Maar dat Hyundai een vast waarde is, zal niemand meer verbazen. Momenteel is de autobouwer uit Seoul de vierde autofabrikant ter wereld. En dat is conform de wensen en dromen van de toenmalige managers die met hun Pony leurden langs Nederlandse garagebedrijven. En waar ik zelf zulke ambivalente gevoelens bij heb. Maar ambitie kon en kan je die Koreanen niet ontzeggen. Integendeel! (Beelden: Yellowbird archief)

Zestig jaar

Zestig jaar

Stel u voor…een kleine menneke leeft in een wijk vol mobiele impulsen. In een gezin waarin dat mobiele ook een grote rol speelt.

Trucks, bussen, trams, auto’s, motoren, brommers, het kwam allemaal voorbij en voegde heel wat observaties toe aan het jonge leven van de hoofdpersoon. Daarbij telden we dan op dat veel vliegtuigen die van/naar Schiphol opereerden dwars over de stad heen vlogen omdat het banenstelsel van die luchthaven zo was dat aan/uitvliegroutes de bebouwing van de stad wel moesten ‘raken’.

Nu waren indertijd toestellen met zuigermotoren en propellers normaler dan de latere jets en wilde er nog wel eens een van die aandrijfbronnen ‘afpikken’. Kwam er een Super Constellation of DC-7C op drie ipv vier motoren voorbij. Het waren voor mij, hoofdpersoon in dit verhaal, jubeltijden. Ik kende al snel alle autotypen en bouwjaren uit mijn hoofd, wist welk type vliegtuig wanneer waar heen vloog en wilde dat in miniatuur kunnen nabootsen.

Op 20 december 1960 startte ik dat wat nu nog mijn collectie kan worden genoemd. Op schaal, kinderlijk, maar wel met een eigen naam en een soort businessmodel. Nadoen wat ik zag. Imiteren en ook innoveren. Het werd een jaar of twee later een hobby die een hele groep mede-gekken deed meedoen en zo ontwikkelde zich een gevoel voor zakendoen en indeling van bedrijven. Over en weer. En door het werk van toen, opgeteld met de studies uit die tijd, tot een soort professie verheven. Tuurlijk veranderde die liefhebberij.

Werd breder, omvatte documentatie, fotografie, later ook auto’s en natuurlijk mijn liefde voor dat ene merk met die vliegende pijl. Veel van wat ik als jong mens had bedacht en voortgebracht nam ik mee als bagage en dat werkte goed. Zelfs in het echte leven. Acties en reclame, ach, ik maakte al advertenties op mijn jeugdige leeftijd, is het dan gek dat je dit later nog goed kunt? Of dat jouw eigen reclamebureautje wordt genoemd naar dat ‘bedrijfje’ uit je jeugd? Nee toch zeker!

Trouw aan de uitgangspunten. En dit jaar dus het zestigjarig bestaan. Al is veel veranderd en soms verwaterd. De wereld om ons heen, de kijk op economie en luchtvaart of mobiliteit. Niet dat ik dat persoonlijk nu anders zie, maar de wereld verlinkst en noemt dat vergroening. Lawaai was vaak muziek voor mij, is nu een gruwel voor nieuwere generaties. Niet opgegroeid met het idee dat je voor elke euro (toen gulden) die je verdiende keihard moe(s)t werken. Men houdt liever de hand op of vraagt de baas om een Tesla. Ik vier in stilte dus en koester. Noem me maar een nostalgisch type, ik kan er mee leven, al dik zestig jaar vandaag. (beelden: Yellowbird)

Angstvirus…

Dat COVID-19 virusje is onzichtbaar, treft naar willekeur mensen die lijden onder een of andere al oudere aandoening of die boven op elkaar gestapeld leven, maar gaat toch aan de meeste deuren voorbij. Op het moment dat ik dit verhaaltje schrijf zijn in de hele wereld 4 miljoen mensen besmet geraakt (en getest..) en pakweg 150.000 mensen overleden aan complicaties die het een en ander veroorzaakten. Op een wereldbevolking van een paar miljard zijn dat toch relatief kleine getallen. Toch legt dit virus onze samenleving wereldwijd lam. In de meeste landen hield men zich aan de ophokplicht en nam beschermende maatregelen, de verspreiding ging daardoor op enig moment langzaam. Doofde echter nooit uit. Maar beste mensen, dat deed HIV of Ebolah ook nooit. Wie zich niet beschermt loopt kans op besmetting. En toch leefden we met al die ziekten alsof ze niet bestonden. Bij dat nieuwe Chinese virus zijn we collectief toch aardig in paniek.

We raken elkaar  niet meer aan, lopen in een boog om anderen heen, laten als bevolking hele stukken van ons leven afpakken door nieuwe protocols en zien een ritje naar de supermarkt als een uitdaging. Een angstcultuur is ons leven binnengelopen. Nu ben ik zelf niet zo bang uitgevallen, al zijn er best zaken waar ik wel wat angst voor heb. Linkse leugens bijvoorbeeld die kunnen leiden tot een veranderde samenleving zonder democratische inspraak. Of een dominante islam, dan wel andere kerkelijke organisatie of cultuur die ons allen zou willen bekeren of omvormen. Ik heb angst voor wat me ooit zal overkomen als ik moet gaan hemelen. Vooral omdat ik het nu nog zo naar de zin heb en nog zo veel moet leren over die wereld om me heen en alles wat er zich in beweegt. Maar echte angst voor dat virus heb ik niet. Ik bescherm me waar mogelijk maar besef me ook dat ik sneller een verkoudheid of griep overneem van iemand die zijn handen niet wast of in mijn richting niest.

Ik maakte ooit een chef mee die als hij nieste of hoestte dit in zijn handen deed en de restanten in zijn haar smeerde. Zijn handen wassen deed hij zelden (zichtbaar) dus was een lopende bron van ziektekiemen. Was hij een bijzonderheid? Ik vrees van niet. Toch had hij met tientallen mensen contact. Vast voor een deel ziek geworden. Zo gaan die dingen met besmettingen. Wat me wel opvalt dat mensen om me heen voor een deel redelijk angstig reageren op de pandemie. Komen zelden meer buiten, gaan eens per week naar de supermarkt, bezoeken verder niets meer dan plekken waar weinig andere mensen komen. Ook zitten ze nogal eens geisoleerd thuis.

In de hoop dat er af en toe iemand in de tuin naar ze zwaait……Lijkt me niet fijn. Men hunkert naar contact, wil knuffelen, maar durft niet. Immers, je zult net die ene tegenkomen die…Kwetsbare ouderen zijn primaire doelgroep, maar gek genoeg slaat het virus zonder aanziens des persoons toe en zie je dus dat heel wat flink jongeren ook worden geveld. Maar nog steeds, een grote meerderheid niet. We overleven dit wel. Om daarna te ontdekken dat onze wereld is veranderd. Dat wat voor zeker aannamen intussen is verdwenen. Zoals werk en inkomen, reizen en vakantie, dat tweede huis, die nieuwe auto of boot. Bedrijven vielen of vallen om, de wereldorde zet in op een nieuwe toekomst. Waarbij we niet meer kunnen doen wat we willen, maar slechts wat we mogen. Als er een complottheorie bestaat is het die van de milieufreaks die dit virus hebben losgelaten om zo de mensheid te straffen voor zijn vermeende misdragingen…… Over stikstof praten alleen de linksen nog. De rest zucht onder de angst. Een virus dat alles lamlegt. Nog meer dan dat verrekte Chinese Corona-virus. Wie ook bang is of vreest voor…mag het melden hoor….weest niet bevreesd! (Beelden: Yellowbird archief)

Werken op Schiphol – 4 – Verhuizing

Grote gebeurtenissen in de wereld om ons heen hadden direct invloed op het functioneren van ons zelf of het bedrijf waar we actief waren. Zo was er de dienstplicht die boven mijn hoofd hing op die leeftijd. En dat was niet iets om naar uit te kijken, want om e.o.a. reden wilde vadertje Staat dat ik mij als onderofficier bij de Luchtmacht zou laten opleiden. Paste totaal niet bij mijn insteek van carriere maken. Daarbij was er de oorlog tussen Israel en de omliggende staten, de enorm onzekere situatie in het Verenigd Koninkrijk waardoor er soms dagenlang geen zeevrachtzendingen (meer het werk voor de andere kantoren van ons bedrijf) plaats konden vinden en je daardoor extra druk op de luchtvrachtketel kreeg. Maar soms was een simpel geval van veel sneeuw al goed voor een hoop stress. Immers, sneeuw vertraagde de vliegerij, maar hoe kwam je naar of van dat vliegveld als alle wegen vol lagen met 25 cm dikke sneeuwlagen of zo?

Echte mannen blijven brommen, tuurlijk, maar het bleek soms best een beetje lastig op Schiphol te komen als de wegen toch min of meer geblokkeerd waren. Vrijmaker Rinus reed net als ik op fiets of de brommer op en neer naar Amsterdam. Hij was geen beste stuurman en als we bij slechte omstandigheden samen een eind op reden in het duister vanaf Schiphol, dwars door het Bosplan heen, kon het voor komen dat ik hem onderweg uit het oog (en oor) verloor. Hij reed nog wel eens rechtdoor waar je rechts of linksaf moest en eindigde dan in het struikgewas. Andere collega’s van Schipholse bedrijven overkwam overigens nogal eens hetzelfde. Mijn toch wat langere rij-ervaring op tweewielers gaf mij in ieder geval een redelijk inzicht in hoe je op gladde wegen moest opereren. Die rijafstanden werden in de loop van het jaar 1967 steeds groter,  want in mei van dat jaar verhuisde de totale operatie van Schiphol vanaf het oude vliegveld aan de oostkant van de polder naar het Centrale areaal waaraan men zoveel jaren had gebouwd en gewerkt.

Toch een kilometer of zes verderop die Haarlemmermeerpolder in. Ons bedrijf kreeg op dat nieuwe Schiphol-Centrum de beschikking over drie ruime kantoren op de vijfde etage van het vrachtgebouw. Ruud Breems schonk zichzelf een ‘directiekamer’, wij als medewerkers mochten het grootste kantoor delen en we hadden een opslagruimte voor alle papieren en archieven. Vanaf die vijfde etage kon je ook mooi alle toen gebruikte start- en landingsbanen overzien. Niet gek voor een luchtvaartenthousiast als ik! Achter dat splinternieuwe kantoorgebouw lag een enorme vrachtloods van de KLM die volgens de laatste stand der toenmalige techniek was voorzien van een automatisch laad/los- en opslagsysteem. Neem van mij maar aan dat dit systeem niet functioneerde. Het werkte vanaf het eerste moment matig tot slecht en daardoor kon het voor komen dat levende have ergens in een van de gigantische stellingen op 3-hoog was neergezet en scheepsonderdelen in het aanpalende dierenhotel. Het gaf extra stress voor mensen zoals ik die afhankelijk waren van een goede doorstroming als er weer eens een spoedgeval de deur uit moest. Toch kreeg KLM die loods en dat systeem na een paar stevige ingrepen uiteindelijk werkend. Kostte iets, maar dan had je ook wat. En intussen verloofde ik mij en trouwde aan het eind van 1967 met mijn nu nog steeds echtgenote en waren de toenmalige collega’s bij de festiviteiten aanwezig. Het leven vormde zich rond mijn job, ons leefschema paste zich daarbij aan. Want ik moest er heel vaak zeer laat nog uit. Daarover later meer. (Beelden: Archief Yellowbird/internet)

Bijna aan het einde van 2019…

Alweer is een jaar bijna ten einde. Nog maar een beperkt aantal uren en we verwelkomen 2020 en nemen afscheid van 2019. Een jaar waarin weer van alles plaatsvond wat ook al in eerdere jaren een belangrijke rol speelde. De mensheid groeide gewoon door, wat weer effecten had op de vele volksverhuizingen. Ook naar ons land. We zagen haat en nijd, we constateerden de loopgraven waarin extreem links en rechts zich steeds dieper verscholen. We zagen de relatief machteloze politiek, we zagen opstanden in diverse landen, sommigen doofden weer uit, anderen wijzigden de politieke verhoudingen in zo’n land. We maakten een periode mee van recordhitte in ons landje aan de Noordzee, maar merkten ook dat de herfst typische Nederlands kil en nat kon zijn.

We namen afscheid van heel wat al dan niet geliefde mensen en verwelkomden aan de andere kant nieuwe wereldburgers. We namen afscheid van het verschil in sekse tussen man en vrouw, we zagen vele tenen weer langer en langer groeien, extremen floreren en terreur niet afnemen. We maakten weer reizen en leuke trips, genoten van het leven als het kon en zolang het mocht. In het persoonlijke leven verwelkomden we twee poezenhelden die vanaf begin januari het verdriet dat meekwam uit 2018 en ik onlangs nog beschreef, iets wisten te verzachten. We gingen door een lange en intensieve besluitvorming rond verhuizen of verbouwen. We ontdekten waar we in het eerste geval wel of niet zouden willen of kunnen wonen. En het werd alsnog verbouwen. Fase 1 in oktober jl. afgesloten.

We kregen hier ook nieuwe buren die voortvarend aan het slopen en verbouwen sloegen. We koesterden vriendschappen en sloten oudere soms al dan niet ongewild definitief af. We waren opnieuw actief met de sociale media, bleven bloggen, schrijven, zoeken naar leuke onderwerpen of beelden, maar gingen ondanks hitte of kou gewoon door. We maakten ons zorgen om hen die dat verdienen en negeerden de aanstellers of overdrijvers. We aten heerlijk op plekken die we kenden of net ontdekten. We vervingen wat nodig was en hielden aan wat nog werkte. We mopperden en ergerden ons gek aan eenzijdigheid.

Maar dat is van alle jaren. We volgden de culturele paden. Bekeken exposities en musea. We reden weer meer dan gepland, maar dat zorgde ook voor veel van de eerder genoemde zaken. Bestemmingen wisselden. 2019 was kortom een interessant jaar. Het nieuwe komt er aan. Ik wens u straks natuurlijk het allerbeste voor u zelf en iedereen die daarbij behoren.

Maar voorspel ook direct dat het komende jaar vermoedelijk op dezelfde wijze zal verlopen. Illusies om te denken dat het ineens anders zal gaan. Want o ja, dat vermageren…..lijnen, sporten, liefdevoller zijn, aandachtiger naar anderen toe, consuminderen, enz enz. Hoe staat het daar mee? Die goede voornemens van dit jaar en zo? Kwam niks van terecht he?! Nou, laat het dan dit keer maar weg. Het komt zoals het komt en gaat zoals het moet…. Was een mooi jaar dat 2019. Hoe verging het jou beste of lieve lezer(es)?! Ben benieuwd…..Op naar de Oudejaarsavond….knallend het nieuwe jaar in. Dat het maar een prachtige maar ook veilige jaarwisseling moge worden voor ons allen…Ik wens het u toe…! (Beelden: Yellowbird)