Ik weet niet hoe het de diverse lezers en lezeressen vergaat als ze eenmaal in bed van bewust naar onbewust overgaan en een fase van slapen bereiken die tot dromen leidt, maar bij mij is die fase soms buitengewoon heftig. Alsof Netflix ook een programma kent dat mijn geest in ruste helpt om spanning en sensatie op te roepen die me bij wakker worden aardig de adem beneemt soms. Is dat iets specifieks voor mij of komt het ook bij anderen voor?! Als je even op Google kijkt zie je direct dat een dromer zeker niet uniek te noemen is. Sommige mensen maken de meest fijne dingen mee in hun dromenland. Vrouwen vaak romantischer dan wij mannen. Net als bij de vroegere seksescheiding is bepaald houden vrouwen van avonturen met prinsen op witte paarden die hen lokken in kastelen vol bedienend personeel en minnaars die hen verwennen op een wijze die het normale leven meestal niet in zich heeft. Mannen beleven vooral andere avonturen.
De een is vechtend en rollebollend bezig om de straat te beveiligen, een ander zweeft over daken en kijkt in andere buurten rond. Mensen dromen dat ze tijdens een bedrijfsspeech ineens in hun nakie staan en anderen vallen in het water. Mijn dromen bewegen zich veel in het umfeld van vroeger werk. Met name een specifieke periode, waarover ik in mijn vervolgverhaal nog zal vertellen, waarin de emoties vaak heel hoog opliepen komt telkens weer terug. Soms vermengd met actuele dingen, maar wel een herhalend fenomeen. Sommige dromen ben ik bij het wakker worden snel vergeten, anderen blijven hangen. En dat weer leidt tot een zekere dufheid omdat het gedroom me vast weet te houden en doet nadenken over kennelijk slecht verwerkte emoties. Al ligt de bewuste periode dan ook al dertig jaar achter me. Dan nog.
Een specifieke droom is me uit het verleden altijd bijgebleven al heeft die niks met werk van doen. Een vliegtuig dat op ons vroegere ouderlijke huis neerklettert en op het dak blijft liggen. Ik zie het in de droom dan van afstand en bedenk me dat er mensen maar ook huisdieren in dat pand moeten zitten. En als ik dan naar binnen en boven loop kom ik bekenden tegen die gewoon doorleven en niet willen geloven dat op het dak een brandend vliegtuig te vinden is. Ik zoek de dieren. En die lopen constant voor me weg. Ik krijg ze niet te pakken. Zo frustrerend…. Noem het maar geen bijzondere droom. Zeker als je bedenkt dat ik hem al drie keer in verschillende vormen heb mogen beleven. Frustraties alom. Vermoedelijk toch een al te grote zorg om have en goed. Maar in veel situaties ook zeer vermoeiend. En hoe gaat het jullie op dit punt zoal? Intense of oppervlakkige dromer? Van de warme of de avontuurlijke soort???

Had ik het in mijn vorige blogverhaal nog over de vermeende en soms geschonden trouw van een hond. Wij mensen kunnen er ook wat van. Wij doen ons best trouw te zijn aan onze partners, familie, vrienden. Soms gaat dat dan ten koste van de eigen persoonlijkheid. We leveren onszelf soms (deels)in om het de anderen naar de zin te maken. Het waarom hult zich vaak in raadselen. Immers, je bent wie of wat je bent en meekleuren met de rest is vaak een letterlijk ziekmakende eigenschap. Je gaat er uiteindelijk onder door. Ik heb heel wat relaties gezien waarin de ene partner zich opofferde voor de ander zonder er al te veel voor terug te krijgen. Vrouwen vaker dan mannen. Wellicht zit hem dat in de economische afhankelijkheid of zo. Maar moet je dodelijke saaiheid, drankzucht, speelverslaving of nog erger, geestelijke of fysieke mishandeling blijven accepteren ten koste van jouw eigen persoonlijkheid?!
Trouw? Vast en zeker. Liefde? Wellicht! Maar goed voor de geest en het fysiek kan het niet zijn. Nu snap ik wel dat het leven niet altijd rozengeur en maneschijn is maar je kunt ook in sleur sterven. Of de relatie zelf zien doodgaan. Bij vriendschappen zie je nog wel eens hetzelfde. Eenzijdigheid is een oorzaak van veel gedoe. Eisen gesteld krijgen, wensen en verlangens, en daar vrijwel niets tegenover mogen stellen. Omdat anders de vriendschap wordt verbroken. Het zal sommigen bekend voorkomen. En toch accepteren veel mensen dit soort relaties. Ze omarmen die lui alsof ze van het koninklijk huis zijn. Noem het een vorm van hondentrouw. Maar wellicht moet je net als dat hondje uit het vorige verhaal wel aan je stutten trekken en gewoon bedenken dat het soms beter is korte dan lange pijn te lijden. Maar durven we dat?
De meeste mensen niet. Die laten het soms jaren lang voortduren. Tegen beter weten in vaak. Ik ken uit mijn verleden voorbeelden zat. Maar ook voorbeelden van levenspartners die ogenschijnlijk alleen maar bij elkaar waren om de ander het leven zuur te maken! Ga dan scheiden!! Trek je eigen plan en stop er mee. Zeker als de kinderen op enige leeftijd zijn is er geen reden om liefdeloos naast elkaar voort te leven. Alleen ben je dan wellicht veel beter af. Maar toch blijft men trouw als een hond voortgaan en verwijt de pot de ketel constant dat die zwart ziet. Wat bindt je dan nog? Als alles wat leuk is voor een mens uit je leven is verdwenen? Het zal die hondentrouw zijn. Loyaliteit naar de ander, het gevoel dat die ander fysiek of geestelijk in de kreukels zit en niet alleen verder zou kunnen, de financiële situatie of gewoon om de buren? Neem van mij aan dat die toch wel iets te roddelen hebben of dat anders wel zullen zoeken. Niets zo leuk als het leed van de ander. En wie dat niet gelooft moet maar eens opletten als je ergens heen gaat. Altijd mensen die van achter hun gordijntjes zien wat je zoal doet en wellicht zelfs bijhouden met wie en hoe lang. Beter een naaste buur dan een verre vriend? En gee geleuf da?
Hij had het als jeugdig mens al gehad. De gave om uit zijn eigen lichaam te kunnen treden en zich dan vrij te bewegen door de wereld om zich heen. Soms was dat spannend, op andere momenten niet veel meer dan gewoon leuk vermaak. Je had er een bepaalde situatie bij nodig. Vreemd genoeg moest het windstil zijn, Nieuwe Maan en mocht er niet te veel elektrische activiteit om hem heen zijn. Een keer was hij bij de overburen aan het gluren geweest en had daar de beide bloot slapende dochters kunnen bekijken in hun bedden. Spannende beelden. Maar tijdens die uitstapjes moest hij wel opletten dat zijn ouders niet ineens de slaapkamer in konden stappen, want dan gaf dat ellende natuurlijk. Als hij ronddwaalde was zijn lichaam bijna in een vorm van coma en dat kon er zorgwekkend uitzien. Dus lette hij goed op dat alles bleef gaan als gepland en hij toch van zijn ‘gave’ gebruik kon maken. Later, hij was intussen jong volwassen, vloog hij uit door de wereld en keek regelmatig overal in het rond. Hij kon warenhuizen bezoeken en daar de nog niet aangekondigde uitverkoop op planborden zien staan, hij las rapporten over zichzelf bij werkgevers en hoorde roddels aan bij zijn schoonfamilie toen hij met Ria verloofd was. Toen hij eenmaal met haar getrouwd was moest hij helemaal opletten, want hij kon moeilijk in die beginperiode een vrijwillig coma aannemen om met zijn geest rond te kijken. Nee, dat was ondenkbaar en Ria wilde in die periode graag dat hij veel aandacht aan haar gaf. Ze moesten samen nog veel ontdekken en dat vond hij ook heel belangrijk en plezierig in die periode. En zo nam hij voor zijn geestesvluchten even een pauze. Dat zorgde er wel voor dat hij wat minder getraind raakte en de keren dat hij het alsnog probeerde soms uit evenwicht raakte wat zich vertaalde in een fysieke duizeligheid als hij weer terugkwam in zijn stoffelijk omhulsel zoals hij zijn lijf toen noemde… Waar hij ook niet zo goed op lette waren de omstandigheden waar hij gebruik van kon maken. En op die bewuste dag dat hij weer eens zin had in een uitstapje had hij geen idee dat er een onweersbui over zijn woongebied zou trekken. Hij was net opgestegen nadat hij er voor had gezorgd dat Ria in een bevredigende slaap lichtjes lag te snurken en richtte zijn pijlen op het niet ver van zijn huis gelegen nonnenklooster. Aangestuurd door een stuurse moeder-overste die hij wel eens met een van de novicen had ontmoet bij de lokale Albert Heyn. Hij zweefde door de gangen van het oude klooster en keek in de kleine kamertjes naar wat zich daar allemaal afspeelde en genoot van de aanblik van al die onschuldige vrouwen in hun vaak wat te dikke slaapkleed. Een gesloten deur was geen enkele probleem, dus toen hij in de kapel aan was gekomen om daar nog even te kijken naar wat er te zien was, dook hij dwars door de eikenhouten deur heen die een wat donkere ruimte scheidde van het eigenlijke schip van de kapel. Op dat moment sloeg de bliksem in de toren en werd hij getroffen door de ontlading. Hij voelde zich warm en daarna koud worden…. En daarna ging het licht uit. Een paar minuten later hapte de oude abt van het belendende klooster die pas geleden was overleden en in de kapel van de nonnen lag te wachten op zijn begrafenis, naar adem. Hij bezag de wereld om zich heen en bedacht dat hij gevangen zat. In een ander lichaam. Dat voelde heel zwaar, vermoeid. Met inspanning van alle krachten gilde hij het uit….Maar niemand hoorde hem in die afgesloten kist…..
Toen hij weer een beetje bij zinnen was gekomen ontdekte hij dat hij terug in bed lag. Opnieuw constateerde hij dat hij geen kleding aan had. Hij bekeek zijn hand die hij zo had geblesseerd door de kortsluiting en tot zijn stomme verbazing zag hij dat die hand onbeschadigd was. Het was intussen donker geworden buiten, de dag was voorbij gevlogen zonder dat hij er echt weet van had gehad. Kreunend kwam hij overeind. Wat was er met hem gebeurd en waarom was hem overkomen wat kennelijk allemaal voorbij was gekomen. Hij deed het licht aan. Meer om te kijken of dat nu functioneerde of niet. En verdraaid, het werkte. Voor de zekerheid knipte hij het nog een paar keer aan en uit. Niks aan de hand. Voorzichtig liep hij naar de buitendeur waar de sleutelbos nog in stak die hij had gebruikt om zo te zien of hij naar buiten kon. De sleutels draaiden gewoon om. Deur opende zich, en hij deed ook dat openen en sluiten een paar maal. Niks aan de hand. Wat was er dan gebeurd? Hij bekeek de stoppenkast, niks aan te zien. Zijn smartphone deed het gewoon en ook de radio en tv functioneerden. Op zijn smart stonden wel wat boodschappen van zijn vriendin. Ze had aan de deur gebeld, later aan de deur geklopt en hem geroepen, maar zonder resultaat. Hij belde haar terug en meldde dat hij weer wakker was en geen idee had waarom hij zoveel uur had geslapen. Zij beloofdem met een vlakke stem dat ze over een uur of anderhalf nog even langs zou komen. Hij vond dat vooruitzicht gezellig en stapte onder de douche. Het water spoelde zijn suffe kop schoon, hij overdacht alle gebeurtenissen en wat er toch aan de hand was geweest toen alles mis ging wat maar mis kon gaan. Hij kon niets bedenken wat dit zou kunnen veroorzaken. Het leek wel magie. Ineens bedacht hij zich dat het fout ging sinds dat beeldje bij hem binnen was gekomen. Verdraaid, het zou toch niet betoverd zijn of zo? Hij stapte onder de douche vandaan, liep naar de kamer en zocht naar het beeldje. Kon het nergens vinden. Ook raar…hij wist zeker dat hij het had neergezet op een bepaalde plek en zocht nu door het hele huis heen naar dat verrekte ding. Maar omdat zijn vriendin er aan kwam maakte hij ook het huis even aan kant, zette de koffiemachine aan, haalde wat lekkers uit de koelkast en trok nog even een lekkere broek en shirt aan. Toen de bel ging deed hij open. Alles leek weer normaal. Zijn vriendin stapte binnen. Maar…..tot zijn schrik zag hij dat zij enorm was veranderd. Zij was schitterend mooi, strak van lijf, droeg een nauw zittende jumpsuit en leek wel 20 jaar jonger. Hij deed wat stappen achteruit. Dit was toch gewoon een vreemde voor hem. Hij keek nog eens goed naar haar gezicht en ontdekte toen haar ogen die vol vuur naar hem keken. Ze liep op hem af en hij rook de geur van muskus vermengd met een soort zwavel. Zij kuste hem en vanaf dat moment was hij verloren. Het licht ging uit, de deur draaide vanzelf op slot en hij werd op de grond gesmakt…Maar hij zag alleen haar ogen.. Het was het laatste wat hij ooit zou zien. Pas een jaar na zijn verdwijning werd zijn lichaam ontdekt. Het was niet veel meer dan een vervallen kadaver met wijd open staande oogkassen en verwrongen gezichtsuitdrukking. De politie kon niet veel meer dan constateren dat het een verdacht overlijden was en dat men dit dossier nog eens moest uitzoeken. Temeer omdat het veel leek op het overlijden van die jonge vrouw aan de andere kant van de stad. Die men ook had gevonden onder dezelfde omstandigheden. Er moest wel een link zijn…..
Toen ze met hem verkering kreeg was hij de degelijkheid zelve. Keurig in het pak, suede schoenen, een goede opleiding, aardige baan, nooit wild of ongepast gedrag, maar daar hield ze indertijd wel van. Haar ouders waren ook zo degelijk. Netjes, christelijk, en haar opvoeding had in die zin geen grote verrassingen in zich gehad. Veiligheid bood hij haar, rust, en toen ze eenmaal getrouwd waren bleef hun relatie stabiel en kabbelend. Af en toe las of zag ze wel eens wat waardoor ze dan in de war raakte en verlangen kreeg naar een ander soort leven. Met meer avontuur. Leuk reizen, kabbelen in een warme zee, bloot dansen op een heuvel in India, ach ze had zo vaak verlangd. In plaats daarvan kochten ze een huis, kregen kinderen. Waar ze gek op was overigens. Haar man maakte carriere, kreeg een auto van de zaak. Een degelijke Toyota en voor de vakantie kozen ze voor een caravan waarmee ze elk jaar weer naar het zelfde plekje togen in Frankrijk. Waar net zulke degelijke mensen kwamen als zij zelf waren. Waarmee het trouwens goed toeven was. Maar in haar fantasie wilde ze wel eens naar zo’n nudistencamping die een kilometer of vijftig verderop te vinden was. En zo verliep hun leven tot de kinderen de deur uit gingen. Ze woonden intussen in een degelijke wijk, hadden een meer dan degelijk huis en dito meubels. Geen uitspattingen, geen vreemde dingen. Uitheems koken was er niet bij, hij zou het niet eten wist ze intussen wel. Ze kleedde zich ook degelijk. Nooit frivool, geen aantrekkelijkheid. Het moest passen bij wat hij voor zich zag als ideaal. De opvoeding van de kinderen was ook zo geweest. Ze waren geslaagd, maar vlogen toch uit toen ze de kans hadden. De een naar Denemarken waar hij ging werken voor Lego, de ander naar Zuid-Amerika om daar arme kinderen te helpen. Alleen de jongste dochter hield het dichter bij huis, maar woonde wel samen en was niet getrouwd. Ze spraken er nooit over, maar het paste niet zo goed in hun ideale plaatje. Een degelijk huwelijk dat rust en liefde bood, zonder dat er vonken vanaf vlogen. Zelden voelde ze nog dat ze ‘echt’ leefde. Het verliep allemaal zoals het hoorde, zoals hij het graag wilde. Half elf in bed, een vluchtige kus en slapen. De volgende dag weer vroeg op, hij moest naar zijn werk. Haar rol was en bleef het huishouden. Soms keek ze in de spiegel en fronste haar wenkbrauwen. Ze was een oude dame aan het worden. De vrouwelijkheid verdween langzaam aan onder een laag van zwart en grijs. Haar lachende ogen waren dof geworden, haar kleding zeer veilig en degelijk. Ze was zijn ideale vrouw, maar ze wist zelf niet meer wie ze eigenlijk was. Maar ze wist wel dat ze heel degelijk was. En dat voelde ze als waardevol. Maar het was ook zwaar. Als lood. Een degelijk materiaal, maar ook zo giftig!








