Toen ze met hem verkering kreeg was hij de degelijkheid zelve. Keurig in het pak, suede schoenen, een goede opleiding, aardige baan, nooit wild of ongepast gedrag, maar daar hield ze indertijd wel van. Haar ouders waren ook zo degelijk. Netjes, christelijk, en haar opvoeding had in die zin geen grote verrassingen in zich gehad. Veiligheid bood hij haar, rust, en toen ze eenmaal getrouwd waren bleef hun relatie stabiel en kabbelend. Af en toe las of zag ze wel eens wat waardoor ze dan in de war raakte en verlangen kreeg naar een ander soort leven. Met meer avontuur. Leuk reizen, kabbelen in een warme zee, bloot dansen op een heuvel in India, ach ze had zo vaak verlangd. In plaats daarvan kochten ze een huis, kregen kinderen. Waar ze gek op was overigens. Haar man maakte carriere, kreeg een auto van de zaak. Een degelijke Toyota en voor de vakantie kozen ze voor een caravan waarmee ze elk jaar weer naar het zelfde plekje togen in Frankrijk. Waar net zulke degelijke mensen kwamen als zij zelf waren. Waarmee het trouwens goed toeven was. Maar in haar fantasie wilde ze wel eens naar zo’n nudistencamping die een kilometer of vijftig verderop te vinden was. En zo verliep hun leven tot de kinderen de deur uit gingen. Ze woonden intussen in een degelijke wijk, hadden een meer dan degelijk huis en dito meubels. Geen uitspattingen, geen vreemde dingen. Uitheems koken was er niet bij, hij zou het niet eten wist ze intussen wel. Ze kleedde zich ook degelijk. Nooit frivool, geen aantrekkelijkheid. Het moest passen bij wat hij voor zich zag als ideaal. De opvoeding van de kinderen was ook zo geweest. Ze waren geslaagd, maar vlogen toch uit toen ze de kans hadden. De een naar Denemarken waar hij ging werken voor Lego, de ander naar Zuid-Amerika om daar arme kinderen te helpen. Alleen de jongste dochter hield het dichter bij huis, maar woonde wel samen en was niet getrouwd. Ze spraken er nooit over, maar het paste niet zo goed in hun ideale plaatje. Een degelijk huwelijk dat rust en liefde bood, zonder dat er vonken vanaf vlogen. Zelden voelde ze nog dat ze ‘echt’ leefde. Het verliep allemaal zoals het hoorde, zoals hij het graag wilde. Half elf in bed, een vluchtige kus en slapen. De volgende dag weer vroeg op, hij moest naar zijn werk. Haar rol was en bleef het huishouden. Soms keek ze in de spiegel en fronste haar wenkbrauwen. Ze was een oude dame aan het worden. De vrouwelijkheid verdween langzaam aan onder een laag van zwart en grijs. Haar lachende ogen waren dof geworden, haar kleding zeer veilig en degelijk. Ze was zijn ideale vrouw, maar ze wist zelf niet meer wie ze eigenlijk was. Maar ze wist wel dat ze heel degelijk was. En dat voelde ze als waardevol. Maar het was ook zwaar. Als lood. Een degelijk materiaal, maar ook zo giftig!
Als veel mensen uit die goeie ouwe tijd, jèk ☻
Goed verhaal , als lezer zou je er zelf suf van worden.
LikeLike
Als je er maar niet zelf in herkent is het al snel goed….:)
LikeLike
Helder beschreven.
Wat zou er veel en anders mogelijk zijn?
Een tweede jeugd …..
Vriendelijke groet,
LikeLike
Soms maken mensen een zijsprong om aan dart degelijke en veilige te ontsnappen….
LikeLike
Voor je het goed en wel beseft mag je je dromen opbergen wegen “te oud” geworden.
Zou het tegenwoordig nog zo zijn bij bepaalde gezinnen ?
LikeLike
Ik vrees bij meer dan je zou denken of verwachten….sleur als het nieuwe avontuur…
LikeGeliked door 1 persoon
Ach bij de één past dit en bij de ander niet, en wie er gelukkig bij kan blijven doet het niet zo slecht. Mooi sfeerbeeld heb je gemaakt.
LikeLike