Frustro..

In zijn kindertijd was hij zelden opgevallen. Het gezin waarin hij opgroeide kende 3 zussen en 2 broers. Hij hing er altijd wat tussen in. Waar zijn zussen samen de wereld aan konden en elkaar altijd verdedigden was er tussen zijn broers en hij geen enkele band van belang te vinden. Op school had hij weinig vrienden. Men zag hem niet staan, hij werd niet echt gepest maar stond ook niet hoog op het keuzelijstje van de meer populaire jongens in de klas die hun eigen voetbal- of gymnastiekteam mochten samenstellen. Hij hobbelde door zijn schooltijd heen met net gemiddelde cijfers. Kreeg dus ook geen complimenten thuis, zocht werk en eindigde in de melkwinkel van zijn oom die wel een hardwerkend hulpje kon gebruiken. En werken deed hij. Zonder op te vallen, gewoon, hij werkte voor zijn geld. Echte hobbies had hij ook niet, hield niet van uitgaan, las liever zijn stripboeken. Een meisje was voor hem niet echt weggelegd. De meeste meiden vonden hem saai en onopvallend. Pas toen hij ouder werd en via studeren op voor volwassenen ingerichte scholen een betere kantoorbaan had bemachtigd, kreeg zijn leven enige diepgang. Met de donkere Dina kreeg hij verkering, raakte verloofd en getrouwd. Ze kregen kinderen, er kwam een gemiddeld huisje op een etage in de voorstad van die grote die er naast lag. Het leven ging zijn gangetje. Tot hij het internet ontdekte. En zich wat verdiepte in de wereld om hem heen. Hij zag sterren die zich profileerden, wentelden in de roem, hij zag politici met allerlei uitspraken die hem soms iets deden maar vaak ook boos maakten. Via de sociale kanalen reageerde hij dan. Steeds heftiger. Als Dina niet thuis was, want die hield er niet van. Toen die ene presentatrice op tv haar boezem naar zijn idee wel erg graag showde in te strakke bloesjes begon hij haar te volgen en opmerkingen te plaatsen die haar toch moesten bereiken. Steeds heftiger werden zijn uitingen. Tot op die dag dat hij neerschreef dat hij haar wilde verkrachten en daarna de keel afsnijden. Moest kunnen, ze vroeg er zelf om. Toch? Het was dan ook een grote verrassing toen hij de volgende dag twee rechercheurs voor de deur van zijn huis trof die hem meenamen naar het politiebureau en hem daar wegens bedreiging van een bekende persoonlijkheid uren lang ondervroegen. Ondanks dat hij verbaasd was en daarna bijna boos over deze behandeling had hij ook gevoel gezien te worden. Hij deed er ineens toe. En dat maakte hem best trots. Eindelijk was ook hij ‘iets’. Ook al kostte hem dat dan een fikse boete en strafblad. Hij was nog niet uitgespeeld…Eindelijk erkenning…

Spoedkliniek – tegen een prijs…

Als je echt op zoek gaat (of moet) naar een spoedkliniek voor dieren kom je zonder het te willen letterlijk en figuurlijk in een wat andere wereld terecht. Een wereld waarin je maar weinig van die voorzieningen zult vinden. Wij mogen blij zijn dat in onze omgeving een tweetal van deze klinieken te vinden is. Een daarvan benutten we net aan het begin van de corona-ellende voor een probleem met onze grote en trotse maar nog zo jonge kater Presley. Doorgestuurd door de dierenarts die er geen heil in zag zelf echt onderzoek te doen. Het kostte ons uiteindelijk 700 Euro om het diertje te kunnen laten behandelen, maar de uitkomst was dat men eigenlijk niet wist wat er loos was. Dier knapte op, we namen ons verlies en gingen verder met ons leven. Gelukkig deed Presley dat ook. Een andere kliniek zit in Amsterdam-Sloterdijk. Zat vroeger aan de Weesperzijde in onze stad en heeft een aantal ‘experts’ in huis op diverse terreinen.

Komt de gewone dierenarts er niet uit, of wordt jouw dier net ziek in het weekend dat de jou bekende dierartsenkliniek niet open is, ‘mag je’ naar de spoedkliniek. En dan is het te hopen dat je saldo op de rekening toereikend is. Zo niet? Jammer maar helaas. Onlangs maakten wij iets soortgelijks mee met een kat van een familielid. In de nacht ziek geworden, de dierenarts pas om 9 uur beschikbaar voor een afspraak (ben je nog niet binnen want afspraak maken) dus verwezen naar de dierenkliniek in Amsterdam. De woonplaats van het familielid is Almere, je zou toch verwachten dat men daar ook zo’n voorziening heeft intussen, maar nee, dus ik diende als spoedambulance in de vroege ochtend die door alle perikelen in het verkeer (Almere en files, het blijft een dingetje) lang deed over de weg heen en weer naar de hoofdstad. Eenmaal daar werd het dier aangenomen, een rapportje opgemaakt over de conditie van het (jonge) diertje en de kat meegenomen.

De baasjes mochten door de corona-protocollen niet mee naar binnen. Maar hopen dat men goed had begrepen wat er loos was. Wij konden vertrekken. In de middag belde een internist. Moest nog aan het onderzoek begonnen en wilde even weten wat er loos was. Geen rapport gelezen. Leek wel een mensenziekenhuis. Lang verhaal kort, volgende dag (diertje moest overblijven) mocht de trotse kater weer worden opgehaald. Men had van alles en nog wat gedaan, maar een echte conclusie over oorzaak en gevolg bleef uit. De hoogte van de rekening zodanig dat je daar een aardige tweedehandsauto van kunt kopen, zij het zonder garantie. Geen persoonlijk gesprek, vragen stellen moet via mail.

Dat laatste was nodig, omdat het dier eigenlijk nog steeds het euvel vertoonde waarvoor hij eerder al eens bij deze kliniek was geweest. Maar de mailvragen bleven lang onbeantwoord. Ach…voor dat geld… Het is jammer dat er zo weinig van deze klinieken bestaan. Ook dat dit allemaal zo peperduur moet zijn. Want laten we wel zijn, niet iedereen is bij machte deze goede vorm van zorg voor huisdieren te betalen. En zal wellicht besluiten om een ziek dier dan maar niet te laten nakijken met alle gevolgen van dien. Maar een gemiddeld maandsalaris besteden aan een kat, hond of ander klein huisdier is best een beslissing. En omdat er weinig van deze klinieken bestaan is er ook geen concurrentie. Kortom, het was even een dingetje allemaal. En iets om goed over na te denken. Wellicht dat dierenartsen zelf de boel eens wat kunnen opwaarderen en niet alleen meer onderzoeken zelf gaan doen, maar ook de openingstijden wat kunnen verbreden waardoor je als ‘baasje’ van huisdieren niet meteen wordt veroordeeld door de gang naar zo’n duur en exclusief instituut. Zelf ook ervaringen op dit punt? Ik ben benieuwd. (Beelden: Yellowbird archief)

Bescherming..

In de loop van de decennia die ik nu op deze aardkloot rondloop en werk is me wel duidelijk geworden dat bij koesteren van waar je om geeft ook beschermen en vasthouden hoort. Niet vanzelfsprekend dat zulks ook in alle gevallen lukt. En als iets dan van je wordt los gerukt doet het pijn. Een leven lang neem je eigenlijk afscheid. Van je grootouders, daarna de ouders, de rest van de familie in die generatie en als je pech hebt heel wat mensen van wie je het op zeker moment niet verwachtte. Plotseling, op leeftijden die helemaal niet mogen linken aan het inwisselen van het stoffelijke voor het eeuwige. Het is me heel wat keertjes overkomen. Dan heb je ook nog de evt. huisdieren. Veelal halen ze de 15/16 jaar als mooie leeftijd, dus maak je er als liefhebber in je leven een stel van mee. Afscheid steeds pijnlijk. Soms heel lang doorwerkend in je gestel. Zodra je een pup, kitten of kuiken in je huisgezin opneemt, staat het einde al vrijwel vast. Jong in moeten laten slapen past daar niet bij. En toch overkomt het je af en toe! De gebeurtenissen uit november 2017 en december van afgelopen jaar zitten nog vers in de ziel. Als open wond met een dun vliesje er over heen.

Net als bij ons, mensen, zelf. De gemiddelde mens leeft pakweg 75/85 jaar, de honderdjarigen nu nog een uitzondering. En dan nog graag in goede gezondheid ook. Want als dat gaat piepen en kraken is de kwaliteit van ouder leven ook meteen een stuk minder leuk. Ik ben op veel punten wellicht door ervaring en pijn wijzer geworden, toch een kluns als het om dit soort emoties gaat. Wil alles en iedereen om me heen vasthouden. Zeker als ze er toe doen! Liefde, trouw, respect, aandacht, gedeelde emoties. Maar je krijgt er geen garantie bij. Zeker niet op papier. Nooit. Wel dat je naast mooie momenten, vooral ook pijnlijke zult meemaken. Pak je eigen leven maar als voorbeeld en ik denk dat ik er van iedere lezer zo tientallen kan krijgen. Wie dat hier met me wil delen, moet het vooral doen. Geluk, ik beschreef dat gevoel al eerder, is niet te koop. Gezondheid ook niet.

Dus koesteren als je er mee bent uitgerust. Als ik in een nostalgische of dipperige bui, veroorzaakt door alweer een recent geleden verlies, in het fotoalbum speur naar een mooie foto van het gekoesterde onderwerp, krijg ik bijna een kramp door de emoties. Mensen die je allang niet meer bij je hebt, dieren die ook alweer zo kort of lang geleden een andere dimensie opzochten. En waar mijn bijna trotse gevoel van kunnen beschermen toch uiteindelijk niet bleek te werken. Is dus een illusie. Zouden mensen daarom gaan of blijven geloven? In de hoop dat een hogere macht wel in staat is om die bescherming te bieden? Dat wordt dan confronterend vrees ik. Hoe dan ook, ik tracht na zo’n gebeurtenis mijn evenwicht weer even terug te vinden en ook mijn rol als beschermer weer serieus op te kunnen vatten. Opdat anderen datzelfde voor mij willen doen. Dan leven we allemaal nog lang en gelukkig. En voor hen die er niet meer zijn, hoop ik oprecht dat de grote beschermer hen ergens mooi of liefdevol heeft opgevangen. En samen met onze dierenschare in de bijbehorende hemel op ons neerkijkt…Opdat het goed blijft…en we worden beschermd door hun grote of kleine maar soms ook zo nodige ingrepen. (Beelden: Internet)

Leven met de Vliegende Pijl – 30 – RAIvolutie en afscheid dealerschap!

Intussen haalde importeur De Binckhorst in die laatste jaren van dat decennium iemand in huis die een grote rol zou gaan spelen in mijn verdere carrière. Jaap van Rij! Man van vele merken op zijn CV, kende het dealerwerk, maar had ook de nodige ervaring binnen Pon opgedaan. Fysiek stevig van bouw, vlot in de omgang, netjes, maar geen man met wie je als dealer graag in discussie ging. Het tweemanschap Iserief en Van Rij bleek een gouden greep voor de organisatie. Zeker toen men het bij de leiding van Motokov/Skoda voor elkaar wist te boksen om de Europese introductie van de Favorit in Amsterdam te doen tijdens de Personenauto-RAI van februari 1989. Dat gaf ons als dealers een extra stimulans. En dus zorgden we tegen die tijd voor een showroom waarin niet alleen een Favorit stond uitgestald maar ook een keurige demo met fraaie lichtmetalen velgen voor de deur. Proefrijders die men doorstuurde vanaf de RAI konden zo prima terecht. De introductie was een groot succes, de aandacht van pers en publiek was enorm en de auto werd geweldig ontvangen. Maar, er zaten ook wel wat negatieve kantjes aan die nieuwe Skoda.

Zo was de prijs t.o.v. de oudere modellen best behoorlijk gestegen. Skoda had flink moeten investeren om die nieuwe wagen te kunnen ontwikkelen en vroeg er ook naar onze mening domweg een te hoge prijs voor terug. Daarbij had men door die al eens genoemde situatie op de communistische thuismarkt ook wat ingebakken problemen meegeleverd. Zo konden de portierruiten niet helemaal naar beneden. Heel vreemd. De afwerking had ook wel wat beter gekund, want al snel bleek bij de demowagen dat o.a. de ontgrendeling van de deuren het een na de ander begaf. Een euvel dat vrijwel alle Favorits van die eerste serie vertoonden. Maar bij ons begaf ook de bediening van de kachel het na drie keer heen en weer schuiven, vervelend, omdat er (nog)geen onderdelen voor in huis waren bij de importeur. Omdat ik zelf nogal graag wilde bewijzen dat die Favorit een fijne en goed te verkopen auto was reed ik er vanaf de introductie dus zelf zoveel als kon in en dat werden in die eerste dagen heel wat zeer warme ritjes. Maar rijden deed die Favorit verder uitstekend! Weinig op aan te merken verder.

Toen ik van mijn toenmalige holdingchef een doppendoos cadeau kreeg, hij vond met zijn kenmerkende cynisme over a-technische mensen, dat ik ‘maar eens moest leren sleutelen‘, en die doos benutte om rammeltjes aan de demo-Favorit te verhelpen bleek dat heel wat onderdelen van die eerste wagens gewoon niet goed genoeg vast zaten. Het kostte me als amateur-sleutelaar een uurtje dat alsnog voor elkaar te krijgen. Daarna rammelde de wagen absoluut niet meer. Het werd vanaf dat moment een vaste post op onze nulbeurtenlijst bij elke aflevering van een nieuwe Favorit. En dat bleek een goede greep. Opmerkelijk was ook dat de Favorit in een zeer beperkt kleurengamma leverbaar werd. Anders dan wij op de prototypen gezien hadden die o.a. goud metallic gespoten waren geweest. Wit, donkerrood, beige, vaalgroen of vaalblauw. Daarmee was het wel klaar. Het weerhield veel kopers niet om er een aan te schaffen. Het merendeel daarvan kwam echter uit een ouder model Skoda en al snel stond ons terrein helemaal vol geparkeerd met die relatief jonge wagens die niet alleen een lange statijd kenden maar ook vrijwel geen belangstelling van nieuwe kopers veroorzaakten. Ons probleem op financieel gebied werd er niet kleiner door.

Daarbij besloot de importeur om ons als duo-merkdealer onder druk te zetten en stelde weer een nieuwe collega-dealer aan in Amsterdam-Noord. Als Amsterdamse dealer waren we nu voorzien van heel wat concullega’s. Dit besluit was koren op de molen van de interne lobby bij ons bedrijf om ons los te maken van Skoda en vol te gaan voor Daihatsu. Daar had men net de nieuwe Applause geïntroduceerd en er kwamen wat nieuwe kleintjes aan. De druk vanuit die importeur werd ook weer opgevoerd en men wilde snel doorbraken forceren zodat ons bedrijf in zijn geheel het rood van Daihatsu zou kiezen als lijfkleur en het door een van hun stafleden aangeboden peperdure computersysteem zouden introduceren om alles bij ons dealerbedrijf organisatorisch op te lijnen. Ik was degene in ons MT die dat niet accepteerde. De discussies hierover waren soms zeer heftig. Zo heftig dat ik als (intussen) vestigingsdirecteur in een rechtstreekse strijd verwikkeld raakte met de aandeelhouders.

Die hadden om allerlei redenen, waaronder de druk vanuit Daihatsu om die Skoda-vent weg te werken, aanleiding om op enig moment te besluiten dat het beter zou zijn dan maar geforceerd uit elkaar te gaan. Het kwam na dertien jaar keihard werken voor dit bedrijf en merk(en) als een stevige schok voor me. Maar het was ook niet mogelijk gebleken om een compromis te vinden voor de merkenstrijd die mede aanleiding was voor het conflict. Toch zou het nog tot medio 1992 duren voor men bij het betreffende dealerbedrijf Skoda echt uit de showroom liet verdwijnen. Maar dat lag nog in de toenmalige toekomst verscholen. Importeur De Binckhorst nodigde me de volgende dag na die definitieve breuk met de aandeelhouders al uit voor een gesprek. De leiding van het importbedrijf begreep mijn intussen hopeloze positie, de reden van de breuk en zegde steun toe. Iemand met zo’n Skoda-hart en verleden moest voor de organisatie behouden blijven. Maar daar zou nog even wat tijd voor nodig zijn. En in die tussenliggende periode vond ik relatief snel een op het eerste gezicht aardige managementjob op Schiphol. Na 13 jaar terug in het oude metier dat ik ook voor mijn dealerperiode had doorlopen. Met als eerste vervoer de Skoda Favorit demowagen die ik mee had gekregen als onderdeel van een regeling met de vroegere aandeelhoudersfamilie. Het zou maar kort mijn enige link zijn met het Tsjechische merk. Wordt vervolgd – (Beelden: Yellowbird archief/Skoda)

Leven met de vliegende pijl – 5 – Dealer!

Op 1 april van het jaar 1977 stapte ik dan uiteindelijk binnen op mijn nieuwe werkplek. De dealer en nieuwe werkgever had in de tussentijd op een open stukje grond naast het uit 1932 stammende hoofdgebouw een soort houten loods met puntdakje gebouwd, die vooral bestond uit een showroomruimte voor twee, met wat passen en meten, drie nieuwe Skoda’s. Er naast lag een soort pijpenlade waar het ‘kantoor’ in was gevestigd. Dat bleek na al die jaren Schipholse luxe, toch wel wat slikken voor me. Maar dat werd nog erger. De man bleek een paar jaar lang parttime een werkstudent in dienst gehad te hebben gehad die de ‘boekhouding’ deed. Dat was de opvolger van een oude en nu gepensioneerde boekhouder die ooit had gewerkt voor de vroegere eigenaar en naamgever van dit autobedrijf. Die oudere heer was dus gepensioneerd en de nieuwe dealer, mijn baas toen, had in de daarop volgende jaren besloten dat boekhouding meer een noodzakelijk kwaad was en dat je met die werkstudent voor weinig geld, ook de boel kon regelen. Dat bleek uiteindelijk niet het geval. Resultaat was dat de administratie een aardige puinhoop bleek. Ik snapte zijn vraag uit het voortraject van mijn aannemen rond ‘heb je ook verstand van administratie?’ veel beter toen hij een grote stalen kast opende en daar stapels aan losse bonnen en boeken liet zien, die naar bleek een maand of acht achterstand vertoonden.

Alles werd er nog handmatig gedaan, kas, bank en giro normaal gesproken netjes bijgewerkt, maar door het gedoe met die werkstudent nu even niet. Ik had er vanaf mijn aantreden een beste klus aan. Temeer omdat ik nu eenmaal niet was binnengelopen om deze troep op te ruimen, maar wel zag dat als we dit niet onder controle zouden brengen, mijn carrière in het autovak van korte duur zou zijn. Ik miste trouwens ook de echte opleiding voor dat werk. Tussen de verkoopbedrijven door, de nieuwe Skoda-reeks trok veel, ook andere en voor het merk nieuwe klanten, werkte ik keihard aan die administratie. Samen met de intussen toch maar terug gehaalde oude boekhouder die tegen een kleine vergoeding bereid was mij ook parttime de fijne kneepjes van het administrartieve vak te leren. Maar me ook uit wist te leggen dat mijn nieuwe ‘baas’ iemand was die het verschil tussen ‘zwart en wit’ wel eens vergat, te druk was met het runnen van zijn bedrijven en persoonlijke inkomen en wat minder met de organisatorische kant van het geheel. Ik merkte dat ook al snel aan de vertegenwoordigers die ons namens de Skoda-importeur bezochten. Ik werd het nieuwe aanspreekpunt voor ze, wellicht ook omdat ik vast hield aan het ‘pak’ als uniform, net als ik dat op Schiphol altijd had gedaan. Al snel kreeg ik mede daardoor van de mensen in de werkplaatsen de titel ‘boekhouder’ toebedeeld, een Geuzentitel die ik altijd bestreed maar die tot vele jaren later aan mijn rol daar bleef plakken. Ik zat immers op kantoor, de rest van die lui werkte zich een slag in de rondte in de twee werkplaatsen die het bedrijf operationeel had.

‘Als het of hij maar een naam had’, was in die eerste periode min of meer de gedachte. Een bijzondere gebeurtenis mag ik de lezer in dit kader niet onthouden. Een van de eerste dagen dat ik daar in dienst was bij die Amsterdamse dealer, werd me gevraagd om samen met wat monteurs een aantal nieuwe auto’s op te halen bij importeur Englebert in Voorschoten. Nieuwe auto’s werden in die tijd nog maar nauwelijks per truck afgeleverd, dealers haalden ze graag zelf op om zo meteen ook te ervaren op de rit naar huis, wat er zoal aan de nieuwe auto zou kunnen mankeren. Met drie monteurs togen we dus naar Voorschoten, voor mij een nieuwe ervaring. Bij importeur Englebert zou de toenmalige verkoopleider op ons wachten en de auto’s afleveren. Aangekomen liep ik het kantoor binnen van de man, wist ik veel, en werd direct als een soort loopjongen door hem terug verwezen naar een staplek ‘achter de balie’. Daar werd ik geacht te wachten tot hij mij te woord zou willen staan. Ik heb het hem daarna eigenlijk nooit echt vergeven. Ook al bleek later dat het in de omgang een erg aardige en keurig nette vent was. Maar die behandeling, laten we wel zijn, ik was tenslotte net van Schiphol gekomen uit mijn managersrol daar.., stuitte me zeer tegen de borst. Hoe dan ook, ik ben meerdere malen in die jaren op en neer gereden naar Voorschoten voor ophalen nieuwe auto’s. Het waren in die beginjaren bij die dealer leuke en soms opzienbarende ritjes….. Wordt vervolgd (Beelden: Yellowbird archief/Skoda – Alle teksten zijn eigendom van de auteur) 

Over bruggen vliegen…

Mijn leasevader was een bijzonder mens. Hij had meerdere karaktertrekken die je nu toch het beste als te negatief of wellicht speels zou kunnen omschrijven dan dat je er veel baat van had als hij trachtte ‘wijze levenslessen’ over te brengen aan ons zijn beide ‘’stiefzonen’. Hij kwam uit een gezin waar men in ‘goeden doen’ was toen hij het huis uit trok. De grootouders van die kant waren woonachtig in een chic huis aan de Amsterdamse Amsteldijk en hadden naast een auto ook een eigen boot. Overgehouden aan een ondernemend leven in beide vervoersvormen. Mijn stiefpa was dus van huis uit een automens. Ik heb het elders al eens vermeld, maar dit keer wil ik het vooral hebben over zijn uiterst bijzondere rijstijl. Gedurfd is een zwakke uitdrukking, sportief ook. Hij reed zonder te remmen bij ons de straat uit, immers hij kwam ‘van rechts’ en nam dan ook zijn voorrang als hem dat paste. Hij reed in of op alles wat maar gemotoriseerd was. Een fiets heb ik heb nooit zien gebruiken. Nee, motoren, auto’s, vrachtwagens, alles wat een motor had en een stuur werd door hem benut. Vanaf de prille jeugd herinner ik me die wagens ook. En als hij tussen door weleens bij een bedrijf werkte met een ‘vloot’ nam hij altijd een auto mee naar huis voor zijn eigen of gezinsbehoeften. Excuus was dat er even iets ‘getest’ moest worden.

Nu was dat bij luxewagens nog niet zo erg, het werd pas link als hij een truckje meenam. Zoals daar waren indertijd de Ford Thames Traders, Renault Gallions of een Commer of Leyland. Hij kon overigens echt goed rijden, al wilde hij nog wel eens onvoorzichtig zijn als het weer eens gezellig (..) was geweest in de buurtkroeg waar hij vaak zijn klantjes zocht en vond voor zijn ook al goed lopende autohandeltje.  Toen ik mijn huidige partner en echtgenote leerde kennen kwam die als jong meisje af en toe op bezoek bij ons thuis. Na ‘aangenaam verpozen’ wat in die tijd echt niet zoveel inhield hoor, was stiefpa dan wel bereid om haar even thuis te brengen in de auto. Zou je nu niet meer doen bij gebrek aan parkeerruimte in de van vergunningen en betaalpalen wemelende hoofdstad, maar toen kon dat nog. En dan stapten we met zijn drieën in de Renault, Ford of wat ook en lieten ons vervoeren. Steevast koos hij dan voor de route langs de Amstel die in dat oude centrum liep richting haar woonadres via een viertal erg hoge bruggen over dwarsliggende grachten.

En dan wisten we na enige tijd dat wat we ook vroegen of zeiden niet zou leiden tot een rustige rijstijl. Nee plankgas die brug op en dan bovenop de bolling ontdekken dat er twee voorwielen loskwamen. Hij gierde het dan uit van de pret en vond ons maar chagrijnen dat wij de lol er niet zo van in zagen. In een tijdperk zonder riemen op de stoelen van die wagens was het ook niet meteen groot vermaak voor ons. Nee, eerder angstwekkend. Toch leerde ik wel nadenken voor ik zelf kon rijden. Zo moest het dus niet. En dat heb ik wel altijd goed nageleefd zonder al te tuttig of voorzichtig te zijn geworden hoor. Ook ‘leuk’ was zijn avonturenzucht in Limburg. Weggentjes oprijden die normaal alleen met een beetje tractor te bereiken waren en dan maar zien hoever de Skoda, DKW of Hansa kwamen als je gewoon over het weiland van de boeren daar door bleef klimmen tegen hellingen van 10-15%…Tot de banden op de steile hellingen doorsloegen en we teruggleden naar het uitgangspunt. Mijn moeder vond het niks, maar sloeg stom van ellende als hij dat weer eens uitvrat. Ging het altijd goed? Nee natuurlijk. Heel wat schade was ons deel. En soms de werkgevers… Die er niet zo om konden lachen als hij zelf wel deed. Soms als ik weleens terugkijk in een oud album van toen zie ik zijn grijns en de blik die mij verwijt dat ik het niet zo snapte. Had ie gelijk in. We hadden duidelijk niet dezelfde genen…Maar daarover later nog eens meer. (Foto’s: Internet/Model-car-world.uk/Yellowbird)

Adieu 2016……welkom 2017!

oliebollen-2Ik weet nog goed dat ik net als alle andere keren in de afgelopen jaren aan het begin van een nieuw kalenderjaar begon met de hoop en de wens dat het eens een heel ander jaar zou worden. Een keer zonder ellende, terreur, oorlog, verdriet, armoede, onbetrouwbare politici, maar vooral met liefdevolle omgang tot elkaar, meer humanisme, sociale uitingen en daden, enz. enz. Op dat punt stelde ook 2016 weer teleur. De idioten en terroristen van hoog tot laag verenigden zich weer met de dictatoren qua dadendrang. De echte armen werden weer armer en de rijken een flink eind rijker. De politieke stromingen die ons land al rijk was kregen ter linker en rechter zijde steeds meer gezelschap van lieden die menen dat het altijd nog een tandje erger kan in retoriek of populisme. Het realisme mankeert meestal, Nederland is een aardig land, maar de rekeningen moeten voor de meeste inwoners gewoon betaalbaar blijven. Leven op de ‘lat’ is niet van deze tijd, maar een asociaal beleid dat omwille van de staatsbalans vooral de armen treft is natuurlijk ook niet meer te verkopoen. De afkeer van de politiek zette zich in brede kring van de samenleving door. Horen, zien en verzwijgen doet nog steeds opgeld in bepaalde ‘politiek correcte kring’ maar de uitslagen van verkiezingen in de hele wereld laten zien dat ‘het volk’ zoekt naar daadkracht en oplossingen voor soms compleet uit de hand lopende maatschappelijke problemen. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Op blogniveau was 2016 een relatief rustig jaar. Ik zelf sloot een paar specialistische bloglijntjes af. Vond mijn heil in Facebookgroepen met dezelfde insteek. Alleen de horecaverslagenblog bleef nog meelopen tot eind dit oude jaar. Hierna is het over en uit en gaat de stekker ook daar uit. Voor dat soort verslagen bent u wellicht nu al gewend geraakt dat ik die hier af en toe voor u neer zet. Persoonlijk en zakelijk zette ik een punt achter mijn eigen bedrijf, ging officieel een beetje met pensioen, ik deed er al eerder verslag van. Na 54 jaar werken mocht het wel vond ik zelf. 2016 was wat dat betreft een bewogen jaar. En een ding voorspel ik u; het wordt in 2017 niet veel anders. Net zo min als het ineens anders was in 1957, 67,77, 87, 97 of 07. Geniet dus maar van de oliebollen, hapjes en drankjes en doe voorzichtig met vuurwerk. Voor 2017 wens ik u allen veel geluk en een doorlopende goede gezondheid. Want zonder dat wordt het uberhaupt niet veel in het nieuwe jaar. Tot volgend jaar! En dat is morgen al!

De bijtende hond….

biervrouwWat doe je met een hond die je van pup af aan hebt opgevangen en gevoed en die je als hij jongvolwassen is uit dank fiks in je handen bijt? Of een kat die je constant blijft krabben en bijten? Blijf je die aaien en belonen? Of komt er een moment dat je een straf wilt uitdelen? Zo gaat het ook met mensen die je, ondanks dat je er toch behoorlijk fatsoenlijk en barmhartig mee bent omgesprongen, na een aantal jaren ineens in de rug aanvallen en jou om je zijn wie je bent onderuit trachten te schoffelen met allerlei oneigenlijke argumenten. Zo voelt het als ik op de tv een dame zie passeren die mij altijd om haar gebrek aan talent opviel, maar bij de VARA als intelligente heldin werd binnengehaald om haar bijtafeldamerol, nu ook plotseling politieke ambities denkt te hebben. En die zich dan aansluit bij een stroming die zelf stelt te willen ‘verbinden’ maar intussen de haat tegen Nederlanders die niks moeten hebben van al te enthousiaste verhalen over multicultureel samenleven of de voordelen van de islam, opzweept. Een stroming ook die de Turkse dictator aanbidt en de Armeense genocide ontkent. Die stroming is een per definitie een foute.

Verbodsbord Partij van de AfkeerOok al verpakt men het dan met een sausje van ‘verbinden’ en positiviteit. Laten we wel zijn, wie zich afzet tegen het Nederlandse verleden op het gebied van het slavenvervoer en uitbuiting van een paar eeuwen geleden, zich druk maakt over de frustraties van enkele donkere Medelanders rond de figuur van Zwarte Piet, zou toch drie keer moeten nadenken voor zij zich zou aansluiten bij een stroming als deze. Immers, het Ottomaanse Rijk heeft een geschiedenis van bloed en geweld. Moord en doodslag hangen aan de kromzwaarden van de voorvaderen van de Turken en de wijze waarop men daar omgaat met de Koerden doet ook denken aan het oprollen van het Armeense volk. Wat slavernij betreft zijn die oer-Turken ook voorbeelden van hoe het niet moet en de positie van de vrouw is nu ook niet direct iets om trots op te zijn. Zeker niet nu de akelige AK-Partij alles naar Iraans model wil veranderen in dat ooit zo mooie land. Maar de frustraties van de dame zonder talent zijn zo groot dat ze bij Vara en RTL een platform zocht en vond voor die afkeer van de Nederlandse samenleving.

1912 - Kaart Europa 1w-wo-eu-1912Volgens haar gefrustreerde mening zit de gemiddelde Nederlander vol met racisme, discriminatie en zo meer. En natuurlijk krijgt ze met die verhalen straks ook een platform in de Tweede Kamer. Als ze al wordt gekozen. Laten we hopen van niet. Want een hond die in de hand van de baas bijt die haar voedde heeft daar niets te zoeken. Gelukkig wijst alles erop dat ze geen kans maakt op een verkiesbare plek. Dat past immers bij een stroming waar de vrouw geen rol van betekenis mag spelen. En zo zit ze straks weer gefrustreerd thuis. Waar ze naar mijn idee ook hoort. En oh ja, al die bagger die ze over zich heen kreeg onderschrijf ik niet. Past niet bij een beschaafd volk. Wij zouden ons daarboven verheven moeten voelen. En het wicht met de tien pruiken compleet moeten negeren. Net als de omroepen die haar constant op het schild tillen. Tijd om daar ook eens mee te beginnen….Dan pas denken we allemaal na. Dat is pas echte verbinding!

Ergernissen….

Zuiderkerk met poortje P2170242_editedJe loopt te wandelen in je eigen stad. Natuurlijk is daar de samenleving veranderd. Het centrum is maanden lang domein voor toeristen, maar ook junks en ander tuig schuimt de straten af. Vaak is dat met elkaar verbonden. Voor de geboren en getogen Mokummer is dat een kwelling soms. Al snapt zelfs de meest kritische van hen wel dat het goed is voor de economie en werkgelegenheid. Toeristen brengen geld in het laatje, maar dat geld wordt dan bijvoorbeeld weer niet uitgegeven aan schoonmaken van straten en pleinen. Je schaamt je soms over de toestand van al die befaamde plekken als je ziet wat een zwerfvuil en hondenshit er overal ligt. Stadsdelen zijn verantwoordelijk, en die geven hun geld liever uit aan de eigen organisatie dan aan het schoonhouden van waar ze verantwoordelijk voor zijn. Ongekend is ook het constante openbreken van straten, grachten en pleinen. Geen Nederlandse stad waar dit zo consequent en lang kan worden vol gehouden als de onze. Ik weet niet beter dan dat er juist in de zomermaanden altijd wordt gebroken en gegraven. Alsof er iemand op een (deel)gemeentehuis zit met een sadistische inslag. ‘We zullen ze krijgen die toeristen!’.

Amsterdam - fiets.opAls dat bestuur dan ook nog eens links georienteerd is, ik heb het al vaker gehad over zgn. progressieve provincialen die zo nodig een grote stad moeten omvormen tot een kopie van hun eigen dorpen, blijkt na de vele verbouwingen dat straten ineens halve fietspaden zijn geworden en wederom een deel van de openbare parkeerplekken voor auto’s zijn verdwenen. Waarom men dan niet echt door pakt en die stad in het centrum gewoon autovrij maakt is mij een raadsel. Wellicht omdat die zelfde stad dan gedwongen zou zijn echte en voldoende parkeergarages aan te leggen? Hoe dan ook, als er dan fietspaden liggen worden die toch niet benut. De gemiddelde Amsterdammer (of wat daar voor door gaat…) heeft een kennelijke hekel aan gebaande paden. Die ‘milieubewuste’ Mokummer wordt pas echt recalcitrant als hij of zij op de fiets het eigen transport gaat verzorgen. Dan gelden verbodsborden niet meer, zijn de trottoirs prima vervangende rijwegen en al die daar lopende lieden mooie chicanes. En als ze niet snel genoeg opzij gaan wordt er het een en ander aan verbaal geweld uitgewisseld dat niet in het Grote Van Dale Woordenboek te vinden valt.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De fiets als alternatief vervoermiddel voor de hoofdstad in dit land? GroenLInkse utopie…

Nee, de Amsterdamse fietsers behoren niet tot de meest sociale soort. En dat is vreemd omdat ze bij hun politieke keuze vaak juist in die hoek te vinden zijn. Zou het een dan toch met het ander van doen hebben? Is progressief zijn meteen ook aanleiding voor asociaal gedrag? Ik zou me er niet over verbazen.  Bij onze meest recente wandeling, werden we zo wat plat gereden door een over de stoepen fietsende postbode van een jaar of 45-50 met een gebit waarin hij zijn eigen fiets aardig onderdak kon bieden. Hij remde nauwelijks, ramde met zijn fiets plus tassen onder het uitroepen van ‘Excuse me!!!’ tussen ons en wat Amerikaanse toeristen door. Kennelijk te veel moeite om even op straat over een van die fraaie rood geschilderde fietsroutes zijn werkweg te vervolgen. Meteen mijn stelling onderschrijvend dat Amsterdam in veel opzichten is blijven steken in de jaren zestig. Toen de revolutie werd uitgeroepen en anti-autoritair  gedrag de norm werd. Ook toen al lagen de straten maanden lang open, was de boel vervuild en ontworstelden sommigen zich aan het gezag van de overheid. Zou die postbode dat ook nog hebben meegemaakt? Wellicht heeft hij er iets over gehoord van zijn ouders en was dit zijn bijdrage aan het omverwerpen van wat we de gevestigde orde noemen? In ieder geval bewees hij ook dat al die ombouwplannen met die fietspaden slechts voor de buhne worden doorgedramd. Doekjes voor het bloeden, meer niet. En dus kan dat beleid wel meteen de prullenbak in. Zoals zoveel van dat semilinkse geneuzel.

Haar droomman…

Famous legendsLangzaam aan was ze aan hem gewend geraakt. Ook al kostte dat niet eens zo veel moeite. Hij was attent, humorvol, mooi, slank, was in haar geïnteresseerd, vond haar mooi, complimenteerde haar voor elke maaltijd, zelfs als die met een pizzakoerier werd bezorgd. Hij kon klussen als de beste, was een minnaar om van te zwijmelen, kon geweldig auto rijden, was lief voor haar en haar kinderen, sjouwde alle koffers als ze op vakantie ging en belde wel vijf keer per dag op om te vragen hoe het haar ging. Zijn mooie lijf en vooral brede schouders waren een lust voor haar om naar te kijken. Ze kon ook zo heerlijk weg zwijmelen bij het idee dat hij haar vanavond weer zou masseren. Als ze het hele huishouden had gedaan en de kinderen op bed lagen, kneedde en streelde hij haar pijnlijke spieren dan als een volwaardige masseur. Dat ze dan daarna de sterren uit de hemel vrijden was een logisch gevolg. Ze kon zo van hem genieten dat ze soms een halve dag in bed of op de bank kon liggen om aan hem te denken. Ze schreef hele verhalen in haar schriften die ze nog van vroeger had overgehouden en nu diende voor haar speciale en liefdevolle brieven aan hem. Ze noemde hem dan haar ‘droomman’, haar ‘super minnaar’ haar ‘maatje’. Als de kinderen uit school kwamen moest ze soms snel even redderen in huis om de boel aan kant of op gang te krijgen. Haar lijf hunkerde intussen naar zijn handen en kussen. Haar vriendinnen vroegen haar nog wel eens mee, maar meestal weigerde ze. Ze wilde bij hem zijn, in zijn gedachte, in zijn liefde voor haar. Hij was haar ideale man, haar droom, haar fantasie. Als ze dan in de spiegel keek en haar flanellen nachthemd optilde om naar zichzelf te kijken werd ze vaak heel triest. Haar droomman zou haar nooit zo zien, die zou haar zien als slank en begeerlijk, nooit moe of ziek. Net als hij dat nooit was. Hij was er altijd als ze hem nodig had. En met dit lome weer was dat iets vaker dan in de koude maanden van de winter. Als hij dan alle sneeuw had geruimd en verkleumd binnen kwam wist ze wel hoe ze hem op moest warmen. Zuchtend leunde ze achterover, op de bank, schoof de huispoes aan de kant en sliep met een glimlach op haar gezicht en de handen begraven in haar schoot in. Haar droomman zou zo wel komen……